Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2007
gepubliceerd op 21 maart 2007

Koninklijk besluit houdende oprichting van de Hoge Gezondheidsraad

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2007022420
pub.
21/03/2007
prom.
05/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/05/2007022420/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MAART 2007. - Koninklijk besluit houdende oprichting van de Hoge Gezondheidsraad


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37, 107 en 108 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 mei 1849 houdende de invoering van een Hoge Gezondheidsraad op het Departement van Binnenlandse Zaken;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1919 tot reorganisatie van de Hoge Gezondheidsraad, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 1990, 20 juni 1994, 11 april 1995, 31 mei 1996 en 19 april 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 januari 2003 houdende aanduiding van ereleden en leden van de Hoge Gezondheidsraad gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2003 zelf gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 april 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 29 augustus 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 28 november 2006;

Gelet op het advies 42.114/3 van de Raad van State, gegeven op 30 januari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Raad : de Hoge Gezondheidsraad;2° Expert : één van de tweehonderd experts die door de Minister worden benoemd, zoals bedoeld onder artikel 6;3° Lid : één van de veertig leden van het College, zoals bedoeld onder artikel 7;4° Minister : de federale minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;5° Wetenschappelijk verslaggever : persoon die door de Raad wordt aangesteld voor het schrijven van een verslag, zoals bedoeld onder artikel 10;6° Secretariaat : het administratief en wetenschappelijk Secretariaat van de Raad zoals bedoeld onder artikel 12. HOOFDSTUK II. - De opdracht van de Hoge Gezondheidsraad

Art. 2.Er wordt een Hoge Gezondheidsraad opgericht bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Art. 3.Rekening houdend met de huidige stand van de wetenschap heeft de Raad tot opdracht om, op vraag of op eigen initiatief, onafhankelijke adviezen, aanbevelingen of rapporten te verstrekken inzake volksgezondheid met als doel het beleid ter zake te ondersteunen.

Art. 4.In het kader van de uitoefening van zijn opdracht, werkt de Raad samen met nationale en internationale instanties bevoegd in dezelfde of aanverwante domeinen. HOOFDSTUK III. - De organen en functies van de Raad

Art. 5.De Raad is samengesteld uit : 1° experts, zoals bepaald in artikel 6;2° een College, zoals bepaald in artikel 7;3° een voorzitter en twee ondervoorzitters, zoals bepaald in artikel 11. De Raad wordt bijgestaan door een Secretariaat, zoals bepaald in artikel 12.

Het Secretariaat beschikt over een coördinator, een wetenschappelijk coördinator en een administratieve secretaris zoals bepaald in artikel 13 en over wetenschappelijke en administratieve medewerkers, zoals bepaald in artikel 12. HOOFDSTUK IV. - De Experts, het College en de Leden

Art. 6.§ 1. Op voordracht van de Raad, zoals samengesteld op het ogenblik van het van kracht worden van dit besluit, benoemt de Minister maximum tweehonderd experts binnen de personen die een band hebben met de universitaire, wetenschappelijke of ermee gelijkgestelde instellingen omwille van hun bijzondere bekwaamheden in verband met de opdracht van de Raad. Zij worden benoemd tot expert van de Hoge Gezondheidsraad.

Daartoe verricht het College een oproep tot kandidaten die over een bijzondere kennis en ervaring beschikken in één of meerdere vakdomeinen die met de volksgezondheid verband houden. Deze oproep wordt gericht aan de universitaire, wetenschappelijke en ermee gelijkgestelde instellingen.

Uit de ingediende kandidaturen weerhoudt het College, door stemming, een selectie van maximum 200 experts, gebaseerd op deskundigheid, spreiding over de verschillende domeinen inzake volksgezondheid, integriteit en gekende beschikbaarheid en inzet.

Daarbij houdt het College terdege rekening met een zo evenwichtig mogelijke verdeling van de kandidaten op het vlak van taalrol, geslacht en verdeling over de diverse universitaire en wetenschappelijke instellingen. § 2. Hun mandaat duurt zes jaar en is hernieuwbaar. Het loopt ten einde wanneer de expert de leeftijd van zeventig jaar bereikt.

Wanneer een expert, om welke reden dan ook, zijn mandaat niet kan beëindigen, kan hij worden vervangen voor de duur die het mandaat nog loopt. De expert die hem vervangt wordt benoemd onder dezelfde voorwaarden als de expert die hij vervangt.

Art. 7.§ 1. Het College bestaat uit veertig leden, door Ons benoemd op voordracht van de Minister, onder de experts bedoeld in artikel 6, na voorstel door de Raad, zoals samengesteld op het ogenblik van het van kracht worden van dit besluit.

Daartoe verricht het College een oproep tot kandidaten tussen de door de Minister benoemde experts.

Uit de ingediende kandidaturen weerhoudt het College, door stemming, een selectie van 40 kandidaat-leden, gebaseerd op deskundigheid, spreiding over de verschillende domeinen inzake volksgezondheid en gekende beschikbaarheid en inzet.

Daarbij houdt het College terdege rekening met een zo evenwichtig mogelijke verdeling van de kandidaten op het vlak van taalrol, geslacht en verdeling over de diverse universitaire en wetenschappelijke instellingen. § 2. Het mandaat van de leden duurt drie jaar en is tweemaal hernieuwbaar. Het loopt ten einde wanneer het lid de leeftijd van zeventig jaar bereikt.

Wanneer een lid, om welke reden dan ook, zijn mandaat niet kan beëindigen, kan hij worden vervangen voor de duur die het mandaat nog loopt. Het lid dat hem vervangt wordt benoemd onder dezelfde voorwaarden als het lid dat hij vervangt. § 3. Om de drie jaar wordt het College voor één derde vernieuwd.

Deze vernieuwing voor één derde zal voor de eerste maal worden toegepast het vierde jaar na de installatie van het College. Het huishoudelijk reglement bepaalt hiertoe nadere regels. HOOFDSTUK V. - De werking van de Raad

Art. 8.Het College stelt het huishoudelijk reglement van de Raad op.

Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister. Het huishoudelijk reglement bepaalt de verdere organisatie en de manier van werken van de Raad.

Art. 9.§ 1. Naast de adviezen die de Raad op eigen initiatief verstrekt, behandelt de Raad vragen om advies die hem worden voorgelegd : 1° door de Minister of door de Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft of door de diensten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, het Centrum voor Onderzoek Diergeneeskunde en Agrochemie, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen of het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;2° door alle diensten wettelijk gemachtigd om een advies aan de Raad te vragen. Indien een andere Minister of een andere administratie of andere dienst een vraag aan de Raad wil voorleggen, dient dit te gebeuren via de Minister. § 2. De adviezen, aanbevelingen en verslagen van de Raad worden overgemaakt aan de aanvrager met kopie aan de Minister en vervolgens, desgevallend, verspreid onder de actoren op het domein van de Volksgezondheid.

Het huishoudelijk reglement bepaalt nadere regels inzake de verspreiding van de adviezen, aanbevelingen en verslagen. § 3. Het College stelt jaarlijks een algemeen verslag op over de werkzaamheden van de Raad. § 4. De Raad kan ook op ieder moment bijzondere rapporten opstellen over bepaalde vraagstukken.

Art. 10.§ 1. Het College is het beslissingsorgaan van de Raad. § 2. Het College kan slechts op geldige wijze beraadslagen als één derde van zijn leden aanwezig is. Zijn beslissingen worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of van degene die hem ter zitting vervangt beslissend. § 3. Indien het derde van de leden zoals bedoeld in paragraaf 2, niet aanwezig is op de eerste vergadering, kan een tweede vergadering met dezelfde punten op de agenda worden bijeengeroepen en het College zal geldig kunnen beraadslagen en besluiten, ongeacht het aantal aanwezige leden. § 4. Het College kan elke persoon van wie hij het advies wenst in te winnen omwille van zijn expertise, raadplegen of horen. § 5. Het College kan wetenschappelijke verslaggevers aanstellen. § 6. De experts en uitgenodigde personen, zoals bepaald in paragraaf 4, zijn onderworpen aan dezelfde verplichtingen als de leden, zoals bepaald in de artikelen 17 en 18. HOOFDSTUK VI. - De Voorzitter en de Ondervoorzitters

Art. 11.De voorzitter en de twee ondervoorzitters van de Raad worden door Ons benoemd onder de leden van het College, na advies van het College, op voordracht van de Minister.

Hun mandaat duurt drie jaar en is tweemaal hernieuwbaar.

De twee ondervoorzitters behoren tot verschillende taalgroepen.

Wanneer de voorzitter of één van de ondervoorzitters, om welke reden dan ook, zijn mandaat niet kan beëindigen, wordt het lid dat hem vervangt, benoemd voor de duur die het mandaat nog loopt. Het lid dat hem vervangt wordt benoemd onder dezelfde voorwaarden als het lid dat hij vervangt.

Het huishoudelijk reglement bepaalt nadere regels inzake de vervanging van de voorzitter en ondervoorzitters. HOOFDSTUK VII. - Het Secretariaat, de Coördinator, de Wetenschappelijke Coördinator en de Administratieve Secretaris

Art. 12.§ 1. De Raad wordt bijgestaan door een administratief en wetenschappelijk secretariaat. § 2. De aan het Secretariaat verbonden wetenschappelijke secretarissen bereiden, in de hun toebedeelde disciplines, de dossiers voor. Zij nemen met raadgevende stem deel aan de werkzaamheden van het College indien ze daartoe opgeroepen worden.

Art. 13.De coördinator is belast met het dagelijks beheer van het Secretariaat. Hij wordt bijgestaan door de wetenschappelijk coördinator voor het wetenschappelijk secretariaat en door de administratieve secretaris voor het administratief secretariaat.

Art. 14.De Voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu stelt de coördinator, de wetenschappelijke coördinator en de administratieve secretaris van de Raad aan onder de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, na advies van het College. Indien ze van hun functie worden ontheven wordt eveneens het advies van het College gevraagd. HOOFDSTUK VIII. - Het Bureau

Art. 15.De voorzitter, de twee ondervoorzitters, de coördinator, de wetenschappelijke coördinator en de administratieve secretaris vormen het Bureau van de Raad. Het Bureau kan andere personen uitnodigen aan zijn werkzaamheden deel te nemen.

Het Bureau bereidt de aan het College voor te leggen dossiers voor en waakt over de uitvoering van zijn beslissingen. De andere bevoegdheden waarover het Bureau beschikt worden hem door het College gedelegeerd. HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen

Art. 16.Geen enkel lid van het College, expert of uitgenodigd persoon kan uit dien hoofde een bezoldiging genieten.

Aan de leden van het College, experts, uitgenodigde personen en wetenschappelijke verslaggevers worden echter vergoedingen voor reis- en verblijfskosten alsmede zitpenningen toegekend, tenzij het ambtenaren betreft, overeenkomstig het besluit van de Regent van 15 juli 1946 dat het bedrag van de presentiegelden en de kosten bepaalt, welke uitgekeerd worden aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid afhangen.

Daarenboven wordt aan de wetenschappelijke verslaggevers, die door het College worden aangewezen, een honorarium toegekend waarvan het bedrag wordt bepaald door het ministerieel besluit van 14 mei 1993 tot vaststelling van de toe te kennen bedragen voor de terugbetaling van de rapporten uitgevoerd met het oog op de adviesverlening van de Hoge Gezondheidsraad.

Art. 17.De leden en experts van de Raad geven bij hun aanstelling aan het Secretariaat een overzicht van de mogelijke belangenconflicten bij het uitvoeren van hun taken voor de Raad. Zij zijn gehouden spontaan alle veranderingen daaromtrent op elk ogenblik mede te delen.

Daarenboven dienen zij, bij het werken rond een specifiek dossier, eventuele bijkomende of specifieke belangenconflicten te melden.

Ook uitgenodigde personen geven een overzicht van de mogelijke belangenconflicten.

Het Bureau stelt vast of de belangenconflicten gevolgen hebben voor de deelname van een persoon.

Voor de wetenschappelijke secretarissen en voor uitgenodigde ambtenaren gelden de regels die voor ambtenaren zijn vastgelegd.

Art. 18.De leden van het College, de experts, de uitgenodigde personen en het secretariaat behandelen alle inlichtingen waarvan ze naar aanleiding van hun opdracht kennis zouden krijgen, vertrouwelijk.

Deze bepaling geldt niet voor de inhoud van adviezen en aanbevelingen die gepubliceerd zijn.

Art. 19.De uittredende voorzitter, ondervoorzitters en leden kunnen respectievelijk erevoorzitter, ereondervoorzitters en ereleden benoemd worden. Deze benoeming gebeurt door Ons. HOOFDSTUK X. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 20.Worden opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 15 mei 1849 houdende de invoering van een Hoge Gezondheidsraad op het Departement van Binnenlandse Zaken;2° het koninklijk besluit van 14 september 1919 dat betrekking heeft op de reorganisatie van de Hoge Gezondheidsraad, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 1990, 20 juni 1994, 11 april 1995, 31 mei 1996 en 19 april 1999;3° het koninklijk besluit van 29 januari 2003 houdende aanduiding van ereleden en leden van de Hoge Gezondheidsraad gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2003 zelf gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 2004.

Art. 21.Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van dit besluit, neemt de Raad alle wettelijke en reglementaire bevoegdheden van de huidige Hoge Gezondheidsraad over.

De huidige Hoge Gezondheidsraad functioneert verder tot de nieuwe Raad is benoemd.

De huidige leden, voorzitter en ondervoorzitters blijven in functie tot de nieuwe voorzitter en ondervoorzitters zijn benoemd.

Art. 22.De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^