4 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 augustus 1991 tot vaststelling van de modaliteiten en de procedure voor het bepalen van de gevarenindexen van bepaalde industriële activiteiten (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 januari 1987 ter stijving van het fonds voor risico's van zware ongevallen en van het fonds voor preventie van zware ongevallen, laatst gewijzigd bij de wet van 26 mei 2002, inzonderheid op artikel 7, § 2bis , 1°, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990 en gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 26 juni 1992 en 26 mei 2002;

Gelet op het samenwerkingsakkoord dat op 21 juni 1999 werd afgesloten tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, waarmee instemming werd betuigd bij de wet van 22 mei 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 augustus 1991 tot vaststelling van de modaliteiten en de procedure voor het bepalen van de gevarenindexen van bepaalde industriële activiteiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 mei 2002;

Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat dit koninklijk besluit een uitvoering is van de wet van 21 januari 1987 ter stijving van het fonds voor risico's van zware ongevallen en het fonds voor preventie van zware ongevallen en meer specifiek de modaliteiten en de procedure voor de gevarenindexen regelt die aan de basis liggen van het heffingsbedrag; dat artikel 6 van de wet van 26 mei 2002 die de wet van 21 januari 1987 laatst wijzigde, oplegt dat voor die inrichtingen die voor het eerst onderworpen worden aan de wet de heffing voor het aanslagjaar 2002 in oktober van dit jaar moet gebeuren; dat daarvoor de exploitant van deze inrichtingen de gevarenindexen berekend en ingediend moet hebben vóór 15 september 2002;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 33.760/1 gegeven op 4 juli 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 augustus 1991 tot vaststelling van de modaliteiten en de procedure voor het bepalen van de gevarenindexen van bepaalde industriële activiteiten wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Artikel 1.- In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° samenwerkingsakkoord : het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, waarmee instemming werd betuigd bij wet van 22 mei 2001.2° veiligheidsrapport : het rapport bedoeld in artikel 12 van het samenwerkingsakkoord.3° exploitant, inrichting, installatie : dezelfde definities als deze bedoeld in artikel 4 van het samenwerkingsakkoord.»

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 2.De exploitant, die verantwoordelijk is voor de exploitatie van een inrichting zoals bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid, van het samenwerkingsakkoord, is ertoe gehouden de brand- en explosie-index en de toxiciteitsindex te berekenen op de met toepassing van artikel 5 bepaalde wijze.

Iedere installatie van de inrichting wordt daartoe onderverdeeld in logische op zichzelf staande onderdelen. De berekening van de indexen gebeurt voor elk onderdeel en voor elke gevaarlijke stof die er in een relevante hoeveelheid aanwezig is.

De resultaten van deze indexberekeningen, met de gegevens vermeld in de bijlage van dit besluit, dienen door de exploitant tegen uiterlijk 15 februari van het aanslagjaar te worden overgemaakt aan de Directie van de chemische risico's van de Technische Inspectie van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.

Deze informatie moet slechts worden overgemaakt tijdens het eerste aanslagjaar waarin de heffing verschuldigd is. Indien echter wijzigingen in de inrichting aanleiding geven tot een wijziging van de berekening van de indexen, dienen deze nieuwe berekeningen op dezelfde wijze tegen uiterlijk 15 februari van het daaropvolgende aanslagjaar te worden medegedeeld.

Wanneer door de exploitant reeds een veiligheidsrapport werd ingediend waarin al de hierboven bedoelde informatie is opgenomen, dan hoeft hiervoor geen afzonderlijke aangifte meer te gebeuren.

Wanneer door de exploitant geen of onvoldoende informatie wordt overgemaakt, worden deze berekeningen ambtshalve uitgevoerd door de Directie van de chemische risico's. »

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 3.Op grond van de aldus uitgevoerde berekeningen deelt de Directie van de chemische risico's de inrichting in in één van de categorieën zoals bepaald in artikel 7, § 2bis , 1° van de wet van 21 januari 1987 ter stijving van het fonds voor risico's van zware ongevallen en van het fonds voor preventie van zware ongevallen. De Directie van de chemische risico's maakt haar beslissing over aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. »

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 6.De exploitant van een inrichting die voor de eerste maal onderworpen is aan de wet van 21 januari 1987 ter stijving van het fonds voor risico's van zware ongevallen en van het fonds voor preventie van zware ongevallen, maakt de indexen voor het aanslagjaar 2002 over tegen uiterlijk 15 september 2002. »

Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Werkgelegenheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit van 6 augustus 1991, Belgisch Staatsblad van 7 september 1991. Wet van 22 mei 2001, Belgisch Staatsblad van 16 juni 2001.

Wet van 21 januari 1987, Belgisch Staatsblad van 10 maart 1987.

Wet van 29 december 1990, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991.

Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.

Wet van 26 mei 2002, Belgisch Staatsblad van 27 juni 2002.