gepubliceerd op 02 oktober 1997
Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1990
29 APRIL 1997. Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1990 (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Verrichtingen gedaan ter uitvoering van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap HOOFDSTUK I. - Vastleggingen gedaan in uitvoering van de begroting Afdeling 1. - Vaststelling van de vastleggingen
Artikel 1.De vastleggingen van uitgaven ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 1990 bedragen, overeenkomstig de bijgaande tabel A, kolom 6, de som van BF 31 218 350 323. Afdeling 2. - Vaststelling van de vastleggingskredieten
Art. 2.De vastleggingskredieten bedragen voor het begrotingsjaar 1990 in totaal BF 32 740 800 000. (tabel A, kolom 5).
Dit bedrag werd omgedeeld bij de begrotingsdecreten en is als volgt samengesteld : a) oorspronkelijke begroting : BF 28 202 000 000 b) aanpassing van de begroting : BF + 4 538 800 000 (tabel A, kolommen 1, 2 en 3).
Art. 3.De in totaal voor het begrotingsjaar 1990 omgedeelde vastleggingskredieten worden verminderd met een bedrag van BF 1 522 449 677 dat bij toepassing van de artikelen 17 en 18 van de Comptabiliteitswet van 28 juni 1963, gewijzigd bij het KB nr. 402 van 18 april 1986, wordt geannuleerd (tabel A, kolom 10).
Art. 4.Ingevolge de bepalingen vervat in de bovenstaande artikelen 2 en 3, worden de definitieve, omgedeelde vastleggingskredieten voor het begrotingsjaar 1990 vastgesteld op BF 31 218 350 323; som die gelijk is aan de ten laste van het begrotingsjaar 1990 geboekte vastleggingen (tabel A, kolommen 6 en 11). HOOFDSTUK II. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de begroting Afdeling 1. - Vaststelling van de ontvangsten
Art. 5.De op het begrotingsjaar 1990 ten behoeve van de Vlaamse Gemeenschap vastgestelde rechten, bedragen overeenkomstig de bijgaande tabel B, kolom 3, de som van BF 354 739 366 880.
Deze som is als volgt samengesteld : - lopende ontvangsten : BF 344 945 814 895 - kapitaalontvangsten : BF 9 793 551 985 - opbrengst van leningen : BF 0 (tabel B, kolom 3).
Art. 6.De op hetzelfde begrotingsjaar 1990 aangerekende ontvangsten worden vastgesteld op BF 352 150 770 422.
Deze som is als volgt samengesteld : - lopende ontvangsten : BF 344 010 228 431 - kapitaalontvangsten : BF 8 140 541 991 - opbrengst van leningen : BF 0 (tabel B, kolom 4).
Art. 7.De vastgestelde rechten nog te innen bij de afsluiting van het begrotingsjaar 1990 bedragen BF 2 588 596 458.
Deze som is als volgt samengesteld : a) geannuleerde of in onbepaald uitstel gebrachte rechten : - lopende ontvangsten : BF 212 539 936 - kapitaalontvangsten : BF 0 Totaal : BF 212 539 936 b) naar het volgende begrotingsjaar overgedragen rechten : - lopende ontvangsten : BF 723 046 528 - kapitaalontvangsten : BF 1 653 009 994 Totaal : BF 2 376 056 522 (tabel B, kolommen 5, 6 en 7). Afdeling 2. - Vaststelling van de uitgaven
Art. 8.De tijdens het begrotingsjaar 1990 aangerekende ordonnanceringen worden als volgt vastgesteld : 1. ten laste van niet-gesplitste kredieten : BF 357 033 033 927 Dit bedrag betreft prestaties uitgevoerd a) tijdens de vorige jaren : BF 20 215 007 936 b) in de loop van het jaar : BF 336 818 025 991 2.ten laste van ordonnanceringskredieten : BF 18 915 359 518 Dit bedrag betreft prestaties uitgevoerd a) tijdens de vorige jaren : BF 6 154 836 906 b) in de loop van het jaar : BF 12 760 522 612 (tabel C, kolommen 7, 8 en 9).
Art. 9.De ten laste van het begrotingsjaar 1990 uitgevoerde betalingen, verantwoord of geregulariseerd, bedragen ten laste van : - niet-gesplitste kredieten : BF 352 326 017 247 - ordonnanceringskredieten : BF 18 891 978 364 (tabel C, kolommen 7-10).
Art. 10.De ten laste van de begroting 1990 aangerekende betalingen, waarvan, bij toepassing van artikel 32 van de Comptabiliteitswet van 28 juni 1963, de verantwoording of de regularisatie naar een volgend begrotingsjaar wordt verwezen, bedragen ten laste van : - niet-gesplitste kredieten : BF 4 707 016 680 - ordonnanceringskredieten : BF 23 381 154 (tabel C, kolom 10). Afdeling 3. - Vaststelling van de betalingskredieten
Art. 11.De betalingskredieten beschikbaar gesteld aan en omgedeeld door het Vlaams Parlement bedragen voor het begrotingsjaar 1990 : - niet-gesplitste kredieten : BF 393 338 811 810 - ordonnanceringskredieten : BF 30 269 911 846 (tabel C, kolom 6).
Die bedragen omvatten : I. De betalingskredieten bestèmd bij de begrotingsdecreten en bij decreet, als volgt onderverdeeld : 1. Oorspronkelijke begroting : - niet-gesplitste kredieten : BF 358 417 900 000 - ordonnanceringskredieten : BF 19 499 700 000 (tabel C, kolom 2). 2. Aanpassingen van de kredieten : Vermeerderingen : - niet-gesplitste kredieten : BF 4 202 100 000 - ordonnanceringskredieten : BF 3 543 700 000 Verminderingen : - niet-gesplitste kredieten : BF 5.239 600 000 - ordonnanceringskredieten : BF 248 900 000 (tabel C, kolommen 3 en 4).
II. De overdrachten van betalingskredieten bij toepassing van de artikelen 17 en 18 van de Comptabiliteitswet van 28 juni 1963 en van speciale bepalingen, als volgt samengesteld : - niet-gesplitste kredieten : BF 35 958 411 810 - ordonnanceringskredieten : BF 7 475 411 846 (tabel C, kolom 5).
Art. 12.Het bedrag van de voor het begrotingsjaar 1990 beschikbaar gestelde omgedeelde betalingskredieten wordt als volgt verminderd : I. De betalingskredieten die naar het volgende hegrotingsjaar worden overgedragen bij toepassing van de artikelen 17 en 18 van de comptabiliteitswet van 28 juni 1963 en van speciale bepalingen : - niet-gesplitste kredieten : BF 20 554 148 954 - ordonnanceringskredieten : BF 11 354 552 328 II. De beschikbaar gebleven betalingskredieten die worden geannuleerd bedragen voor : - niet-gesplitste kredieten : BF 16 167 374 967 - ordonnanceringskredieten : BF 0 (tabel C, kolommen 13 en 14).
De omdeling van de over te dragen betalingskredieten blijft behouden in het begrotingsjaar 1991.
Art. 13.De overdracht van het niet-gesplitst krediet van BF 18 600 000 van basisallocatie 11.22 van het programma 14 naar het niet-gesplitst krediet van basisallocatie 11.40 van hetzelfde programma wordt geregulariseerd.
Art. 14.Aanvullende kredieten worden toegekend ten bedrage van BF 415 746 038 tot dekking van de uitgaven gedaan buiten of boven de omgedeelde kredieten uitgetrokken voor het begrotingsjaar 1990.
Deze kredieten zijn als volgt samengesteld : - niet-gesplitste kredieten : BF 415 746 038 - ordonnanceringskredieten : BF 0 (tabel C, kolom 11).
Deze bijkomende betalingskredieten worden toegewezen zoals uitgeduid in tabel D.
Art. 15.Ingevolge de bepalingen van de artikelen 11 en 12 hierboven, worden de definitieve kredieten voor het begrotingsjaar 1990 als volgt vastgesteld : - niet-gesplitste kredieten : BF 357 033 033 927 - ordonnanceringskredieten : BF 18 915 359 518 Die sommen zijn gelijk aan de ordonnanceringen aangerekend ten laste van de begroting 1990, overeenkomstig tabel C kolommen 7 en 15. HOOFDSTUK III. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de Afzonderlijke Sectie van de begroting
Art. 16.De artikelen 60 06,60 07,60 08 en 60 09 vermeld in de tabel gevoegd bij het decreet van 20 december 1989, houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1990, onder afdeling II, verrichtingen op begrotingsfondsen, sectie 23, secundair onderwijs (algemeen vormend, technisch, beroeps- en kunstonderwijs), hoofdstuk III, fondsen gestijfd door bijzondere inkomsten, dienen gelezen te worden respectievelijk als 66.06, 66.07, 66.08 en 66.09.
Art. 17.De ontvangsten van het begrotingsjaar 1990 geboekt op de Afzonderlijke Sectie van de begroting bedragen BF 75 114 842 893 (tabel E, kolom 3).
Dit bedrag wordt als volgt onderverdeeld : - werking van de Vlaamse Gemeenschap BF 31 537 336 - gemeenschapsbevoegdheden BF 23 835 607 946 - gewestbevoegdheden BF 51 247 697 611
Art. 18.De uitgaven van het begrotingsjaar 1990 aangerekend op de Afzonderlijke Sectie van de begroting bedragen BF 65 140 227 991 (tabel E, kolom 5).
Dit bedrag wordt als volgt onderverdeeld : - werking van de Vlaamse Gemeenschap BF 29 899 099 - gemeenschapsbevoegdheden BF 23 740 140 560 - gewestbevoegdheden BF 41 370 188 332 Dit bedrag omvat : - verantwoorde of geregulariseerde betalingen : BF 53 797 759 918 - betalingen waarvan de verantwoording of de regularisatie bij toepassing van art. 32 van de Comptabiliteitswet van 28 juni 1963 naar een volgend begrotingsjaar wordt verwezen : BF 11 342 468 073 (tabel E, kolommen 5 en 6).
Art. 19.De algemene eindcijfers van de Afzonderlijke Sectie van de begroting 1990 worden als volgt vastgesteld : - ontvangsten : BF 75 114 842 893 - uitgaven : BF 65 140 227 991 - saldo : BF +9 974 614 902 (tabel E, kolommen 3 en 5).
Dit saldo, toegevoegd aan het beginsaldo van BF 20 385 939 592, vermeerderd met de van de Nationale Gemeenschappelijke Culturele Zaken en van de van Nationaal Onderwijs, gemeenschappelijke sector overgedragen saldi ten belope van BF 203 039 730, brengt het eindsaldo per 31 december 1990 op een bedrag van BF 30 563 594 224. (tabel E, kolommen 2 en 7).
Dit saldo wordt als volgt onderverdeeld : - werking van de Vlaamse Gemeenschap BF 29 315 385 - gemeenschapsbevoegdheden BF 3 969 332 535 - gewestbevoegdheden BF 26 564 946 304 HOOFDSTUK IV. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de begroting van de Dienst met Afzonderlijk beheer Afdeling 1. - Vaststelling van de ontvangsten
Art. 20.De op het begrotingsjaar 1990 door de Dienst met Afzonderlijk beheer, Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (IAP) vastgestelde rechten, bedragen de som van BF 46 010 028.
Art. 21.De op hetzelfde begrotingsjaar 1990 aangerekende ontvangsten worden vastgesteld op BF 36 910 028.
Art. 22.De vastgestelde rechten nog te innen bij de afsluiting van het begrotingsjaar 1990 bedragen BF 9 100 000.
Deze som is als volgt samengesteld : a) geannuleerde of in onbepaald uitstel gebrachte rechten : BF 0 b) naar het volgende begrotings jaar overgedragen rechten : BF 9 100 000 Afdeling 2.- Vaststelling van de uitgaven
Art. 23.In afwijking van artikel 75 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecöordineerd op 17 juli 1991, geeft de rekening van uitvoering van de begroting van de Dienst met Afzonderlijk beheer IAP voor de uitgaven aan, de bij decreet geopende kredieten, de aangerekende verrichtingen, het verschil tussen de kredieten en de aangerekende verrichtingen, de kredieten beschikbaar aan het einde van het hegrotingsjaar en de uitgaven gedaan boven de kredieten.
Art. 24.De tijdens het begrotingsjaar 1990 aangerekende ordonnanceringen worden vastgesteld op BF 18 215 556. Afdeling 3. - Vaststelling van de betalingskredieten
Art. 25.De betalingskredieten bedragen voor het begrotingsjaar 1990 BF 18 400 000.
Art. 26.Aanvullende kredieten worden toegekend ten bedrage van BF 3 179 084 tot dekking van de uitgaven gedaan buitén of boven de omgedeelde kredieten uitgetrokken voor het begrotingsjaar 1990. HOOFDSTUK V. - Vastleggingen gedaan in uitvoering van het begrotingsdecreet Afdeling 1. - Vaststelling van de vastleggingsmachtigingen
Art. 27.De in toepassing van de artikelen 62 tot en met 71, 73, 74 en 75 van het begrotingsdecreet toegewezen vastleggingsmachtigingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt A1, kolom 2), de som van BF 29 847 550 814.
Art. 28.De in toepassing van artikel 79 van het begrotingsdecreet toegewezen vastleggingsmachtigingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt A2, kolom 2), de som van BF 2 844 100 000.
Art. 29.De in toepassing van de artikelen 76, 77, 78, 80 en 82 van het begrotingsdecreet toegewezen machtigingen tot het aangaan van verbintenissen strekkende tot betaling van de intrest en de aflossing van leningen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B1, kolom 2), de som van BF 7 714 400 000.
Art. 30.De in toepassing van artikel 79, van het begrotingsdecreet en van artikel 29 van het aanpassingsdecreet toegewezen machtigingen tot het aangaan van verbintenissen strekkende tot betaling op de vervaldag van de intrest en de aflossing van leningen, voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B2, kolom 2), de som van BF 11 922 850 430.
Art. 31.De in toepassing van artikel 83 van het begrotingsdecreet toegekende machtigingen om de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, de Nationale Landmaatschappij en het Vlaams Woningfonds voor de Grote Gezinnen verbintenissen te laten aangaan, voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B3, kolom 2), de som van BF 7 000 000 000. Afdeling 2. - Vaststelling van de aanwending
Art. 32.De aanwendingen van de door de artikelen 62 tot en met 71, 73, 74 en 75 van het begrotingsdecreet toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt A1, kolom 3) de som van BF 29 571 747 928 De niet-aangewende en te annuleren machtigingen toegewezen door de artikelen 62 tot en met 65, 67 tot en met 71 en 73 tot en met 75 voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt A1, kolom 4), de som van BF 1 480 646 428.
Een aanvullende machtiging ten bedrage van BF 1 204 843 542 wordt, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt A1, kolom 5), toegewezen tot regularisatie van de aanwendingen gedaan boven de machtiging toegewezen door art. 66 van het begrotingsdecreet met betrekking tot het Fonds voor Economische Expansie en de Regionale Reconversie - Grote Ondernemingen, ingeschreven onder sectie 62 van afdeling II.
Art. 33.De aanwendingen van de door het artikel 79 van het begrotingsdecreet toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt A2, kolom 3), de som van BF 2 801 425 000.
De niet-aangewende en te annuleren machtigingen toegewezen door deze bepalingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt A2, kolom 4), de som van BF 42 675 000.
Art. 34.De aanwendingen van de door de artikelen 76, 77, 78, 80 en 82 van het begrotingsdecreet toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B1, kolom 3), de som van BF 7 601 540 675.
De niet-aangewende en te annuleren machtigingen toegewezen door deze artikelen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B1, kolom 4), de som van BF 112 859 325.
Art. 35.De aanwendingen van de door artikel 79 van het begrotingsdecreet en van artikel 29 van het aanpassingsdecreet toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B2, kolom 3), de som van BF 12 238 740 430.
De niet-aangewende en te annuleren machtigingen toegewezen door deze bepalingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B2, kolom 4), de som van BF 0.
Een aanvullende machtiging ten bedrage van BF 315 890 000 wordt, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B2, kolom 5), toegewezen tot regularisatie van de aanwendingen gedaan boven de machtiging toegewezen door art. 79 van het begrotingsdecreet met betrekking tot het Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-Sociale Instellingen (Welzijn en Gezin, Volksgezondheid).
Art. 36.De aanwendingen van de door artikel 83 van het begrotingsdecreet toegewezen machtigingen voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B3, kolom 3), de som van BF 7 536 353 275.
De niet-aangewende en te annuleren machtigingen toegewezen door deze bepaling voor het begrotingsjaar 1990 belopen, overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B3, kolom 4), de som van BF 0.
Een aanvullende machtiging ten bedrage van BF 536 353 275 wordt overeenkomstig de bijgaande tabel F (punt B3, kolom 5) toegewezen tot regularisatie van de aanwendingen gedaan boven de machtiging toegewezen door art. 83 van het begrotingsdecreet met betrekking tot het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen.
TITEL II. - Verrichtingen gedaan ter uitvoering van de begrotingen van de Instellingen van Openbaar Nut van categorie A, opgesomd in artikel 1 van de Wet van 16 maart 1954 HOOFDSTUK I. - Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM), ingesteld bij decreet van 2 juli 1981 (Belgisch Staatsblad van 25 juli 1981) Afdeling 1. - Lopend jaar
Art. 37.De eindregeling van de begroting van OVAM is, voor het begrotingsjaar 1990, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BF 474 368 237; - de uitgaven op een bedrag van BF 391 667 755, zodat er voor het begrotingsjaar 1990 een overschot is van BF 82 700 482 waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 1990 BF 781 437 296 bedraagt. HOOFDSTUK II. - Commissariaat-Generaal voor de Internationale (Culturele) Samenwerking - CGIS (CGICS) ingesteld bij decreet van 8 juli 1980 (Belgisch Staatsblad van 31 december 1980) Afdeling 1. - Lopend jaar
Art. 38.De eindregeling van de begroting van CGIS is, voor het begrotingsjaar 1990, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BF 93 002 613; - de uitgaven op een bedrag van BF 276 326 218, zodat er voor het begrotingsjaar 1990 een tekort is van BF 183 323 605 waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 1990 BF 265 236 158 bedraagt. HOOFDSTUK III. - Vlaams Fonds voor de Bouw van Ziekenhuizen en Medisch-sociale Instellingen (VFBZ), ingesteld bij decreet van 1 juni 1983 (Belgisch Staatsblad van 27 juli 1983), inwerking getreden op 1 januari 1987 bij besluit van de Vlaamse regering van 23 december 1986 (Belgisch Staatsblad van 14 maart 1987) Afdeling 1. - Lopend jaar
Art. 39.De eindregeling van de begroting van VFBZ is, voor het begrotingsjaar 1990, als volgt vastgesteld - de ontvangsten op een bedrag van BF 4 221 042 420; - de uitgaven op een bedrag van BF 4 165 777 346, zodat er voor het begrotingsjaar 1990 een overschot is van BF 55 265 074 waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 1990 BF 1 043 887 514 bedraagt. HOOFDSTUK IV. - Vlaams Financieringsfonds tot herstel van de Gemeentefinanciën (VFHG), ingesteld bij decreet van 20 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 22 februari 1990) Afdeling 1. - Jaar 1989 en 1990
Art. 40.De eindregeling van de begroting van VFHG is, voor het begrotingsjaar 1989 en 1990, als volgt vastgesteld : - de ontvangsten op een bedrag van BF 29 121 517 888; - de uitgaven op een bedrag van BF 29 121 517 888, zodat het saldo op 31 december 1990 BF 0 bedraagt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 29 april 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld