1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling (Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002 Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) (Overeenkomst geregistreerd op 17 maart 2003 onder het nummer 65743/CO/327) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, en het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschapscommissie voor de werknemers die zij aangeven als behorend tot dit paritair comité. HOOFDSTUK III. - Definities

Art. 3.§ 1. Onder "koninklijk besluit" wordt verstaan : het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector. § 2. Onder "sociaal fonds" wordt verstaan : het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Brussels Sociaal Fonds Sociale Mariabel ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen", opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen. § 3. Onder "werknemer" wordt mannelijk en vrouwelijk, valide en mindervalide werklieden- en bediendepersoneel verstaan. HOOFDSTUK IV. Vermindering van de werkgeversbijdrageninzake sociale zekerheid

Art. 4.Het bedrag van de bijdragevermindering die verschuldigd is aan de werkgevers wordt halfjaarlijks vastgesteld en bij ministerieel besluit op voorstel van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van de Minister van Sociale Zaken.

De kwartaalopbrengst van deze bijdragevermindering wordt als volgt berekend : Aantal werknemers die minimaal 22 pct. van de prestaties verrichten in de loop van het kwartaal x 288,18 EUR. HOOFDSTUK V. - Verbintenis ten gunste van de tewerkstelling

Art. 5.Overeenkomstig artikel 49 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 wordt de opbrengst van de verminderingen van de werkgeversbijdragen die gelijk zijn aan 241,70 EUR per kwartaal (Sociale Maribel 1, 2 en 3) integraal besteed aan de financiering van het gewaarborgd minimummaandloon van de gehandicapten zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1996 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1998 met toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 6.§ 1. Het overblijvende saldo van deze opbrengst van de verminderingen van werkgeversbijdragen, te weten 46,48 EUR (Sociale Maribel 4), moet integraal worden besteed aan de financiering van bijkomende banen. Deze bijkomende banen zullen passen in het kader van de vermindering van de zwaarte van de arbeid (dit wil zeggen de verbetering van de omkadering, van de werking en van het beheer van de ondernemingen) en van de verbetering van de intensiteit en van de kwaliteit van alle soorten diensten en de optimalisering van het comfort van de rechthebbenden. § 2. Overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit, mag een werkgever niet uitgesloten worden van het recht op de voordelen van de Sociale Maribel als hij zich ertoe verplicht ziet om het tewerkstellingsvolume te verminderen, op voorwaarden : - dat hij voorafgaandelijk per aangetekende brief de vermindering van het tewerkstellingsvolume aangeeft aan het sociaal fonds, en daarbij de vermindering van het tewerkstellingsvolume uitdrukt in voltijdse equivalenten met toepassing van de vermindering die voorgesteld wordt tijdens een volledig kalenderjaar; - dat het sociaal fonds het voorstel tot vermindering van het tewerkstellingsvolume goedkeurt op basis van objectieve criteria die vooraf vastgesteld zijn en bij gemotiveerd besluit. HOOFDSTUK VI. - Procedure voor het indienen van de kandidaturen

Art. 7.De werkgevers die van plan zijn om een bijkomende inspanning te leveren inzake tewerkstelling ter uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten een akte van kandidaatstelling indien bij het sociaal fonds per ter post aangetekende brief.

Art. 8.Deze akte van kandidaatstelling zal worden besproken in de ondernemingsraad of, bij gebreke daarvan, met de vakbondsafvaardiging.

Hij moet voor goedkeuring worden ondertekend door de werknemersafgevaardigden of, bij gebreke daarvan, door ten minste twee gewestelijke verantwoordelijken die behoren tot de vakorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 9.Het model van akte van kandidaatstelling, alsook de lijst van de erbij te voegen documenten, wordt vastgesteld door het sociaal fonds. HOOFDSTUK VII. - Financiële tegemoetkoming en bestemming

Art. 10.Het sociaal fonds bepaalt de criteria die in rekening moeten worden genomen voor de goedkeuring van de akten van kandidaatstelling.

Art. 11.§ 1. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 juli 2002 moeten de aanwervingen worden verwezenlijkt op het niveau van elke instelling met jaarlijkse bruto gemiddelde loonkost van maximaal 64 937,84 EUR, werkgeverslasten inbegrepen. Het sociaal fonds kan echter een jaarlijkse tegemoetkoming vaststellen die lager ligt dan dit bedrag. De tegemoetkoming van het sociaal fonds is overigens beperkt tot de effectieve of gelijkgestelde bezoldigde prestaties. § 2. Het bedrag dat vermeld is in artikel 11, § 1 wordt geïndexeerd volgens de regels bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen. § 3. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 juli 2002 moet onder "loonkost" worden verstaan : het brutoloon van de werknemer, verhoogd met de werkgeversbijdragen inzake sociale zekerheid. Het brutoloon omvat het loon alsook alle vergoedingen en voordelen die verschuldigd zijn aan de werknemer door of krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen alsook de vergoedingen en voordelen die verschuldigd zijn krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten die gesloten werden in het paritair orgaan waartoe de werkgever behoort. HOOFDSTUK VIII. - Garanties inzake het integraal gebruik van de opbrengst van bijdragevermindering voor het scheppen van banen

Art. 12.Elke werkgever die een financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds geniet moet elk jaar, uiterlijk tegen 31 januari, een gedetailleerd verslag bezorgen aan dit fonds. Een model van dit verslag zal worden uitgewerkt door het sociaal fonds. De niet-naleving van deze bepalingen zal aanleiding geven tot sancties die worden bepaald door het sociaal fonds.

Art. 13.§ 1. Dit verslag moet ten minste de volgende elementen bevatten : - het totaal aantal banen uitgedrukt in werknemers voor de referentieperiode en de betrokken periode; - de nominatieve lijst van de bijkomende werknemers die werden in dienst genomen dankzij de financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds met het arbeidsstelsel, hun functie en hun loonschaal. § 2. Indien nodig mag het sociaal fonds aanvullende informatie vragen.

Art. 14.§ 1. Het verslag waarvan sprake in artikel 12 zal worden besproken in de ondernemingsraad of, bij gebreke daarvan, met de vakbondsafvaardiging. Het moet voor goedkeuring worden ondertekend door de werknemersafgevaardigden of, bij gebreke daarvan, door ten minste twee gewestelijke verantwoordelijken die behoren tot de vakorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen. § 2. Bij gebreke van een akkoord binnen 15 dagen na de kennisgeving van het verslag door de werkgever aan de vertegenwoordigers van de werknemers, mag de meest gerede partij het verslag bezorgen aan het sociaal fonds dat een beslissing zal nemen.

Art. 15.§ 1. Het sociaal fonds stelt elk jaar tegen 30 juni een activiteitenverslag op en bezorgt dit aan de leidend ambtenaar van de Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. § 2. Dit verslag zal ten minste de volgende elementen bevatten : - de lijst van de werkgevers en van de werknemers die tijdens het volledige vorige kalenderjaar de financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds hebben genoten; - het aantal werknemers van de sector; - het aantal werkgevers van de sector; - de lijst van de werkgevers die, met toepassing van artikel 14 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 het tewerkstellingsvolume hebben kunnen verminderen. HOOFDSTUK IX. - Planning inzake de verwezenlijking van de netto verhoging van het aantal banen

Art. 16.De nieuwe indienstnemingen en de verhoging van het globale tewerkstellingsvolume worden verwezenlijkt binnen de drie maanden na de kennisgeving van de beslissing tot financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen en geldigheidsduur

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt alle collectieve arbeidsovereenkomsten houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling die vroeger werden ondertekend in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door elke partij worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt betekend per ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE