Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2006
gepubliceerd op 22 september 2006

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2004 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een experimentele financiering van contraceptiva voor jongeren met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2004, 2005 en 2006

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006022956
pub.
22/09/2006
prom.
01/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/01/2006022956/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2004 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een experimentele financiering van contraceptiva voor jongeren met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2004, 2005 en 2006


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 1°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001 en gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de hoogdringendheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 mei 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 12 juli 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de toepassing van het koninklijk besluit van 24 maart 2004 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een experimentele financiering van contraceptiva voor jongeren met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2004, 2005 en 2006 momenteel veel problemen veroorzaakt op het terrein bij de apothekers, tariferingsdiensten en verzekeringsinstellingen doordat : - geen indexering van de remgeldplafonds voorzien is in dit besluit terwijl dit wel het geval is voor de vergoedbare farmaceutische specialiteiten opgenomen in de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001, waardoor op de vergoedbare contraceptieve middelen twee verschillende remgeldplafonds zouden moeten toegepast worden; - er frequent prijswijzigingen gebeuren voor de niet vergoedbare contraceptieve middelen terwijl er slechts een zesmaandelijkse aanpassing van de lijst voorzien is;

Overwegende dat deze toepassingsmoeilijkheden leiden tot een blokkering van de tariferingsprocedure met nadelige gevolgen voor de apothekers, tariferingsdiensten en verzekeringsinstellingen en tariefonzekerheid bij de rechthebbenden waardoor een onmiddellijke aanpassing van de reglementering zich opdringt;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 maart 2004 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een experimentele financiering van contraceptiva voor jongeren met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2004, 2005 en 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt het tweede streepje vervangen door de volgende bepalingen : - klasse 2 : 15 % van de rekenbasis met een maximum van 7,00 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en 25 % van de vergoedingsbasis met een maximum van 10,40 euro voor de overige rechthebbenden Het theoretisch persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt vastgesteld op 15 % van de rekenbasis met een maximum van 10,40 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en 25 % van de vergoedingsbasis met een maximum van 15,70 euro voor de overige rechthebbenden indien het een grote verpakking betreft van een farmaceutische specialiteit. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder grote verpakking, elke publiekverpakking die meer dan 60 gebruikseenheden bevat, waarbij onder gebruikseenheid wordt verstaan de unidosis of in geval van multidosis de standaardeenheid zijnde 1 g, 1 ml of 1 dosis of 1 l voor zuurstof.

In geval de ziekenhuisofficina of het geneesmiddelendepot gemachtigd is om geneesmiddelen af te leveren aan niet ter verpleging opgenomen personen, is dit verhoogd persoonlijk aandeel van toepassing indien er meer dan 60 gebruikseenheden worden afgeleverd.

Evenwel wordt, voor de farmaceutische specialiteiten die behoren tot de groep van specialiteiten van eenzelfde ATC klasse (niveau 4) waarvan er minstens één farmaceutische specialiteit beantwoordt aan de voorwaarde zoals bedoeld in artikel 34, eerste lid, 5°, c), 2, van de voornoemde gecoördineerde wet, het theoretisch persoonlijke aandeel verhoogd tot een maximaal bedrag van 10,40 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet, en van 15,70 euro voor de overige rechthebbenden, wanneer het gaat om een verpakking zoals bedoeld in het eerste lid van dit punt. Dit maximale bedrag is niettemin verhoogd tot 15,70 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet, en tot 23,50 euro voor de overige rechthebbenden, wanneer het gaat om een verpakking zoals bedoeld in het tweede lid van dit punt. 2° in het tweede lid wordt het derde streepje vervangen door de volgende bepalingen : - klasse 3 : 50 % van de rekenbasis met een maximum van 10,40 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en met een maximum van 17,40 euro voor de overige rechthebbenden Evenwel wordt, voor de farmaceutische specialiteiten die behoren tot de groep van specialiteiten binnen eenzelfde ATC klasse (niveau 4) waarvan er minstens één farmaceutische specialiteit beantwoordt aan de voorwaarde zoals bedoeld in artikel 34, eerste lid, 5°, c), 2, van de voornoemde gecoördineerde wet, het theoretisch persoonlijke aandeel verhoogd tot een maximaal bedrag van 15,70 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet, en van 26,10 euro voor de overige rechthebbenden. 3° het derde lid wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Maandelijks kan het Instituut een lijst publiceren via het netwerk INTERNET op het adres http://www.riziv.fgov.be met nieuwe middelen of met wijzigingen van de verkoopprijs aan publiek en/of vergoedingsbasis, in afwachting van de zesmaandelijkse aanpassing van de lijst die volgt als bijlage bij dit besluit. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^