Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 augustus 2012
gepubliceerd op 09 november 2012

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de revalidatiecentra

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012012029
pub.
09/11/2012
prom.
03/08/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de revalidatiecentra (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de revalidatiecentra.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009 Loon- en arbeidsvoorwaarden in de revalidatiecentra (Overeenkomst geregistreerd op 24 februari 2009 onder het nummer 91047/CO/330) HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de revalidatiecentra die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

De revalidatiecentra die een dienst uitmaken van een ziekenhuis of een opvoedingsinstelling en als dusdanig onder de beheersverantwoordelijkheid van dit ziekenhuis of opvoedingsinstelling vallen, zijn uitgesloten van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op al de werknemers en beogen slechts minimumlonen te bepalen, terwijl aan de partijen de vrijheid wordt overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, waarin onder meer rekening wordt gehouden met de bijzondere bekwaamheden en de persoonlijke verdiensten van de betrokkenen.

Zij mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

Art. 3.§ 1. Het loon van de werknemer wordt vastgesteld in de loonschaal verbonden aan zijn graad. § 2. Voor de toepassing van paragraaf 1 van dit artikel en van de loonschalen, wordt voor elk van de loonschalen een structuur vastgelegd, zoals vermeld in de bijlage 1 : - een jaarlijks minimumloon; - zogenaamde "trappen"-lonen, welke het resultaat zijn van de periodieke jaarlijkse of tweejaarlijkse verhogingen; - een jaarlijks maximumloon. HOOFDSTUK II. - Werknemers die in hoofdzaak handenarbeid verrichten

Art. 4.Aan de werknemers die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten worden volgende graden toegekend : - ongeschoolde werkman-onderhoudswerkman; - halfgeschoolde werkman B; - geschoold werkman A; - geschoold werkman B; - eerste werkman A; - eerste werkman B; - ploegbaas B; - werkleider; - werkmeester.

Art. 5.Toekenningsvoorwaarden tot de graden De graad van ongeschoold werkman en onderhoudswerkman wordt toegekend aan de werknemer die niet in het bezit is van een diploma, brevet of getuigschrift.

De graad van halfgeschoold werkman B wordt toegekend aan de werknemer die een vorming of beroepsbekwaamheid bezit gelijk aan het lager secundair beroepsonderwijs of onvolledig lager secundair technische onderwijs.

De graad van geschoold werkman A wordt toegekend aan de werknemer die een vorming of beroepsbekwaamheid bezit, gelijk aan het hoger secundair beroepsonderwijs of het lager secundair technisch onderwijs.

De graad van geschoold werkman B wordt toegekend aan de werknemer die een vorming of beroepsbekwaamheid bezit, gelijk aan het hoger secundair beroepsonderwijs of het lager secundair technisch onderwijs en die bovendien een bijkomende vorming heeft genoten voor zijn functie.

De graad van eerste werkman A wordt toegekend aan de werknemer die een vorming of beroepsbekwaamheid bezit, gelijk aan het hoger secundair technisch onderwijs.

De graad van eerste werkman B wordt toegekend aan de werknemer die een vorming of beroepsbekwaamheid bezit, gelijk aan het hoger secundair onderwijs en die bovendien een bijkomende vorming heeft genoten voor zijn functie.

De graad van ploegbaas B wordt toegekend aan de werknemer die verantwoordelijk is voor een groep werklieden en met een coördinatieopdracht voor de activiteiten van deze ploeg is belast.

De graad van werkleider wordt toegekend aan de werknemer die de leiding heeft van het geheel van de werklieden en is belast met een coördinatieopdracht voor de activiteiten van het geheel van de werklieden.

De graad van werkmeester wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van een diploma van hogere scholing en/of specialisatie.

Art. 6.Loonschalen - De loonschaal 1.12 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van ongeschoold werkman, onderhoudswerkman en halfgeschoold werkman B. - De loonschaal 1.14 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van geschoold werkman A. - De loonschaal 1.22 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van geschoold werkman B. - De loonschaal 1.26 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van eerste werkman A. - De loonschaal 1.30 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van eerste werkman B. - De loonschaal 1.40 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van ploegbaas B. - De loonschaal 1.54 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van werkleider. - De loonschaal 1.59 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van werkmeester. HOOFDSTUK III. - Werknemers die in hoofdzaak hoofdarbeid verrichten A. Administratief personeel

Art. 7.Aan het administratief personeel worden volgende graden toegekend : - klerk; - hoofdklerk; - opsteller; - onderbureauchef; - boekhouder; - informaticus.

Art. 8.Toekenningsvoorwaarden tot de graden a) De graden van klerk en hoofdklerk worden toegekend aan de werknemer die in het bezit is van één van volgende diploma's of getuigschriften : 1° gehomologeerd getuigschrift van lagere secundaire studies of gelijkwaardig getuigschrift uitgereikt door een van regeringswege samengestelde examencommissie;2° diploma van een tot de groep handel, administratie en organisatie behorende afdeling van een lagere secundaire technische leergang van een inrichting voor technisch onderwijs opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat, uitgereikt na een cyclus van ten minste zevenhonderd vijftig lestijden;3° brevet van de afdeling "bureauwerk" of "kantoorwerk" uitgereikt door een hogere secundaire beroepsschool opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat;4° diploma of studiegetuigschrift waaruit blijkt dat de eerste drie jaren middelbaar onderwijs met vrucht werden gevolgd en beëindigd voor het schooljaar 1965-1966 in een door de Staat opgerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting van middelbaar of technisch onderwijs;5° studiegetuigschrift waaruit blijkt dat de eerste twee jaar lagere normaalstudies, aangevat worden onder de regeling van kracht op 31 augustus 1957, met vrucht werden gevolgd;6° diploma of getuigschrift waaruit blijkt dat de eerste drie jaar studies in een technische school of in een technische afdeling toegevoegd aan een middelbare school opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat en gerangschikt in één van volgende categorieën : A3, A6/A3;A6/C1/A3, A3A, A7/A3, C1, C5/C1/C2/Aa, met vrucht werden gevolgd; 7° einddiploma of getuigschrift uitgereikt na een cyclus van ten minste zevenhonderd vijftig lestijden door een inrichting voor technisch onderwijs gerangschikt in categorie B3/B2, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat en welke bij de toelating een diploma eist van volledige lager secundaire studies of het welslagen voor een daarmede gelijkgesteld toelatingsexamen.b) De graden van opsteller en onderbureauchef worden toegekend aan de werknemer die in het bezit is van één van volgende diploma's of getuigschriften : 1° gehomologeerd eindgetuigschrift of erkend diploma van middelbare studies van de hogere graad ofwel eindgetuigschrift van middelbare studies van de hogere graad en welslagen in - of vrijstelling van - het voorbereidend examen georganiseerd door de universiteit met het oog op de toelating tot de studies welke tot een wetenschappelijke graad leiden;2° getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs uitgereikt door de examencommissie van de Staat voor het hoger middelbaar onderwijs;3° einddiploma van hoger onderwijs van het korte type volgens volledig leerplan uitgereikt door een inrichting opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat of door één van de regeringswege samengestelde examencommissie;4° gehomologeerd diploma van hogere secundaire technische studies of eindgetuigschrift van studies in een hogere secundaire technische school, na een cyclus van zes jaar met vrucht volbrachte secundaire studies, uitgereikt door een inrichting van het technisch onderwijs opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat of door een van regeringswege samengestelde examencommissie;5° diploma van een tot de groep handel, administratie en organisatie behorende afdeling van een hogere secundaire technische leergang van een inrichting voor technisch onderwijs opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat, uitgereikt na een cyclus van ten minste zevenhonderd vijftig lestijden;6° diploma van een tot de groep handel, administratie en organisatie behorende afdeling van het economisch hoger onderwijs van het korte type sektor "sociale promotie", uitgereikt door een inrichting opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat;7° kandidaatsdiploma of -getuigschrift uitgereikt na een cyclus van ten minste twee jaar studie door een door de Staat opgerichte, gesubsidieerde of erkende hogere technische school van de derde graad, categorie A5;8° getuigschrift uitgereikt na één van de voorbereidende proeven voorgeschreven door de artikelen 10, 10bis en 12 van de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens;9° einddiploma of studiegetuigschrift uitgereikt door een inrichting voor technisch onderwijs opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat en gerangschikt in volgende categorieën : A1, A6/A1, A7/A1, C1/A1, A8/A1, A1/D, A2/An, C1/D, C5/C1/D en C1/An;10° einddiploma of getuigschrift na drie jaar studies van de hogere secundaire cyclus uitgereikt door een inrichting voor technisch onderwijs opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat en gerangschikt in volgende categorieën : A2, A6/A2, A6/C1/A2, A7/A2, A8/A2, A2/A, C1, C1/A, C5/C1, C1/A2, voor zover evenwel de houders van deze diploma's of getuigschriften met vrucht een volledige cyclus van zes jaar studies, volgend op de lagere studies, hebben gevolgd;11° einddiploma of -getuigschrift uitgereikt na een cyclus van ten minste zevenhonderd vijftig lestijden door een inrichting van technisch onderwijs gerangschikt in de categorie B3/B1, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat en welke, bij de toelating, een diploma eist van volledige hogere secundaire studies of het welslagen voor een daarmee gelijkgesteld toelatingsexamen.c) De graad van boekhouder wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van een diploma van gegradueerde in de boekhouding of in een andere administratieve finaliteit.d) De graad van informaticus wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van een diploma van gegradueerde in de informatica.

Art. 9.Loonschalen - De loonschaal 1.22 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van klerk. - De loonschaal 1.40 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van hoofdklerk. - De loonschaal 1.50 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van opsteller. - De loonschaal 1.47 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van onderbureauchef. - De schaal 1.55 - 1.61 - 1.77 wordt toegekend aan de titularis van de graad van boekhouder en informaticus.

B. Verzorgend en verplegend personeel

Art. 10.Aan het verzorgend en verplegend personeel worden volgende graden toegekend : - gegradueerde verpleger; - gebrevetteerde verpleger; - verpleegassistent; nieuwe benaming ziekenhuisassistent; - kinderverzorger; - sanitaire helper.

Art. 11.Toekenningsvoorwaarden van de graden a) De graad van gegradueerde verpleger wordt toegekend aan de houder van het diploma van gegradueerde verpleger of degene die is gerechtigd de titel gegradueerde verpleger te voeren, overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het diploma van vroedvrouw, verpleger of verpleegster wordt toegekend.b) De graad van gebrevetteerde verpleger wordt toegekend aan de houder van het brevet van ziekenverpleger of van een diploma van verpleger van een hoger niveau.c) De graad van verpleegassistent wordt toegekend aan de houder van het brevet van verpleegassistent ingesteld bij het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 of van een brevet of diploma van een hoger niveau.De graad van verpleegassistent wordt eveneens toegekend aan de houder van het getuigschrift van ziekenoppasser of ziekenverzorger. d) De graad van kinderverzorger wordt toegekend aan de houder van een brevet van kinderverzorger, ingesteld bij het koninklijk besluit van 17 augustus 1957.e) De graad van sanitaire helper wordt toegekend aan de houder van een brevet van sanitaire helper.

Art. 12.Loonschalen - De geïntegreerde schaal 1.55 - 1.61 - 1.77 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van gegradueerde verpleger. - De geïntegreerde schaal 1.43 - 1.55 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van gebrevetteerde verpleger. De verplegers-titularissen van het diploma A2 (oud stelsel) in dienst na 1 augustus 1964 genieten dezelfde bezoldigingsregeling als de gebrevetteerde verplegers. - De geïntegreerde schaal 1.40 - 1.57 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van verpleegassistent. - De loonschaal 1.35 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van kinderverzorger en sanitaire helper.

C. Paramedisch personeel

Art. 13.Aan het paramedisch personeel worden volgende graden toegekend : - kinesitherapeut, ergotherapeut, logopedist, orthoptist, audioloog en gehoorprotesist.

Art. 14.Toekenningsvoorwaarden tot de graden De graden van kinesitherapeut, ergotherapeut, logopedist, orthoptist, audioloog en gehoorprotesist worden toegekend respectievelijk aan de werknemer die in het bezit is van een diploma van gegradueerde of licentiaat in de kinesitherapie, ergotherapie, logopedie, orthopsie, audiologie en gehoorprotesie.

Art. 15.Loonschalen - De geïntegreerde schaal 1.55 - 1.61 - 1.77 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van kinesitherapeut, ergotherapeut, logopedist, orthoptist, audioloog en gehoorprotesist.

D. Sociaal, psychologisch en pedagogisch personeel

Art. 16.Aan het sociaal, psychologisch en pedagogisch personeel worden volgende graden toegekend : - opvoeder; - maatschappelijk assistent; - sociaal verpleegkundige; - psycholoog en (ortho)pedagoog; - assistent in de psychologie en assistent in de (ortho)pedagogie.

Art. 17.Toekenningsvoorwaarden tot de graden De graad van opvoeder wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van één van volgende diploma's : a) diploma van het lager secundair algemeen - of technisch onderwijs en diploma hoger secundair beroepsonderwijs;b) diploma van hoger secundair algemeen - of technisch onderwijs;c) diploma van het hoger secundair algemeen - of technisch onderwijs met sociale, pedagogische, psychologische, paramedische of artistieke oriëntatie en/of in het bezit van een specifiek diploma van de richting "bijzondere jeugdzorg";d) diploma van het hoger onderwijs met sociale, pedagogische, psychologische, paramedische of artistieke oriëntatie. De graad van maatschappelijk assistent wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van het diploma van maatschappelijk assistent.

De graad van sociaal verpleegkundige wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van het diploma van gegradueerde sociaal verpleegkundige.

De graad van assistent in de psychologie en assistent in de (ortho)pedagogie wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van een diploma van assistent in de psychologie of van een diploma van assistent in de (ortho)pedagogie.

De graad van psycholoog en van (ortho)pedagoog wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van een licentiaatsdiploma psychologie of (ortho)pedagogie.

Art. 18.Loonschalen - De loonschaal 1.35 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van opvoeder, houder van een diploma van het lager secundair algemeen - of technisch onderwijs en aan de houder van een diploma van het hoger secundair beroepsonderwijs. - De loonschaal 1.50 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van opvoeder, houder van een diploma van het hoger secundair algemeen - of technisch onderwijs. - De geïntegreerde schaal 1.40 - 1.57 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van opvoeder, houder van een diploma van het hoger secundair algemeen - of technisch onderwijs met sociale, pedagogische, psychologische, paramedische of artistieke oriëntatie en/of in het bezit van een specifiek diploma van de richting "bijzondere jeugdzorg". - De geïntegreerde schaal 1.55 - 1.61 - 1.77 wordt toegekend aan de titularissen van : * de graad van opvoeder : houder van een diploma van het hoger onderwijs met sociale, pedagogische, psychologische, paramedische of artistieke oriëntatie; * de graad van maatschappelijk assistent; * de graad van assistent in de psychologie en van assistent in de (ortho)pedagogie. - De geïntegreerde schaal 1.55 - 1.61 - 1.77 - met toekenning van één tweejaarlijkse verhoging - wordt toegekend aan de titularissen van de graad van sociaal verpleegkundige. - De loonschaal 1.80 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van psycholoog en van (ortho)pedagoog.

E. Personeel van de technisch-ondersteunende dienst en wetenschappelijk personeel

Art. 19.Aan het personeel van de technisch-ondersteunende dienst en aan het wetenschappelijk personeel worden volgende graden toegekend : - technicus in de mechanica, elektronica en informatica; - licentiaat in de fysica.

Art. 20.Toekenningsvoorwaarden De graad van technicus in de mechanica, elektronica en informatica wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van één van volgende diploma's : a) diploma van hoger secundair technisch onderwijs;b) diploma van hoger technisch onderwijs. De graad van licentiaat in de fysica wordt toegekend aan de werknemer die in het bezit is van het licentiaatsdiploma.

Art. 21.Loonschalen - De geïntegreerde schaal 1.40 - 1.57 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van technicus in de mechanica, elektronica en informatica, houder van een diploma van het hoger secundair technisch onderwijs. - De geïntegreerde schaal 1.55 - 1.61 - 1.77 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van technicus in de mechanica, elektronica en informatica, houder van een diploma van het hoger technisch onderwijs. - De loonschaal 1.80 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van licentiaat in de fysica. HOOFDSTUK IV. - Vaststelling van de anciënniteit in de loonschaal

Art. 22.§ 1. Vanaf 1 september 1989 wordt aan alle werknemers, tewerkgesteld in een revalidatiecentrum, een anciënniteit in de loonschaal toegekend die gelijk is aan het aantal volle maanden gepresteerd met een arbeidsovereenkomst in de revalidatiecentra. § 2. Indien de werknemer tewerkgesteld is in een revalidatiecentrum met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die loopt ten laatste vanaf 1 februari en eindigt tussen 14 en 29 juni daaropvolgend en deze werknemer vervolgens vóór 16 september van hetzelfde jaar opnieuw met een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld wordt in een revalidatiecentrum, dan worden de maanden juni en september voor de vaststelling van de anciënniteit in de loonschaal gelijkgesteld met volle maanden. § 3. Indien de werknemer vóór 16 september tewerkgesteld is in een revalidatiecentrum met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigt tussen 14 en 30 juni daaropvolgend en deze werknemer vervolgens vóór 16 september van hetzelfde jaar opnieuw tewerkgesteld wordt in een revalidatiecentrum, dan wordt aan deze werknemer - onverminderd het bepaalde in § 2 - bij zijn indiensttreding in september één bijkomende maand anciënniteit in de loonschaal toegekend. HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen A. Bevordering

Art. 23.Op het ogenblik van zijn bevordering heeft elk personeelslid onmiddellijk recht op de loonschaal van de nieuwe functie welke hij uitoefent, rekening houdend met de verworven anciënniteit in de loonschaal.

B. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 24.§ 1. Al de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene lonen, evenals de werkelijk uitbetaalde lonen, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, overeenkomstig de modaliteiten welke zijn vastgesteld bij de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid van de arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Zij worden beschouwd als zijnde in overeenstemming met het spilindexcijfer 138.01 (basis 1981) (cfr. 102.02 basis 1988), vereffening aan 100 pct. op 1 januari 1990.

Bij het sluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt de vereffeningscoëfficiënt van 148,59 pct. die sinds 1 september 2008 van kracht is. § 2. Het geïndexeerde maandloon is gelijk aan het door twaalf gedeelde geïndexeerde jaarloon met twee decimalen.

Het geïndexeerde uurloon is gelijk aan het door 1976 (in het stelsel van de 38-urenweek) gedeelde jaarloon, met vier decimalen.

De afronding gebeurt door het cijfer na de af te ronden decimaal te verwaarlozen als het lager is dan vijf en door het af te ronden decimaal naar de hogere eenheid te brengen als gelijk is aan of hoger is dan vijf.

C. Verlof voor deelneming aan examens

Art. 25.De werknemer mag, mits akkoord van de werkgever, onbezoldigd afwezig zijn de dag van een examen dat betrekking heeft op functies uitgeoefend in het revalidatiecentrum.

D. Dagloon

Art. 26.In afwijking van de gebruikelijke berekeningswijze van het dagloon in de private sector, wanneer de maandwedde niet volledig verschuldigd is, wordt - rekening houdend met het systeem van het Rijk - het dagloon in dertigsten van het geïndexeerde maandloon berekend overeenkomstig volgende modaliteiten : - bedraagt het werkelijk aantal te betalen dagen 15 of minder, dan is het aantal verschuldigde dertigsten gelijk aan het werkelijk aantal te betalen dagen; - bedraagt het werkelijk aantal te betalen dagen meer dan 15, dan is het aantal verschuldigde dertigsten gelijk aan het verschil tussen dertig en het werkelijk aantal niet te betalen dagen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 27.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009.

Zij is gesloten voor onbepaalde duur en kan geheel of gedeeltelijk worden herzien of opgezegd door elk van de partijen mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, voor de revalidatiecentra vermeld onder artikel 1, de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1994, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van de werknemers van de revalidatiecentra (koninklijk besluit van 29 januari 1996 - Belgisch Staatsblad van 28 maart 1996) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1996, gesloten in hetzelfde paritair subcomité, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden in de autonome revalidatiecentra (koninklijk besluit van 20 mei 1997 - Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1997).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de revalidatiecentra

1.12

1.14

1.22

1.26

1.30

1.35

1.40

1.40/1.57

1.43/1.55

1.47

1.50

1.54

1.55/1.61/ 1.77

1.59

1.80


0

12.384,81

12.589,17

13.300,93

13.568,72

13.977,45

14.442,55

14.804,85

14.804,85

15.342,70

15.790,89

13.837,99

16.343,64

16.627,41

17.314,77

22.392,42

1

13.422,15

13.661,73

14.373,51

14.641,31

15.050,06

15.515,16

15.925,35

15.925,35

16.508,02

16.956,21

15.003,31

17.464,20

17.837,72

18.435,30

23.489,55

2

13.492,67

13.792,15

14.507,37

14.782,31

15.191,04

15.656,16

15.133,11


3

13.563,17

13.922,57

14.641,26

14.923,29

15.332,02

15.797,11

16.194,31

16.194,31

16.776,96

17.225,13

15.262,88

17.733,11

18.375,55

18.704,24

24.472,30

4

13.633,67

14.052,96

14.775,12

15.064,24

15.473,02

15.938,09

15.392,65


5

13.704,17

14.183,38

14.908,99

15.205,24

15.614,00

16.079,09

16.463,28

16.463,28

17.135,52

17.583,73

15.522,45

18.002,10

18.913,38

18.973,18

25.455,02

6

13.774,65

14.313,82

15.042,90

15.346,22

15.754,97

16.220,07

15.836,18


7

13.845,15

14.444,21

15.176,74

15.487,20

15.895,92

16.361,05

16.732,19

18.614,67

19.451,96

18.300,81

16.149,89

18.271,02

21.554,49

19.242,14

26.437,77

8

13.915,65

14.574,63

15.310,62

15.628,17

16.036,93

16.502,05

16.463,60


9

13.986,18

14.705,02

15.444,49

15.769,18

16.177,90

16.643,03

17.001,18

18.883,66

20.000,45

19.017,95

16.777,29

18.539,98

22.102,98

19.512,99

27.420,49

10

14.420,29

15.202,10

15.993,32

16.322,25

16.725,60

17.196,23

17.359,71

19.242,19

20.366,06

19.376,52

17.449,62

18.898,53

22.468,60

19.878,63

27.786,14

11

14.490,76

15.360,65

16.155,44

16.491,32

16.894,71

17.365,29

17.718,26

19.604,36

20.914,53

20.015,64

17.763,33

19.257,09

23.017,09

20.244,25

28.768,89

12

14.561,27

15.519,18

16.317,54

16.660,45

17.063,83

17.534,43

18.077,07


13

14.631,79

15.677,70

16.479,64

16.829,57

17.232,91

17.703,51

18.076,82

19.970,00

21.463,02

20.655,53

18.390,77

19.619,53

23.565,55

20.609,89

29.751,61

14

14.702,29

15.836,26

16.641,74

16.998,68

17.402,03

17.872,65

18.704,46


15

14.772,79

15.994,78

16.803,86

17.167,79

17.571,16

18.041,77

18.435,37

20.335,62

22.011,48

21.295,47

19.018,17

19.985,18

24.114,02

20.975,54

30.734,36

16

14.843,29

16.153,31

16.965,96

17.336,90

17.740,28

18.210,85

19.331,90

26.003,29


17

14.913,80

16.311,89

17.128,08

17.505,99

17.909,37

18.379,99

18.793,92

20.701,27

22.559,95

21.935,40

19.650,05

20.350,79

26.551,75

21.341,15

31.717,08

18

14.984,30

16.470,39

17.290,15

17.675,13

18.078,48

18.549,08

19.969,96

31.717,08

19

15.054,80

16.628,95

17.452,25

17.844,24

18.247,59

18.718,22

19.152,45

21.066,91

23.108,44

22.575,29

20.289,81

20.716,44

27.100,22

21.706,80

32.699,83

20

15.125,32

16.787,47

17.614,40

18.013,33

18.416,70

18.887,31

20.609,74


21

15.195,82

16.946,03

17.776,49

18.182,47

18.585,84

19.056,42

19.512,81

21.432,53

23.656,90

23.215,25

20.929,63

21.082,08

27.648,73

22.072,39

33.682,61

22

15.266,32

17.104,53

17.938,57

18.351,56

18.754,91

19.225,53

21.249,53


23

15.336,83

17.263,08

18.100,69

18.520,70

18.924,04

19.394,64

19.878,46

21.798,17

24.205,39

23.855,17

21.569,44

21.447,70

28.197,19

22.438,03

34.665,33

24

15.407,33

17.421,61

18.262,79

18.689,78

19.093,13

19.566,81

21.889,32


25

15.477,83

17.580,16

18.424,91

18.858,90

19.262,27

19.739,24

20.244,08

22.163,81

24.753,85

24.495,08

22.209,23

21.813,34

28.745,68

22.803,68


26

15.548,35

17.738,67

18.586,98

19.028,01

19.431,73

19.911,73

22.529,11


27

15.618,85

17.897,24

18.749,10

19.197,12

19.604,19

20.084,18

20.609,72

22.529,43

25.302,32

25.135,02

22.849,04

22.178,98

29.294,15

23.169,29


28

18.055,77

18.911,20

19.366,24

19.776,65

20.256,69

23.168,90


29

18.214,30

19.073,30

19.537,75

19.949,13

20.429,15

20.975,34

22.895,07

25.774,93

23.488,80

22.544,58

23.534,94


30


31

21.340,98

23.260,69

22.910,22

23.900,60


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^