gepubliceerd op 12 maart 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de subsidie voor het begrotingsjaar 1999 voor de levensbeschouwelijke en politieke verenigingen erkend om televisieprogramma's te verzorgen
26 JANUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de subsidie voor het begrotingsjaar 1999 voor de levensbeschouwelijke en politieke verenigingen erkend om televisieprogramma's te verzorgen
De Vlaamse regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 55 tot en met 58;
Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op artikel 27bis en 27ter, ingevoegd bij het decreet van 29 april 1997;
Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 januari 1999;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De subsidie voor de uitzendingen van de levensbeschouwelijke en politieke verenigingen voor 1999 bedraagt in totaal 79 450 000 fr. (negenenzeventig miljoen vierhonderdvijftigduizend frank).
Deze subsidie wordt aangerekend op de organisatie - afdeling 72, programma 72.1 B.A. 33.03 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999.
Art. 2.De subsidie aan de verenigingen bestaat uit een vaste basissubsidie van 6 950 000 fr. (zes miljoen negenhonderdvijftigduizend frank), en uit een subsidie van 72 500 000 fr. (tweeënzeventig miljoen vijfhonderdduizend frank), bestemd voor de betaling van de kosten, met inbegrip van de technische kosten. De subsidie wordt als volgt verdeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.De bedragen, vermeld in artikel 2, worden in twee tranches uitbetaald.
Een eerste gedeelte van 50 % wordt uitbetaald na de ondertekening van dit besluit.
Een tweede gedeelte van 50 % wordt uitbetaald op 1 juli 1999.
Art. 4.De verenigingen moeten een financiële verantwoording van de toegekende subsidies insturen waaruit blijkt dat zij effectief worden gebruikt voor het verzorgen van de televisieprogramma's.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 januari 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY