gepubliceerd op 13 februari 2002
De verantwoordelijkheid van de bestuurlijke overheden met betrekking de veiligheid in de stations Aan de Dames en Heren Provinciegouveuneurs Ter informatie : - de Dames en Heren Burgemeesters - de Arrondissementscommissarissen Mevrou 1. Inleiding De veiligheid in de stations en op de spoorwegen is een materie die vanuit een bred(...)
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
De verantwoordelijkheid van de bestuurlijke overheden met betrekking de veiligheid in de stations Aan de Dames en Heren Provinciegouveuneurs Ter informatie : - de Dames en Heren Burgemeesters - de Arrondissementscommissarissen Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, 1. Inleiding De veiligheid in de stations en op de spoorwegen is een materie die vanuit een brede basis tegemoet moet worden getreden.Om die reden heb ik recent dan ook een 'Ronde tafel' georganiseerd rond deze problematiek, waarin ik samen met de NMBS. de Vaste Commissie van de Gemeentepolitie, de Federale Politie, het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid (VSP) en de Algemene Rijkspolitie (ARP) afspraken heb gemaakt om op dit vlak verder de nodige initiatieven te ontwikkelen.
Eén van die initiatieven betreft de oprichting van een "Nationaal Platform" in de schoot van het VSP, met vertegenwoordigers van alle actoren die een taak hebben in het kader van de veiligheid van stations en spoorwegen. Dit platfonn zal in de eerste plaats de concrete problemen identificeren. Aan de hand van een verbeterde informatievergadering zal worden bepaald welke stations en lijnen specifieke risico's met zich meebrengen. Op basis van deze informatie zal vervolgens voor elke lijn en elk station een specifieke werkgroep samenkomen die meer in detail treedt naar de concrete en specifieke problemen toe. Aldus zullen oplossingen op maat uitgewerkt worden, waarbij de meest geschikte actoren en middelen zullen kunnen worden aangeduid. Het platform zal permanent een inventaris bijhouden van alle maatregelen die worden voorgesteld en/of genomen.
Een tweede initiatief dat ik wens te nemen, heeft betrekking op de afbakening van de verantwoordelijkheden van de diverse bestuurlijke overheden in dit domein, alsook de taakverdeling tussen de lokale en de federale politie. Het is in dit kader dat deze omzendbrief moet worden begrepen. Ik meen immers dat het wenselijk is om de burgemeesters, in het bijzonder deze op wier grondgebied een station gelegen is, uitdrukkelijk te wijzen op de verantwoordelijkheden die zij in dit verband dragen, en hen uit te nodigen om deze problematiek een gepaste plaats te geven binnen hun lokaal veiligheidsbeleid.
In deze omzendbrief wens ik met andere woorden een algemeen werkkader aan te bieden, waarbinnen de bestuurlijke overheden en de politiediensten zullen kunnen functioneren en nadere werkafspraken zullen kunnen maken. 2. Het lokaal belang : de burgemeester Onverminderd de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de provinciegouverneur, is het in eerste orde steeds de burgemeester die verantwoordelijk is voor de openbare orde op het grondgebied van zijn gemeente (1). Alle lokale ordeverstoringen en taken van algemene bestuurlijke politie die van toepassing zijn op fenomenen die hoofdzakelijk lokaal doorwerken, vallen ontegensprekelijk onder het werkterrein van de burgemeester. Hij draagt de verantwoordelijkheid voor de uitoefening door de lokale politie van de basispolitiezorg (2). 3. Het supralokaal belang : de Minister van Binnenlandse Zaken De Minister van Binnenlandse Zaken kan maatregelen van bestuurlijke politie nemen wanneer, ook al is de gebeurtenis of de situatie slechts in een enkele gemeente gelokaliseerd, het algemeen belang zijn tussenkomst vereist (3).Het gaat om politiemaatregelen in de zin van artikel 3 van de wet op het politieambt : "elke juridische of materiële uitvoerbare handeling van bestuurlijke of gerechtelijke politie die voor de burgers een aanwijzing, een verplichting of een verbod inhoudt". 4. Toepassing van de vermelde principes op de veiligheid in de stations Een kwestie van louter lokaal belang valt onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester.Een kwestie van suprokaal of algemeen belang, behoort tot de bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken.
De toepassing van deze beginselen op de spoorwegen laat toe de drie volgende arealen te onderscheiden : a) de stationsbuurt, de commerciële ruimtes en de wachtzalen De publieke plaatsen vallen onder de primaire verantwoordelijkheid van de burgemeester, daar ordeverstoringen op deze plaatsen algemeen beschouwd niet van aard zijn dat ze supralokale gevolgen hebben (bijvoorbeeld kleine ordeverstoringen, gauwdiefstallen).De burgemeester bepaalt het beleid en kan aan de lokale politie terzake de nodige bevelen, onderrichtingen en richtlijnen geven (4).
Ik wijs de lokale overheden erop dat ze bij het ontwikkelen van dit beleid niet alleen staan. Zowel de Algemene Rijkspolitie als het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid kunnen hierbij als bevoorrechte partners van de lokale overheden worden beschouwd; b) de sporen en de treinen zelf Hier is de bevoegde overheid van algemene bestuurlijke politie de Minister van Binnenlandse Zaken.De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt het beleid en kan aan de federale politie terzake de nodige bevelen, onderrichtingen en richtlijnen geven (5). Elk incident of fenomeen dat zich ter hoogte van de sporen of treinen afspeelt, kan verstrekkende gevolgen hebben voor het nationaal en internationaal vervoer.
In dit geval is dan ook de notie "algemeen belang", bedoeld in artikel 11 van de wet op het politieambt, van toepassing; c) de perrons Wat de perrons betreft, kunnen er zich zowel fenomenen van louter lokale aard, dan wel van supralokale aard voordoen.Het treffen van maatregelen ter voorkoming van gauwdiefstallen, is een lokale kwestie (burgemeester), terwijl andere beslissingen veeleer verband kunnen houden met de vlotheid van het supralokaal verkeer, wat een bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken is. 5. De taakverdeling tussen de lokale en de federale politie Onverminderd de afwijkende bepalingen vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken voor bijzondere gevallen, zijn de volgende beginselen van toepassing : De lokale politie verzekert de basispolitiezorg op het lokale niveau, meer bepaald alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie die nodig zijn voor het beheren van lokale gebeurtenissen en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van de politiezone, evenals het vervullen van sommige opdrachten van federale aard (6).Naar analogie met de bovenververmelde verdeling in arealen, zal de lokale politie voornamelijk optreden in de stationsbuurt, de commerciële ruimtes en de wachtzalen, alsook op de perrons voor wat betreft de fenomenen die een strikt lokaal karakter kennen.
De federale politie verzekert over het gehele grondgebied, met inachtneming vare de principes van specialiteit en subsidiariteit, de gespecialiseerde en de supralokale opdrachten van bestuurlijke politie en gerechtelijke politie, evenals ondersteunende opdrachten voor de lokale politiediensten en voor de politieoverheden. De gespecialiseerde en supralokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie worden uitgevoerd door de operationele eenheden en diensten van de federale politie die deel uitmaken van de algemene directies bestuurlijke politie, gerechtelijke politie of operationele steun. Sinds 1998 ressorteren de (vroegere) bijzondere politiediensten onder de federale politie (7). De federale politie zal voornamelijk optreden op de sporen en de treinen zelf, alsook op de perrons voor zover het gaat om fenomenen met supralokale weerslag.
In de geest van de wet van 7 december 1998 die de steunrol van het federale niveau beklemtoont, zal de algemene directie van de bestuurlijke politie. via haar dienst spoorwegpolitie (SPC), een voortrekkersrol vervullen in het integratieproces op het terrein van de twee niveaus en bij het afsluiten van lokale politionele samenwerkingsakkoorden. 6. Het onderscheid algemene - bijzondere bestuurlijke politie In het kader van deze richtlijn, past het tenslotte om eraan te herinneren dat wanneer er, naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis, tegelijkertijd maatregelen van algemene en van bijzondere bestuurlijke politie moeten worden genomen, de maatregelen van algemene bestuurlijke politie voorrang zullen genieten. Met betrekking tot de spoorwegen, kunnen inderdaad maatregelen van bijzondere bestuurlijke politie genomen worden door de Minister van Verkeer en Infrastructuur. Ik wens duidelijk te onderlijnen dat dit de overheden bevoegd voor het treffen van maatregelen van algemene bestuurlijke politie (burgemeester. gouverneur, arrondissementscommissaris, Minister van Binnenlandse Zaken) niet van hun verantwoordelijkheden ontslaat, wel integendeel. De maatregelen die zij naar aanleiding van diezelfde gebeurtenis (dienen te) nemen, zullen bij voorrang worden uitgevoerd op die van bijzondere bestuurlijke politie (8).
A. DUQUESNE _______ Nota (1) Art.133 van de Nieuwe gemeentewet. (2) Art.3, § 2 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (Belgisch Staatsblad, 5 januari 1999). (3) Ministeriële Omzendbrief van 10 december 1987 Ordehandhaving - Gecoördineerde algemene onderrichtingen (Belgisch Staatsblad, 19 december 1987);art. 11 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt : "Onverminderd de bevoegdheden die hun zijn toegekend door of krachtens de wet, oefenen de minister van Binnenlandse Zaken en de gouverneur de bevoegdheden van de burgemeester of van de gemeentelijke instellingen in subsidiaire orde uit wanneer deze, al dan niet vrijwillig, hun verantwoordelijkheden niet nakomen, wanneer de verstoring van de openbare orde zich uitstrekt over het grondgebied van verscheidene gemeenten of; wanneer, ook al is de gebeurtenis of de situatie slechts in een enkele gemeente gelokaliseerd, het algemeen belang hun tussenkomst vereist. De bij het eerste lid bedoelde bevoegdheden betreffen maatregelen van bestuurlijke politie in de zin van artikel 3, 1°, behalve diegene die het voorwerp uitmaken van artikel 42 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus." (4) Artikel 42 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.(5) Artikel 97 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.(6) Artikel 3 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.(7) Wet van 17 november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de rijkswacht (Belgisch Staatsblad, 11 december 1998).Wet van 3 mei 1999 tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de federale politie (Belgisch Staatsblad, 29 mei 1999). Tot deze integratie was eind 1996 door de Ministerraad beslist, die stelde dat "ten behoeve van de rationalisatie en van een betere bestrijding van de grensoverschrijdende criminaliteit de algemene politieopdrachten (met uitzondering van de opdrachten inzake controle op het naleven van de specifieke verkeersregels), van de luchtvaart-, zeevaart- en spoorwegpolitie, samen met de het daartoe vereiste personeel en middelen, worden opgenomen in de rijkswacht" (lees : de federale politie). (8) Art.12 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt : "Indien, naar aanleiding van eenzelfde gebeurtenis, maatregelen van algemene bestuurlijke politie en van bijzondere bestuurlijke politie gelijktijdig moeten worden getroffen, worden de beslissingen, bevelen en vorderingen van de overheden van algemene bestuurlijke politie bij voorrang uitgevoerd.".