Etaamb.openjustice.be
Document van 12 oktober 2017
gepubliceerd op 14 februari 2018

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2018200491
pub.
14/02/2018
prom.
12/10/2017
ELI
eli/besluit/2017/10/12/2018200491/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 OKTOBER 2017. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7;

Gelet op het decreet van 19 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/05/2008 pub. 01/10/2008 numac 2008033076 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de Jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming sluiten over de jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming, artikel 20, § 1, eerste lid, 3°, artikel 25, § 1, eerste lid, artikel 26, § 2, 4°, en § 3, en artikel 32;

Gelet op het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 22 mei 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 30 mei 2017;

Gelet op advies 61.743/3 van de Raad van State, gegeven op 14 juli 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van 26 juli 2017;

Op de voordracht van de Minister van Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 25 van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming wordt vervangen als volgt: "De dienst voor pleeggezinnen biedt de pleeggezinnen regelmatig bijscholingen aan die nuttig zijn voor het samenleven in het pleeggezin en voor de ontwikkeling van het pleegkind.

De pleeggezinnen kunnen daarnaast een subsidie van hoogstens 150 euro per jaar en per pleegouder ontvangen om bijscholingen te volgen bij externe aanbieders. De pleegouders dienen een aanvraag in bij de dienst voor pleeggezinnen voordat de bijscholing begint.

Die aanvraag omvat: 1° de identiteit van de aanvrager;2° het onderwerp en de gegevens over de inhoud van de bijscholing;3° de plaats, de duur en de kosten van de bijscholing;4° gegevens over de aanbieder van de bijscholing; 5° gegevens over het nut van de bijscholing voor het samenleven in het pleeggezin en voor de ontwikkeling van het pleegkind."

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 38.1 ingevoegd, luidende: "Art. 38.1 - Pleegouderkaart Elke pleegouder van een pleeggezin die overeenkomstig de artikelen 23 en 37 erkend is en overeenkomstig artikel 20 van het decreet een of meer pleegkinderen begeleidt, krijgt een pleegouderkaart die zijn hoedanigheid van pleegouder bewijst.

De pleegouderkaart stemt overeen met het model dat vastgelegd is in de bijlage I gevoegd bij dit besluit.

Indien het pleegouderschap beëindigd wordt voordat de geldigheidsduur van de pleegouderkaart is verstreken of uiterlijk nadat de erkenningsduur vermeld in artikel 22, § 3, eerste lid, van het decreet is verstreken, vordert de dienst voor pleeggezinnen de pleegouderkaart terug en vernietigt ze."

Art. 3.In artikel 50, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "bijlage" vervangen door de woorden "bijlage II".

Art. 4.De bijlage I bij hetzelfde besluit wordt bijlage II.

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt de bijlage gevoegd bij dit besluit als bijlage I ingevoegd.

Art. 6.De minister bevoegd voor Gezin is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 12 oktober 2017 Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^