gepubliceerd op 04 mei 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de witzandexploitaties
2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de witzandexploitaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de witzandexploitaties.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 2 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2001 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58907/CO/102.06)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant.
Met "werklieden" worden de arbeiders en de arbeidsters bedoeld.
Art. 2.Deze collectieve overeenkomst is gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000.
Art. 3.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in het geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), wordt met ingang van 1 januari 2001 het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor het werkend personeel (met uitsluiting van de werknemers die langdurig ziek zijn) dat voor deze formule opteert en tussen 1 januari 2001 en 31 december 2002 de leeftijd van 56 jaar zal bereiken of reeds bereikt heeft.
Art. 4.De toepassing van het brugpensioen op 56 jaar is evenwel aan volgende voorwaarden onderworpen : - een beroepsverleden van 33 jaar als loontrekkende kunnen bewijzen en - minimum 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties verricht hebben.
Art. 5.Voor de toepassingsmodaliteiten van dit beroepsverleden, wordt de gelijkstelling voor de dagen van volledige werkloosheid tot een maximum van 5 jaar gedurende de loopbaan beperkt.
Art. 6.De bruggepensioneerde ontvangt van hun laatste werkgever vanaf hun uitdiensttreding tot en met de maand waarin hij/zij de leeftijd van 65 jaar bereiken maandelijks een aanvullende vergoeding. a) De aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de bruggepensioneerde werknemer is, individueel, ten minste gelijk aan de vergoeding voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr, 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.Het is een brutobedrag, voor sociale en/of fiscale afhoudingen. b) De bruggepensioneerden ontvangen maandelijks een aanvullende vergoeding bestaande uit 2 luiken : - het eigenlijke brugpensioen berekend a rato van 50 pct.van het verschil tussen het netto referteloon (((basisuurloon + gemiddelde ploegenpremie) x 37 uur x 52) / 12) verminderd met de sociale en fiscale afhoudingen) en de maandelijkse werkloosheidsvergoeding; - een supplement gelijk aan 4,2541 EUR per gepresteerd dienstjaar in de sector met een minimum van 24,79 EUR per maand. Dit bedrag is gekoppeld aan de index.
De referentiemaand voor de betaling van het netto referentieloon is de kalendermaand die de datum van de uitdiensttreding voorafgaat.
Art. 7.De syndicale premie wordt betaald tot de leeftijd van 65 jaar.
Art. 8.De in artikel 6 bedoelde bedragen worden samengevoegd tot een vast maandbedrag geldig voor de duur van het brugpensioen.
Art. 9.De betaling geschiedt op het einde van de maand door storting op de bankrekening van de begunstigde.
Art. 10.De werkgever verbindt er zich toe het brugpensioen ten gepaste tijde voor te stellen aan de werknemer die de vrije keuze heeft.
Art. 11.Het vertrek met brugpensioen houdt in dat de werknemer de wettelijke opzegtermijn moet uitdoen.
Art. 12.De bruggepensioneerde zal worden vervangen in zoverre de wettelijke verplichting hiervoor van toepassing is.
Overgangsmaatregelen
Art. 13.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij(en) en de eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van de onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze arbeidsovereenkomst.
Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en blijft van toepassing tot 31 december 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX