Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 november 2010
gepubliceerd op 08 maart 2011

Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven van Brussel-Nationaal. - Rechtzetting

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2011014029
pub.
08/03/2011
prom.
06/11/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2010. - Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven van Brussel-Nationaal. - Rechtzetting


In het Belgisch Staatsblad nr. 335 van 17 november 2010, tweede editie, moet na het Verslag aan de Koning de volgende tekst worden ingevoegd op pagina 71536 : « ADVIES 48.288/4 VAN 9 JUNI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE DE RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving, vierde kamer, op 17 mei 2010 door de Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal », heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Voorafgaande opmerking Verscheidene bepalingen van het ontwerpbesluit verwijzen naar elkaar via de woorden « Onverminderd » (« Nonobstant » in de Franse versie) en « Onder voorbehoud » (« Sous réserve » in de Franse versie). De steller van het ontwerp wordt er evenwel op gewezen : -dat moet worden toegezien op de eenvormigheid van de uitdrukkingen die in de beide versies van het ontwerp worden aangewend. Met het woord « onverminderd » komt in het Frans namelijk de uitdrukking « sans préjudice de » overeen, en niet het woord « nonobstant ». Het woord « onverminderd » betekent dat de bepaling in kwestie geen gevolgen heeft voor de gelding van een andere bepaling (1); - dat de uitdrukking moet worden aangewend die de bedoeling van de steller precies weergeeft. Dit lijkt evenwel niet altijd het geval te zijn.

Zo staat bijvoorbeeld in de Franse versie van artikel 5, §§ 3 en 4, te lezen dat die paragrafen van toepassing zijn « Nonobstant les (lees : « Sans préjudice des) possibilités prévues à l'article 7, § 1er », terwijl artikel 7, § 1, zijnerzijds bepaalt dat het van toepassing is « Sous réserve de l'application des articles 5 et 6 » en terwijl artikel 6, in tegenstelling tot artikel 5, §§ 3 en 4, geen enkele verwijzing naar artikel 7, § 1, bevat. Een zodanige formulering is tegenstrijdig, gelet op de precieze betekenis die aan die woorden moet worden gegeven (2). De artikelen 5, 6 en 7 van het ontwerp moeten bijgevolg worden herzien, zodat de bedoeling van de steller van het ontwerp duidelijk tot uiting komt. Wellicht moet, indien dit inderdaad de bedoeling is van de steller van het ontwerp : - ofwel in de artikelen 5 en 6 gepreciseerd worden dat ze van toepassing zijn « Onder voorbehoud van artikel 7, § 1 » en moeten in artikel 7, § 1, de woorden « Onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 5 en 6 » vervallen; - ofwel moet in de artikelen 5 en 6 niet verwezen worden naar artikel 7, § 1, en moeten in artikel 7, § 1, de woorden « Onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 5 en 6 » vervangen worden door de woorden « In afwijking van de artikelen 5 en 6 ».

Het zou tevens beter zijn om in artikel 6, §§ 3 en 4, de woorden « Onverminderd paragrafen 1 en 2, » te vervangen door de woorden « In afwijking van de paragrafen 1 en 2 ».

Het ontwerpbesluit moet worden herzien in het licht van deze beide opmerkingen.

Bijzondere opmerkingen Aanhef Eerste lid Aan het eind van dit lid, dat de rechtsgrond van het ontwerp aangeeft, moet worden gepreciseerd dat artikel 5 van de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, gewijzigd is (3) bij artikel 18 van de programmawet van 2 januari 2001.

Derde en vierde lid Deze twee leden moeten vervallen. De verwijzing naar Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (hierna « Richtlijn 96/67/EG »), zoals ze wordt voorgeschreven bij artikel 23, lid 1, tweede alinea, van deze richtlijn, moet staan in artikel (4), dat derhalve als volgt moet worden gesteld : «

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap.

Het is toepassing op de luchthaven Brussel-Nationaal. » Vijfde lid (dat het derde lid wordt) Dit lid moet als volgt worden gesteld : « Gelet op advies 48.288/4 van de Raad van State, gegeven op 9 juni 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; » (5).

Aan het eind van aanhef moeten voorts de minister en de staatssecretaris worden vermeld die het koninklijk besluit voordragen (6).

Dispositief Artikel 2 Artikel 2, punt d), van Richtlijn 96/67/EG geeft de volgende definitie van de « gebruiker van een luchthaven » : « iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die vanaf of naar de desbetreffende luchthaven door de lucht passagiers, post en /of vracht vervoert ».

De « desbetreffende luchthaven » is in casu, naar luid van artikel 1 van het ontwerp, de luchthaven Brussel-Nationaal, zodat aan het eind van artikel 2, 3°, van het ontwerp deze luchthaven moet worden vermeld, in plaats van de meer algemene bewoordingen « een Belgische luchthaven ».

Artikel 3 In de Franse tekst van paragraaf 1 moeten de woorden « selon les pratiques du commerce » vervangen worden door die welke voorkomen in artikel 4, lid 1, van Richtlijn 96/67/EG, te weten « selon les pratiques commerciales en vigueur ».

Artikel 5 1. Paragraaf 5 zet artikel 6, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 96/67/EG om, dat in de Franse versie ervan als volgt luidt : « De surcroît, à compter du 1er janvier 2001, l'un au moins de ces prestataires autorisés ne peut être contrôlé directement ou indirectement : - ni par l'entité gestionnaire de l'aéroport, - ni par un usager ayant transporté plus de 25 % des passagers ou du fret enregistrés dans l'aéroport au cours de l'année précédant celle où s'opère la sélection de ces prestataires, - ni par une entité contrôlant ou étant contrôlée directement ou indirectement par cette entité gestionnaire ou par un tel usager.» Deze laatste woorden « ou par un tel usager » worden niet weergegeven aan het eind van de Franse versie van artikel 5, § 5, van het ontwerp, waarin te lezen staat : « ni par une entité qui exerce un contrôle direct ou indirect sur l'entité gestionnaire ou si inversement cette dernière exerce un contrôle direct ou indirect sur cette entité ». Dit gedeelte van de tekst moet bijgevolg worden herzien, waarbij die leemte wordt gevuld. 2. Artikel 6, lid 4, van Richtlijn 96/67/EG bepaalt : « Wanneer zij het aantal toegestane dienstverleners met toepassing van lid 2 beperken, mogen de lidstaten niet verhinderen dat elke gebruiker van een luchthaven, ongeacht het deel van de luchthaven dat aan hem is toegewezen, voor elke categorie grondafhandelingsdiensten waarvoor een beperking geldt, de keuze heeft tussen ten minste twee verleners van grondafhandelingsdiensten, onder de in de leden 2 en 3 bepaalde voorwaarden ». Deze regel wordt niet als zodanig omgezet in het ontwerp, dat bijgevolg op dit punt moet worden aangevuld.

Het is mogelijk dat de artikelen 5, § 6, en 6, § 5, van het ontwerp, die zelf geen enkele bepaling van de richtlijn omzetten, aldus opgevat worden dat ze toepassing geven aan het beginsel omschreven in artikel 6, lid 4, van Richtlijn 96/67/EG, maar indien zulks het geval is, moet in het ontwerpbesluit benevens dat beginsel zelf duidelijker worden aangegeven hoe de bapalingen van de twee voornoemde leden een toepassing ervan vormen. 3. Artikel 5, § 6, van het ontwerp, doelt op een geval waarin Richtlijn 96/67/EG niet specifiek heeft voorzien, te weten het tijdelijk vervangen van dienstverleners van grondafhandelingsdiensten. Uit het oogpunt van artikel 11, lid 2, van Richtlijn 96/67/EG, lijkt artikel 5, § 6, van het ontwerp slechts aanvaardbaar indien de aangewezen derde voldoet aan de vereisten gesteld in artikel 9, § 2, van het ontwerp.

Artikel 6 Richtlijn 96/67/EG kent de lidstaat, de luchthavenbeheerder, de gebruikers van een luchthaven en de verleners van grondafhandelingsdiensten een onderscheiden rol toe op de grondafhandelinsgdiensten op de luchthavens van de Europese Unie.

Artikel 7, lid 2, van Richtlijn 96/67/EG maakt de lidstaten uitdrukkelijk bevoegd om zelfafhandeling voor de categorieën van afhandelingsdiensten die het opnoemt, te reserveren voor ten minste twee gebruikers. Een lidstaat kan die bevoegdheid dus niet overdragen aan de luchthavenbeheerder, zoals wordt bepaald in artikel 6, § 2, van het ontwerp, dat dus dienovereenkomstig moet worden herzien (7).

Artikel 7 Bij paragraaf 1 moet een soortgelijke opmerking worden gemaakt, daar het ook aan de « lidstaten » is dat artikel 8, lid 1, van Richtlijn 96/67/EG de bevoegdheid opdraagt om « hetzij aan de luchthavenbeheerder, hetzij aan een andere entiteit het beheer voor (te) behouden van de gecentraliseerde infrastructuur-voorzieningen » door de verleners van grondafhandelingsdiensten en door de gebruikers die voor zelfafhandelingen zorgen, verplicht (te) stellen. » Het is dus niet in overeenstemming met die richtlijn dat de luchthavenbeheerder de mogelijkheid krijgt om dat beheer van de gecentraliseerde infrastructuurvoorzieningen aan zich te houden of aan een andere entiteit op te dragen. Artikel 7 moet op dat punt worden herzien.

Artikel 8 In de Franse tekst van punt b) ii), van paragraaf 2, tweede lid, schrijve men in plaats van « dispositions de concurrence » distorsion de concurrence », zoals in punt b), ii), van artikel 9, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 96/67/EG. Artikel 9 1. Volgens artikel 11, lid 1, van Richtlijn 96/67/EG zijn het de lidstaten en niet de luchthavenbeheerders die « de noodzakelijke maatregelen (nemen) voor het organiseren van een selectieprocedure voor dienstverleners waaraan toestemming wordt verleend om op een luchthaven grondafhandlingsdiensten te verrichten, wanneer hun aantal in de in artikel 6, lid 2, of in artikel 9 bedoelde gevallen wordt beperkt « en komt het eveneens de lidstaten toe « een taakomschrijving of technische specificaties (op te stellen) waaraan deze dienstverleners moeten voldoen ». Artikel 9, § 1, eerste lid, en tweede lid, punt a) van het ontwerp moet in die zin worden herzien. 2. Artikel 11, lid1, punt e), van Richtlijn 96/67/EG bepaalt : « Wanneer de dienstverlener zijn activiteit staakt vóór het verstrijken van het tijdvak waarvoor hij is geselecteerd, wordt volgens dezelfde procedure tot vervanging overgegaan ». De twee leden (8) die zijn ingevoegd tussen de punten e) en f) van artikel 9, § 1, tweede lid, van het ontwerp moeten bijgevolg vervallen. De richtlijn staat immers niet toe dat de rechten, die voor een dienstverlener voortvloeien uit zijn selectie, aan een andere onderneming worden overgedragen « mits goedkeuring van de luchthavenbeheerder », ook niet onder de bijzondere voorwaarden vermeld in de twee voornoemde leden. 3. In artikel 9, § 1 (lees : eerste lid), dient « Publicatieblad van de Europese Unie » te worden geschreven. Artikel 12 Overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 96/67/EG komt het aan de lidstaten toe, in voorkomend geval op voorstel van de luchthavenbeheerder, de verbodsbepalingen en verplichtingen op te leggen die het onderwerp zijn van dat artikel 15, alsmede van artikel 12 van het ontwerp : dit artikel mag deze bevoegdheid bijgevolg niet overlaten aan de luchthavenbeheerder en moet dan ook herzien worden om de overheidsinstantie aan te wijzen die ermee wordt belast deze bevoegdheid uit te oefenen in de plaats van de luchthavenbeheerder.

Artikel 15 Artikel 20 van Richtlijn 96/67/EG staat evenmin toe de luchthavenbeheerder bevoegd te maken om, in de gevallen omschreven in lid 1 ervan, verplichtingen die ten aanzien van de dienstverleners en gebruikers van derde landen uit de richtlijn ontstaan, geheel of gedeeltelijk te schorsen.

Dit recht komt immers uitsluitend aan de lidstaat zelf toe.

Artikel 15, § 1, van het ontwerp moet bovendien grondig worden herzien om de redactie ervan af te stemmen op die van artikel 20, lid 1, van de richtlijn, waarvan het geen correcte omzetting is.

Artikel 16 Dit artikel, dat in verband moet worden gebracht met de definities van « algemene luchtvaart » en « zakenluchtvaart » uit artikel 2, 4° en 5°, bepaalt dat het ontworpen besluit niet van toepassing is op deze beide types van luchtvaart.

Aangezien Richtlijn 96/67/EG dat onderscheid niet maakt, plaatst de afdeling Wetgeving van de Raad van State vraagtekens bij de bestaanbaarheid ervan met het gemeenschaprecht.

Artikel 17 In deze opheffingsbepaling moet worden vermeld dat het op te heffen koninklijk besluit van 12 november 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998014322 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal sluiten gewijzigd is bij dat van 31 oktober 2001 (9).

Bovendien behoort te worden onderzocht of wegens het volledig vervangen van dat koninklijk besluit van 12 november 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998014322 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal sluiten door het ontworpen besluit, het ontworpen besluit niet zou moeten worden aangevuld met enige overgangbepalingen, inzonderheid om de rechtsgevolgen in stand te houden van bepaalde beslissingen die overeenkomstig de opgeheven tekst zijn genomen en waaraan door de inwerkingtreding van de nieuwe regeling een onzeker lot zou zijn beschoren (10).

Artikel 18 Uit artikel 18 van het ontwerp blijkt dat het besluit onmiddellijk in werking zal treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Tenzij er een specifieke reden bestaat om af te wijken van de gangbare termijn van inwerkingtreding, bepaald bij artikel 6, eerste lid, van de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen, dient in beginsel te worden afgezien van onmiddellijke inwerkingtreding teneinde elkeen een redelijke termijn te geven om kennis te nemen van de nieuwe regels (11).

Artikel 19 In de Franse versie ontbreekt het werkwoord in de hoofdzin.

Bijlage In punt 11 van de bijlage dient het tweede lid te vervallen : « Voor zover deze diensten niet door de luchtverkeersdienst wordt verzorgd. » Slotopmerking Er is geen reden om een artikel in te delen in paragrafen wanneer elke paragraaf één lid bevat (12).

Deze opmerking geldt voor de artikelen 3, 4, 9, 13 en 15.

De kamer was samengesteld uit de Heren P. LIENARDY, kamervoorzitter, J. JAUMOTTE, L. DETROUX, staatsraden, Mevr. C. GIGOT, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J.-L PAQUET, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de H. P. LIENARDY. DE GRIFFIER C. GIGOT DE VOORZITTER P. LIENARDY ». _______ Nota's (1) Zie Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be tab Wetgevingstechniek, aanbeveling nr. 3.2. a). (2) Ibidem. (3) Zie Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab Wetgevingstechniek, aanbeveling nr. 27, eerste alinea, punt c). (4) Ibidem, aanbeveling nr.94 en formule F 4-1-2-1. (5) Zie Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst- consetat.be, tab Wetgevingstechniek, formule F 3-5-2. (6) Ibidem, aanbevelingen nrs.19, eerste alinea, punt f), en 41, alsook formule F 3-8-1. (7) De afdeling Wetgeving heeft zich in dezelfde zin uitgesproken in advies 29.513/3, op 5 oktober 1999 verstrekt over een ontwerp dat ontstaan heeft gegeven aan het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/12/1999 pub. 07/03/2000 numac 2000035177 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de Vlaamse regionale luchthavens sluiten betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de Vlaamse regionale luchthavens en advies 29.751/4, op 2 februari 2000 verstrekt over een ontwerp dat onstaan heeft gegeven aan het besluit van de Waalse regering van 24 maart 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2000 pub. 07/04/2000 numac 2000027158 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens die onder het Waalse Gewest ressorteren sluiten betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens die onder het Waalse Gewest ressorteren. (8) Deze twee leden zijn afkomstig van artikel 3 van het koninklijk besluit van 31 oktober 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/1998 pub. 25/12/1998 numac 1998014322 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal sluiten betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-National, dat niet voor advies is voorgelegd aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State. (9) Zie Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling nr. 138. (10) Ibidem, aanbevelingen nrs.143 tot 145. (11) Zie Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbevelingen nr. 146 e.v., inzonderheid aanbevelingen nrs. 150 tot 152.1. (12) Zie advies 44.647/4, op 10 december 2008 verstrekt over een ontwerp dat ontstaan heeft gegeven aan het koninklijk besluit van 16 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2009 pub. 16/04/2009 numac 2009014064 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid sluiten « tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid ». Ibidem, aanbeveling nr. 57.3.

^