Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 mei 2007
gepubliceerd op 21 juni 2007

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Gezondheidsraad

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2007022843
pub.
21/06/2007
prom.
08/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/08/2007022843/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MEI 2007. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Gezondheidsraad


De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 2007 houdende oprichting van de Hoge Gezondheidsraad;

Gelet op het ministerieel besluit van 15 december 1995 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Gezondheidsraad, Besluit :

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de Hoge Gezondheidsraad, waarvan de tekst bij dit besluit gevoegd is, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het ministerieel besluit van 15 december 1995 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Gezondheidsraad wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Brussel, 8 mei 2007.

R. DEMOTTE

HOGE GEZONDHEIDSRAAD HUISHOUDELIJK REGLEMENT HOOFDSTUK 1. - Definities en opdracht Definities

Artikel 1.De in dit huishoudelijk reglement gebruikte definities zijn diegene uit het koninklijk besluit van 5 maart 2007 houdende oprichting van de Hoge Gezondheidsraad.

Opdracht

Art. 2.De Hoge Gezondheidsraad is bevoegd adviezen, aanbevelingen en rapporten te verstrekken op alle vlakken van de volksgezondheid.

In het bijzonder concentreert de Raad zich op volgende domeinen : - Geestelijke gezondheid (gedrag, psychosociale factoren, sociale ongelijkheid, verslaving,...) - Fysische omgevingsfactoren (ioniserende straling, niet-ioniserende straling, geluid,...) - Chemische omgevingsfactoren (chemicaliën, polluenten, biociden en pesticiden,...) - Voeding (evenwichtige voeding, additieven, veiligheid, verpakking, novel foods, contaminanten, microbiologie,...) - Bloed en -derivaten, cellen, weefsels en organen - Infectiologie, vaccins, hygiëne,... HOOFDSTUK 2. - Functies, selectie, aanstellingen Experts

Art. 3.§ 1. Overeenkomstig artikel 6 van voornoemd koninklijk besluit, draagt de Raad aan de Minister een lijst voor van maximum 200 kandidaat-experts. § 2. Indien een expert dient te worden vervangen doet de Raad een oproep in het domein waarin de te vervangen expert actief was. § 3. Hernieuwing van de mandaten gebeurt eveneens bij ministerieel besluit.

Indien een expert zonder geldige reden meer dan 1/3 van het aantal keer dat hij wordt uitgenodigd deel te nemen aan een werkgroep afwezig is, wordt zijn mandaat niet hernieuwd.

Leden

Art. 4.§ 1. Overeenkomstig artikel 7 van datzelfde koninklijk besluit draagt de Raad aan de Minister een lijst voor van 40 kandidaat leden. § 2. Vervanging van leden en hernieuwing van de mandaten gebeurt door een nieuwe oproep onder de benoemde experts. § 3. De benoeming van de leden gebeurt per koninklijk besluit. § 4. Indien een lid zonder geldige reden meer dan 1/3 van het aantal keer dat hij wordt uitgenodigd deel te nemen aan een vergadering van het College afwezig is, wordt zijn mandaat niet hernieuwd.

Voorzitter en ondervoorzitters

Art. 5.§ 1. Overeenkomstig artikel 11 van datzelfde koninklijk besluit worden de Voorzitter en de twee Ondervoorzitters van de Raad door de Koning benoemd onder de leden van het College, na advies van het College, op voordracht van de Minister.

Daartoe legt het College een voorstel voor aan de Minister.

Het College beraadslaagt hierover en geeft zijn advies aan de Minister.

Indien de meerderheid van de aanwezige Leden aldus beslist, kan hierover in geheime stemming worden geoordeeld. § 2. In geval van vervanging legt het College eveneens een voorstel voor aan de Minister.

Het College beraadslaagt hierover en geeft zijn advies aan de Minister.

Indien de meerderheid van de aanwezige Leden aldus beslist, kan hierover in geheime stemming worden geoordeeld. § 3. Hernieuwing van de mandaten en benoeming van een vervangende voorzitter of ondervoorzitter gebeurt eveneens per koninklijk besluit.

Indien een voorzitter of ondervoorzitter zonder geldige reden meer dan 1/3 van het aantal keer dat hij wordt uitgenodigd deel te nemen aan een vergadering van het Bureau of het College afwezig is wordt zijn mandaat niet hernieuwd.

Coördinator, wetenschappelijk coördinator, administratieve secretaris

Art. 6.§ 1. Overeenkomstig artikel 14 van voornoemd koninklijk besluit worden de coördinator, de wetenschappelijk coördinator en de administratieve secretaris aangesteld door de Voorzitter van het Directiecomité van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, na advies van het College.

Daartoe legt de Voorzitter van de FOD VVVL een voorstel voor aan het College. § 2. Het College beraadslaagt hierover en geeft zijn advies aan de Voorzitter van de FOD. Indien de meerderheid van de Leden aldus beslist, kan hierover in geheime stemming worden geoordeeld. § 3. In geval van ontheffing uit hun functie van de in paragraaf 1 geviseerde personen wordt dezelfde procedure gevolgd. HOOFDSTUK 3. - Structuren en werking, taken en verantwoordelijkheden Het College

Art. 7.§ 1. Het College bepaalt de wetenschappelijk gefundeerde beleidskeuzes van de Raad en waakt over de waarden van de Raad, te weten : wetenschappelijkheid, deskundigheid, kwaliteit, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en transparantie. § 2. Het College ziet erop toe de activiteiten van de Raad te verdelen over : - eigen initiatieven al dan niet in overleg met Minister en administratie, - routineadviezen naar de administratie toe, - andere adviezen op aanvraag en dringende aangelegenheden.

Daartoe stelt het College elk jaar een jaarprogramma op dat samen met het budget van de Raad wordt ingediend.

Art. 8.§ 1. Het College vergadert geregeld, in principe maandelijks.

Het College wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad. Bij afwezigheid van de Voorzitter wordt het voorzitterschap van de vergadering door één van de twee Ondervoorzitters verzekerd. Indien ook deze afwezig zijn, wordt het College voorgezeten door het oudste aanwezige lid.

Het College nodigt systematisch de Voorzitter van de FOD en een vertegenwoordiger van de Minister uit op zijn vergaderingen.

Zij beschikken over een raadgevende stem. § 2. Het College kan Voorzitters van Werkgroepen uitnodigen op vergaderingen van het College. In het bijzonder nodigt het College de voorzitter van een werkgroep uit wanneer een advies, aanbeveling, rapport van die werkgroep wordt besproken. Zij beschikken over een raadgevende stem.

Art. 9.§ 1. Met het oog op het verstrekken van adviezen, aanbevelingen en rapporten stelt het College werkgroepen samen uit zijn leden en uit benoemde experts van de Raad die op grond van hun deskundigheid daartoe worden aangesproken en de opdracht aanvaarden.

Daarbij wordt gewaakt over de aanwezigheid van de noodzakelijke disciplines. Het College kan ook experts uitnodigen die niet tot de Raad behoren.

Het College legt de opdrachten, de duur ervan en de samenstelling van de werkgroepen vast.

Iedere werkgroep wordt ondersteund door een wetenschappelijk secretaris. § 2. Het College wijst, bij voorkeur, een lid van het College of een benoemde expert van de Raad aan om het voorzitterschap van een werkgroep waar te nemen. Dit voorzitterschap houdt op te bestaan met het stopzetten van de werkzaamheden van de werkgroep.

Het College draagt de verantwoordelijkheid voor het goede verloop van de werkzaamheden en de naleving van de opgelegde termijnen over aan de Voorzitters van de werkgroepen. Deze brengen verslag uit aan het College.

Art. 10.§ 1. Het College bekrachtigt de door een werkgroep goedgekeurde adviezen, aanbevelingen en rapporten. § 2. Een lid van het College kan eisen om zijn stemgedrag te motiveren. Dergelijke positie wordt bij het verslag van de vergadering gevoegd. Mits goedkeuring door het College kan zij bij het advies, aanbeveling of rapport worden gevoegd. § 3. Alle adviezen, aanbevelingen of rapporten hebben pas kracht van advies, aanbeveling of rapport van de Raad na hun bekrachtiging.

Art. 11.Het College duidt vertegenwoordigers van de Raad aan om deel te nemen aan gemengde commissies.

Art. 12.Het College kan beslissen om voor bepaalde problemen consensusconferenties of expertvergaderingen te organiseren.

Art. 13.Het College kan beslissen bepaalde documenten publiek te maken.

Art. 14.Het College werkt mee aan het kwaliteitssysteem van de Raad en ziet toe op de toepassing ervan.

Het bekrachtigt de regels die betrekking hebben op leden en experts.

Het College waakt over de kwaliteit en eenvormigheid van de adviezen, aanbevelingen en rapporten van de werkgroepen. Het doet dit op basis van de afspraken opgenomen in het kwaliteitssysteem van de Raad.

Art. 15.Van iedere vergadering van het College worden door het Secretariaat notulen opgesteld. Deze worden tijdens de volgende vergadering van het College goedgekeurd.

Art. 16.De Coördinator, de wetenschappelijk coördinator en de administratieve secretaris nemen van ambtshalve met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van het College.

Zo ook nodigt het College de wetenschappelijke secretarissen uit om met raadgevende stem deel te nemen aan dat deel van de vergaderingen dat adviezen, aanbevelingen en rapporten betreft of aangaande elk ander onderwerp waartoe ze worden uitgenodigd.

Voorzitter en ondervoorzitters

Art. 17.De Voorzitter is de wettelijke vertegenwoordiger van de Raad.

Niemand anders kan de Raad vertegenwoordigen zonder zijn akkoord.

Hij zit de vergaderingen van het College en het Bureau voor.

Art. 18.De ondervoorzitters vervangen de voorzitter bij diens afwezigheid.

Het Bureau

Art. 19.§ 1. Het Bureau zorgt voor de goede werking van het geheel van de Raad.

Het Bureau bereidt de vergaderingen van het College voor; het stelt de dagorde op en controleert alle documenten die voor het College bestemd zijn. § 2. Voorzover het betrekking heeft op leden en experts stuurt het Bureau het kwaliteitssysteem dat het College en de werkgroepen dienen na te leven, legt de procedures ter validatie voor aan het College en geeft daarvan kennis aan alle leden van het College en aan alle benoemde experts van de Raad. § 3. Het Bureau ziet toe op de uitvoering van de beslissingen van het College en rapporteert daarover.

Art. 20.Het Bureau van de Raad vergadert geregeld, in principe om de twee weken, om het dagelijks beheer van de werkzaamheden van de Raad te verzekeren.

De Voorzitter zit het Bureau voor.

Een Ondervoorzitter kan in voorkomend geval de Voorzitter van de Raad vervangen.

Het Bureau kan zich laten adviseren door wie het nodig acht.

Het Bureau nodigt systematisch de Voorzitter van de FOD VVVL en een vertegenwoordiger van de Minister uit op zijn vergaderingen.

De Werkgroepen

Art. 21.De Werkgroepen beraadslagen over de hun voorgelegde dossiers.

Art. 22.§ 1. De ontwerpen van adviezen, aanbevelingen of rapporten van de werkgroepen worden tijdens de zitting goedgekeurd of aan de deelnemers overgemaakt, die hun opmerkingen binnen een bepaalde termijn schriftelijk of elektronisch kunnen indienen.

De Voorzitter van een werkgroep streeft ernaar om de ontwerpen bij consensus te laten aanvaarden.

Indien dit niet lukt worden zij bij gewone meerderheid van stemmen door de stemgerechtigde deelnemers goedgekeurd. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Een lid van de werkgroep kan eisen om zijn stemgedrag te motiveren.

Dergelijke positie wordt bij het verslag van de vergadering gevoegd.

Mits goedkeuring door het College wordt zij bij het advies, aanbeveling of rapport gevoegd.

Een werkgroep kan ook experts uitnodigen die niet tot de Raad behoren.

De voorzitter van de werkgroep verwittigt het Bureau. § 2. De adviezen, aanbevelingen of rapporten en de notulen worden opgesteld in overeenstemming met de procedures en vormvereisten goedgekeurd door het College.

Art. 23.Een lid dat de zittingen nooit bijgewoond heeft noch enige reactie gegeven heeft, wordt niet als deel uitmakend van de werkgroep beschouwd.

Art. 24.De coördinator, wetenschappelijke coördinator en administratieve secretaris worden op alle vergaderingen van alle werkgroepen uitgenodigd.

Zij beschikken over een raadgevende stem.

Voorzitters van werkgroepen

Art. 25.§ 1. De voorzitter van een werkgroep organiseert en leidt de werkzaamheden van de groep. § 2. Hij ziet erop toe - dat de nodige expertise voor het behandelde onderwerp in de groep aanwezig is; - dat de antwoorden op de vragen inzake het behandelde onderwerp met de noodzakelijke wetenschappelijke feiten worden onderbouwd en gedocumenteerd; - dat alle mogelijkheden terzake worden onderzocht en dat alle meningen van de deelnemers aan bod komen; - dat het afgesproken tijdsschema wordt gerespecteerd; - dat de procedures die door het College zijn opgelegd worden nageleefd, in het bijzonder inzake belangenconflicten. § 3. Hij kan één of meerdere deelnemers aanstellen als wetenschappelijke verslaggevers, ook rapporteurs genoemd, die ermee worden belast (delen van) het advies, aanbeveling of rapport voor te bereiden.

Het College valideert hun aanstelling. § 4. Indien daartoe uitgenodigd, nemen de Voorzitters van Werkgroepen deel aan de vergaderingen van het College. Indien verhinderd laten zij zich vervangen.

Wetenschappelijke verslaggevers

Art. 26.De aangeduide wetenschappelijke verslaggever(s) moet(en) de door de betrokken reglementering of in overleg met de voorzitter vastgestelde termijnen naleven Zij besteden bijzondere aandacht aan de wetenschappelijke onderbouwing van hun bevindingen en aan de bronvermelding.

Coördinator, wetenschappelijk coördinator, administratieve secretaris

Art. 27.De Coördinator staat in voor de goede werking van het secretariaat en neemt daartoe alle noodzakelijke beslissingen.

Hij voert de opdrachten van het College en het Bureau uit en rapporteert erover.

Hij staat in voor het beheer van het budget van de Raad, de ondersteuning van de diverse vergaderingen, het functioneren van het kwaliteitssysteem, de publicaties van adviezen, aanbevelingen of rapporten van de Raad, het personeelsbeleid van het secretariaat,...

Hij neemt deel aan de vergaderingen van het College en het Bureau.

Hij kan deelnemen aan alle vergaderingen van alle werkgroepen.

De Coördinator legt ten overstaan van het Bureau en het College verantwoording af over de werking van het secretariaat.

Art. 28.De wetenschappelijk coördinator leidt het wetenschappelijk secretariaat.

Hij stuurt de wetenschappelijke secretarissen aan, staat hen bij en geeft hen raad inzake het invullen van de wetenschappelijke aspecten van hun taken.

Hij neemt deel aan de vergaderingen van het College en het Bureau. Hij kan deelnemen aan alle vergaderingen van alle werkgroepen.

Art. 29.§ 1. De administratieve Secretaris leidt het administratief secretariaat. § 2. Namens de Voorzitter van de Raad en in overleg met het Bureau, roept de administratieve Secretaris de Werkgroepen samen telkens als het onderzoek van de hun voorgelegde problemen het vereist.

Alle documenten die noodzakelijk zijn voor de vergaderingen van het College, het Bureau en de werkgroepen worden, in principe, ten minste acht kalenderdagen op voorhand aan de leden toegestuurd. In overleg met de leden en in dringende gevallen kan dit ook elektronisch gebeuren. In uitzonderlijke en dringende gevallen kunnen stukken bij het begin van de vergadering worden rondgedeeld.

Hij neemt deel aan de vergaderingen van het College en het Bureau. Hij kan deelnemen aan alle vergaderingen van alle werkgroepen.

Secretariaat

Art. 30.Het secretariaat, bestaande uit een wetenschappelijk en een administratief gedeelte, bereidt de werkzaamheden van het College, het Bureau en de werkgroepen voor.

Art. 31.Het wetenschappelijk secretariaat is samengesteld uit wetenschappelijke medewerkers, wetenschappelijke secretarissen genoemd, die worden aangetrokken om de besluitvorming over de dossiers op wetenschappelijk vlak voor te bereiden en te ondersteunen voor alle werkgroepen en structuren van de Raad.

Zij organiseren de vergaderingen van de werkgroepen, zorgen voor documentatie, staan in voor de notulen en ondersteunen de voorzitter.

In het bijzonder zullen zij waken over de regels inzake vormvereisten.

Zij kunnen ook ontwerpen van adviezen, aanbevelingen of rapporten opstellen en deze voorleggen aan de werkgroepen.

Art. 32.Het administratief secretariaat staat in voor alle administratieve ondersteuning van College, Bureau, werkgroepen,... Het zorgt voor vertalingen, publicaties, betaling van de kosten,...

Uitgenodigde personen

Art. 33.§ 1. De Raad kan het advies inwinnen van experts, inbegrepen ambtenaren, die noch tot het College noch tot de benoemde experts behoren en kan deze betrekken bij de werkzaamheden als externe expert met raadgevende stem.

Dit kan zowel op het niveau van het College, het Bureau als de werkgroepen.

De Voorzitter van een werkgroep informeert voorafgaandelijk het secretariaat dat het Bureau informeert. § 2. Ambtenaren die werkzaam zijn bij een overheidsdienst of een daaronder ressorterende instelling, dienst of bedrijf kunnen voor agendapunten die specifiek hun administratie aanbelangen bij de werkzaamheden betrokken worden als Uitgenodigd Ambtenaar met raadgevende stem.

Dit kan zowel op het niveau van het College, het Bureau als de werkgroepen.

De Voorzitter van een werkgroep informeert voorafgaandelijk het secretariaat dat het Bureau informeert. HOOFDSTUK 4. - Adviezen, aanbevelingen en rapporten

Art. 34.Behoudens de specifieke gevallen die in de hierna volgende artikel worden behandeld, worden de door een werkgroep goedgekeurde adviezen, aanbevelingen en rapporten ter bekrachtiging overgemaakt aan het College.

Art. 35.§ 1. Het College kan adviesaanvragen als routinedossiers aanduiden. Adviezen inzake routinedossiers worden niet door het College gevalideerd tenzij het College zelf proactief anders heeft beslist, maar door de werkgroep zelf. Aan het College wordt maandelijks de lijst van de aldus uitgebrachte adviezen ter informatie overgemaakt. § 2. Routine aanvragen worden door de coördinator rechtstreeks voorgelegd aan de betrokken werkgroep; hij informeert het Bureau en het College ervan.

Art. 36.§ 1. Wanneer de Minister een dringend advies wenst, kan op zijn uitdrukkelijke vraag een spoedprocedure worden toegepast. Het Bureau stelt een werkgroep samen en een buitengewone vergadering wordt belegd; een vertegenwoordiger van de Minister wordt uitgenodigd de vergadering bij te wonen. § 2. Een voorlopig advies wordt zo snel mogelijk opgesteld. Het wordt ter goedkeuring aan de leden van de Werkgroep voorgelegd, evenals aan het Bureau waarna het door de administratieve Secretaris van de Raad aan de Minister wordt overgemaakt. § 3. Het Bureau legt aan het College de samenstelling van de Werkgroep evenals het door de leden van de Werkgroep goedgekeurde voorlopig advies ter bekrachtiging voor. § 4. Het definitief advies, eventueel door de betrokken Werkgroep aangepast in functie van de opmerkingen van het College, wordt door het College bekrachtigd en wordt naar de Minister gestuurd als advies van de Raad.

Art. 37.Aan een werkgroep kan een vraag gesteld worden aangaande een technische materie waarbij de vraagsteller bijkomende expertise zoekt die niet binnen de tijd van een normale adviesprocedure bij de Raad kan worden bekomen. In dergelijk geval wordt het standpunt van de werkgroep ter info voorgelegd aan het College. Het standpunt van de werkgroep wordt niet beschouwd als een officieel advies van de Raad.

Jaarvergadering en jaarverslag

Art. 38.Ten minste eenmaal per jaar houdt de Raad een algemene vergadering waarop alle leden van het College en benoemde experts van de Raad worden uitgenodigd.

Tijdens de jaarvergadering wordt het jaarverslag van de Raad voorgesteld. Daarbij wordt een overzicht gegeven van de activiteiten van de Raad van het voorbije jaar. HOOFDSTUK 5. - Communicatie door de Raad Adviezen, aanbevelingen en rapporten

Art. 39.De adviezen, aanbevelingen of rapporten van de Raad worden overgemaakt aan de aanvrager.

Daarnaast wordt van alle adviezen, aanbevelingen of rapporten een kopie gestuurd aan de Minister. Dit geldt niet voor adviezen inzake producten of ondernemingen waarbij het vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens in aanmerking dient te worden genomen.

Art. 40.§ 1. De adviezen, aanbevelingen of rapporten van de Raad worden bekendgemaakt nadat de Minister ervan op de hoogte is gebracht. § 2. Worden niet bekendgemaakt : - adviezen inzake producten of ondernemingen waarbij het vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens in aanmerking dient te worden genomen; - adviezen waarbij uitdrukkelijk, bij de aanvraag, om vertrouwelijkheid wordt gevraagd. § 3. Adviezen betreffende het opstellen van nieuwe reglementering worden slechts bekendgemaakt na akkoord van de Minister.

Website

Art. 41.Worden op de website van de Raad gepubliceerd : - de namen van de Leden van het College en de Experts van de Raad en van de leden van het Secretariaat; - een voorstelling van de Raad; - het koninklijk besluit tot oprichting van de Raad; - het huishoudelijk reglement; - de procedure die de Raad hanteert inzake belangenconflicten; - het jaarverslag; - de adviezen, aanbevelingen en rapporten van de Raad volgens de bepalingen uit het vorig artikel; - andere documenten waarvan het College van mening is dat ze van publiek belang zijn; - alle andere documenten waarover het College aldus beslist.

Actieve communicatie

Art. 42.Indien het College van oordeel is dat bepaalde adviezen, aanbevelingen of rapporten bijzondere aandacht verdienen kan, na overleg met de Minister, een perscommuniqué worden verspreid.

Art. 43.De Raad voert ook een actieve communicatie naar bepaalde beroepsgroepen toe voor wie sommige adviezen, aanbevelingen of rapporten van belang zijn.

Art. 44.De Raad publiceert sommige adviezen, aanbevelingen of rapporten ook onder vorm van brochures die aan beroepsgroeperingen kunnen worden toegestuurd voor wie het onderwerp van belang kan zijn.

Deze brochures kunnen ook op aanvraag worden bekomen bij het Secretariaat. HOOFDSTUK 6. - Vertrouwelijkheid, openbaarheid van bestuur, belangenconflicten en onafhankelijkheid Vertrouwelijkheid en openbaarheid van bestuur

Art. 45.De vergaderingen van het College, het Bureau en de werkgroepen zijn, naargelang het geval, slechts toegankelijk voor uitgenodigde Leden, experts, uitgenodigde experts, leden van het secretariaat en voor ieder persoon die schriftelijk is uitgenodigd.

Art. 46.Alle leden van het College, experts van de Raad, uitgenodigde experts, uitgenodigde ambtenaren, wetenschappelijke verslaggevers, en het personeel van het Secretariaat zijn gehouden tot vertrouwelijkheid, wat betreft informatie, documenten, werkzaamheden en beraadslagingen zelfs na de publicatie van de verslagen, met uitzondering van de inhoud van het gepubliceerde.

Art. 47.Wat betreft openbaarheid van bestuur volgen de Raad en zijn werkgroepen de regels vastgelegd in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Belangenconflicten en onafhankelijkheid

Art. 48.Alle leden van het College, experts van de Raad, wetenschappelijke verslaggevers, uitgenodigde experts en ambtenaren en het personeel van het secretariaat dienen een door het College goedgekeurd formulier inzake mogelijke algemene belangenconflicten te ondertekenen en op elk ogenblik spontaan wijzigingen in dit verband te melden. Het Bureau oordeelt over eventuele problemen.

Daarenboven dient ieder die als wetenschappelijk verslaggever optreedt een verklaring te ondertekenen met betrekking tot het desbetreffende dossier.

Op de agenda van iedere vergadering van een werkgroep, van het Bureau en van het College komt een punt « Belangenconflicten » voor en stelt de Voorzitter van de vergadering daarbij de vraag aan de aanwezigen hierover desgevallend een verklaring af te leggen. Verslag wordt uitgebracht in het rapport van de vergadering.

In geval van nieuwe deelnemers aan de vergadering verstrekt de Voorzitter de nodige uitleg.

Wat betreft de deelname aan werkgroepen is het de voorzitter van de werkgroep die de ad hoc belangenverklaringen beoordeelt en eventueel ter discussie stelt binnen de groep. Komt de groep niet tot een consensus dan wordt de zaak doorverwezen naar het Bureau. Het Bureau oordeelt over de relevantie van de zaak.

De praktische modaliteiten inzake belangenconflicten worden verder uitgewerkt in een procedure die deel uitmaakt van het kwaliteitssysteem. HOOFDSTUK 7. - Algemene bepalingen Vertegenwoordiging en geïnteresseerde partijen

Art. 49.Niemand kan de Raad vertegenwoordigen zonder het akkoord van de Voorzitter van de Raad.

Eenieder die, omwille van zijn lidmaatschap van de Raad of van de groep benoemde experts, wordt uitgenodigd zijn mening te geven over een zaak die de Volksgezondheid aanbelangt, dient duidelijk te maken dat hij de Raad niet vertegenwoordigt, tenzij hij daartoe het akkoord van de Voorzitter heeft bekomen. In dergelijk geval zal hij zich houden aan het standpunt dat door de Raad terzake wordt ingenomen. Hij zal daarover verslag uitbrengen.

Art. 50.Het College kan beslissen geïnteresseerde partijen te horen of door een werkgroep te laten horen. De uiteenzettingen van de partijen blijven beperkt tot technische punten met betrekking tot het onderwerp in kwestie.

Art. 51.Het College kan beslissen over de deelname van de Hoge Gezondheidsraad aan vergaderingen met andere organisaties (gemengde commissies). Het College stelt zijn vertegenwoordigers vast die verplicht zijn aan het College te rapporteren.

De eindadviezen van deze gemengde commissies kunnen enkel als advies van de Raad worden beschouwd voorzover ze uitdrukkelijk door het College worden bekrachtigd.

Consensusconferenties en expertvergaderingen

Art. 52.Het College beslist over het onderwerp en de modaliteiten voor het houden van consensusconferenties of expertvergaderingen, die op initiatief of met medewerking van de Raad worden georganiseerd, en brengt de Minister ervan op de hoogte.

Protocollen

Art. 53.Overeenkomstig artikel 4 van voornoemd besluit kan de Raad, in het kader van de uitoefening van zijn opdracht, samenwerkingsprotocollen afsluiten met nationale en internationale instanties bevoegd in dezelfde of aanverwante domeinen van volksgezondheid.

Kwaliteitssysteem

Art. 54.De Raad werkt, samen met het Secretariaat, een kwaliteitssysteem uit en past het toe.

Dergelijk systeem bestaat o.a. uit afspraken, procedures, standaarddocumenten,... die, naargelang het geval, door het College, het Bureau, de werkgroepen,... en/of het Secretariaat dienen te worden toegepast.

In het bijzonder bevat het systeem de nodige afspraken inzake de kwaliteit en eenvormigheid van de adviezen, aanbevelingen en rapporten van de werkgroepen.

De regels van het kwaliteitssysteem die betrekking hebben op leden en experts dienen door het College te worden bekrachtigd. Regels die alleen de werking van het secretariaat aangaan worden door de Coördinator goedgekeurd. Hij informeert daarover het College, dat opmerkingen kan maken.

Art. 55.Het College beslist over alle aangelegenheden die niet in dit huishoudelijk reglement zijn opgenomen.

^