Etaamb.openjustice.be
Document van 29 september 2016
gepubliceerd op 19 december 2016

Besluit van de Regering tot aanwijzing van de leden van de commissie voor huisonderwijs

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2016205969
pub.
19/12/2016
prom.
29/09/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Regering tot aanwijzing van de leden van de commissie voor huisonderwijs


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 31 augustus 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/08/1998 pub. 24/11/1998 numac 1998033100 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor het gewoon onderwijs sluiten betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, artikel 93.49, § 1, ingevoegd bij het decreet van 20 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/06/2016 pub. 30/11/2016 numac 2016205142 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs - 2016 sluiten;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De volgende personen worden aangewezen als stemgerechtigd lid van de commissie voor huisonderwijs : 1° een voorzitter die wordt uitgekozen onder de medewerkers van het departement van het Ministerie dat bevoegd is voor pedagogie : Mevr. Sylvia Schrouben; 2° een lid van de onderwijsinspectie dat niet belast is met de controle van het huisonderwijs : Mevr.Ruth De Sy; 3° een personeelslid van het Ministerie dat over de nodige kennis betreffende de organisatie van het onderwijs beschikt : Mevr. Catherine Reinertz; 4° een personeelslid van het departement van de autonome hogeschool dat bevoegd is voor externe evaluatie : Mevr.Isabelle Müllender; 5° een personeelslid van het Ministerie dat over de nodige kennis inzake jeugdbijstand beschikt : de heer Michael Mertens.

Art. 2.De volgende personen worden aangewezen als lid met raadgevende stem van de commissie voor huisonderwijs : 1° een personeelslid van het centrum voor bevorderingspedagogiek : Mevr.Christiane Feldmann; 2° een personeelslid van het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren : Mevr.Monique Bartholémy; 3° een deskundige die over de nodige kennis inzake huisonderwijs beschikt : de heer André Stern.

Art. 3.De volgende personen worden aangewezen als stemgerechtigd plaatsvervangend lid van de commissie voor huisonderwijs : 1° een plaatsvervangende voorzitter die wordt uitgekozen onder de personeelsleden van het departement van het Ministerie dat bevoegd is voor pedagogie : de heer Olaf Bodem;2° een lid van de onderwijsinspectie dat niet belast is met de controle van het huisonderwijs : Mevr.Corina Senster; 3° een personeelslid van het Ministerie dat over de nodige kennis betreffende de organisatie van het onderwijs beschikt : Mevr.Yasmin Cools; 4° een personeelslid van het departement van de autonome hogeschool dat bevoegd is voor externe evaluatie : de heer Alain Goor;5° een personeelslid van het Ministerie dat over de nodige kennis inzake jeugdbijstand beschikt : Mevr.Nathalie Miessen.

Art. 4.De volgende personen worden aangewezen als plaatsvervangend lid met raadgevende stem van de commissie voor huisonderwijs : 1° een personeelslid van het centrum voor bevorderingspedagogiek : de heer Lino Pankert;2° een personeelslid van het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren : Mevr.Gabriele Radermacher; 3° een deskundige die over de nodige kennis inzake huisonderwijs beschikt : Mevr.Diane Dhur.

Art. 5.De volgende personen, uitgekozen onder de personeelsleden van het Ministerie, worden aangewezen als secretaris en plaatsvervangend secretaris van de commissie voor huisonderwijs : 1° secretaris : de heer Gerhard Treinen;2° plaatsvervangend secretaris : Mevr.Martina Jacobs.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 7.De minister bevoegd voor Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 29 september 2016.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, H. MOLLERS

^