Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 april 2003
gepubliceerd op 22 april 2003

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 388 van de programmawet van 24 december 2002 en tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003224
pub.
22/04/2003
prom.
03/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/03/2003003224/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 388 van de programmawet van 24 december 2002 en tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomsten-belastingen 1992, inzonderheid op de artikelen 250, 300, § 1 en 312;

Gelet op de programmawet van 24 december 2002 inzonderheid op artikel 388;

Gelet op het KB/WIB 92, inzonderheid op artikel 90, § 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 januari 1995, 10 januari 1997, 3 mei 1999 en 5 december 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 3 april 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat : - dit besluit de uitvoering betreft van artikel 388 van de programmawet van 24 december 2002; - de artikelen 387 en 388 overeenkomstig artikel 389 van dezelfde wet van toepassing zijn op de bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 januari 2003; - de werkgevers uit de betrokken sector onverwijld in kennis moeten worden gesteld van hun aanvullende verplichtingen inzake bedrijfsvoorheffing;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 90, § 1, KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 januari 1995, 10 januari 1997, 3 mei 1999 en 5 december 2000, wordt aangevuld met het volgende lid : « De schuldenaars van bedrijfsvoorheffing die zijn bedoeld in artikel 387, eerste lid, van de Programmawet van 24 december 2002, moeten voor de periode waarin zij bezoldigingen hebben toegekend waarvoor het bedrag van de ingehouden bedrijfsvoorheffing, bevattende een eventuel fiscaal volontariaat, verschilt van het bedrag van de fictieve bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 387, tweede lid van de genoemde wet, afzonderlijke aangiften in de bedrijfsvoorheffing overleggen volgens het hierna volgend onderscheid : - een eerste aangifte in de bedrijfsvoorheffing bevat de door de werkgever betaalde of toegekende belastbare inkomsten van werknemers die niet in artikel 387, eerste lid van de genoemde wet zijn bedoeld en de daarop verschuldigde bedrijfsvoorheffing die in de Schatkist moet worden gestort; - een tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing bevat uitsluitend de door de werkgever voor die periode werkelijk betaalde of toegekende belastbare inkomsten van de werknemers die wel in het artikel 387, eerste lid van de genoemde wet zijn bedoeld en de daarop ingehouden bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 387, derde of vijfde lid van dezelfde wet; - wanneer het bedrag van de ingehouden bedrijfsvoorheffing lager is dan het bedrag van de fictieve bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 387, derde lid, van de genoemde wet, dan moet een derde aangifte in de bedrijfsvoorheffing worden ingediend die uitsluitend het positieve verschil bevat tussen de fictieve bedrijfsvoorheffing en de ingehouden bedrijfsvoorheffing. In de rubriek "belastbare inkomsten" moet het cijfer "0" worden ingevuld; - wanneer het bedrag van de ingehouden bedrijfsvoorheffing meer bedraagt dan het bedrag van de fictieve bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 387, vijfde lid, van de genoemde wet, dan moet een vierde aangifte in de bedrijfsvoorheffing worden ingediend die uitsluitend het negatieve verschil bevat tussen de fictieve bedrijfsvoorheffing en de ingehouden bedrijfsvoorheffing. In de rubriek "belastbare inkomsten" moet het cijfer "0" worden ingevuld. »

Art. 2.Voor de toepassing van artikel 388, van de Programmawet van 24 december 2002 moeten de in artikel 387, eerste lid van dezelfde wet vermelde werkgevers, de volgende documenten toevoegen aan de in artikel 90, § 1, vijfde lid, tweede streepje KB/WIB 92 vermelde aangifte in de bedrijfsvoorheffing : 1. wat de in België geregistreerde schepen betreft : - ter gelegenheid van de eerste aangifte in de bedrijfsvoorheffing die ter uitvoering van deze bepalingen wordt ingediend, een afschrift van de zeebrief die voor elk van de betrokken schepen is uitgereikt; - een nominatieve lijst per schip met de vermelding van : 1° de volledige identiteit van de werkgever met vermelding van het nationaal nummer of het refertenummer als schuldenaar inzake bedrijfsvoorheffing;2° voor elke in artikel 387, eerste lid van dezelfde wet vermelde werknemer : a) de volledige identiteit alsmede, in voorkomend geval, het nationaal nummer;b) de functie aan boord van het schip of een omschrijving van de aan boord verrichte werkzaamheden;c) in voorkomend geval, de data van indiensttreding en uitdiensttreding zoals die in de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling (DIMONA) zijn vermeld;d) het bedrag van de betaalde bruto belastbare bezoldigingen;e) het bedrag van de op die bezoldigingen ingehouden bedrijfsvoorheffing en een gedetailleerde berekening van die bedrijfsvoorheffing;f) een gedetailleerde berekening van de in artikel 387, tweede lid van de genoemde wet bedoelde fictieve bedrijfsvoorheffing;3° het totaal bedrag van de bezoldigingen en van de ingehouden bedrijfsvoorheffing;4° het totaal bedrag van de forfaitaire bezoldigingen en van de fictieve bedrijfsvoorheffing;2. wat de in een andere lidstaat van de Europese Unie geregistreerde schepen betreft : - een afschrift van de zeebrief die voor elk van de betrokken schepen is uitgereikt of een document vergelijkbaar met die zeebrief, waaruit onomstotelijk blijkt dat het betreffende schip in een lidstaat van de Europese Unie is geregistreerd.Dit document moet steeds worden toegevoegd; - een nominatieve lijst per schip met daarop dezelfde gegevens als vermeld onder 1, tweede streepje hiervoor.

Art. 3.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 januari 2003.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Programmawet (I) van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december 2002.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989.

Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, err. 8 oktober 1996.

KB/WIB 92 - Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993.

Koninklijk besluit van 3 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 17 januari 1995.

Koninklijk besluit van 10 januari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 februari 1997.

Koninklijk besluit van 3 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1999 - eerste editie.

Koninklijk besluit van 5 december 2000, Belgisch Staatsblad van 16 december 2000.

^