gepubliceerd op 21 november 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord voor de jaren 2007-2008
10 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord voor de jaren 2007-2008 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord voor de jaren 2007-2008.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2007 Protocolakkoord voor de jaren 2007-2008 (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2007 onder het nummer 83629/CO/102.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasbaar op alle werkgevers, werklieden en werksters die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk. HOOFDSTUK II. - Brugpensioen
Art. 2.a) Leeftijd van het voltijds brugpensioen Het stelsel van voltijds brugpensioen voor werknemers van meer dan 58 jaar wordt verlengd tot 30 juni 2009. Dat stelsel is van toepassing op de arbeiders die, op het ogenblik van het beëindigen van hun arbeidscontract, een beroepsloopbaan als loontrekkende kunnen aantonen van minstens 25 jaar in 2007, of minstens 35 of 30 jaar naargelang het om een man of een vrouw gaat, vanaf 1 januari 2008.
Het voltijds brugpensioenstelsel voor werknemers van 56 jaar of ouder die, op het ogenblik van het beëindigen van hun arbeidscontract, een beroepsloopbaan van 33 jaar als loontrekkende, waarvan 20 jaar in een ploegenstelsel met nachtarbeid, zoals bepaald in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 van de Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, kunnen aantonen wordt verlengd tot 31 december 2008.
Er wordt, voor de periode van 1 januari 2008 tot 31 december 2008, een brugpensioenstelsel op 56 jaar ingesteld voor de werknemers die, op het ogenblik van het beëindigen van hun arbeidscontract, een beroepsloopbaan van minstens 40 jaar als loontrekkende kunnen aantonen.
De hierboven beschreven brugpensioenstelsels zijn onderworpen aan de reglementering inzake conventioneel brugpensioen en van toepassing binnen de grenzen en de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden die door die reglementering zijn vastgesteld. b) Berekening van de aanvullende vergoeding voor het voltijds brugpensioen Voor de berekening van het nettoreferteloon voor de brugpensioenen die ingaan vanaf de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de inhouding van persoonlijke sociale bijdragen berekend op het brutoreferteloon aan 100 pct.c) Leeftijd voor deeltijds brugpensioen Het halftijds brugpensioenstelsel voor de werknemers van 55 jaar en ouder gedurende de geldigheidsperiode van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die een beroepsloopbaan van minstens 25 jaar als loontrekkende kunnen aantonen, wordt verlengd tot 31 december 2008. Dat stelsel is onderworpen aan de geldende reglementering inzake halftijds brugpensioen en wordt toegepast binnen het kader en de leeftijds- en beroepsloopbaanvoorwaarden die door die reglementering worden vastgesteld. HOOFDSTUK III. - Uitzendarbeid en onderaanneming
Art. 3.De procedures voor informatie of voorafgaand schriftelijk akkoord van de vakbondsafvaardiging en/of de werknemersorganisaties, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst's nrs. 36 en 58 in geval van gebruik van uitzendarbeid wegens tijdelijke toename van werk en/of de uitvoering van sommige uitzonderlijke werkzaamheden, zullen gevolgd worden. Volgens die bepalingen is het akkoord van de vakbondsafvaardiging niet vereist in geval van vervanging wegens ziekte of arbeidsongeval.
Voor de vaststelling van de opzeggingstermijn wordt, om de anciënniteit van de arbeider te bepalen, een periode van tewerkstelling als uitzendkracht in aanmerking genomen indien die periode onmiddellijk gevolgd werd door tewerkstelling onder arbeidscontract, zonder onderbreking tot het ogenblik van het ontslag, ongeacht de toepassing van artikel 8, D van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 (75884/CO/102.09), die bij deze overeenkomst verlengd wordt.
De ondernemingen zullen op hun niveau de werkwijze vastleggen die moet toelaten op elk moment op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van personen van buiten het bedrijf die werkzaamheden verrichten in de installaties en op de werven. HOOFDSTUK IV. - Beroepsopleiding
Art. 4.a). Opleidingsplannen De ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging wordt geraadpleegd aangaande de maatregelen van collectieve aard ter organisatie en uitvoering van de opleiding, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972. Daartoe wordt jaarlijks een opleidingsplan voorgesteld, waarvan de inhoud op bedrijfsvlak wordt bepaald. b) Paritair opleidingsfonds Het paritair opleidingsfonds zal heropgestart worden op initiatief van de verschillende partijen die erin vertegenwoordigd zijn.De mogelijkheden tot samenwerking met de Forem-centra of andere competentiecentra en de concrete gevolgen daarvan voor de ondernemingen zullen in een opbouwende geest onderzocht worden.
Op het vlak van het paritair opleidingsfonds zullen gesprekken plaatshebben over de beroepen die in de bedrijfstak van de steengroeven bestaan en over hun noden inzake competentie en de voor hun voortbestaan noodzakelijke opleidingen.
De terugbetalingsdossiers die ter goedkeuring aan het opleidingsfonds voorgelegd worden zullen 15 dagen vooraf, in een vorm die door het opleidingsfonds zal vastgesteld worden, overgemaakt worden en medeondertekend door de secretaris van de ondernemingsraad (of, bij ontstentenis, de secretaris van het comité voor preventie en bescherming op het werk of, bij ontstentenis, door de vakbondsafvaardiging). HOOFDSTUK V. - Tijdskrediet
Art. 5.Het aantal werknemers dat tegelijk zijn recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of halftijdse arbeidsprestaties kan doen gelden wordt beperkt tot 5 pct. van het totaal aantal arbeiders dat op 30 juni van het voorgaande jaar in de onderneming tewerkgesteld was, ongeacht de toepassing van de wettelijke en conventionele bepalingen inzake tijdskrediet.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2006 (79107/CO/102.09) ter bepaling van de regels en organisatiewijzen van het recht op een vermindering van de beroepsloopbaan met een dag per week of gelijkwaardig in de arbeidsstelsels in ploegen of cycli wordt verlengd van 1 januari 2007 tot 31 december 2008. HOOFDSTUK VI. - Arbeidsongeschiktheid en veiligheid
Art. 6.De werkgevers evenals de werknemers en hun vertegenwoordigers verlenen hun actieve steun aan lokale en/of sectorale initiatieven die gericht zijn op de vermindering van het verzuimpercentage, meer bepaald herhaald verzuim en verzuim van korte duur, en de arbeidsongevallen.
Voor de toepassing van artikel 52, § 1, 2de lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt de termijn van 14 dagen arbeidsongeschiktheid waarbeneden een carenzdag wordt toegepast, vermindert tot 7 dagen. De eerste twee carenzdagen van elk kalenderjaar worden uitbetaald. HOOFDSTUK VII. - Arbeidsvoorwaarden
Art. 7.a) Loonsverhogingen De uurlonen worden verhoogd met 0,15 EUR bruto (40-urenweekstelsel) vanaf 1 januari 2007.
Gezien de datum van ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de loonsverhoging als volgt toegepast : - de uurlonen worden verhoogd met 0,15 EUR bruto (40-urenweekstelsel) vanaf 1 maart 2007; - een eenmalige premie die overeenkomt met de uurloonsverhoging van 0,15 EUR (40-urenweekstelsel) en wordt berekend op de tijdens de periode van 1 januari tot 28 februari 2007 gewerkte uren, wordt betaald samen met het loon van de maand maart 2007. b) Loonindexering De sectorale regels inzake loonindexering worden toegepast, waarbij evenwel 4 indexeringen van 1 pct.van de uurlonen, volgens de hierna beschreven werkwijze, tussen 1 januari 2007 en 31 december 2008 gewaarborgd worden.
Indien de afgevlakte gezondheidsindex van de maand september 2008 lager is dan de spilindex van 108,63 worden de brutouurlonen op 1 oktober 2008 verhoogd met 1 pct.. Die verhoging zal beschouwd worden als een vooruitgeschoven toekenning van de indexering van de maand november, of van de maand december 2008 als de spilindex van 108,63 overschreden wordt door de afgevlakte gezondheidsindex van de maand oktober of van de maand november 2008.
Indien de spilindex door de afgevlakte gezondheidsindex van de maand december 2008 overschreden wordt, worden de bruto-uurlonen geïndexeerd op 1 januari 2009. c) Verscheidene premies Vanaf 1 januari 2007 wordt de loonschaal G, waarnaar wordt verwezen voor de berekening van de toeslag voor ploegenarbeid en voor de eindejaarspremie, vervangen door de loonschaal A.d) Minimumuurlonen voor werknemers jonger dan 20 jaar De afnemende loonschaal van de op werknemers jonger dan 20 jaar toepasselijke minimumlonen zal vanaf 31 december 2008 vervangen worden door een loonstelsel dat met de wettelijke antidiscriminatiebepalingen verenigbaar is, maar rekening houdend met het gebrek aan ervaring van de jonge werknemers. HOOFDSTUK VIII. - Vervoerskosten
Art. 8.De vervoerskosten van de arbeiders die de verplaatsing van hun woonplaats naar hun werk geheel of gedeeltelijk per fiets doen worden, voor de met dat vervoermiddel afgelegde kilometers, volgens de wettelijke bepalingen terugbetaald a rato van het onbelast bedrag (momenteel 0,15 EUR/km). HOOFDSTUK IX. - Arbeidsvrede
Art. 9.De sociale vrede wordt gewaarborgd voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, te weten tot 30 juni 2009.
De partijen verplichten zich tot de toepassing van de sectorale bepalingen inzake conflictregeling en de ondernemingen verplichten zich ertoe binnen de overeengekomen termijnen de stortingen aan het "Fonds voor arbeidsvrede" uit te voeren.
De werkgeversbijdrage aan het "Fonds voor arbeidsvrede" wordt op 120 EUR per arbeider en per jaar gebracht vanaf 2007, ongeacht de toepassing van de voorwaarden die bij overeenkomst voor die bijdrage bepaald werden.
De opbrengst van de werkgeversbijdrage aan het "Fonds voor arbeidsvrede" zal, na een termijn die de vakbondsorganisaties toelaat uiterlijk op 1 april de vakbondspremie te betalen, doorgestort worden naar het "Sociaal Fonds voor de arbeiders van het groefbedrijf". HOOFDSTUK X. - Verlenging van de basisovereenkomst
Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (75883/CO/102.09 - koninklijk besluit van 1 september 2006 - Belgisch Staatsblad van 26 september 2006) wordt, mits de uit dit akkoord voortvloeiende aanpassingen, verlengd voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2008, met uitzondering van artikel 38.1, 1ste lid van die overeenkomst, dat, onder de nieuwe naam artikel 37.1, 1ste lid verlengd wordt tot 30 juni 2009 en artikels 70 en 71 van die overeenkomst die voor onbepaalde duur worden gesloten. HOOFDSTUK XI. - Duur van de overeenkomst
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de duur van twee jaar, van 1 januari 2007 tot 31 december 2008, met uitzondering van artikel 2, a), 1e lid, dat van toepassing is tot 30 juni 2009, en artikel 9, 2e lid, dat voor onbepaalde duur werd afgesloten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN