gepubliceerd op 28 juni 2012
Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en van de werking van de Federale Adviesraad voor Ouderen. - Rechtzetting
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
4 JUNI 2012. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en van de werking van de Federale Adviesraad voor Ouderen. - Rechtzetting
In het Belgisch Staatsblad nr. 200 van 15 juni 2012, bladzijde 33004 moet de volgende correctie worden aangebracht : - het volgende document dient te worden bijgevoegd : Advies 47.907/1 van 18 maart 2010 van de afdeling wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 24 februari 2010 door de Minister van Pensioenen verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot regeling van de samenstelling en van de werking van de Federale Adviesraad voor Ouderen", heeft het volgende advies gegeven : STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe de samenstelling en de werking vast te stellen van de Federale Adviesraad voor Ouderen evenals van het bureau.Voorts regelt het ontwerp de terugbetaling van reis- en verblijfskosten en de toekenning van presentiegelden aan de leden. 2. De ontworpen regeling vindt rechtsgrond in de artikelen 4, 1, tweede lid, 6, 2, en 7 van de
wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/03/2007
pub.
27/03/2007
numac
2007022394
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen
sluiten tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen. Artikel 4, 1, tweede lid, van de
wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/03/2007
pub.
27/03/2007
numac
2007022394
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen
sluiten, zoals vervangen bij de wet van 18 december 2009, draagt de Koning op om, na overleg in de Ministerraad, de samenstelling van de Federale Adviesraad voor Ouderen te bepalen.
Artikel 6, 2, van de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten, zoals vervangen bij de wet van 18 december 2009, bepaalt dat de Koning de samenstelling van het bureau vaststelt, waarbij het bureau minstens bestaat uit de voorzitter en de ondervoorzitter van de raad en uit de voorzitters en ondervoorzitters van de permanente commissies.
Artikel 7 van de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten bepaalt dat de Koning de nadere regels vaststelt voor de tenlasteneming van de kosten voor het aangaan van een verzekering tegen ongevallen van de leden en de deskundigen van de Adviesraad tijdens en op de weg van en naar de vergaderingen, van de werkingskosten van de Adviesraad en, forfaitair, van de reiskosten van de leden van de Adviesraad.
ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 1. Men redigere het eerste lid van de aanhef van het ontwerp als volgt : « Gelet op de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen, artikelen 4, 1, tweede lid, en 6, 2, vervangen bij de wet van 18 december 2009, en artikel 7;». 2. Over de ontworpen regeling werd op 12 februari 2010 overleg gepleegd in de Ministerraad.Dergelijk overleg is verplicht met toepassing van artikel 4, 1, tweede lid, van de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten.
Aan de formule van voordracht moet derhalve de volgende zinsnede worden toegevoegd "en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers".
Artikel 1 1. Men redigere de inleidende zin van artikel 1 van het ontwerp op een meer gebruikelijke wijze als volgt : "Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : ". 2. Tenzij het de bedoeling is om de verwijzing naar de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten te beperken tot de wet zoals die is gewijzigd bij de wet van 18 december 2009, schrappe men in de omschrijving van "de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten" de zinsnede "gewijzigd door de wet van...".
Artikel 2 1. De verwijzing naar het "Gewest", in artikel 2, eerste lid, 2° tot 4°, beoogt naar het zeggen van de gemachtigde uitsluitend een geografische spreiding en refereert niet aan de overeenstemmende deelentiteit in het federale België.Teneinde elke onduidelijkheid op dat vlak te bannen, verdient het aanbeveling om de tekst van het ontwerp op dat punt beter af te stemmen op de bedoeling van de stellers van het ontwerp, temeer daar het seniorenbeleid in beginsel een gemeenschapsbevoegdheid uitmaakt ([1]). Ter wille van de coherentie van de regelgeving moet dan gebeurlijk ook de verwijzing naar "de Duitstalige Gemeenschap" in artikel 2, eerste lid, 5°, van het ontwerp worden aangepast. 2. Het begrip "organisaties bevoegd inzake seniorenbeleid" heeft naar het zeggen van de gemachtigde een ruime draagwijdte.Het omvat bijvoorbeeld ook mutualiteiten en vakorganisaties. Vraag is of het gehanteerde begrip derhalve niet te algemeen en wel voldoende duidelijk is.
Artikel 5 1. In de eerste zin van artikel 5 van het ontwerp moet worden verwezen naar "artikel 3, eerste lid, 4°, 5° en 6°".2. De tweede zin van artikel 5 moet, ter wille van de leesbaarheid, redactioneel worden herzien. Artikel 7 Zoals aan de Raad van State is bevestigd, bestaat er geen bijzondere reden om af te wijken van de gangbare termijn van inwerkingtreding van besluiten. Artikel 7 wordt derhalve beter uit het ontwerp weggelaten.
De uitvoeringsbepaling wordt dan artikel 7.
De kamer was samengesteld uit De heren : M. Van Damme, kamervoorzitter.
J. Baert; W. Van Vaerenbergh, staatsraden.
M. Rigaux; M. Tison, assessoren van de afdeling letgeving.
Mevr. G. Verberckmoes, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door Mevr. I. Verheven, auditeur.
De griffier, G. Verberckmoes.
De voorzitter, M. Van Damme. __________ ([1]) Overwogen kan worden om bijvoorbeeld te schrijven "op het niveau van het Vlaamse (Waalse, Brusselse) landsgedeelte".