Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2006
gepubliceerd op 15 september 2006

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003431
pub.
15/09/2006
prom.
01/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/01/2006003431/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, heeft tot doel de regels te bepalen volgens welke beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging op geconsolideerde basis hun boekhouding voeren en hun geconsolideerde jaarrekening opmaken en openbaar maken. Het besluit breidt daartoe het toepassingsgebied uit van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging.

Artikel 2, lid 1, van de richtlijn 86/635/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen bepaalt dat de lidstaten de mogelijkheid hebben om deze richtlijn toe te passen op andere financiële instellingen dan kredietinstellingen, waardoor deze instellingen niet worden onderworpen aan de bepalingen van het gemeen boekhoudrecht' ingevoerd door de zevende richtlijn van 13 juni 1983.

Artikel 185, tweede en derde lid, van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles bepaalt dat de Koning, na advies van de CBFA, de regels bepaalt volgens welke alle beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging hun geconsolideerde jaarrekening opmaken, controleren en openbaar maken en het jaar- en controleverslag over deze geconsolideerde jaarrekening opmaken en openbaar maken. Hij kan daartoe de ter uitvoering van de wet van 17 juli 1975 genomen regels, alsook, onder de voorwaarden van de artikelen 122, eerste lid, en 123 van het Wetboek van vennootschappen, de ter uitvoering van de artikelen 92 en 117 van het Wetboek van vennootschappen genomen regels, aanpassen en vervolledigen. Het besluit dat ter ondertekening voorgelegd wordt, wordt genomen in uitvoering van het bepaalde bij artikel 185 van de wet van 20 juli 2004.

Het besluit dat ter ondertekening wordt voorgelegd, bepaalt dat de naar Belgisch recht opgerichte beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, zoals reeds geldt voor de kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, onderworpen worden aan het verplicht gebruik van internationale standaarden voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening. De verplichting is van toepassing voor het boekjaar dat begint op of na 1 januari 2007. Deze regeling sluit aan bij de Europese verordening van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen die beursgenoteerde ondernemingen verplicht één enkel stelsel van internationale standaarden voor jaarrekeningen toe te passen bij het opstellen van hun geconsolideerde jaarrekening.

Het voorliggend besluit legt het gebruik van de internationale standaarden op zowel voor beursgenoteerde als voor niet-beursgenoteerde ondernemingen. Dit is conform artikel 5 van voormelde Verordening volgens welk de lidstaten andere dan beursgenoteerde ondernemingen kunnen toestaan of verplichten hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen in overeenstemming met bedoelde internationale standaarden voor jaarrekeningen. Een dergelijke uitbreiding tot de niet-beursgenoteerde ondernemingen is reeds van toepassing op de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, ingevolge het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen. In het Verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 5 december 2004 wordt de verplichte toepassing door beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde kredietinstellingen en beleggingsondernemingen gemotiveerd met verwijzing naar de vergelijkbaarheid van de financiële informatieverstrekking en de toegang tot de kapitaalmarkt. De redenen die pleiten voor het onderwerpen van alle kredietinstellingen en beleggingsondernemingen aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen, gelden mutatis mutandis voor de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging. Bovendien zijn kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging alle bedrijvig in de financiële sector en is er nauwe verwantschap tussen de aard van hun bedrijvigheid.

Overeenkomstig artikel 185 van de wet van 20 juli 2004 werd de betrokken beroepsvereniging over de ontwerptekst geraadpleegd.

De Raad van State heeft met betrekking tot artikel 2 van het ontwerp van koninklijk besluit een dubbele bemerking geformuleerd. Met de bemerking van de Raad inzake vormvereisten, is in het besluit dat ter ondertekening wordt voorgelegd rekening gehouden.

Daarnaast merkt de Raad van State op dat de gevolgde werkwijze die erin bestaat het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 23 september 1992 - van welk besluit artikel 2 van het ontwerp artikel 1, eerste lid, beoogt te vervangen - uit te breiden tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, niet geschikt is voor deze laatste. De Raad stelt dat artikel 117, § 1, van het Wetboek van vennootschappen van toepassing is op die beheervennootschappen en bijgevolg artikel 114 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, welk artikel ter uitvoering van dat artikel 117, § 1, vervangen is bij het besluit van 18 januari 2005 houdende toepassing van de internationale boekhoudnormen, dient te worden gewijzigd. De Regering merkt op dat de wetgever met de wet van 20 juli 2004 een nieuwe categorie van instellingen heeft ingevoerd met een specifiek statuut, de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, welke categorie vóór de inwerkingtreding van deze wet niet bestond. Deze specifieke wetgeving machtigt de Koning om voor deze nieuwe categorie van instellingen de regels te bepalen volgens welke zij hun geconsolideerde jaarrekening opmaken, controleren en openbaar maken, en het jaar- en controleverslag over deze geconsolideerde jaarrekening opmaken en openbaar maken. Het besluit dat ter ondertekening wordt voorgelegd, wordt genomen in uitvoering van deze bepaling. De regels die inzake geconsolideerde jaarrekening op deze instellingen van toepassing worden verklaard, zijn deze die gelden voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen. De instellingen die in België het statuut van beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging hebben aangenomen, hadden alvorens zij dit statuut hebben aangenomen, het statuut van beleggingsonderneming. Het voorliggend koninklijk besluit verzekert voor deze instellingen dan ook de continuïteit inzake het van toepassing zijnde recht voor de opstelling en de openbaarmaking van de geconsolideerde jaarrekening.

Verder stelt de Raad van State in zijn advies dat artikel 3 van het ontwerp de inwerkingtreding ervan uitsluitend mag vaststellen overeenkomstig artikel 4 van de verordening nr. 1606/2002 en niet op 1 januari 2007. De Regering merkt op dat zij in deze in het voorliggend besluit eenzelfde legistieke aanpak gevolgd heeft als in het hogervermelde koninklijk besluit van 5 december 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992, dat op 1 januari 2006 in werking is getreden. Het Verslag aan de Koning bij dit koninklijk besluit verduidelijkt: « Dit besluit doet overigens geen afbreuk aan de rechtstreekse werking van de Europese Verordening ten aanzien van de beursgenoteerde ondernemingen die een geconsolideerde jaarrekening dienen op te stellen volgens de internationale standaarden met ingang van 1 januari 2005. ». Deze algemene toelichting verwijst naar alle beursgenoteerde ondernemingen ongeacht hun statuut, en omvat dus ook de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS

1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op artikel 185;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen;

Gelet op het gelijkluidende advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, gegeven op 23 februari 2006;

Gelet op de raadpleging van de betrokken beroepsverenigingen;

Gelet op het advies nr. 40.005/2 van de Raad van State gegeven op 27 maart 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging ».

Art. 2.In artikel 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : in het 2° wordt het leesteken « . » vervangen door het leesteken « ; »; een 3° wordt toegevoegd, luidende : « 3° de naar Belgisch recht opgerichte beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging bedoeld in artikel 138 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking voor het boekjaar dat begint op of na 1 januari 2007.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^