gepubliceerd op 28 juli 2004
Koninklijk besluit houdende samenstelling van de evaluatiecommissie voor de mandaten van directeur bij de federale politie
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende samenstelling van de evaluatiecommissie voor de mandaten van directeur bij de federale politie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 107;
Gelet op de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, inzonderheid op de artikelen 66 en 75;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op de artikelen VII.III.3 en VII.III.99, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 april 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Justitie, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De evaluatiecommissie voor de mandaten van directeur bij de federale politie bestaat uit de volgende leden : 1° als voorzitter, de commissaris-generaal van de federale politie, indien de te evaluëren mandaathouder onder het commissariaat-generaal ressorteert, of de directeur-generaal of adjunct-directeur generaal van de algemene directie van de federale politie waaronder de te evalueren mandaathouder ressorteert, aangewezen door de Minister van Binnenlandse Zaken;2° een door de Minister van Binnenlandse zaken aangewezen directeur-generaal of adjunct-directeur-generaal van een andere algemene directie van de federale politie, bijzitter;3° de inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie of diens afgevaardigde, bijzitter.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL