gepubliceerd op 07 mei 2021
Koninklijk besluit tot aanvulling van de maatregelen genomen door de wet van 15 juli 2020 tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector en tot tijdelijke verhoging van de minima van de uitkeringen van sommige werknemers tewerkgesteld in de artistieke sector
2 MEI 2021. - Koninklijk besluit tot aanvulling van de maatregelen genomen door de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector en tot tijdelijke verhoging van de minima van de uitkeringen van sommige werknemers tewerkgesteld in de artistieke sector
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit waarvan ik de eer heb het voor te leggen ter ondertekening van Uwe Majesteit beoogt af te wijken van het
koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
25/11/1991
pub.
06/11/2020
numac
2020015855
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V
type
koninklijk besluit
prom.
25/11/1991
pub.
01/10/2021
numac
2021033177
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII
type
koninklijk besluit
prom.
25/11/1991
pub.
05/11/2018
numac
2018014576
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I
type
koninklijk besluit
prom.
25/11/1991
pub.
14/12/2020
numac
2020043849
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI
type
koninklijk besluit
prom.
25/11/1991
pub.
24/05/2019
numac
2019012364
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II
type
koninklijk besluit
prom.
25/11/1991
pub.
24/05/2019
numac
2019012365
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III
type
koninklijk besluit
prom.
25/11/1991
pub.
24/05/2019
numac
2019012363
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV
sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, omwille van het virus COVID-19.
Naast de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector, worden twee nieuwe maatregelen genomen om voor de werknemers van die sector, die hard wordt getroffen, de effecten van de crisis te beperken en hen een inkomen te verzekeren.
In artikel 1 van het ontwerp gaat het erom de werknemers van de culturele sector de mogelijkheid te bieden de prestaties te laten gelden die konden worden verricht in de periode van 14 maart 2020 tot 30 juni 2021 om het tijdelijke recht op werkloosheidsuitkeringen te openen.
De wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten heeft immers een versoepelde maatregel ingevoerd voor de toelaatbaarheid tot de werkloosheidsuitkeringen voor bepaalde werknemers van de culturele sector, namelijk de artiesten en de technici. In het kader van die maatregel kan het recht op uitkeringen tijdelijk worden geopend op basis van een beperkt aantal arbeidsprestaties.
Die prestaties moeten wel gelegen zijn in de referteperiode die loopt van 13 maart 2019 tot 13 maart 2020.
Het ontwerp van besluit beoogt rekening te houden met de arbeidsprestaties die toch konden worden uitgeoefend in die sector na 13 maart 2020, enerzijds als gevolg van de tijdelijke versoepeling van de gezondheidsmaatregelen in de periode van juni tot oktober 2020 en anderzijds dankzij de aanpassing van de arbeidsomstandigheden.
In artikel 2 van het ontwerpbesluit wordt in een tijdelijke verhoging voorzien van het minimumbedrag van de werkloosheidsuitkering van de werklozen die behoren tot de groep van losse werknemers van de artistieke sector.
De Raad van State vraagt zich af of het verhogen van het minimumbedrag van de uitkering dat is voorbehouden aan de werklozen die de maatregel genieten, voorzien in de artikelen 116, § 5, en 116, § 5bis, van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten, geen schending uitmaakt van het principe van gelijke behandeling ten opzichte van de andere werkzoekenden.
De loontrekkenden uit de artistieke sector zijn voor het overgrote deel tewerkgesteld met contracten van korte duur. De gewone regels van de werkloosheidsreglementering die de degressiviteit van de uitkeringen verhinderen of temperen zijn op hen niet van toepassing.
Om die reden is in de reglementering voor die werklozen een regel voorzien van fixering van het bedrag van de uitkeringen. Die regel is voorzien in artikel 116, § 5, van het koninklijk besluit voor de artiesten en in artikel 116, § 5bis, voor de technici van de artistieke sector. Die fixering vindt plaats op het einde van de eerste vergoedingsperiode, om de daling van de uitkeringen als gevolg van de overgang naar de tweede vergoedingsperiode te temperen. Die werknemers wisselen vervolgens korte arbeidsperiodes af met periodes van werkloosheid.
Sinds het begin van de crisis zijn die arbeidsperiodes grotendeels verdwenen. Gelet op de wijze van tewerkstelling, die wordt gekenmerkt door contracten van korte duur die gewoonlijk vlak voor de prestaties worden afgesloten, kunnen die werknemers, in tegenstelling tot de werknemers van de andere sectoren, geen uitkeringen tijdelijke werkloosheid krijgen. In het kader van de crisis werd het bedrag van de uitkeringen tijdelijke werkloosheid verhoogd, zowel wat het percentage betreft dat in aanmerking wordt genomen, gebracht op 70 %, als op het niveau van de minimumuitkering, die werd opgetrokken.
Het feit dat een verhoging wordt voorzien van het minimumbedrag van de uitkering voor die periodieke werknemers/werklozen van de artistieke sector is bijgevolg gerechtvaardigd en proportioneel, omdat die groep bijzonder hard werd getroffen door de crisis, geen aanspraak kon maken op het vervangingsinkomen van tijdelijke werkloosheid en dus geen gebruik kon maken van de maatregelen die werden genomen in het kader van die tijdelijke werkloosheid.
De Raad van State haalt bovendien aan dat het enkel toepassen van de maatregel voorzien in artikel 2 tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021 discriminerend is ten opzichte van de werklozen van dezelfde groep die voor of na die periode werkloos zouden zijn geworden.
Het optrekken van het minimumbedrag van de uitkering voorzien in artikel 2 van het ontwerpbesluit geldt voor de werklozen uit de doelgroep, ongeacht de begindatum van de werkloosheid.
De begunstigden van die maatregel zijn voornamelijk diegenen die op 1 april 2020 al behoorden tot die duidelijk gedefinieerde groep werknemers van de artistieke sector, namelijk diegenen van wie het bedrag van de uitkeringen werd gefixeerd conform artikel 116, § 5, of § 5bis van het werkloosheidsbesluit. Die groep is bijna niet gewijzigd sinds 1 april 2020, aangezien de vergoeding van de uitkeringen volledige werkloosheid zoals ze bestond op 1 april 2020 werd behouden gedurende de volledige crisisperiode, tot 30 juni 2021.
Artikel 1 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2020.
Artikel 2 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
De werking van dit besluit houdt op vanaf 1 juli 2021.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Werk, P.-Y. Dermagne
RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving advies 69.237/1 van 16 april 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot aanvulling van de maatregelen genomen door de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector en tot tijdelijke verhoging van de minima van de uitkeringen van sommige werknemers tewerkgesteld in de artistieke sector' Op 9 april 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Economie en Werk verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot aanvulling van de maatregelen genomen door de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector en tot tijdelijke verhoging van de minima van de uitkeringen van sommige werknemers tewerkgesteld in de artistieke sector'.
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 15 april 2021 . De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Bert Thys en Wouter Pas, staatsraden, en Astrid Truyens, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Brecht Steen, eerste auditeur-afdelingshoofd.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Bert Thys, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 16 april 2021. 1.1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.
In dit geval wordt het verzoek om spoedbehandeling in de adviesaanvraag gemotiveerd als volgt: "- Le coronavirus COVID-19 continue à se propager sur le territoire européen et en Belgique des mesures restrictives sont prises pour limiter le risque pour la santé publique; - Cette situation implique que des mesures nécessaires pouvant soutenir le mieux possible les secteurs lourdement impactés soient immédiatement prises; - Le présent arrêté s'adresse aux travailleurs du secteur culturel particulièrement touchés par la crise étant donné qu'ils sont occupés dans un secteur qui n'a pas encore pu reprendre ses activités; - Il est urgent de prévoir des mesures pour garantir pendant cette période le niveau de revenu de ces chômeurs particulièrement touchés." 1.2. Om te voldoen aan het voorschrift van artikel 84, § 1, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, moet die motivering worden overgenomen in de aanhef van het ontworpen koninklijk besluit.
Het negende, tiende en elfde lid van de aanhef van het ontworpen koninklijk besluit dienen dan ook in overeenstemming te worden gebracht met de zo-even aangehaalde motivering van de spoedbehandeling in de adviesaanvraag. 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 3. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe enkele tijdelijke maatregelen te nemen ten voordele van de werklozen uit de culturele sector. Vooreerst wordt de referentieperiode verlengd waarbinnen deze werklozen bepaalde prestaties moeten hebben geleverd opdat zij zouden kunnen worden toegelaten tot de werkloosheidsuitkering zonder een wachttijd te hebben doorlopen. Daartoe wordt artikel 6, eerste lid, van de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten `tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector' gewijzigd (artikel 1 van het ontwerp). Deze regeling krijgt uitwerking met ingang van 1 april 2020 (artikel 3, tweede lid, van het ontwerp).
Daarnaast wordt voor de periode tussen 1 januari 2021 en 1 juli 2021 (artikel 3, eerste lid, van het ontwerp) het minimumdagbedrag van de werkloosheidsuitkering verhoogd, zowel voor volledig werklozen die artistieke activiteiten uitoefen(d)en en het voordeel genieten van artikel 116, § 5, van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten `houdende de werkloosheidsreglementering' als voor volledig werklozen die technische activiteiten in de artistieke sector uitoefen(d)en en het voordeel genieten van artikel 116, § 5bis, van het voornoemde koninklijk besluit. Daartoe wordt voorzien in een tijdelijke afwijking van artikel 115 van dat koninklijk besluit (artikel 2 van het ontwerp). 4. Artikel 1 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 7 van de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten.Het eerste lid van de aanhef van het ontworpen koninklijk besluit dient bijgevolg te worden gepreciseerd door een verwijzing naar deze bepaling.
Artikel 2 van het ontwerp vindt rechtsgrond in de bepalingen van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders' die worden vermeld in het tweede lid van de aanhef van het ontworpen koninklijk besluit.
Onderzoek van de tekst Artikel 1 5. De wijzigingsbepaling die in artikel 1 van het ontwerp is opgenomen, heeft enkel tot gevolg dat de periode wordt verlengd waarin de artistieke prestaties of de technische prestaties in de artistieke sector moe(s)ten worden verricht om te worden toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkering zonder een wachttijd te hebben doorlopen, maar impliceert niet dat de maatregel zelf wordt verlengd tot 30 juni 2021, zoals in sommige stukken van het dossier wordt gesuggereerd. Daarover bevraagd, heeft de gemachtigde geantwoord: "L'article 6 de la loi du 15/07/2020 améliorant la situation des travailleurs du secteur culturel a introduit une mesure d'admissibilité assouplie aux allocations de chômage pour certains travailleurs du secteur culturel, à savoir les artistes et techniciens.
Dans le cadre de cette mesure, le droit aux allocations peut être temporairement acquis grâce à un nombre limité de prestations de travail (10 prestations/20 journées de travail).
Ces prestations doivent se situer dans une période de référence du 13 mars 2019 au 13 mars 2020.
Le droit aux allocations de chômage était limité à la période du 01/04/2020 au 31/12/2020.
L'arrêté royal du 22 décembre 2020 (MB 11/01/2021) a prolongé ce droit jusqu'au 31/03/2021.
Un arrêté royal (non encore publié) prolonge ce droit jusqu'au 30/06/2021 en remplaçant à l'article 6, alinéa 2 et à l'article 8, alinéa 1er la date du 1er avril 2020 par celle du 1er juillet 2021.
Le projet dont question ici a pour but de prendre en compte dans le cadre de cette mesure d'admissibilité assouplie des prestations qui auraient été fournies au-delà de la date du 13 mars 2020 à savoir dans la période du 14 mars 2020 au 30 juin 2020.
Dans le secteur culturel, des prestations ont en effet eu lieu essentiellement entre juin 2020 et novembre 2020 (assouplissement des mesures) ou dans certains domaines artistiques comme le tournage de films ou l'enregistrement de musique." De Raad van State, afdeling Wetgeving, neemt daarvan akte.
Artikel 2 6.1. Artikel 2 van het ontwerp heeft tot gevolg dat voor twee welbepaalde categorieën van werklozen het minimumdagbedrag van de werkloosheidsuitkering wordt verhoogd tijdens een welbepaalde periode, namelijk van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.
Aldus wordt vooreerst een verschil in behandeling tot stand gebracht tussen die beide categorieën van werklozen en alle andere werklozen, in het bijzonder werklozen die ook werkzaam waren in een sector die zwaar getroffen is door de COVID-19-crisis en van wie sommigen eveneens op grond van artikel 116 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten een voordeel genieten, namelijk werknemers die gepresteerd hebben in het hotelbedrijf (artikel 116, § 3, van het voornoemde koninklijk besluit).
Voorts doet de ontworpen regeling een verschil in behandeling ontstaan tussen werklozen die weliswaar tot de beide beoogde categorieën van werklozen behoren, maar voor wie de werkloosheid zich al dan niet tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 voordoet. Indien de werkloosheid zich voordeed vóór 1 januari 2021 of voordoet na 30 juni 2021 kunnen zij niet de tijdelijk afwijkende regeling genieten waarin het ontwerp voorziet. 6.2. Met betrekking tot een verschil in behandeling als gevolg van een tijdelijke regeling die enkel voor een bepaalde categorie van personen een verregaande versoepeling van de voorwaarden voor het recht op werkloosheidsuitkering inhoudt, heeft de Raad van State, afdeling Wetgeving, in advies 67.655/1 en 67.656/1 (1) het volgende opgemerkt: "4. Bij het bieden van een door hem gepast geacht antwoord op een tijdelijke crisis heeft de wetgever de meest ruime beoordelingsmarge zowel wat betreft de soorten maatregelen, de categorieën van personen waarvoor maatregelen worden genomen, als wat betreft de duur van de maatregelen. Deze beoordelingsvrijheid is evenwel niet onbeperkt, en wordt met name beperkt door het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. 5. Het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie vereist dat het gecreëerde onderscheid tussen gevallen die wel en niet onder het toepassingsgebied vallen, op een objectief criterium berust en redelijk verantwoord is.Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. (2) 6. Uit de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof blijkt dat de regelgevers gebruik kunnen maken van categorieën die, noodzakelijkerwijs, de verscheidenheid van toestanden slechts met een zekere graad van benadering opvangen.Het beroep op dat procedé is niet onredelijk op zich; niettemin moet worden onderzocht of hetzelfde geldt voor de wijze waarop het werd aangewend. De maatschappelijke keuzen die bij het inzetten van middelen moeten worden gemaakt, behoren tot de beoordelingsvrijheid van de regelgever. Dergelijke beleidskeuzen, alsook de motieven die daaraan ten grondslag liggen, mogen slechts worden afgekeurd indien zij op een manifeste vergissing zouden berusten of indien zij kennelijk onredelijk zouden zijn. (3) Het staat de wetgever in beginsel ook vrij om het ogenblik te kiezen waarop een nieuwe regeling in werking treedt, en te kiezen welke datum als scharnierdatum of als einddatum geldt voor de toekenning van nieuwe of bijkomende rechten. De wetgever moet hierbij evenwel rekening houden met het in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet gewaarborgde gelijkheidsbeginsel. Dit beginsel zou geschonden zijn indien de nieuwe regeling en de gekozen data voor de toepassing ervan tot een verschil in behandeling leiden waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat." Deze opmerking geldt evenzeer ten aanzien van de ontworpen regeling in artikel 2 van het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit. 6.3. Gevraagd naar een verantwoording voor de sub 6.1 vermelde verschillende behandeling van werklozen uit de cultuursector enerzijds en andere werklozen anderzijds, alsook van werklozen uit de cultuursector al naargelang het tijdstip van hun werkloosheid, verklaarde de gemachtigde: "2.1.
Il s'agit d'une décision politique qui s'intègre dans une volonté globale d'aider un secteur qui a été particulièrement touché par la crise et ce durant toute sa durée. 2.2.
Les chômeurs qui peuvent bénéficier de la mesure sont essentiellement ceux qui au 1er avril 2020 appartenaient déjà à un groupe bien défini de travailleurs du secteur artistique à savoir ceux qui bénéficiaient de l'avantage consistant en une fixation du montant de l'allocation de chômage sur base des articles 116, § 5 et 116, § 5bis.
Cette fixation est maintenue jusqu'au 30 juin 2021.
Ce groupe ne s'est quasiment pas modifié depuis le 1er avril 2020." Deze verklaring van de gemachtigde kan de Raad van State, afdeling Wetgeving, omwille van haar vaagheid en algemeenheid (2.1) of ontoereikendheid (2.2) niet overtuigen.
De steller van het ontwerp zal erover dienen te waken dat alsnog een passende, redelijke verantwoording kan worden gegeven voor de hiervóór aangegeven verschillen in behandeling waartoe de ontworpen regeling aanleiding geeft.
De griffier, Astrid Truyens De voorzitter, Marnix Van Damme _______ Nota's (1) Adv.RvS 67.655/1 en 67.656/1 van 3 juli 2020, over een wetsvoorstel en amendementen die hebben geleid tot de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten `tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector', Parl.St. Kamer 2019-20, nr. 55-1154/14, opmerkingen 4-8. (2) Voetnoot 3 van het geciteerde advies: Vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof.Zie bv. GwH 17 juli 2014, nr. 107/2014, B.12; GwH 25 september 2014, nr. 141/2014, B.4.1; GwH 30 april 2015, nr. 50/2015, B.16; GwH 18 juni 2015, nr. 91/2015, B.5.1.; GwH 16 juli 2015, nr. 104/2015, B.6. (3) Voetnoot 4 van het geciteerde advies: Vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof (zie o.m. GwH 12 januari 2005, nr. 4/2005, B.4.;
GwH 13 oktober 2011, nr. 157/2011, B.4.-B.5; GwH 12 juni 2012, nr. 72/2012, B.9.1).
2 MEI 2021. - Koninklijk besluit tot aanvulling van de maatregelen genomen door de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector en tot tijdelijke verhoging van de minima van de uitkeringen van sommige werknemers tewerkgesteld in de artistieke sector FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector, artikel 7;
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, en § 1octies, derde en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten houdende de werkloosheidsreglementering;
Gelet op de wet van 25 april 1963Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/1963 pub. 21/02/2013 numac 2013000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 25/04/1963 pub. 27/01/2015 numac 2015000030 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, artikel 15;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 23 maart 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 7 april 2021;
Gelet op advies 69.237/1 van de Raad van State, gegeven op 16 april 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat het coronavirus zich blijft verspreiden op het Europese grondgebied en dat in België beperkende maatregelen worden genomen om het risico voor de volksgezondheid in te perken;
Aangezien die situatie tot gevolg heeft dat onmiddellijk de noodzakelijke maatregelen moeten worden genomen om de zwaar getroffen sectoren zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen;
Aangezien dit besluit gericht is op de werknemers uit de culturele sector die bijzonder zwaar getroffen zijn door de crisis, aangezien ze zijn tewerkgesteld in een sector die zijn activiteiten nog niet heeft kunnen hervatten;
Aangezien het dringend is maatregelen te voorzien om tijdens deze periode het niveau van inkomsten te kunnen garanderen van die bijzonder zwaar getroffen werklozen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 6, eerste lid, van de wet van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2020 pub. 27/07/2020 numac 2020203113 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector sluiten tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector wordt de datum "13 maart 2020" vervangen door de datum "30 juni 2021".
Art. 2.In afwijking van artikel 115 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten houdende de werkloosheidsreglementering wordt het minimum dagbedrag van de werknemer waarvan het bedrag van de werkloosheidsuitkering wordt bepaald overeenkomstig artikel 116, § 5, of 116, § 5bis, vastgesteld op: 1° 59,25 euro voor de werknemer met gezinslast;2° 52,20 euro voor de alleenwonende en de samenwonende werknemer. De bedragen bedoeld in het vorige lid worden niet geïndexeerd overeenkomstig artikel 113 van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en treedt buiten werking op 1 juli 2021.
In afwijking van het vorige lid heeft artikel 1 van dit besluit uitwerking met ingang van 1 april 2020.
Art. 4.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 mei 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE