gepubliceerd op 17 juli 2006
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 6, 8°, van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970
1 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 6, 8°, van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970, inzonderheid op artikel 6, 8°, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor de beroepsziekten, gegeven op 9 november 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 december 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 1 februari 2006;
Gelet op advies 39.896/1 van de Raad van State, gegeven op 2 maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1°het Fonds : het Fonds voor de beroepsziekten; 2° werkgever : de werkgever die de stagiair tewerkstelt;3° het koninklijk besluit van 21 september 2004 : het koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van de stagiairs.
Art. 2.Indien de werkgever, voor de uitvoering van het gezondheidstoezicht van de stagiairs overeenkomstig artikel 7bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 21 september 2004, een beroep doet op de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de bevoegde dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderwijsinstelling, komt het Fonds tussen in de kost van de gezondheidsbeoordeling die ten laste van de werkgever valt overeenkomstig hetzelfde besluit.
Het Fonds neemt één derde van het bedrag bedoeld in artikel 13quater, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, ten laste indien het een verplichte gezondheidsbeoordeling betreft overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 21 september 2004.
Art. 3.§ 1. Het bedrag van de tenlasteneming wordt door het Fonds rechtsreeks aan de betrokken diensten voor preventie en bescherming op het werk betaald. § 2. Deze diensten sturen hiertoe maandelijks op elektronische wijze een factuur aan het Fonds.
Deze factuur bevat minstens de volgende gegevens : 1° naam van de dienst voor preventie en bescherming op het werk;2° datum van de factuur;3° kenmerk van de factuur;4° per onderwijsinstelling, de geleverde prestaties van gezondheidsbeoordeling overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 september 2004. § 3. Deze factuur wordt vergezeld van een lijst van gegevens per onderwijsinstelling die voor elke stagiair minstens de volgende gegevens bevat : 1° naam, adres, telefoonnummer en ondernemingsnummer van de onderwijsinstelling;2° naam en voornaam van de stagiair;3° rijksregisternummer van de stagiair;4° geboortedatum van de stagiair;5° studierichting, alsmede de functie/activiteit van de stagiair;6° naam, adres, telefoonnummer en in voorkomend geval het ondernemingsnummer van de eerste werkgever van de stagiair;7° of de onderwijsinstelling een risicoanalyse ontvangen heeft van de werkgever met betrekking tot de risico's waaraan de stagiair kan worden blootgesteld;8° of de werkgever overeenkomstig artikel 7bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 21 september 2004 een beroep heeft gedaan op de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de bevoegde dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderwijsinstelling;9° naam en telefoonnummer van de externe of interne dienst voor bescherming en preventie op het werk van de werkgever van de stagiair;10° aanvangsdatum van de eerste stage;11° totale duur van de stageperiode in het lopende schooljaar;12° datum van de laatste gezondheidsbeoordeling van de stagiair (indien van toepassing);13° datum van de gezondheidsbeoordeling van de stagiair door de interne of externe dienst voor bescherming en preventie op het werk van de onderwijsinstelling. Deze lijst van gegevens wordt aan de betrokken diensten voor preventie en bescherming op het werk ter beschikking gesteld door de onderwijsinstelling. § 4. Het Fonds bepaalt de concrete modaliteiten voor de elektronische uitwisseling van deze facturatiegegevens.
Art. 4.Om de gegrondheid van de tenlasteneming na te gaan, kan het Fonds aan de onderwijsinstelling van de stagiair inzage vragen in het formulier voor de gezondheidsbeoordeling waarvan sprake in artikel 7 van het koninklijk besluit van 21 september 2004.
Indien de ongegrondheid van de betaling wordt vastgesteld, kan het Fonds autonoom de tenlasteneming weigeren.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.
Art. 6.Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Onze Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN