Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 2004
gepubliceerd op 29 juni 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het halftijds brugpensioen in uitvoering van artikel 13, § 2 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012137
pub.
29/06/2004
prom.
04/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/04/2004012137/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het halftijds brugpensioen in uitvoering van artikel 13, § 2 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het halftijds brugpensioen in uitvoering van artikel 13, § 2 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003 Halftijds brugpensioen in uitvoering van artikel 13, § 2 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003 (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2003 onder het nummer 67380/CO/149.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder « werklieden » verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : - overeenkomstig en in uitvoering van de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, hierna collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 genoemd; - overeenkomstig en in uitvoering van artikel 13 en artikel 14 van de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004 (Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003). HOOFDSTUK III. - Leeftijdsvoorwaarde

Art. 3.In de sector koetswerk wordt een recht op halftijds brugpensioen ingevoerd en overeenkomstig artikel 112 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999), wordt de leeftijd voor de werklieden bepaald op 55 jaar. HOOFDSTUK IV. - Toepassingsmodaliteiten op ondernemingsniveau

Art. 4.Op ondernemingsniveau dient een collectieve arbeidsovereenkomst te worden gesloten, die de concrete modaliteiten vastlegt voor invoering binnen de onderneming van de regeling bedoeld bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, inzonderheid voor al deze modaliteiten die niet expliciet worden geregeld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Art. 5.Bovendien zal voor alle betrokken werklieden, afzonderlijk en schriftelijk een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid worden vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), en dit uiterlijk op de dag waarop de betrokken werklieden in halftijds brugpensioen worden gesteld.

De inhoud van en de modaliteiten voor deze individuele arbeidsovereenkomst zullen worden vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau bedoeld in artikel 4. HOOFDSTUK V. - Betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 6.In uitvoering van artikel 9, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 wordt de betaalplicht van de aanvullende vergoeding van de werkgever overgedragen aan het « Sociaal Fonds voor het koetswerk ».

Het « Sociaal Fonds voor het koetswerk » zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken. HOOFDSTUK VI. - Overgang naar het voltijds brugpensioen

Art. 7.De overgang van het halftijdse naar het voltijdse brugpensioen is mogelijk volgens de voorwaarden en modaliteiten bepaald in het artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en treedt buiten werking op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003 gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk Tussen de onderneming : hierbij vertegenwoordigd door : en volgende werknemersorganisaties : vertegenwoordigd door : wordt overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 55 van 13 juli 1993 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk op 8 juli 2003 in het raam van het halftijds brugpensioen het volgende overeengekomen : Toepassingsmodaliteiten

Artikel 1.§ 1.De deeltijdse arbeidsregeling, met name het aantal wekelijks te presteren uren, waarin de werknemer in het raam van het halftijds brugpensioen instapt, wordt als volgt bepaald : § 2. Inzake het werkrooster van de halftijds bruggepensioneerde kan een keuze worden gemaakt tussen : - een halftijds werkrooster op dagbasis; - een halftijds werkrooster op weekbasis; - een halftijds werkrooster week per week; - een halftijds werkrooster op maandbasis; - eender welk andere formule met akkoord tussen werkgever en werknemer. § 3. Bovenvermelde arbeidsregeling en werkrooster dienen in onderling akkoord tussen werkgever en werknemer schriftelijk te worden vastgelegd, en dit ten laatste op de dag waarop de werknemer in halftijds brugpensioen wordt gesteld.

Vervangingsplicht van de halftijds bruggepensioneerde

Art. 2.In uitvoering van afdeling 3 van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen is de werkgever verplicht de werknemer die in halftijds brugpensioen wordt gesteld te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze.

Duurtijd

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is geldig vanaf......... tot en met.........

Namens de onderneming : Namens de werknemersorganisaties : Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^