gepubliceerd op 06 juli 2006
Koninklijk besluit houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost
2 JUNI 2006. - Koninklijk besluit houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 27 december 2005, inzonderheid op artikel 29;
Gelet op de programmawet van 27 december 2004, inzonderheid op artikel 203, 4°;
Gelet op het overleg met de gewesten op 22 maart 2006 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 maart 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 maart 2006.;
Gelet op het advies 40.278/1 van de Raad van State, gegeven op 10 mei 2006, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en van de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en op het advies van onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Tot de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost behoren : 1° De personen die aan de voorwaarden voldoen om een verhoogde tegemoetkoming te genieten als bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering, gecoördineerd op 14 juli 1994; 2° De personen die niet tot de in 1° bedoelde categorie behoren en wier jaarlijks bruto-inkomen van hun huishouden het bedrag van 11.763,02 euro, verhoogd met 2.177,65 euro per persoon ten laste niet overschrijdt.; 3° De personen die een schuldbemiddeling overeenkomstig de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet of een collectieve schuldenregeling overeenkomstig de artikelen 1675/2 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, genieten en die bovendien niet in staat zijn hun verwarmingsfactuur te betalen; 4 ° De personen als bedoeld in artikel 2, 1°, van de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.
Art. 2.De in artikel 1, 2° vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex 103,14 geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100) van de consumptieprijzen.
Zij schommelen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld
Art. 3.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en Onze Staatsecretaris voor Duurzame Ontwikkeling zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Napels, 2 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT De Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling, Mevr. E. VAN WEERT