Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juni 2018
gepubliceerd op 21 juni 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het sectoraal akkoord voor de periode 2017-2018

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018201612
pub.
21/06/2018
prom.
03/06/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het sectoraal akkoord voor de periode 2017-2018 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het sectoraal akkoord voor de periode 2017-2018.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juni 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017 Sectoraal akkoord voor de periode 2017-2018 (Overeenkomst geregistreerd op 24 november 2017 onder het nummer 142853/CO/310)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.

Zij is afgesloten in toepassing van het interprofessioneel akkoord van 2 februari 2017 voor de periode 2017-2018. 1. Tijdskrediet en landingsbanen Art.2. Op 26 juni 2017 sloten de sociale partners een collectieve arbeidsovereenkomst tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2001 inzake tijdskrediet, 1/5de loopbaanvermindering, vermindering van de arbeidsprestaties en deeltijds werk.

Ingevolge deze collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2017 : - wordt de verhoging tot 6 pct. inzake de drempel van het totaal aantal werknemers dat in het bedrijf of de dienst wordt tewerkgesteld verlengd tot 30 juni 2019; - geniet de werknemer van een aanvullend recht op voltijds tijdskrediet of een halftijdse loopbaanvermindering tot maximum 51 maanden om te zorgen voor zijn kind tot de leeftijd van 8 jaar, voor palliatieve verzorging, voor hulpverlening aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid.

Art. 3.Op 27 maart 2017 sloten de sectorale sociale partners al een collectieve arbeidsovereenkomst in het kader van de landingsbanen, met toepassing van de Nationale Arbeidsraad-collectieve arbeidsovereenkomst nr. 127 van 21 maart 2017 tot vaststelling, voor 2017-2018, van het interprofessioneel kader voor de verlaging van de leeftijdsgrens naar 55 jaar. 2. Outplacement Art.4. § 1. Op 27 juni 2016 sloten de sociale partners een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende outplacement. Die collectieve overeenkomst blijft geldig tot 31 december 2018.

De samenwerkingsakkoorden met de dienstenverstrekkers voor de sector verstrijken eveneens op 31 december 2018. § 2. De sociale partners zullen in 2018 gesprekken aanvatten over de organisatie van outplacement in de sector voor de periode 2019 en volgende. 3. Duurzaam en leefbaar werk Art.5. De sociale partners zijn zich bewust van en gevoelig voor aspecten van stress en werkdruk binnen de ondernemingen. Dit is al het onderwerp van hun aandacht geweest bij het sluiten van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst voor 2015-2016. Een enquête over het algemeen ziekteverzuim in de sector en in het bijzonder over het langdurig ziekteverzuim werd uitgevoerd in 2016, en er werd een halve studiedag besteed aan deze kwestie.

In het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012229 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk sluiten betreffende het welzijnsbeleid is bepaald dat de werkgever verantwoordelijk is voor een planmatige en structurele aanpak van het voorkomen van risico's door middel van een dynamisch risicobeheersysteem.

De risicoanalyse gebeurt op het niveau van de organisatie in haar geheel, op het niveau van elke groep van werkposten of functies en op het niveau van het individu.

Om de bedrijven concreter te ondersteunen in hun preventiebeleid en het beheer van de werklast en stress, zal in oktober 2017 een paritaire werkgroep opgericht worden. Die heeft als opdracht een inventaris op te maken van het bestaande beleid en de maatregelen in de sector en stelt op basis daarvan in juni 2018 een sectorgids "Actieplan : best practices" op.

De sociale partners zullen ook de werkzaamheden opvolgen van de speciale commissie, die is opgericht in de Nationale Arbeidsraad, en belast met het opstellen van reflecties en richtlijnen over het onderwerp. 4. Opleiding Art.6. Er wordt een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake de inspanningen voor vorming in de banksector in 2017 en 2018.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt de voortzetting van de opleidingsinspanningen in de banksector die waren overeengekomen voor 2015 en 2016.

Zij voorziet bovendien in een individueel recht op opleiding van 2 dagen per jaar voor elke werknemer die zijn functie in het bedrijf heeft verloren, of die individueel de schriftelijke bevestiging heeft gekregen dat hij zijn functie effectief zal verliezen.

Ook de werknemers opgenomen in een nominatieve lijst van werknemers van wie de functie bestemd is om te verdwijnen in het kader van een herstructureringsplan, meegedeeld aan de ondernemingsraad, genieten van het individueel recht op opleiding, bedoeld in vorig lid.

De berekening van deze opleidingsdagen kan worden uitgevoerd over een periode van maximaal 2 jaar.

De deeltijdse werknemers genieten van deze opleidingsdagen in verhouding tot hun prestaties.

Art. 7.De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst inzake de 0,10 pct. van de loonmassa bestemd voor de risicogroepen werd verlengd voor 2017 en 2018 door de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 22 september 2017.

De sociale partners hebben tevens bij de Minister van Werk een aanvraag ingediend om, voor 2017-2018, erkend te worden als "sector in moeilijkheden waar de aanwerving grotendeels is stilgevallen" in de zin van artikel 2, 2de en 3de lid van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013024072 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 28/03/2013 numac 2013022101 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten.

De sociale partners komen overeen een protocol te sluiten met de uitwerking van een nieuw opleidingsinitiatief in de banksector voor 2018 en 2019.

Bij de ontwikkeling van dit nieuw sectoraal opleidingsinitiatief zullen de sociale partners de toegangsmogelijkheden tot individuele loopbaanbegeleiding versterken, in het bijzonder ten voordele van de werknemers bedoeld in artikel 6, alinea 3.

Art. 8.Artikel 2, punt 3 van de in het Paritair Comité voor de banken gesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1991 betreffende de hervorming van het "Paritair Fonds voor de syndicale en professionele vorming" wordt vervangen door de volgende bepaling : "Febelfin zal, op basis van een door de vakbondsorganisaties onderling vast te stellen verdeelsleutel, aan de vakbondsorganisaties een bedrag storten van 1 745 000 EUR in 2017 en 2018.

Dat bedrag is bestemd voor de syndicale vorming en de vakbondsactiviteit.

Daarin is een bedrag van 215 000 EUR begrepen dat om historische redenen aan de vakbondsorganisaties toegekend wordt voor de syndicale vorming en de vakbondsactiviteit door de volgende banken : BNP Paribas Fortis NV, KBC Bank NV en Belfius Bank NV.". 5. Wendbaar werkbaar werk Art.9. De sociale partners zijn ervan overtuigd dat de arbeidsorganisatie in de banksector in staat moet zijn zich aan te passen en de ontwikkelingen, zowel in technologie (zoals de digitalisering) als op economisch en maatschappelijk niveau (globalisering, concurrentie van andere sectoren, innovatieve behoeften van klanten, enz.) voor te blijven.

De sociale partners zullen een paritaire werkgroep oprichten, die ermee belast is om vanaf oktober 2017 tot juni 2018 een sectoraal kader te overwegen voor een moderne en dynamische arbeidsorganisatie, waardoor bedrijven individueel en collectief kunnen beantwoorden aan de bovengenoemde veranderingen en uitdagingen. Het werk van deze werkgroep zal zich afspelen in een context waarin de bestaande akkoorden in de banken en de huidige mogelijkheden op sectoraal en intersectoraal niveau niet in vraag worden gesteld.

De leden van de werkgroep zullen alle bestaande wetgevingen in aanmerking nemen, evenals de nieuwe benaderingen in de "wet Peeters" van 5 maart 2017. 6. Functieclassificatie Art.10. Zoals de vroegere werkzaamheden betreffende de modernisering van de functieclassificatie van het uitvoerend personeel, zal in oktober 2017 een paritaire werkgroep worden belast met de modernisering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 1976 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van het kaderpersoneel en dit onder dezelfde clausule van budgettaire neutraliteit. Het verslag van deze werkgroep wordt verwacht tegen het einde van 2018.

Met verwijzing naar de toepassing van artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 ter invoering van een nieuw loonbeleid in de banksector neemt het paritair comité zich voor om, vóór het einde van 2017, artikel 9 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst te wijzigen om vast te stellen welke toegekende voordelen niet als onderdeel van de sectorale minimum loonschalen, die van toepassing zijn in het Paritair Comité voor de banken, kunnen worden beschouwd. 7. Koopkracht Art.11. § 1. Met inachtneming van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de periode 2017-2018, zullen de banken een loonvoordeel toekennen voor de periode 2017-2018.

Dit loonvoordeel en de toekenningsregels ervan (soort voordeel, doelgroepen, tijdstip van betaling,...) zullen worden overeengekomen in een ondernemingsakkoord.

Tijdens de onderhandeling van dit ondernemingsakkoord zullen de partijen voorrang geven aan een netto koopkrachtverhoging daarbij rekening houdend met de voordelen die reeds werden toegekend op ondernemingsniveau.

Deze onderhandeling moet niet meer worden gevoerd in de ondernemingen die vóór de ondertekening van het sectoraal akkoord al een loonakkoord hadden gesloten conform het IPA voor de periode 2017-2018. § 2. Voor de banken die geen ondernemingsakkoord hebben gesloten voor 31 oktober 2017 dat voldoet aan de loonmarge in het IPA, gelden de volgende suppletieve regels : - De banken kennen, voor de periode 2017-2018, aan de voltijdse werknemers die, op de datum van betaling, verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of door een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, een netto voordeel toe van 150 EUR ten laatste op 1 december 2017 en een netto voordeel van 150 EUR ten laatste op 1 juli 2018 of variabel volgens categorieën bepaald op ondernemingsniveau maar gemiddeld gelijk aan voornoemd bedrag : - ofwel door een verhoging van de nominale waarde van de maaltijdcheques; - ofwel door toekenning van ecocheques; - ofwel door toekenning van een gelijkwaardig netto voordeel; - Bij gebreke aan bovenvermeld netto voordeel van 2 maal 150 EUR, kennen de banken, voor de periode 2017-2018, aan de voltijdse werknemers die, op de datum van betaling, verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of door een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur een premie toe van 225 EUR bruto of variabel volgens categorieën bepaald op ondernemingsniveau maar gemiddeld gelijk aan voornoemd bedrag ten laatste op 1 december 2017 en een premie van 225 EUR bruto, volgens dezelfde principes, ten laatste op 1 juli 2018. § 3. Voor de werknemers met onvolledige prestaties tijdens de 12 maanden vóór de uitbetaling (deeltijdse arbeid, tijdskrediet, aanwerving gedurende het jaar,...) worden de bedragen voorzien in § 2 in verhouding herleid, overeenkomstig de regels die in de onderneming van toepassing zijn voor de betaling van de jaarlijkse gratificatie (dertiende maand).

Er zal worden afgerond naar de hogere eenheid. 8. Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 (geregistreerd onder het nummer 84243) houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector Art.12. A. De collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector werd als volgt gewijzigd door artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2009 inzake werkgelegenheid, vorming en loonbeleid voor 2009 en 2010 (geregistreerd onder het nummer 96362) : " .... - Artikel 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : "Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en, behalve preciseringen in de hiernavolgende artikelen, op alle werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.". - Artikel 2, § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : " § 2. Indien de werkgever overweegt om een werknemer die is tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en die zich niet meer in de proefperiode bevindt te ontslaan wegens disciplinaire of professionele tekortkomingen, wordt deze werknemer schriftelijk (per brief, mail, fax) uitgenodigd op een onderhoud dat binnen de 8 kalenderdagen na de uitnodiging plaatsheeft.

De werknemer wordt er schriftelijk van op de hoogte gebracht dat hij zich op dit onderhoud mag laten bijstaan door een vakbondsafgevaardigde van zijn keuze. Tijdens dit onderhoud wordt de werknemer ingelicht over de redenen die de werkgever ertoe hebben geleid een ontslag te overwegen. Indien acties werden ondernomen om het ontslag te vermijden, worden ze vermeld tijdens dit onderhoud.". - § 3 van hetzelfde artikel wordt vervangen door volgende bepaling : " § 3. Bij niet-naleving van de procedure voorzien in § 2 door toedoen van de werkgever, is deze verplicht aan de ontslagen werknemers met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en met minstens een jaar anciënniteit, een forfaitaire vergoeding te betalen die overeenkomt met het lopende loon van : - drie maanden voor werknemers die minder dan 10 jaar in dienst zijn; - vier en een halve maand voor werknemers die sedert 10 jaar en minder dan 15 jaar in dienst zijn; - zes maanden voor werknemers die sedert 15 jaar en minder dan 20 jaar in dienst zijn; - zeven en een halve maand voor werknemers die sedert 20 jaar en minder dan 25 jaar in dienst zijn; - 9 maanden voor werknemers die sedert 25 jaar of meer in dienst zijn, en dit onverminderd de toepassing van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet cumuleerbaar met andere wettelijke of conventionele beschermingsvergoedingen.". - § 4 van hetzelfde artikel wordt vervangen door volgende bepaling : " § 4. De bepalingen van § 2 en § 3 zijn niet van toepassing indien het ontslag gebeurt om dringende reden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (tenzij de rechtbank later oordeelt dat het niet om een dringende reden ging).

Evenmin zijn ze van toepassing op personeelsleden die buiten het toepassingsgebied vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningssysteem in de banksector.

Tenslotte zijn zij ook niet van toepassing in de bedrijven waar reeds dergelijke procedures bestaan, en die minstens gelijkwaardig zijn aan de bepalingen van § 2 en § 3.". ... " B. Die wijzigingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector, door artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2009 inzake werkgelegenheid, vorming en loonbeleid voor 2009 en 2010, zijn in werking getreden op 1 januari 2009.

C. Om misverstanden of rechtsonzekerheid te voorkomen, bevestigen de sociale partners dat deze wijzigingen zijn aangebracht voor onbepaalde tijd.

D. Artikel 2, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector is vervolgens als volgt gewijzigd door artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2016 voor de periode 2015-2016 : " .... "

Art. 4.In artikel 2, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector, worden de woorden "en die zich niet meer in de proefperiode bevindt" vervangen door "en die meer dan zes maanden in dienst is".". ... " Die wijzigingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector, door artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2016 voor de periode 2015-2016, zijn in werking getreden op 1 januari 2015, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 13.Een gecoördineerde versie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector is opgenomen als bijlage aan onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. 9. Slotbepalingen en inwerkingtreding Art.14. De vakbondsorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de banken verbinden zich ertoe, tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, geen bijkomende eisen in te dienen op het niveau van het paritair comité noch op dat van de banken met betrekking tot de in deze overeenkomst vermelde aangelegenheden.

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2018, met uitzondering van de bepalingen van artikel 12 die geldig zijn voor onbepaalde duur.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het sectoraal akkoord voor de periode 2017-2018 Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 houdende bepalingen inzake werkgelegenheid in de banksector Gecoördineerde versie op 29 september 2017

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en, behalve preciseringen in de hiernavolgende artikelen, op alle werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.

Deze overeenkomst wordt afgesloten ter uitvoering van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 inzake werkgelegenheid, vorming en loonbeleid voor 2007 en 2008. HOOFDSTUK I. - Bepalingen van individuele aard

Art. 2.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan het principe van het werkgeversgezag en ten einde, naar gelang van de economische mogelijkheden van de ondernemingen, de stabiliteit van de arbeidskrachten te verzekeren, geschiedt een eventueel ontslag met inachtneming van de billijkheidsregels. § 2. Indien de werkgever overweegt om een werknemer die is tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur (en die meer dan zes maanden in dienst is) te ontslaan wegens disciplinaire of professionele tekortkomingen, wordt deze werknemer, schriftelijk (per brief, mail, fax) uitgenodigd op een onderhoud dat binnen de 8 kalenderdagen na de uitnodiging plaatsheeft.

De werknemer wordt er schriftelijk van op de hoogte gebracht dat hij zich op dit onderhoud mag laten bijstaan door een vakbondsafgevaardigde van zijn keuze. Tijdens dit onderhoud wordt de werknemer ingelicht over de redenen die de werkgever ertoe hebben geleid een ontslag te overwegen. Indien acties werden ondernomen om het ontslag te vermijden, worden ze vermeld tijdens dit onderhoud. § 3. Bij niet-naleving van de procedure voorzien in § 2 door toedoen van de werkgever, is deze verplicht, aan de ontslagen werknemers met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en met minstens een jaar anciënniteit, een forfaitaire vergoeding te betalen die overeenkomt met het lopende loon van : - drie maanden voor werknemers die minder dan 10 jaar in dienst zijn; - vier en een halve maand voor werknemers die sedert 10 jaar en minder dan 15 jaar in dienst zijn; - zes maanden voor werknemers die sedert 15 jaar en minder dan 20 jaar in dienst zijn; - zeven en een halve maand voor werknemers die sedert 20 jaar en minder dan 25 jaar in dienst zijn; - 9 maanden voor werknemers die sedert 25 jaar of meer in dienst zijn, en dit onverminderd de toepassing van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet cumuleerbaar met andere wettelijke of conventionele beschermingsvergoedingen. § 4. De bepalingen van § 2 en § 3 zijn niet van toepassing indien het ontslag gebeurt om dringende reden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (tenzij de rechtbank later oordeelt dat het niet om een dringende reden ging).

Evenmin zijn ze van toepassing op personeelsleden die buiten het toepassingsgebied vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2008 tot vaststelling van het verloningssysteem in de banksector.

Tenslotte zijn zij ook niet van toepassing in de bedrijven waar reeds dergelijke procedures bestaan, en die minstens gelijkwaardig zijn aan de bepalingen van § 2 en § 3. HOOFDSTUK II. - Bepalingen van collectieve aard Sectie I. Paritaire werkgroep voor de tewerkstelling

Art. 3.Binnen het Paritair Comité voor de banken wordt een paritaire werkgroep voor de tewerkstelling in de banksector, in het kort "werkgroep tewerkstelling", opgericht.

De leden van de werkgroep tewerkstelling worden aangeduid door het paritair comité.

De werkgroep tewerkstelling brengt verslag uit aan het paritair comité.

Art. 4.§ 1. De informatie die krachtens de artikelen 5, 8, 10, 11 en 12 hieronder aan de werkgroep tewerkstelling verstrekt moet worden, wordt meegedeeld aan de voorzitter van het paritair comité, en tegelijk aan de woordvoerders van de vakbondsorganisaties en aan de Belgische Vereniging van Banken.

De werkgroep kan worden samengeroepen door de voorzitter op verzoek van de meest gerede partij. § 2. In de door de artikelen 8, 10, 11 en 12 behandelde hypothesen kan de werkgroep tewerkstelling aan het paritair comité alle maatregelen voorstellen met het oog op het beveiligen van de tewerkstelling van met afdanking bedreigde werknemers.

De werkgroep tewerkstelling zal er meer bepaald over waken dat aan deze werknemers een reclasseringsmogelijkheid in de sector of een voorrang bij aanwerving of wederaanwerving wordt verleend.

De werkgroep tewerkstelling kan verder : - herscholingsmogelijkheden suggereren; - andere initiatieven aanmoedigen tot wederaanpassing van mindervaliden.

Een paritaire werkgroep wordt belast met de opvolging van de reclasseringsmogelijkheden.

Art. 5.De werkgroep tewerkstelling beschikt jaarlijks over een geglobaliseerde informatie ten einde de evolutie van de tewerkstelling in de sector te evalueren.

Art. 6.De werkgroep tewerkstelling heeft tot opdracht om het even welke studie of analyse omtrent de toestand van de tewerkstelling, dit zowel wat betreft de kwalitatieve als de kwantitatieve aspecten, en de wijzigingen aan deze toestand uit te werken.

Zijn werkzaamheden zullen tevens betrekking hebben op de wijzigingen in de activiteiten van de banksector en de eventuele gevolgen hiervan op de tewerkstelling.

In het kader van haar opdrachten zal de werkgroep eveneens bijzondere aandacht hebben voor de aspecten van plaatselijke werkgelegenheid in de banksector.

Sectie II. Ontslag om economische redenen

Art. 7.§ 1. Bij het ontslag dat aan bijzondere economische omstandigheden is te wijten, wordt een orde van voorrang voorzien met inachtneming van de bevoegdheid, de verdienste, de specialisatie, de leeftijd, de anciënniteit en de gezinslast. § 2. Een dergelijk voorgenomen ontslag wordt vooraf ter kennis van de syndicale afvaardiging gebracht. § 3. Evenzo wordt, bij wederindienstneming, de voorrang aan de ontslagen werknemers verleend in omgekeerde volgorde als bij het ontslag.

Sectie III. Collectief ontslag

Art. 8.§ 1. Onder "collectief ontslag" moet men het ontslag verstaan dat 10 pct. van het personeelsbestand aanbelangt over een periode van twee maanden. § 2. In geval van collectief ontslag zal de bank de werkgroep tewerkstelling inlichten op hetzelfde ogenblik dat zij de hiervoor bevoegde wettelijke instanties moet inlichten. § 3. In geval van collectief ontslag zonder inachtneming van de procedure voorzien in vorige paragraaf, is de werkgever verplicht aan de werknemers met contracten van onbepaalde duur een forfaitaire vergoeding te betalen gelijk aan het lopend loon van zes maanden voor de werknemers met een anciënniteit tussen één en vijf jaar en een forfaitaire vergoeding gelijk aan het lopend loon van negen maanden voor de werknemers met een anciënniteit van meer dan vijf jaar, onverminderd de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet cumuleerbaar met de vergoedingen bepaald in de artikelen 16 tot 18 van de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden of met de vergoeding die is verschuldigd in geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde. § 4. In geval van collectief ontslag worden eveneens voorafgaandelijk onderhandelingen gevoerd waarbij de sociale partners gepaste oplossingen en sociale begeleidingsmaatregelen zullen trachten uit te werken om de tewerkstelling van de betrokken werknemers zoveel mogelijk te vrijwaren en/of heroriënteringsmogelijkheden te vergroten.

Bij gebrek aan akkoord over de oplossingen die de op dat niveau betrokken partijen respectievelijk beogen, wordt het probleem voorgelegd aan het paritair comité, dat binnen een termijn van hoogstens twee maanden alle middelen zal uitputten waarover het beschikt.

Art. 9.De banken verbinden zich ertoe de toepassing van de reglementering inzake collectief ontslag niet te omzeilen.

Indien de vakbondsorganisaties zouden vaststellen dat dit toch het geval is, kunnen zij de voorzitter van het Paritair Comité voor de banken verzoeken de werkgroep tewerkstelling zo snel mogelijk samen te roepen.

Sectie IV. Andere herstructureringsmaatregelen

Art. 10.Indien een bank besluit een bepaalde soort bedrijvigheid stop te zetten of een gedeelte of gans haar agentschappennet op te heffen, brengt zij de werkgroep tewerkstelling op de hoogte.

Daarenboven zal de werkgroep tewerkstelling ingelicht worden over iedere fundamentele herstructurering in de bank die een weerslag kan hebben op het niveau van de tewerkstelling.

Art. 11.Indien, in het raam van artikel 10, de bank overgaat tot overplaatsing van een aantal werknemers naar een andere onderneming, met het gevolg dat afdankingen kunnen plaatshebben, en indien deze overplaatsingen op bezwaren stuiten vanwege de werknemers, dan licht de onderneming de werkgroep tewerkstelling daarover in.

Art. 12.§ 1. In geval van fusie, splitsing, opslorping of overname van een andere bank of een type van activiteiten, brengt elke bank (die vóór of na de feiten minstens 50 werknemers tewerkstelt) onmiddellijk de werkgroep tewerkstelling op de hoogte : - van de omstandigheden die aanleiding hebben gegeven tot de fusie, de opslorping of de overname van een type van activiteiten; - van de economische en financiële streefdoelen; - van de gevolgen op het vlak van de werkgelegenheid; - van de mogelijke gevolgen inzake de arbeidsvoorwaarden en -modaliteiten In de hypothese van voorgaande alinea zal de bank dezelfde informatie verstrekken aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, aan de vakbondsafvaardiging.

De bank zal, in de mate van het mogelijke, verdere ontslagen vermijden door opleiding en bijscholing aan te moedigen, teneinde overplaatsingen mogelijk te maken.

In dit kader verbinden de sociale partners zich ertoe om samen naar eventuele oplossingen en sociale begeleidingsmaatregelen te zoeken in het kader van een overleg binnen het betrokken bedrijf.

De oplossingen en de begeleidingsmaatregelen die overwogen worden, kunnen bijvoorbeeld bestaan uit : - een aanwervingsstop van nieuw personeel gedurende 6 maanden voor de functies die geraakt worden door de beperkingsmaatregelen in de betrokken diensten; - een beperking van de aanwervingen voor de nietgeraakte diensten, door de natuurlijke vertrekken te compenseren door overplaatsingen van een dienst naar een andere; - de invoering van herklasseringsplannen in de onderneming begeleid van opleidings- en omscholingsplannen die het personeel met de vereiste vaardigheden toelaten om van een dienst naar een andere over te stappen; - de onderhandeling van een mechanisme van vervroegde vertrekken; - het in aanmerking nemen van de mogelijkheden tot behoud van lokale tewerkstelling. § 2. Teneinde deze informatie te leveren en de werknemers de mogelijkheid te bieden zich over hun rechten te informeren, zal de werkgever in een periode voorzien waarin geen ontslagen zullen gegeven worden ten opzichte van de werknemers die door de fusie, splitsing, opslorping of overname worden gevat.

Dit alles zonder afbreuk te doen aan het algemeen ontslagrecht van de werkgever en onder voorbehoud van een eventueel ontslag om dringende reden of om redenen die geen betrekking hebben op de fusie, splitsing, opslorping of overname; ontslag dat steeds betekend kan worden tijdens deze termijn.

De termijn zal negentig kalenderdagen duren en een aanvang nemen op de dag dat de informatie zal gegeven worden aan de ondernemingsraad, bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging, bij gebreke daaraan het personeel. Hij zal kunnen ingekort worden in akkoord met de vakbondsafvaardiging. Indien in de onderneming geen vakbondsafvaardiging aanwezig is, geldt in elk geval de termijn van negentig kalenderdagen. § 3. Elk ontslag dat door de werkgever tijdens de genoemde termijn van negentig kalenderdagen wordt betekend zonder naleving van de bepalingen vervat in de vorige alinea, geeft aan het betrokken personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en met minstens één jaar anciënniteit het recht op betaling door de werkgever van een forfaitaire schadevergoeding.

Deze forfaitaire vergoeding is gelijk aan het lopend loon van zes maanden voor de werknemers met een anciënniteit tussen één en vijf jaar en een forfaitaire vergoeding gelijk aan het lopend loon van negen maanden voor de werknemers met een anciënniteit van meer dan vijf jaar, onverminderd de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet cumuleerbaar met de vergoedingen bepaald in de artikelen 16 tot 18 van de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden, de vergoeding verschuldigd in geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde of een preventieadviseur, of enige andere vergoeding of schadeloosstelling die op bedrijfsniveau bij individuele of collectieve overeenkomst aan de betrokken werknemers zou worden toegekend.

Sectie V. Informatie

Art. 12bis.Wanneer wordt vastgesteld dat de werkgelegenheid in het bedrijf met meer dan 5 pct. is afgenomen in vergelijking met het jaar voordien, dan wordt dit meegedeeld aan de ondernemingsraad. Deze berekening wordt jaarlijks uitgevoerd. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en slotbepalingen

Art. 13.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2007.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door één van de partijen, mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden.

Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de banken bij een ter post aangetekende brief. § 2. Op 1 juli 2007 worden opgeheven : - de sectie VIII van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (artikelen 66 tot 69); - de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002 tot oprichting van een paritaire werkgroep voor de tewerkstelling in de banksector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^