Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 februari 2019
gepubliceerd op 19 februari 2019

Koninklijk besluit betreffende de vergelijkbaarheid van de vergoedingen van diensten gekoppeld aan een betaalrekening en de aanduiding van de vergoedingen en van de diensten die niet aan een betaalrekening gekoppeld zijn

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2019040313
pub.
19/02/2019
prom.
05/02/2019
ELI
eli/besluit/2019/02/05/2019040313/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit betreffende de vergelijkbaarheid van de vergoedingen van diensten gekoppeld aan een betaalrekening en de aanduiding van de vergoedingen en van de diensten die niet aan een betaalrekening gekoppeld zijn


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van economisch recht, de artikelen VI.7 en VI.89, § 2, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013024448 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot wijziging van de artikelen 41 en 43 van de wet van 15 december 2013 met betrekking tot medische hulpmiddelen en van artikel 605quater van het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 21/12/2013 pub. 29/09/2014 numac 2014000738 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 41 en 43 van de wet van 15 december 2013 met betrekking tot medische hulpmiddelen en van artikel 605quater van het Gerechtelijk Wetboek. - Duitse vertaling sluiten en artikel VII.4/1, § 1, derde lid, ingevoegd bij de wet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2017 pub. 12/01/2018 numac 2017040977 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoering van bepalingen inzake betaalrekeningen en betalingsdiensten in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten;

Gelet op de wet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2017 pub. 12/01/2018 numac 2017040977 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoering van bepalingen inzake betaalrekeningen en betalingsdiensten in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten houdende wijziging en invoering van bepalingen inzake betaalrekeningen en betalingsdiensten in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht, artikel 32, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1995 betreffende de prijsaanduiding van homogene financiële diensten;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O., gegeven op 18 september 2018;

Gelet op het advies van de Bijzondere raadgevende Commissie Verbruik, gegeven op 28 september 2018;

Gelet op advies 64.571/1 van de Raad van State, gegeven op 28 november 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Overwegende dat er een verplichting is om een lijst op te stellen met de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten voor de consumenten;

Overwegende dat om transparantie en daadwerkelijke vergelijkbaarheid van de in verband met de door de consumenten aangekochte diensten aangerekende vergoedingen te garanderen, deze lijst de gestandaardiseerde termen en definities moet bevatten van de gedelegeerde verordening (EU) 2018/32 van de Commissie van 28 september 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor gestandaardiseerde Unieterminologie voor de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten;

Overwegende dat de doorzichtigheid en de vergelijkbaarheid van de diensten en van de in verband hiermee aangerekende vergoedingen eveneens gegarandeerd worden door de verplichting opgelegd aan de betalingsdienstaanbieders om het presentatieformaat en het gemeenschappelijk symbool te gebruiken zoals bepaald in de uitvoeringsverordening (EU) 2018/33 van de Commissie van 28 september 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende het gestandaardiseerde presentatieformat van de vergoedingenstaat en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool, overeenkomstig Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad en in de uitvoeringsverordening (EU) 2018/34 van de Commissie van 28 september 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende het gestandaardiseerde presentatieformat van het informatiedocument betreffende de vergoedingen en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool, overeenkomstig Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad;

Overwegende dat de betalingsdienstaanbieder de consument een informatiedocument betreffende de vergoedingen moet verstrekken waarin met name de diensten uit de lijst en de bijhorende vergoedingen zijn opgenomen;

Overwegende dat de betalingsdienstaanbieder jaarlijks een staat van alle aan de consument aangerekende vergoedingen verbonden aan een betaalrekening moet verstrekken;

Overwegende dat de vergoedingenstaat de gestandaardiseerde termen van de diensten uit de lijst moet bevatten wanneer ze door de betalingsdienstaanbieder aan de consument worden verstrekt;

Overwegende dat de regels betreffende de prijsaanduiding van financiële diensten bedoeld in het koninklijk besluit van 23 maart 1995 betreffende de prijsaanduiding van homogene financiële diensten sinds 1995 door nationale en Europese wetgevingen werden vervangen;

Overwegende dat deze nationale wetgevingen meer bepaald zijn, de bepalingen van boek VI van het Wetboek van economisch recht betreffende de algemene verplichting tot informatie van de consument en betreffende de prijsaanduiding, de bepalingen van boek VII betreffende de verplichtingen tot informatie van de betalingsdienstaanbieders, de nationale wetgevingen die de richtlijn 2014/65, de zogenaamde richtlijn MIFID II omzetten, het koninklijk besluit van 21 november 2016 over de verplichtingen inzake de aan de deposanten te verstrekken informatie over de depositogarantie en het koninklijk besluit van 18 juni 2013 waarbij bepaalde informatieverplichtingen worden opgelegd bij de commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen;

Overwegende dat het evenwel gepast is om te blijven voorzien in een verplichting om een bewijsstuk betreffende de diensten verbonden aan andere rekeningen dan de betaalrekeningen voor te leggen;

Overwegende dat het noodzakelijk is om te voorzien in een overgangsperiode om de sector voldoende tijd te geven om zich te organiseren om de nieuwe modellen van het informatiedocument betreffende de vergoedingen en van de vergoedingenstaat alsook alle commerciële, contractuele en marketinginformatie aan te passen;

Overwegende dat artikel 9 van de wet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2017 pub. 12/01/2018 numac 2017040977 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoering van bepalingen inzake betaalrekeningen en betalingsdiensten in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten houdende wijziging en invoering van bepalingen inzake betaalrekeningen en betalingsdiensten in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht op een door de Koning bepaalde datum in werking treedt, artikel 9 voegt in het Wetboek van economisch recht een nieuw artikel VII.4/4 in over de terbeschikkingstelling aan de consumenten van een website waarop de vergoedingen worden vergeleken die worden aangerekend voor bepaalde diensten die in dit besluit worden opgesomd; het nieuwe artikel VII.4/4, § 3, belast de FSMA met de ontwikkeling en het beheer van die vergelijkingswebsite in samenwerking met de betalingsdienstaanbieders die met name tot taak hebben haar juiste en volledige informatie aan te leveren; diezelfde paragraaf 3 machtigt de FSMA om de modaliteiten van die samenwerking te bepalen in een reglement dat wordt aangenomen overeenkomstig artikel 64 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; aangezien de medewerking van de betalingsdienstaanbieders en voornamelijk de overlegging van de informatie over de betalingsdiensten die op de vergelijkingswebsite zal worden verstrekt, onontbeerlijk zijn voor de ontwikkeling en het beheer van de website, dienen de modaliteiten van die samenwerking bij reglement te worden vastgesteld vóór de website ter beschikking wordt gesteld van de consumenten; daarom dient de inwerkingtreding van paragrafen 1 en 2 van artikel VII.4/4 te worden losgekoppeld van de inwerkingtreding van paragraaf 3 van dat artikel; artikel VII.4/4, § 3, zou in werking moeten treden zodra dit besluit wordt gepubliceerd, zodat de FSMA voornoemd reglement kan vaststellen;

Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en van de Minister van Middenstand, Zelfstandigen en K.M.O.'s, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Aan een betaalrekening verbonden diensten Afdeling 1. - De lijst en het informatiedocument betreffende de

vergoedingen

Artikel 1.De lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening verbonden diensten is vastgelegd in de bijlage bij dit besluit.

Elke dienst uit de lijst wordt gedefinieerd door een gestandaardiseerde term en een gestandaardiseerde definitie bedoeld in de bijlage bij dit besluit.

Om de vier jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking van dit besluit, wordt de lijst bedoeld in het eerste lid geëvalueerd en desgevallend geactualiseerd.

Art. 2.Het informatiedocument betreffende de vergoedingen en de woordenlijst bedoeld in artikel VII.4/1 van het Wetboek van economisch recht bevatten de gestandaardiseerde termen en definities van de diensten uit de lijst bedoeld in artikel 1.

De betalingsdienstaanbieder stelt het informatiedocument betreffende de vergoedingen op volgens het gestandaardiseerde presentatieformat, het symbool en het gemeenschappelijk model van de uitvoeringsverordening (EU) 2018/34 van de Commissie van 28 september 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende het gestandaardiseerde presentatieformat van het informatiedocument betreffende de vergoedingen en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool, overeenkomstig Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad. Afdeling 2. - De vergoedingenstaat

Art. 3.De vergoedingenstaat bedoeld in artikel VII.4/2 van het Wetboek van economisch recht omvat alle vergoedingen van alle diensten verbonden aan een betaalrekening, aangerekend door de betalingsdienstaanbieder aan de consument.

De betalingsdienstaanbieder stelt een afzonderlijke vergoedingenstaat op voor elke betaalrekening die de consument aanhoudt.

Wanneer de vergoedingen aangerekend aan de consument betrekking hebben op de diensten uit de lijst bedoeld in artikel 1, gebruikt de betalingsdienstaanbieder in de vergoedingenstaat de gestandaardiseerde termen en definities uit de lijst.

De betalingsdienstaanbieder stelt de vergoedingenstaat op volgens het gestandaardiseerde presentatieformat, het symbool en het gemeenschappelijk model van de uitvoeringsverordening (EU) 2018/33 van de Commissie van 28 september 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen betreffende het gestandaardiseerde presentatieformat van de vergoedingenstaat en het desbetreffende gemeenschappelijke symbool, overeenkomstig Richtlijn 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad. HOOFDSTUK 2. - Niet aan een betaalrekening verbonden diensten

Art. 4.Een keer per jaar, uiterlijk op het einde van de maand februari, verstrekt de onderneming een bewijsstuk op duurzame drager aan de consument voor elke verkregen dienst verbonden aan: 1° een niet-gereglementeerde spaarrekening;2° de huur van een kluis;3° een termijnrekening;4° één of meer verrichtingen op afstand, en internetbankieren. Het bewijsstuk kan tegelijkertijd met de vergoedingenstaat bedoeld in artikel 3 worden verstrekt voor zover het twee afzonderlijke documenten zijn.

Het bewijsstuk vermeldt per dienst of per informatie-element de eenheidsprijs van de verrichting, het aantal uitgevoerde verrichtingen gedurende het afgelopen jaar en het totaal van de jaarlijkse kosten.

Wat de interesten betreft, zijn alleen het totaal van de debet- en creditinteresten op dit document vermeld. HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen

Art. 5.Tot 30 juni 2019 kan de prospectus bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 maart 1995 betreffende de prijsaanduiding van homogene financiële diensten het informatiedocument betreffende de vergoedingen vervangen voor zover de termen en definities van de diensten uit de lijst bedoeld in artikel 1 worden gebruikt.

Voor de vergoedingenstaat van 2019 mag de betalingsdienstaanbieder nog het bewijsstuk bedoeld in artikel 10 van het voornoemde koninklijk besluit van 23 maart 1995 gebruiken, voor zover deze staat de gestandaardiseerde termen en definities uit de lijst gebruikt wanneer de vergoedingen aangerekend aan de consument betrekking hebben op diensten uit de lijst bedoeld in artikel 1.

Alle contractuele, commerciële en marketinginformatie voor consumenten wordt voor 30 juni 2019 aangepast. HOOFDSTUK 4. - Opheffingsbepaling

Art. 6.Het koninklijk besluit van 23 maart 1995 betreffende de prijsaanduiding van homogene financiële diensten laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 juni 2011, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 7.Artikel 6 treedt in werking op 1 juli 2019.

De artikelen 6, 7, 8 en 9 van de wet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2017 pub. 12/01/2018 numac 2017040977 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijziging en invoering van bepalingen inzake betaalrekeningen en betalingsdiensten in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht sluiten houdende wijziging en invoering van bepalingen inzake betaalrekeningen en betalingsdiensten in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht treden in werking na het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat op de dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de paragrafen 1 en 2 van artikel VII 4/4, ingevoegd bij artikel 9 van dezelfde wet.

Art. 8.De minister bevoegd voor Economie en Consumenten en de minister bevoegd voor Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 februari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, K. PEETERS De Minister van Middenstand, Zelfstandigen en K.M.O.'s, D. DUCARME

BIJLAGE - LIJST VAN DE MEEST REPRESENTATIEVE AAN EEN BETAALREKENING VERBONDEN DIENSTEN

TERM

DEFINITIE


BEHEREN VAN DE REKENING

De rekeningaanbieder beheert de rekening in euro voor de klant.

AANBIEDEN VAN EEN DEBETKAART

De rekeningaanbieder verschaft een debetkaart die gekoppeld is aan de rekening van de klant. Het bedrag van elke transactie die met de debetkaart wordt uitgevoerd, wordt onmiddellijk en volledig afgehouden van de rekening van de klant.

AANBIEDEN VAN EEN KREDIETKAART

De rekeningaanbieder verschaft een kredietkaart die gekoppeld is aan de rekening van de klant. Het totaalbedrag van de met de kaart uitgevoerde transacties gedurende een overeengekomen periode, wordt ofwel volledig, ofwel gedeeltelijk op een overeengekomen datum afgehouden van de betaalrekening van de klant. In een kredietovereenkomst tussen de aanbieder en de klant wordt bepaald of de klant rente in rekening wordt gebracht voor het opnemen van krediet wanneer het een kredietkaart met hernieuwbaar krediet betreft.

AANBIEDEN VAN EEN PREPAID KAART

De rekeningaanbieder verschaft een betaalkaart die gekoppeld is aan de rekening van de klant en waarop elektronisch geld kan worden opgeslagen. Het bedrag van elke verrichting met behulp van deze kaart wordt direct en integraal afgehouden van het opgeslagen bedrag op de vooraf prepaidkaart van de klant.

GELDOPNEMING IN EURO

De klant neemt geld op van zijn of haar eigen rekening in euro.

GELDOPNEMING IN ANDERE VALUTA

De klant neemt geld op van zijn of haar eigen rekening in andere valuta dan de euro.

OVERSCHRIJVING IN EURO

De rekeningaanbieder maakt, op instructie van de klant, geld over van de rekening van de klant naar een andere rekening, in euro in de SEPA-zone.

DOORLOPENDE BETALINGSOPDRACHT

De rekeningaanbieder maakt, op instructie van de klant, regelmatig een vast geldbedrag over van de rekening van de klant naar een andere rekening.

DOMICILI"RING

De klant geeft toestemming aan iemand anders (de begunstigde) om aan de rekeningaanbieder de instructie te geven geld over te maken van de rekening van de klant naar die van de begunstigde. De rekeningaanbieder maakt vervolgens geld over aan de begunstigde op een door de klant en de begunstigde overeengekomen datum of data. Het bedrag kan variëren.

GEOORLOOFDE DEBETSTAND

De rekeningaanbieder en de klant komen vooraf overeen dat de klant in negatief mag gaan wanneer er geen geld meer beschikbaar is op de betaalrekening van de klant. In deze overeenkomst wordt ook het maximumbedrag bepaald dat ter beschikking kan worden gesteld, en of de klant vergoedingen en rente in rekening wordt gebracht.

REKENINGVERZEKERING

De rekeningaanbieder biedt een verzekering aan verbonden aan de rekening van de klant.

REKENINGUITTREKSELS

De rekeningaanbieder verstrekt informatie over het saldo en de verrichtingen op de rekening van de klant.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 5 februari 2019 betreffende de vergelijkbaarheid van de vergoedingen van diensten gekoppeld aan een betaalrekening en de aanduiding van de vergoedingen en van de diensten die niet aan een betaalrekening gekoppeld zijn.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, K. PEETERS De Minister van Middenstand, Zelfstandigen en K.M.O.'s, D. DUCARME

^