gepubliceerd op 30 augustus 2002
Koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden van sommige overheidsdiensten
2 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden van sommige overheidsdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen, inzonderheid op artikel 35ter , ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 maart 1995 en 10 april 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 november 1991, 22 juli 1993, 8 augustus 1997, 30 april 1999 en 27 oktober 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 september 1998 houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 mei 1999 en 22 december 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2000 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de human resources cellen in de federale ministeries, inzonderheid op artikel 16, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 maart 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 31 mei 2002;
Gelet op het protocol nr. 423 van 3 juli 2002 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het aangewezen is zo snel mogelijk een aantal reglementaire teksten aan te passen waarvan sommige bepalingen materiële vergissingen bevatten die leiden tot toepassingsmoeilijkheden;
Overwegende dat zonder uitstel de reglementering betreffende de bezoldigingsregeling van het bij arbeidsovereenkomst in het federaal administratief openbaar ambt in dienst genomen personeel dient te worden aangepast om het in overeenstemming te brengen met de inhoud van de omzendbrief nr. 499b van 11 juli 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen
Artikel 1.In artikel 35ter van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 maart 1995 en 10 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een nieuwe § 3 ingevoegd, luidende : « § 3.De rijksambtenaar die sedert ten minste vijf jaar tewerkgesteld was in een centrum voor informatieverwerking en titularis was hetzij van een geschrapte graad van rang 10 of 11 en die geslaagd is voor een examen voor verhoging in graad tot de geschrapte graad van informaticus (rang 12), hetzij van een geschrapte graad van rang 12 en die met goed gevolg een door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerde verificatie van de beroepsgeschiktheden voor dezelfde geschrapte graad van informaticus (rang 12) heeft doorstaan, die reeds afgesloten is of nog in uitvoering is op de datum van inwerkingtreding van de personeelsformatie van het betrokken ministerie of de betrokken instelling van openbaar nut die de nieuwe loopbanen integreert welke met de niveaus 2+ en 1 verbonden zijn en dit uiterlijk op 1 juni 1997, behoudt zijn aanspraken op benoeming in de graad van informaticus (rang 10).
De anciënniteit verworven in de graden van niveau 1 in een centrum voor informatieverwerking wordt geacht verworven te zijn in de graad van informaticus (rang 10). »; 2° de §§ 3 tot 5 worden de §§ 4 tot 6. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries
Art. 2.Artikel 3, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 april 1999 en 27 oktober 2000, wordt vervangen door het volgende lid : « De in artikel 1 bedoelde personeelsleden die hun ambt met onvolledige prestaties uitoefenen verkrijgen de tussentijdse verhogingen in de weddenschalen. » HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 6 september 1998 houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten
Art. 3.In artikel 5, §§ 1, 2 en 3 van het koninklijk besluit van 6 september 1998 houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 mei 1999 en 22 december 1999, worden de woorden « in artikel 3 » vervangen door de woorden « in de artikelen 3, 3bis en 3ter . » HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2000 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de human resources cellen in de ministeries
Art. 4.In artikel 16 van het koninklijk besluit van 22 mei 2000 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de human resources cellen in de federale ministeries, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2001, wordt het vierde lid opgeheven.
Art. 5.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden « 1 000 000 frank » vervangen door de woorden « 24.789,36 EUR ».
Slotbepalingen
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking, wat artikel 1 betreft, op de datum waarop de personeelsformatie van het betrokken ministerie of de betrokken instelling van openbaar nut die de nieuwe loopbanen welke aan de niveaus 2+ en 1 verbonden zijn integreert in werking treedt en uiterlijk op 1 juni 1997; wat artikel 2 betreft, op 1 mei 1999 voor de personeelsleden belast met de schoonmaak of bediening in de restaurants en op 1 januari 2000 voor de andere personeelsleden; wat artikel 3 betreft, op 1 september 1998; wat artikel 4 betreft, op 27 mei 2000 en wat artikel 5 betreft, op 1 januari 2002.
Art. 7.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Punat, 2 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, L. VAN DEN BOSSCHE