gepubliceerd op 10 juni 2020
Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de werkgelegenheid
14 MEI 2020. - Besluit van de Regering tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de werkgelegenheid
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 5, § 4bis, vierde lid, ingevoegd bij de programmawet van 2 augustus 2002;
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 60, § 7, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 25 april 2016;
Gelet op het decreet van 17 januari 2000Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap, artikel 2, § 2, eerste lid;
Gelet op de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie, artikel 36, § 2, tweede lid;
Gelet op het decreet van 11 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/05/2009 pub. 13/07/2009 numac 2009202754 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de toelating van uitzendbureaus en de controle op de private arbeidsbemiddelaars sluiten betreffende de erkenning van uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus, artikel 12, § 1, 7°, en § 3, eerste lid;
Gelet op het decreet van 28 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/05/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018203147 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, artikelen 43.2 tot 43.5, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2020 pub. 07/05/2020 numac 2020202110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Crisisdecreet 2020 sluiten;
Gelet op het besluit van de Regering van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet van 11 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/05/2009 pub. 13/07/2009 numac 2009202754 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de toelating van uitzendbureaus en de controle op de private arbeidsbemiddelaars sluiten betreffende de erkenning van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus;
Gelet op het besluit van de Regering van 28 september 2018 tot uitvoering van het decreet van 28 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/05/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018203147 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid;
Gelet op het besluit van de Regering van 22 november 2018 tot vaststelling van de basisdotatie en de bijkomende dotaties in het kader van de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid;
Gelet op het besluit van de Regering van 13 december 2018 betreffende beroepsopleidingen voor werkzoekenden;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 4 mei 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 6 mei 2020;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gewettigd door het feit dat de federale regering sinds 13 maart 2020, op advies van de Nationale Veiligheidsraad, buitengewone maatregelen heeft genomen naar aanleiding van de gezondheidscrisis die door het coronavirus (COVID-19) is ontstaan; dat die maatregelen verstrekkende gevolgen hebben voor het maatschappelijk leven die nog altijd overal voelbaar zijn, onder meer ook bij de instellingen, organisaties en ondernemingen in het Duitse taalgebied; dat de crisis en de gevolgen van de crisis zware negatieve gevolgen hebben voor de hele economie; dat de activiteiten van de bedoelde organisaties, instellingen en ondernemingen op grond van de crisis en de gevolgen van de crisis momenteel op een heel laag pitje staan; dat dit al snel tot een stijging van de werkloosheid zou kunnen leiden in de bedoelde organisaties, instellingen en ondernemingen; dat het dringend noodzakelijk lijkt de werkloosheid die daaruit zou kunnen voortvloeien, zo snel mogelijk in te perken; dat de maatregelen die op grond van dit besluit worden genomen, passend lijken om dat doel te bereiken;
Overwegende dat de regelingen inzake werk, beroepsopleiding, socio-professionele integratie en sociale economie, alsook de doelstellingen die men met die regelingen wil bereiken, in het gedrang zouden kunnen komen door de crisis; dat de directe of indirecte gevolgen van de crisis een snel management en een snelle reactie van de Duitstalige Gemeenschap vereisen; dat het principe van de continuïteit van de openbare dienstverlening moet worden gewaarborgd en dat de organisatie van de openbare dienstverlening inzake werk, socio-professionele integratie en sociale economie bijgevolg moet worden aangepast; dat daarbij in het bijzonder de rechten van de begunstigden moeten worden nageleefd;
Overwegende dat dit besluit bijgevolg zo snel mogelijk moet worden aangenomen;
Op de voordracht van de Minister van Werkgelegenheid;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Maatregelen betreffende de verhoogde staatstoelage binnen de sociale economie voor terbeschikkingstellingen in het kader van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Artikel 1.- In afwijking van het koninklijk besluit van 11 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022561 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie type koninklijk besluit prom. 11/07/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022566 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden, het bedrag en de duur van de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor een deeltijdse tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van een gerechtigde op maatschappelijke integratie sluiten tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie en in afwijking van het koninklijk besluit van 14 november 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie, voor rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp kent de Regering de verhoogde staatstoelage ook toe aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Duitse taalgebied voor de terbeschikkingstellingen in het kader van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° met het oog op de voortzetting van de sociale inschakeling in de vorm van een tewerkstelling van rechthebbenden op een leefloon of rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp geschiedt de tewerkstelling tijdens de periode tussen 1 maart 2020 en 31 mei 2020 bij een werkgever die niet erkend is als "specifiek sociale economie-initiatief" en;2° de terbeschikkingstelling aan het "specifiek sociale economie-initiatief" wordt vanaf 1 juni 2020 hervat. De minister bevoegd voor Werkgelegenheid kan de periode vermeld in het eerste lid, 1°, twee keer met dezelfde duur verlengen. In dat geval wordt de datum vermeld in het eerste lid, 2°, dienovereenkomstig verschoven. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Regering van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet van 11 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/05/2009 pub. 13/07/2009 numac 2009202754 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de toelating van uitzendbureaus en de controle op de private arbeidsbemiddelaars sluiten betreffende de erkenning van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus
Art. 2.- In het besluit van de Regering van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet van 11 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/05/2009 pub. 13/07/2009 numac 2009202754 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de toelating van uitzendbureaus en de controle op de private arbeidsbemiddelaars sluiten betreffende de erkenning van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 24 oktober 2013, wordt een artikel 20.1 ingevoegd, luidende: "Art. 20.1 - In afwijking van artikel 9, § 1, tweede lid, wordt de daarin vermelde termijn van 30 juni voor het jaar 2020 met drie maanden verlengd tot 30 september.
De Minister kan de termijn twee keer met dezelfde duur verlengen." HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Regering van 28 september 2018 tot uitvoering van het decreet van 28 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/05/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018203147 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid
Art. 3.- In het besluit van de Regering van 28 september 2018 tot uitvoering van het decreet van 28 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/05/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018203147 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid wordt een hoofdstuk 6.1 ingevoegd, dat de artikelen 54.1 tot 54.5 omvat, luidende: "Hoofdstuk 6.1 - Tijdelijke maatregelen om de negatieve gevolgen van de coronacrisis te beperken Art. 54.1 - De bepalingen van dit hoofdstuk zijn bedoeld om de negatieve gevolgen van de epidemie of pandemie van het coronavirus (COVID-19) in de Duitstalige Gemeenschap te beperken.
Art. 54.2 - De subsidies vermeld in de artikelen 11 en 13 van het decreet worden voor de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020 telkens met 100 % verhoogd.
De verhoging vermeld in het eerste lid geldt zowel voor de subsidies voor AktiF- of AktiF PLUS-gerechtigden die tijdens de periode vermeld in het eerste lid in dienst getreden zijn, als voor AktiF- of AktiF PLUS-gerechtigden die vóor de periode vermeld in het eerste lid in dienst getreden zijn.
Art. 54.3 - De subsidies vermeld in artikel 21 van het decreet worden voor de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020 telkens met 100 % verhoogd.
De verhoging vermeld in het eerste lid geldt alleen voor subsidies voor AktiF- of AktiF PLUS-gerechtigden die in dienst getreden zijn binnen de periode vermeld in het eerste lid. Ze geldt niet voor AktiF- of AktiF PLUS-gerechtigden die vóor de periode vermeld in het eerste lid in dienst getreden zijn.
Art. 54.4 - De subsidies vermeld in artikel 26 van het decreet worden voor de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020 telkens met 100 % verhoogd.
De verhoging vermeld in het eerste lid geldt alleen voor subsidies voor AktiF- of AktiF PLUS-gerechtigden die in dienst getreden zijn binnen de periode vermeld in het eerste lid. Ze geldt niet voor AktiF- of AktiF PLUS-gerechtigden die vóor de periode vermeld in het eerste lid in dienst getreden zijn.
Art. 54.5 - In afwijking van artikel 11, § 1, van het decreet wordt de AktiF-subsidie vermeld in artikel 11, § 2, tweede lid, van het decreet of de AktiF PLUS-subsidie vermeld in artikel 11, § 3, derde lid, van het decreet na het verstrijken van de in artikel 11, § 1, 1° en 2°, van het decreet vermelde periode, nog zes maanden toegekend aan alle in artikel 10 van het decreet vermelde werkgevers die tussen 13 maart 2020 en 30 september 2020 een AktiF-subsidie of een AktiF PLUS-subsidie ontvangen." HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Regering van 22 november 2018 tot vaststelling van de basisdotatie en de bijkomende dotaties in het kader van de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid
Art. 4.- In het besluit van de Regering van 22 november 2018 tot vaststelling van de basisdotatie en de bijkomende dotaties in het kader van de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, gewijzigd bij ministerieel besluit van 15 oktober 2019Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 15/10/2019 pub. 07/02/2020 numac 2020200576 bron regering van de duitstalige gemeenschap Ministerieel besluit tot indexering van de subsidies in het kader van de maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid type ministerieel besluit prom. 15/10/2019 pub. 20/11/2019 numac 2019030985 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 maart 2002 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met de inning en de invordering van en de controle op de heffing verschuldigd door de privé-detectives sluiten, wordt een artikel 2.1 ingevoegd, luidende: "Art. 2.1 - Met behoud van de toepassing van de artikelen 1 en 2 kent de Regering voor de periode van 13 maart 2020 tot 31 december 2020 een bijzondere dotatie toe aan de werkgevers vermeld in artikel 24 van het decreet van 28 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/05/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018203147 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid.
De bijzondere dotatie vermeld in het eerste lid wordt van 13 maart 2020 tot 30 juni 2020 toegekend in verhouding tot de uitbreiding van deeltijdse arbeidsovereenkomsten of nieuwe aanwervingen van AktiF- of AktiF PLUS-gerechtigden die verband houden met initiatieven ter bestrijding van de epidemie of pandemie van het coronavirus (COVID-19).
Vanaf 1 juli 2020 staat de bijzondere dotatie vermeld in het eerste lid in verhouding tot de AktiF- en AktiF PLUS-subsidies die vanaf die datum voor nieuwe aanwervingen worden toegekend.
De Minister bepaalt de nadere regels voor de aanvraag en de uitbetaling." HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Regering van 13 december 2018 betreffende beroepsopleidingen voor werkzoekenden
Art. 5.- In hoofdstuk 5, afdeling 1, van het besluit van de Regering van 13 december 2018 betreffende beroepsopleidingen voor werkzoekenden wordt een artikel 38.1 ingevoegd, luidende: "Art. 38.1 - Crisispremie bij onderbreking of stopzetting van de individuele beroepsopleiding in een onderneming op grond van de COVID-19-pandemie § 1 - Dit artikel is van toepassing op: 1° werkloze werkzoekenden of uitkeringsgerechtigde volledig werklozen die, op grond van de COVID-19-pandemie en de beslissingen die de Nationale Veiligheidsraad naar aanleiding daarvan heeft genomen, hun activiteit in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming tijdelijk niet kunnen uitoefenen;2° werkloze werkzoekenden of uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van wie de individuele beroepsopleiding in een onderneming, op grond van de COVID-19-pandemie en de beslissingen die de Nationale Veiligheidsraad naar aanleiding daarvan heeft genomen, voortijdig werd stopgezet. § 2 - De personen vermeld in § 1 openen het recht op een crisispremie, op voorwaarde dat: 1° ze op 12 maart 2020 via de in artikel 37 vermelde overeenkomst tewerkgesteld waren of sinds die datum een dergelijke overeenkomst ondertekend hebben;2° de voorwaarde vermeld in § 5 vervuld is. § 3 - De crisispremie vermeld in § 2 wordt maandelijks uitbetaald voor de volgende periodes: 1° voor de personen vermeld in § 1, 1°: voor de periode waarin ze hun activiteit niet kunnen uitoefenen en daardoor geen recht hebben op de productiviteitspremie vermeld in artikel 38, 1°.De in aanmerking te nemen periode begint ten vroegste op 12 maart 2020 en eindigt ten laatste op 30 juni 2020; 2° voor de personen vermeld in § 1, 2° : voor de duur van de overeenkomst die nog rest vanaf de dag van de stopzetting van de individuele beroepsopleiding in een onderneming.De in aanmerking te nemen periode begint ten vroegste op 12 maart 2020 en eindigt ten laatste op 30 juni 2020.
De Minister kan de einddatum vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, drie keer met één maand verschuiven. § 4 - De maandelijkse crisispremie vermeld in de § § 2 tot 3 stemt overeen met het verschil tussen 70 procent van het belastbare loon vermeld in artikel 38, 1°, en het daar vermelde vervangingsinkomen.
Als het verschil negatief is, wordt geen crisispremie betaald.
In geval van deeltijdse tewerkstelling wordt de crisispremie berekend in verhouding tot de arbeidstijdregeling.
Als betrokkene geen recht heeft op een volledige maandelijkse crisispremie stemt de maandelijkse crisispremie overeen met het resultaat dat bekomen wordt door de desbetreffende crisispremie te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het aantal werkdagen van de maand en de teller gelijk is aan het aantal werkdagen waarop geen arbeidsprestaties verricht konden worden op grond van de COVID-19-pandemie en de beslissingen die naar aanleiding daarvan door de Nationale Veiligheidsraad werden genomen. § 5 - De crisispremie kan alleen uitbetaald worden, als de personen vermeld in § 2, voor de periodes vermeld in § 3, geen vervangingsinkomen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ontvangen waarop ze vóór de situaties vermeld in § 1 nog geen recht hadden. § 6 - Om het recht op de crisispremie te openen, dienen de personen vermeld in § 2 een aanvraag in bij de dienst voor arbeidsbemiddeling.
Die aanvraag bevat de volgende gegevens: 1° de bevestiging van de werkgever dat de aanvraag wordt ingediend op grond van de situaties vermeld in § 1;2° een verklaring op erewoord van de persoon vermeld in § 2, waaruit blijkt dat hij geen vervangingsinkomen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ontvangt waarop hij vóór de situaties vermeld in § 1 nog geen recht had;3° het rekeningnummer van de persoon vermeld in § 2 waarop de crisispremie kan worden gestort. De aanvraag moet uiterlijk op 14 juli 2020 bij de dienst voor arbeidsbemiddeling binnenkomen. De datum van de poststempel geldt als indieningsdatum. Als de einddatum vermeld in § 3 wordt verschoven, wordt ook die termijn met dezelfde duur verlengd.
De crisispremie kan pas uitbetaald worden als de aanvraag is binnengekomen. Als de aanvraag niet-ontvankelijk is, deelt de dienst dat schriftelijk mee aan de aanvrager. § 7 - Met behoud van de toepassing van artikel 11 moeten de personen vermeld in § 2 elke wijziging van hun vervangingsinkomen tijdens de periode vermeld in § 3 meedelen aan de dienst voor arbeidsbemiddeling.
Dat geldt ook voor vervangingsinkomens van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn waarop ze vóór de situaties vermeld in § 1 nog geen recht hadden.
Voor de personen vermeld in § 1, 1°, dient de werkgever binnen de eerste zeven werkdagen van de maand bij de dienst voor arbeidsbemiddeling een overzicht in van de arbeidsprestaties en afwezigheden van de vorige maand. § 8 - De crisispremie wordt maandelijks uitbetaald door de dienst voor arbeidsbemiddeling. De uitbetaling geschiedt binnen de eerste vijftien werkdagen van de maand die volgt op de maand waarop de crisispremie betrekking heeft.
In afwijking van het eerste lid heeft de crisispremie, die pas wordt betaald nadat de aanvraag vermeld in § 6 is binnengekomen, betrekking op de volgende periode: 1° voor de personen vermeld in § 1, 1°: de periode tussen 12 maart 2020 en de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de crisispremie wordt uitbetaald;2° voor de personen vermeld in § 1, 2°: de periode tussen de dag waarop de individuele beroepsopleiding in een onderneming wordt stopgezet en de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de crisispremie wordt uitbetaald. § 9 - Als de persoon vermeld in § 2 ten onrechte een crisispremie heeft ontvangen of als de wijziging van zijn vervangingsinkomen pas aan de dienst voor arbeidsbemiddeling werd meegedeeld nadat de crisispremie werd uitbetaald, verrekent de dienst voor arbeidsbemiddeling die bedragen met de crisispremies van de volgende maanden. Als dat niet mogelijk is, vordert de dienst voor arbeidsbemiddeling de desbetreffende bedragen terug.
De crisispremie wordt overeenkomstig het eerste lid als "ten onrechte uitbetaald" beschouwd, als: 1° de inlichtingen die tot het ontvangen van de crisispremie geleid hebben, bedrieglijk of vals zijn; 2° de persoon de crisispremie heeft ontvangen, hoewel hij niet of niet meer aan de toekenningsvoorwaarden voldoet." HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 6.- Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 7.- De minister bevoegd voor Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 14 mei 2020.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media, I. WEYKMANS