Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 16 juli 2024 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen

bron: federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst financien

numac: 2024011354

pub.: 18/12/2024

prom.: 05/12/2024


staatsblad: https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)

5 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 16 juli 2024 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 12bis, § 2;

Gelet op de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003196 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van mechanismen voor een macropridentieel beleid en tot vaststelling van de specifieke taken van de Nationale Bank van België in het kader van haar opdracht om bij te dragen tot de stabiliteit van de financiële sector type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, artikel 222 en artikel 210, waarin artikel 222 van toepassing wordt verklaard;

Gelet op de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, artikel 327;

Gelet op de wet van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/03/2018 pub. 26/03/2018 numac 2018030643 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen sluiten betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen, artikel 110/1 en artikel 213, waarin artikel 110/1 van toepassing wordt verklaard;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/09/2005 pub. 11/10/2005 numac 2005003725 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen sluiten houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen, artikel 26;

Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Nationale Bank van België van 16 juli 2024 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen wordt goedgekeurd.

Art. 2.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 december 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

Bijlage bij het koninklijk besluit van 5 december 2024 tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 16 juli 2024 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen.

De Nationale Bank van België,

Gelet op de raadpleging van de erkend revisoren vertegenwoordigd door hun beroepsvereniging, Besluit : Afdeling I - Definities

Art. 5.De oproep tot de kandidaten voor de erkenning wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt door de Bank, met vermelding van het(de) type(s) van erkenning waarop de oproep betrekking heeft, evenals van de uiterste datum voor het indienen van de kandidaatstellingen.

Art. 6.§ 1. Met het oog op het onderzoek van de kandidaatstellingen, verzoekt de Bank elke kandidaat om een dossier voor te leggen in de vorm en met de inhoud die zij bepaalt. Dit dossier bevat ten minste de informatie die nodig is voor de toetsing van de erkenningscriteria die, naargelang de gevraagde erkenning, zijn vastgelegd in artikel 2, artikel 3 of artikel 4, alsook een beschrijving van de organisatie van het kantoor van de kandidaat, met het oog op de toetsing van de erkenningscriteria die, naargelang de gevraagde erkenning, zijn vastgelegd in artikel 2, eerste lid, 8°, artikel 3, eerste lid, 8° of artikel 4, eerste lid, 8°. Indien de kandidaat zich beroept op de voordracht door een erkende revisorenvennootschap, toont hij dit aan met een attest van de voornoemde vennootschap waaruit blijkt dat deze inzonderheid de voorwaarde naleeft die, naargelang de gevraagde erkenning, is vastgelegd in artikel 16, eerste lid, 4°, g), artikel 17, eerste lid, 4°, g), of artikel 18, eerste lid, 4°, g). § 2. Voor het onderzoek van de kandidaatstellingen wordt de Bank bijgestaan: 1° door een revisor die door de Bank is erkend en sedert ten minste vijf jaar in de hoedanigheid van door de Bank erkende revisor, revisorale mandaten en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder uitvoert bij ondernemingen die vallen onder het toezichtsstatuut waarvoor de erkenning wordt gevraagd of opdrachten uitvoert als speciaal commissaris of voorlopige bestuurder waarvoor hij door de toezichthouder werd aangesteld in toepassing van de wetten bedoeld in artikel 1, 5°, 6°, 7°, 9° of 10°.Deze erkend revisor wordt voorgedragen door de representatieve beroepsvereniging van erkend revisoren; 2° door een lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, dat door dit Instituut is voorgedragen. Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en de representatieve beroepsvereniging van erkend revisoren wijzen ook elk een plaatsvervanger aan.

De in deze paragraaf bedoelde personen mogen geen kandidaatstelling onderzoeken van een revisor van wie zij een bloedverwant of aanverwant zijn of met wie zij een band van patronage hebben, of die vennoot, aandeelhouder, lid van het bestuursorgaan of werknemer van dezelfde revisorenvennootschap is, of die deel uitmaakt van hetzelfde netwerk in de zin van artikel 3, 8° van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten.

De kandidaten kunnen aan een schriftelijke proef worden onderworpen en/of worden gehoord. § 3. De Bank brengt de bedrijfsrevisor met een aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs op de hoogte van haar beslissing.

Art. 7.De erkenning wordt verleend voor een duur van zes jaar.

De erkend revisor moet te allen tijde voldoen aan alle voorwaarden voor zijn erkenning.

Hij moet aantonen dat hij passende permanente vorming volgt om te beschikken over de nodige kennis en ervaring voor de uitvoering van revisorale mandaten bij de ondernemingen, naargelang van het geval, als bedoeld in de artikelen 2, 3 of 4 en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder.

De erkend revisor deelt de Bank onverwijld alle relevante elementen mee om zijn erkenningsdossier te actualiseren en de Bank in staat te stellen te allen tijde de voortdurende naleving van de voorwaarden voor zijn erkenning te toetsen.

Art. 8.§ 1. De erkend revisor kan een verzoek tot hernieuwing van de erkenning indienen voor een nieuwe periode van zes jaar.

Het verzoek tot hernieuwing moet ten vroegste 6 maanden en ten laatste 3 maanden voor het verstrijken van de erkenning worden ingediend. § 2. Met het oog op het onderzoek van het verzoek tot hernieuwing vraagt de Bank de aanvrager om een dossier voor te leggen in de vorm en met de inhoud die zij bepaalt. Dit dossier bevat ten minste de informatie die nodig is voor de doorlopende toetsing van de erkenningscriteria die, naargelang de erkenning waarvoor de hernieuwing wordt aangevraagd, zijn vastgelegd in artikel 2, artikel 3 of artikel 4, alsook een beschrijving van de organisatie van het kantoor van de aanvrager, met het oog op de toetsing van de erkenningscriteria die, naargelang de erkenning waarvoor de hernieuwing wordt aangevraagd, zijn vastgelegd in artikel 2, eerste lid, 8°, artikel 3, eerste lid, 8° of artikel 4, eerste lid, 8°, tenzij die organisatie niet is gewijzigd sinds hetzij de laatste actualisering van het dossier van de erkend revisor, als bedoeld in artikel 7, vierde lid, hetzij de laatste actualisering van het dossier van de erkende revisorenvennootschap, als bedoeld in artikel 20, tweede lid.

Art. 9.De Bank neemt binnen zes maanden na ontvangst van een volledig dossier en uiterlijk binnen acht maanden na ontvangst van het verzoek tot vernieuwing van de erkenning een beslissing over het verzoek.

Aan deze beslissing kunnen voorwaarden worden verbonden.

De Bank brengt de erkend revisor met een aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs op de hoogte van haar beslissing Onverminderd het eerste lid, wordt de erkenning van rechtswege verlengd tot de kennisgeving van de beslissing van de Bank over het verzoek tot hernieuwing.

Wanneer een erkend revisor wiens verzoek tot hernieuwing wordt afgewezen of die geen hernieuwing van zijn erkenning heeft aangevraagd, bij het verstrijken van zijn erkenning een revisoraal mandaat uitoefent bij één of meer ondernemingen als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4, wordt zijn erkenning voor elk van deze ondernemingen van rechtswege verlengd tot aan de sluiting van de eerstvolgende jaarlijkse algemene vergadering. Voor de ondernemingen waarvan de jaarrekening krachtens de wet of de statuten niet moet worden goedgekeurd door een algemene vergadering van aandeelhouders, wordt de erkenning van de revisor verlengd tot drie maanden na de sluiting van het boekjaar of maatschappelijk jaar waarin de erkenning verstrijkt.

Art. 10.De erkenning vervalt van rechtswege wanneer: 1° de erkend revisor, drie jaar lang: a) geen revisoraal mandaat heeft uitgeoefend bij een in de Europese Economische Ruimte gevestigde onderneming die valt onder het statuut waarop zijn erkenning betrekking heeft;b) geen opdrachten heeft uitgevoerd als speciaal commissaris of voorlopige bestuurder waarvoor hij door de toezichthouder werd aangesteld in toepassing van de wetten bedoeld in artikel 1, 5°, 6°, 7°, 9° of 10° ;2° de erkend revisor niet langer voldoet aan de voorwaarden die, naargelang van het geval, zijn vastgelegd in artikel 2, eerste lid, 1° of 2°, artikel 3, eerste lid, 1° of 2°, of artikel 4, eerste lid, 1° of 2;3° de termijn bedoeld in artikel 7 verstrijkt, onverminderd artikel 9, vierde en vijfde lid;4° de erkend revisor de leeftijd van zeventig jaar bereikt. De Bank stelt vast dat de erkenning is vervallen en brengt dit ter kennis van de revisor met een aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs.

Art. 11.De Bank trekt per aangetekende brief of brief met ontvangstbewijs de erkenning in van erkend revisoren die uitdrukkelijk afstand doen van hun erkenning.

Art. 12.De Bank publiceert de lijst van de erkend revisoren.

De lijst telt drie rubrieken: a) de erkend revisoren voor de financiële ondernemingen;b) de erkend revisoren voor de verzekeringsondernemingen;c) de erkend revisoren voor de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld.

Art. 13.De volgende titels mogen enkel worden gevoerd door de volgende personen: a) "Door de Nationale Bank van België erkende revisor voor de financiële ondernemingen": de met toepassing van artikel 2 erkende revisoren;b) "Door de Nationale Bank van België erkende revisor voor de verzekeringsondernemingen": de met toepassing van artikel 3 erkende revisoren;c) "Door de Nationale Bank van België erkende revisor voor de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld": de met toepassing van artikel 4 erkende revisoren.

Art. 14.§ 1. Nadat de betrokken erkend revisor is gehoord, indien nodig bijgestaan door een advocaat en/of een sinds ten minste vijf jaar erkende revisor, of ten minste is opgeroepen, kan de Bank de erkenning herroepen indien de erkend revisor: 1° niet langer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden die, naargelang van het geval, zijn vastgelegd in artikel 2, eerste lid, 4° tot 8°, artikel 3, eerste lid, 4° tot 8° of artikel 4, eerste lid, 4° tot 8° ;2° zijn verplichtingen op het vlak van de medewerking met de toezichthouder als bepaald in de wetten bedoeld in artikel 1, 5°, 6°, 7°, 9° of 10° en/of in de circulaires en mededelingen van de Bank, niet met de nodige bekwaamheid en toewijding nakomt;3° definitief niet in staat is om zijn functie uit te oefenen. § 2. Voor het onderzoek van de in paragraaf 1 bedoelde criteria kan de Bank zich laten bijstaan door een of meer revisoren die sinds ten minste vijf jaar door de Bank zijn erkend en/of die lid zijn van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, die worden voorgedragen overeenkomstig artikel 6, § 2.

De beslissing van de Bank wordt van kracht op de datum van kennisgeving aan de erkend revisor of, indien de Bank daartoe besluit, rekening houdend met de mogelijke negatieve gevolgen van haar beslissing voor de ondernemingen waarbij de erkend revisor een revisoraal mandaat uitoefent, bij sluiting van de eerstvolgende jaarlijkse algemene vergadering die wordt bijeengeroepen om de jaarrekening goed te keuren, en dit voor elk van de ondernemingen waarbij de erkend revisor een revisoraal mandaat als erkend revisor uitoefent. Voor de ondernemingen waarvan de jaarrekening krachtens de wet of de statuten niet moet worden goedgekeurd door een algemene vergadering van aandeelhouders, wordt de erkenning van de revisor verlengd tot drie maanden na de sluiting van het boekjaar of maatschappelijk jaar waarin de erkenning wordt herroepen.

De Bank brengt haar beslissing ter kennis van de erkend revisor met een aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs. Zij deelt haar beslissing mee aan het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren, het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, de representatieve beroepsvereniging van erkend revisoren en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten.

Art. 15.De Bank kan, na raadpleging van het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren, een erkend revisor wiens erkenning vervalt, de eretitel van zijn ambt verlenen indien hij gedurende ten minste vijftien jaar eervol revisorale mandaten heeft uitgeoefend bij in België gevestigde ondernemingen als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4. Afdeling III - Erkende revisorenvennootschappen

Art. 16.Teneinde door de Bank te kunnen worden erkend om bij financiële ondernemingen een revisoraal mandaat uit te oefenen, moet de revisorenvennootschap voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° opgericht zijn naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;2° ingeschreven zijn in het krachtens artikel 10 van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten ingestelde openbaar register;3° onder haar leden ten minste twee revisoren tellen die door de Bank zijn erkend met toepassing van artikel 2;4° beschikken over een passende organisatie om revisorale mandaten en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder uit te voeren bij financiële ondernemingen, wat met name het volgende inhoudt: a) beschikken over voldoende medewerkers die samen een passende kennis hebben van de verrichtingen van financiële ondernemingen en van de openbare controleregeling die voor hen geldt, met het oog op de uitvoering van revisorale mandaten en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder;b) de gepaste auditmethodologie toepassen met het oog op de uitvoering van revisorale mandaten en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder;c) beschikken over een stelsel van interne kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de professionele normen en geschikt is voor de uitvoering van revisorale mandaten en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder, met name om de monitoring door de toezichthouder ervan te waarborgen;d) beschikken over een interne organisatie die voorziet in een specifieke monitoring van de uitvoering van revisorale mandaten en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder;e) binnen de eigen organisatie beschikken over alle nodige kennis en ervaring om audits uit te voeren bij ten minste twee categorieën van in artikel 1, 1° bedoelde financiële ondernemingen die geen financiële holdings of gemengde financiële holdings zijn;f) beschikken over een organisatie die haar in staat stelt om de revisorale mandaten onafhankelijk uit te voeren;g) binnen haar organisatie aan de erkend revisoren een dusdanige positie waarborgen dat zij autonoom kunnen instaan voor de planning, de organisatie en de uitvoering van revisorale mandaten en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder bij financiële ondernemingen, alsook voor het opstellen en overmaken van de rapportering dienaangaande;h) haar erkend revisoren passende permanente vorming bieden zodat zij beschikken over de nodige kennis en ervaring voor de uitvoering van revisorale mandaten bij financiële ondernemingen en de opdracht tot medewerking aan het toezicht van de toezichthouder;5° niet veroordeeld zijn wegens misdrijven als bedoeld in artikel 20, § 1 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003196 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van mechanismen voor een macropridentieel beleid en tot vaststelling van de specifieke taken van de Nationale Bank van België in het kader van haar opdracht om bij te dragen tot de stabiliteit van de financiële sector type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten binnen de in artikel 20, § 2 van dezelfde wet bepaalde termijnen.Dit geldt ook voor haar vennoten en voor de leden van haar bestuursorgaan.

Indien de vennootschap, om welke reden ook, geen twee erkend revisoren meer telt, moet zij binnen vierentwintig maanden opnieuw aan deze voorwaarde voldoen. Zo niet vervalt haar erkenning van rechtswege. De Bank stelt vast dat de erkenning is vervallen en brengt dit ter kennis van de vennootschap met een aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs.

De Bank kan op om het even welk tijdstip een revisorenvennootschap erkennen die opnieuw voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid.

De Bank kan op om het even welk tijdstip een revisorenvennootschap erkennen die opnieuw voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid.

De Bank kan op om het even welk tijdstip een revisorenvennootschap erkennen die opnieuw voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid.

Art. 19.Voor het onderzoek van het verzoek tot erkenning van een revisorenvennootschap, dient de revisorenvennootschap een dossier in bij de Bank waaruit blijkt dat zij voldoet aan alle voorwaarden die, naargelang van de gevraagde erkenning, zijn vastgelegd in artikel 16, 17 of 18.

De Bank kan zich laten bijstaan door een lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en een lid van de representatieve beroepsvereniging van erkend revisoren, die worden voorgedragen overeenkomstig artikel 6, § 2.

De in het tweede lid bedoelde personen mogen geen vennoot, aandeelhouder, lid van het bestuursorgaan of werknemer zijn van de vennootschap die om erkenning verzoekt. Zij mogen evenmin bloedverwant of aanverwant zijn van de vennoten, aandeelhouders of leden van het bestuursorgaan van die vennootschap, noch met hen een band van patronage hebben, noch deel uitmaken van hetzelfde netwerk in de zin van artikel 3, 8° van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten als de vennootschap die om erkenning verzoekt.

De paragrafen 1 en 3 van artikel 6 zijn van overeenkomstige toepassing. Voor de toepassing van deze bepalingen laat de revisorenvennootschap zich vertegenwoordigen door een erkend revisor die er lid van is.

Art. 20.De erkende revisorenvennootschap moet te allen tijde voldoen aan alle voorwaarden voor haar erkenning.

De erkende revisorenvennootschap deelt de Bank, onverwijld alsook in de vorm van een jaarlijks verslag waarvan de Bank de modaliteiten bepaalt, alle relevante elementen mee om haar dossier te actualiseren en de Bank in staat te stellen de voortdurende naleving van de erkenningsvoorwaarden te toetsen. De Bank verricht deze toetsing aan de hand van dit geactualiseerde dossier, in voorkomend geval na overleg met de verantwoordelijke voor de interne kwaliteitsbeheersing van de revisorenvennootschap.

Art. 21.De Bank publiceert de lijst van de erkende revisorenvennootschappen. Deze lijst vermeldt voor elke vennootschap de naam van de erkend revisoren die er lid van zijn.

De lijst telt drie rubrieken: a) de erkende revisorenvennootschappen voor de financiële ondernemingen;b) de erkende revisorenvennootschappen voor de verzekeringsondernemingen;c) de erkende revisorenvennootschappen voor de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld.

Art. 22.De volgende titels mogen enkel worden gevoerd door de volgende vennootschappen: a) Door de Nationale Bank van België erkende revisorenvennootschap voor de financiële ondernemingen": de met toepassing van artikel 16 erkende revisorenvennootschappen;b) Door de Nationale Bank van België erkende revisorenvennootschap voor de verzekeringsondernemingen": de met toepassing van artikel 17 erkende revisorenvennootschappen;c) Door de Nationale Bank van België erkende revisorenvennootschap voor de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld": de met toepassing van artikel 18 erkende revisorenvennootschappen.

Art. 23.De erkenning van een revisorenvennootschap vervalt wanneer zij er uitdrukkelijk afstand van doet of van rechtswege in de volgende gevallen: 1° wanneer de revisorenvennootschap niet langer voldoet aan de voorwaarden die, naargelang van het geval, zijn vastgelegd in artikel 16, eerste lid, 1°, 2° of 5°, artikel 17, eerste lid, 1°, 2° of 5° of artikel 18, eerste lid, 1°, 2° of 5°, tenzij een vennoot of een lid van het bestuursorgaan veroordeeld is en de betrokken persoon ontslag neemt als vennoot en/of als lid van het bestuursorgaan;2° overeenkomstig artikel 16, tweede lid, artikel 17, tweede lid of artikel 18, tweede lid;3° wanneer de revisorenvennootschap, drie jaar lang: a) geen revisoraal mandaat heeft uitgeoefend bij een in de Europese Economische Ruimte gevestigde onderneming die valt onder het statuut waarop haar erkenning betrekking heeft;b) geen opdrachten heeft uitgevoerd als speciaal commissaris of voorlopige bestuurder waarvoor zij door de toezichthouder werd aangesteld in toepassing van de wetten bedoeld in artikel 1, 5°, 6°, 7°, 9° of 10°. De Bank stelt vast dat de erkenning is vervallen en brengt dit ter kennis van de revisorenvennootschap met een aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs.

Art. 24.De Bank kan de erkenning herroepen indien de erkende revisorenvennootschap: 1° haar verplichtingen op het vlak van de medewerking met de toezichthouder als bepaald in de wetten bedoeld in artikel 1, 5°, 6°, 7°, 9° of 10° en/of in de circulaires en mededelingen van de Bank, niet met de nodige bekwaamheid en toewijding nakomt;2° niet langer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden die, naargelang van het geval, zijn vastgelegd in artikel 16, eerste lid, 4°, artikel 17, eerste lid, 4° of artikel 18, eerste lid, 4°. Artikel 14 is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de in artikel 14, § 1, 1° tot 3° bedoelde criteria. Voor de toepassing van deze bepalingen laat de revisorenvennootschap zich vertegenwoordigen door een erkend revisor die er lid van is. Afdeling IV - Aanstelling van commissarissen of erkend revisoren en

herroeping van hun mandaten

Art. 25.Conform de wettelijke en reglementaire bepalingen die, naargelang van het geval, van toepassing zijn op de betrokken financiële onderneming, verzekeringsonderneming, betalingsinstelling of instelling voor elektronisch geld, is de voorafgaande instemming van de toezichthouder vereist voor de aanstelling van een erkend revisor of een erkende revisorenvennootschap en haar vertegenwoordiger(s), voor het uitoefenen van een revisoraal mandaat.

Deze instemming moet worden gevraagd door het bevoegde vennootschapsorgaan ten minste twee maanden vóór de geplande datum van het voorstel tot aanstelling dat aan het orgaan dat instaat voor de benoemingen en, in voorkomend geval, aan de ondernemingsraad wordt voorgelegd. Het verzoek om instemming wordt opgesteld in overeenstemming met de instructies van de toezichthouder en bevat het bedrag van de honoraria van de commissaris dat aan de algemene vergadering wordt voorgesteld.

Voor het verlenen van de in het eerste lid bedoelde instemming beoordeelt de toezichthouder inzonderheid de beschikbaarheid van de kandidaat, rekening houdend met al zijn revisorale mandaten, de omvang en de organisatie van zijn kantoor, zijn kennis, zijn beroepservaring en zijn vaardigheden, met inbegrip van zijn vermogen om kritisch te denken en een professioneel oordeel te vormen, rekening houdend met de omvang van de financiële onderneming, de verzekeringsonderneming, de betalingsinstelling of de instelling voor elektronisch geld waar hij zou worden aangesteld en de aard en de complexiteit van haar activiteit, alsook met de onafhankelijkheid van de kandidaat tegenover deze ondernemingen.

Art. 26.Conform de wettelijke en reglementaire bepalingen die, naargelang van het geval, van toepassing zijn op de betrokken financiële onderneming, de verzekeringsonderneming, de betalingsinstelling of de instelling voor elektronisch geld, dient een erkende revisorenvennootschap die een revisoraal mandaat uitoefent, zich te houden aan de volgende regels: 1° de aangewezen vertegenwoordiger(s) is/zijn ten aanzien van de toezichthouder persoonlijk verantwoording verschuldigd over de uitvoering van de medewerkingsopdracht;2° de erkende revisorenvennootschap kan de aanstelling van haar vertegenwoordiger(s) slechts beëindigen na de voorafgaande instemming van de toezichthouder te hebben verkregen;de eventuele vervanging van een vertegenwoordiger geschiedt volgens de in artikel 25 vastgelegde aanstellingsregels.

Art. 27.Nadat de betrokken erkend revisor is gehoord, indien nodig bijgestaan door een advocaat of een sinds ten minste vijf jaar erkende revisor, of ten minste is opgeroepen, kan de toezichthouder zijn instemming als bedoeld in de artikelen 25 en 26 steeds herroepen bij beslissing gemotiveerd door overwegingen die verband houden met het statuut of de uitoefening van de opdracht van erkend revisor of erkende revisorenvennootschap, zoals inzonderheid de criteria in artikel 25.

Art. 28.De Bank brengt de erkend revisor of erkende revisorenvennootschap onmiddellijk op de hoogte van de mededelingen die zij aan het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren richt ingeval zij haar instemming als bedoeld in de artikelen 25 en 26 herroept, ingeval zij de erkenning als bedoeld in de artikelen 14 en 24 herroept en ingeval zij, met het oog op een tuchtonderzoek, bepaalde praktijken of tekortkomingen van de erkend revisor of de erkende revisorenvennootschap ter kennis brengt van het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren. Afdeling V - Opheffingsbepaling en inwerkingtreding

Art. 29.Het reglement van de Nationale Bank van België van 21 december 2012 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen wordt opgeheven.

Art. 30.Dit reglement treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot goedkeuring ervan.

Brussel, 16 juli 2024.

De Gouverneur, P. WUNSCH Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 december 2024 tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 16 juli 2024 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

Titel van het document:	Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 16 juli 2024 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen
Url van de betrokken pagina:	https://etaamb.openjustice.be/nl/koninklijk-besluit-van-05-december-2024_n2024011354.html
Te verwijderen woorden:
E-mail adres:*
Opmerkingen:*
* Optionele velden

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 16 juli 2024 betreffende de erkenning van revisoren en revisorenvennootschappen

Zijn uw gegevens weergegeven op deze pagina?