Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 maart 2012
gepubliceerd op 30 april 2012

Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2012007116
pub.
30/04/2012
prom.
04/03/2012
ELI
eli/besluit/2012/03/04/2012007116/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, artikel 23, vierde lid;

Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, artikel 25, vierde lid;

Gelet op de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht, artikel 18bis, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 13 juli 1976;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 1974 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht;

Gelet op het protocol van onderhandelingen N-317 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 9 november 2011;

Gelet op het advies 50.728/4 van de Raad van State, gegeven op 4 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren

Artikel 1.In artikel 28 van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 december 1960, 5 november 2002 en 26 augustus 2010, wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidende : « § 1bis. De bepalingen van de artikelen 31bis en 37 zijn van toepassing op de informatiecommissie. ».

Art. 2.In artikel 31, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 oktober 1989, worden de woorden « Een officier, aangewezen door de voorzitter, staat de raad als secretaris bij. » en de woorden « , alsook de secretaris, » opgeheven.

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 31bis ingevoegd, luidende : «

Art. 31bis.Iedere onderzoeksraad wordt bijgestaan door een secretaris aangewezen door de directeur-generaal human resources binnen de algemene directie human resources.

De secretaris is ofwel een lagere officier, ofwel een hoofdonderofficier.

Op vraag van de betrokken officier, wijst de directeur-generaal human resources als secretaris evenwel een officier van zijn directie aan die een hogere graad heeft dan de betrokken officier of, althans, meer anciënniteit in dezelfde graad.

De secretaris verleent de voorzitter administratieve en technische bijstand De secretaris heeft geen medebeslissende stem. ».

Art. 4.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « van het Ministerie van Landsverdediging » worden ingevoegd tussen het woord « deskundige » en het woord « wiens »;2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « De voorzitter mag het advies vragen van een deskundige van het ministerie van Landsverdediging, indien een juridisch advies wordt gevraagd door een lid van de onderzoeksraad of de secretaris.De secretaris neemt akte van de vraag en de beslissing. ». HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht

Art. 5.In artikel 28 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 maart 1997, 27 maart 2003 en 26 augustus 2010, wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidende : « § 1bis. De bepalingen van de artikelen 32bis en 39 zijn van toepassing op de informatiecommissie. ».

Art. 6.In artikel 32, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 oktober 1989, worden de woorden « Een keuronderofficier, aangewezen door de voorzitter, staat de raad als secretaris bij. » en de woorden « alsook de secretaris » opgeheven.

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 32bis ingevoegd, luidende : «

Art. 32bis.Iedere onderzoeksraad wordt bijgestaan door een secretaris aangewezen door de directeur-generaal human resources binnen de algemene directie human resources.

De secretaris is ofwel een lagere officier, ofwel een hoofdonderofficier.

Op vraag van de betrokken onderofficier, wijst de directeur-generaal human resources als secretaris evenwel een onderofficier van zijn directie aan die een hogere graad heeft dan de betrokken onderofficier of, althans, meer anciënniteit in dezelfde graad, of een officier van zijn directie.

Hij verleent de voorzitter administratieve en technische bijstand.

De secretaris heeft geen medebeslissende stem. ».

Art. 8.In artikel 39 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « van het Ministerie van Landsverdediging » worden ingevoegd tussen het woord « deskundige » en het woord « wiens »;2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « De voorzitter mag het advies vragen van een deskundige van het Ministerie van Landsverdediging, indien een juridisch advies wordt gevraagd door een lid van de onderzoeksraad of de secretaris.De secretaris neemt akte van de vraag en de beslissing. ». HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1974 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht

Art. 9.In artikel 9 van het koninklijk besluit van 11 juni 1974 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 augustus 1994, 28 maart 1997, 23 juni 2005 en 26 augustus 2010, wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidende : « § 1bis. De bepalingen van de artikelen 13bis en 20 zijn van toepassing op de informatiecommissie. ».

Art. 10.In artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 oktober 1989 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 augustus 1994 en 28 maart 1997, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidende : «

Art. 13bis.Iedere onderzoeksraad wordt bijgestaan door een secretaris aangewezen door de directeur-generaal human resources binnen de algemene directie human resources.

De secretaris is ofwel een lagere officier, ofwel een hoofdonderofficier.

Hij verleent de voorzitter administratieve en technische bijstand.

De secretaris heeft geen medebeslissende stem. ».

Art. 12.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « van het ministerie van Landsverdediging » worden ingevoegd tussen het woord « deskundige » en het woord « wiens »;2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « De voorzitter mag het advies vragen van een deskundige van het ministerie van Landsverdediging, indien een juridisch advies wordt gevraagd door een lid van de onderzoeksraad of de secretaris.De secretaris neemt akte van de vraag en de beslissing. ». HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling

Art. 13.De Minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 maart 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM

^