gepubliceerd op 31 augustus 2002
Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen
2 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 oktober 2000 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 februari 2002;
Gelet op het met redenen omkleed advies van 18 juli 2002 van het Hoog Overlegcomité, Sector III - Justitie;
Gelet op de adviezen van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 maart 2001, 17 mei 2001, 23 mei 2001, 10 juli 2001, 11 juli 2001, 19 juli 2001, 20 juli 2001 en 5 juni 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 26 april 2002 en 8 juli 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken gegeven op 11 februari 2002 en 18 juni 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. De personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen wordt als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In de hierna vermelde betrekingen van § 1 kan slechts worden voorzien wanneer de betrekkingen uit het eerste lid zijn afgeschaft : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.§ 1. Het aantal betrekkingen van hoofdbewaarder in uitdoving, van penitentiair assistent en van adjunct-penitentiair assistent mag de 98 betrekkingen niet overschrijden. § 2. Het aantal betrekkingen van hoofdtechnicus in uitdoving, van technisch assistent en van adjunct-technisch assistent mag de 220 betrekkingen niet overschrijden. § 3. Het aantal betrekkingen van bewaarder in uitdoving en van penitentiair beambte mag de 4 129 betrekkingen niet overschrijden. § 4. 60 van de 146 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus en paramedicus mogen bezet worden door gebrevetteerd verplegers of verpleegassistenten.
Art. 3.§ 1. In de hierna vermelde betrekkingen van artikel 1, § 1, mag slechts worden voorzien wanneer de arbeidsposten van contractuelen waarvoor ze in de plaats komen, afgeschaft werden door het vertrek van de leden van het contractueel personeel die ze bekleden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Indien drie jaar na het van kracht worden van dit besluit, de in § 1 beoogde betrekkingen vacant zijn gebleven, worden ze in artikel 1, § 1, afgeschaft, behalve de 260 betrekkingen van penitentiair beambte. § 3. De Inspecteur van Financiën moet vóór de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat de voorwaarde vermeld in § 1 vervuld is.
Art. 4.Definitief vacante betrekkingen onder die welke in artikel 1, § 1, zijn opgenomen kunnen worden beschouwd als bezigingsbetrekkingen voor militairen ter uitvoering van de wet van 20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen, mits voorafgaand akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken over hun aantal en de graden waarmee ze overeenstemmen.
Er kan in deze betrekkingen niet voorzien worden tijdens de periode van beziging van de militairen.
Art. 5.Personeel niet onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel. § 1. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft op de datum van inwerkingtreding van een koninklijk besluit houdende de oprichting van een aalmoezeniersdienst : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 6.Het koninklijk besluit van 3 oktober 2000 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 februari 2002, wordt opgeheven.
Art. 7.In het opschrift en in artikel 1 van dit besluit worden de woorden « Directoraat-generaal Strafinrichtingen » vervangen door de woorden « Directoraat-generaal Uitvoering van straffen en maatregelen ».
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2002 met uitzondering van artikel 7 dat uitwerking heeft met ingang van 15 juli 2002.
Art. 9.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Punat, 2 augustus 2002.
De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE