Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 februari 2023
gepubliceerd op 12 december 2023

Decreet ter ondersteuning van de buitenschoolse culturele vorming

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2023205966
pub.
12/12/2023
prom.
27/02/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 FEBRUARI 2023. - Decreet ter ondersteuning van de buitenschoolse culturele vorming


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.Toepassingsgebied Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen en krachtens dit decreet kan de Regering subsidies toekennen aan de instellingen van het Duitse taalgebied die actief zijn op het gebied van buitenschoolse culturele vorming.

Artikel 1.Verwijzingen naar personen Verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 2.Definities Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° activiteit: elke afzonderlijk georganiseerde activiteit met een minimale duur van één uur die het creatieve atelier of het gespecialiseerde creatieve atelier aan het brede publiek aanbiedt, zodat alle belangstellenden er actief kunnen aan deelnemen;2° buitenschools: buiten de schoolse context;3° Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;4° ondersteuningsperiode: periode waarvoor overeenkomstig dit decreet ondersteuning wordt toegekend en die altijd begint op 1 januari;5° creatief: gericht op culturele of ambachtelijke creativiteit;6° creatief atelier: instelling die de volgende keuzerichtingen inzake culturele vorming aanbiedt: a) textiel;b) keramiek en steen;c) metaal en glas;d) hout, papier en natuurproducten;e) muziek en dans;f) literatuur en theater;g) schilderen en tekenen;h) audiovisuele kunst;i) techniek en digitale vaardigheden;j) circus, goochelen en comedy;7° gespecialiseerd creatief atelier: instelling die slechts één van de onder 6° vermelde keuzerichtingen aanbiedt;8° Cultuurpactwet: de wet van 16 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/07/1973 pub. 15/06/2011 numac 2011000326 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt.

Art. 3.Doelstelling Dit decreet heeft tot doel de culturele vorming in een buitenschoolse context te ondersteunen. Culturele vormingsactiviteiten geven kinderen, jongeren en volwassenen de ruimte om hun behoefte aan zelfontplooiing, participatie en gemeenschapsvorming te vervullen.

Tegelijkertijd ondersteunen ze jonge mensen in de ontwikkeling van competenties als creativiteit, kritische zin, zelfbewustzijn, tolerantie en verantwoordelijkheidszin. Zo maakt culturele vorming persoonlijkheidsontwikkeling en maatschappelijke, politieke en culturele participatie mogelijk.

Art. 4.Onafhankelijkheid van de instellingen Het feit dat de creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers overheidssteun krijgen, doet niets af aan het recht van de instelling om haar cursusplannen zelfstandig op te stellen, het recht om cursusgevers en medewerkers onafhankelijk te selecteren en het recht op zelfbestuur.

Art. 5.Principiële erkenning In beginsel worden de instellingen die overeenkomstig dit decreet een jaarlijkse werkingssubsidie krijgen, tegelijkertijd beschouwd als instellingen die door de Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig de Cultuurpactwet zijn erkend. HOOFDSTUK 2. - ONDERSTEUNING VAN CREATIEVE ATELIERS EN GESPECIALISEERDE CREATIEVE ATELIERS Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 6.Ondersteuningscriteria § 1 - Om als creatief atelier of gespecialiseerd creatief atelier ondersteund te kunnen worden, moet de instelling aan de volgende criteria voldoen: 1° een vereniging zonder winstoogmerk met zetel in het Duitse taalgebied zijn;2° over een vaste infrastructuur in een of meer gemeenten van het Duitse taalgebied beschikken die aangepast is aan de doelstellingen, de activiteiten en de deelnemers;3° een regelmatige activiteit uitoefenen;4° bij voorrang ten dienste staan van de bevolking van het Duitse taalgebied;5° toegankelijk zijn voor iedereen;6° de bevolking regelmatig informeren over haar activiteiten;7° zich onderscheiden van andere door de Regering ondersteunde culturele en recreatieve activiteiten;8° de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan naleven;9° een behoorlijke autonome boekhouding voeren die men te allen tijde kan inzien en die een financiële controle mogelijk maakt;10° een resultatenrekening van het afgelopen activiteitenjaar voorleggen, waarbij wordt vermeld welke uitgaven al op een andere manier gesubsidieerd werden en voor welke uitgaven elders een subsidie is aangevraagd;11° aanvaarden dat de Regering toezicht uitoefent op de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. Om als creatief atelier ondersteund te kunnen worden, moet de instelling bovendien activiteiten in minstens vijf van de in artikel 3, 6°, vermelde keuzerichtingen aanbieden.

Om als gespecialiseerd creatief atelier ondersteund te kunnen worden, moet de instelling: 1° activiteiten in één van de in artikel 3, 6°, vermelde keuzerichtingen aanbieden;2° minstens één gespecialiseerde lesgever tewerkstellen die gediplomeerd is in de aangevraagde keuzerichting of in een soortgelijke keuzerichting. § 2 - Om een ondersteuningsaanvraag als creatief atelier of gespecialiseerd creatief atelier te kunnen indienen, moet de instelling al minstens drie jaar voldoen aan de in paragraaf 1 opgesomde criteria.

Art. 7.Regelmatige activiteit Als regelmatige activiteit in de zin van artikel 7, § 1, 3°, gelden minstens 75 creatieve activiteiten per jaar, met gewaarborgde minimale openingstijden van acht uur per week tijdens minstens veertig weken per jaar.

Indien een creatieve activiteit minstens zes uur duurt, wordt ze als twee activiteiten gerekend.

Voor de berekening van de subsidiecategorie overeenkomstig de artikelen 17 en 18 tellen alleen de creatieve activiteiten mee.

Art. 8.Aanvraag Om als creatief atelier of gespecialiseerd creatief atelier ondersteund te worden, dient de instelling uiterlijk op 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan de volgende ondersteuningsperiode, een schriftelijke aanvraag in bij de Regering.

De ondersteuningsaanvraag beantwoordt aan de in artikel 7 vermelde ondersteuningscriteria en omvat minstens: 1° de activiteitenverslagen van de laatste drie jaar;2° de resultatenrekeningen van de laatste drie jaar;3° een lijst van de creatieve activiteiten van de laatste drie jaar;4° voor al ondersteunde creatieve ateliers of gespecialiseerde creatieve ateliers: de in artikel 12 vermelde sterkte-zwakteanalyse. Indien de aanvraag de ondersteuning als creatief atelier betreft, wordt de lijst vermeld in het tweede lid, 3°, per keuzerichting ingedeeld.

Indien de aanvraag de ondersteuning als gespecialiseerd creatief atelier betreft, dient de instelling bovendien een concept in dat minstens de visie, de doelstellingen en de toegepaste leermethoden van het gespecialiseerde creatieve atelier bevat.

Alle activiteiten die al door de Regering gesubsidieerd werden, worden als zodanig aangeduid. Bovendien geeft de instelling aan welke uitgaven, activiteiten of projecten al op een andere manier gesubsidieerd werden.

De Regering kan de vorm en de procedure van de ondersteuningsaanvraag vastleggen.

Art. 9.Goedkeuring van de ondersteuning De Regering controleert de overeenkomstig artikel 9 ingediende ondersteuningsaanvraag en keurt die uiterlijk op 31 oktober van het jaar waarin ze werd ingediend, eventueel goed. De goedkeuring kan gepaard gaan met eisen die verband houden met de voorwaarden van de artikelen 7 en 9.

De Regering kan zich bij het beoordelen van de aanvragen laten adviseren door deskundigen.

Art. 10.Ondersteuningsperiode § 1 - De ondersteuning van een creatief atelier of gespecialiseerd creatief atelier geldt in principe voor de duur van de ondersteuningsperiode. Die begint op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de Regering de ondersteuning heeft goedgekeurd.

Nieuwe ondersteuningsaanvragen kunnen tot 30 juni van elk kalenderjaar worden ingediend. De eventuele ondersteuning loopt af op het einde van de uniforme ondersteuningsperiode. § 2 - De ondersteuningsperiode voor creatieve ateliers duurt drie jaar.

De eerste uniforme ondersteuningsperiode begint op 1 januari 2024 en eindigt op 31 december 2026. § 3 - De ondersteuningsperiode voor creatieve gespecialiseerde ateliers duurt vijf jaar.

De eerste uniforme ondersteuningsperiode begint op 1 januari 2024 en eindigt op 31 december 2028.

Art. 11.Sterkte-zwakteanalyse De ondersteunde creatieve ateliers voeren om de drie jaar een sterkte-zwakteanalyse uit.

De ondersteunde gespecialiseerde creatieve ateliers voeren om de vijf jaar een sterkte-zwakteanalyse uit.

Art. 12.Klantentevredenheid De ondersteunde creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers voeren regelmatig enquêtes over de klantentevredenheid uit.

De enquêtes kunnen worden opgesteld met behulp van een door de Regering bepaalde tool en worden verspreid via de voor de sector gebruikte informatieplatformen.

In elke enquête wordt gepeild naar de betaalbaarheid van de deelnamevergoeding.

Art. 13.Omschrijving Alleen de overeenkomstig dit decreet ondersteunde instellingen mogen de omschrijving 'door de Duitstalige Gemeenschap ondersteund creatief atelier' of 'door de Duitstalige Gemeenschap ondersteund gespecialiseerd creatief atelier in [keuzerichting overeenkomstig artikel 3, 6°]' gebruiken.

Art. 14.Infrastructuur De gemeente waar de zetel van het ondersteunde creatieve atelier of gespecialiseerde creatieve atelier is gevestigd, stelt dat atelier een permanente infrastructuur op haar grondgebied ter beschikking, in voorkomend geval tegen een gebruiksvergoeding, of betaalt, als daarom wordt verzocht, minstens een deel van de kosten die door de huur van een permanente infrastructuur ontstaan. De permanente infrastructuur is aangepast aan de doelstelling, de activiteiten en de deelnemers van het ondersteunde creatieve atelier of gespecialiseerde creatieve atelier.

Art. 15.Stopzetten van de ondersteuning § 1 - Indien de in artikel 7 vastgelegde ondersteuningscriteria al minstens één jaar niet meer worden vervuld of de bepalingen van dit decreet niet meer worden nageleefd, kan de Regering de ondersteuning stopzetten, op voorwaarde dat de betrokken instelling eerst de mogelijkheid heeft gekregen om haar standpunt uiteen te zetten.

De kennisgeving tot stopzetting van de ondersteuning wordt aangetekend naar de instelling verzonden. § 2 - In afwijking van paragraaf 1 blijft de ondersteuning behouden, indien de activiteiten tijdelijk geheel of gedeeltelijk moeten worden opgeschort wegens bouw- of renovatiewerkzaamheden.

Een maand vóór het begin van de werken deelt de instelling de aard en de duur van de werkzaamheden mee aan de Regering, alsook in welke mate de activiteiten worden opgeschort.

De Regering keurt de gehele of gedeeltelijke opschorting van de activiteiten door de instelling voor de vermelde periode goed. Afdeling 2. - Werkingssubsidies

Art. 16.Forfaitaire subsidies voor creatieve ateliers § 1 - Indien een creatief atelier overeenkomstig afdeling 1 ondersteund wordt, ontvangt het op basis van het aantal jaarlijks georganiseerde creatieve activiteiten de volgende jaarlijkse forfaitaire subsidie: a) categorie 1: 75 tot 249 creatieve activiteiten: 6.000 euro; b) categorie 2: 250 tot 499 creatieve activiteiten: 16.000 euro; c) categorie 3: 500 tot 749 creatieve activiteiten: 26.000 euro; d) categorie 4: vanaf 750 creatieve activiteiten: 36.000 euro. § 2 - De categorie wordt telkens voor drie jaar vastgelegd op basis van het gemiddelde aantal activiteiten in de laatste drie activiteitenjaren.

Om de categorie te bepalen, wordt bij een eerste aanvraag rekening gehouden met de creatieve activiteiten in de laatste drie kalenderjaren vóór de aanvraag. Daarna wordt de categorie telkens vastgelegd op het tijdstip dat ook geldt voor de creatieve ateliers die al vóór de inwerkingtreding van dit decreet ondersteund werden.

Art. 17.Forfaitaire subsidies voor gespecialiseerde creatieve ateliers § 1 - Indien een gespecialiseerd creatief atelier overeenkomstig afdeling 1 ondersteund wordt, ontvangt het op basis van het aantal jaarlijks georganiseerde creatieve activiteiten de volgende jaarlijkse forfaitaire subsidie: a) categorie 1: 75 tot 249 creatieve activiteiten: 6.000 euro; b) categorie 2: 250 tot 499 creatieve activiteiten: 16.000 euro; c) categorie 3: 500 tot 749 creatieve activiteiten: 26.000 euro; d) categorie 4: vanaf 750 creatieve activiteiten: 36.000 euro. § 2 - De categorie wordt telkens voor vijf jaar vastgelegd op basis van het gemiddelde aantal activiteiten in de laatste vijf activiteitenjaren.

Om de categorie te bepalen, wordt bij een eerste aanvraag rekening gehouden met de creatieve activiteiten in de laatste drie kalenderjaren vóór de aanvraag. Daarna wordt de categorie telkens vastgelegd op het tijdstip dat ook geldt voor de gespecialiseerde creatieve ateliers die al vóór de inwerkingtreding van dit decreet ondersteund werden. Afdeling 3. - Personeelssubsidies

Art. 18.Beginsel Overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling kent de Regering personeelssubsidies toe aan de ondersteunde creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers voor de animatoren of gespecialiseerde lesgevers die bij hen tewerkgesteld zijn.

Art. 19.Personeelssubsidies voor creatieve ateliers § 1 - De animatoren voor wie de creatieve ateliers op basis van dit decreet personeelssubsidies aanvragen, beschikken minstens over een diploma hoger secundair onderwijs of een eindeleertijdsgetuigschrift met een eindgetuigschrift van het lager secundair onderwijs of over een daarmee gelijkgesteld diploma of drie jaar beroepservaring als animator. § 2 - De creatieve ateliers kunnen op aanvraag: a) vanaf 150 creatieve activiteiten per jaar 0,5 voltijdsequivalent in dienst nemen;b) vanaf 250 creatieve activiteiten per jaar 1 voltijdsequivalent in dienst nemen;c) vanaf 500 creatieve activiteiten per jaar 2 voltijdsequivalenten in dienst nemen;d) vanaf 750 creatieve activiteiten per jaar 2,5 voltijdsequivalenten in dienst nemen. De categorie wordt telkens voor drie jaar vastgelegd op basis van het gemiddelde aantal activiteiten in de laatste drie activiteitenjaren.

Om de categorie te bepalen, wordt bij een eerste aanvraag rekening gehouden met de activiteiten in de laatste drie kalenderjaren vóór de aanvraag. Daarna wordt de categorie telkens vastgelegd op het tijdstip dat ook geldt voor de creatieve ateliers die al vóór de inwerkingtreding van dit decreet ondersteund werden.

Art. 20.Personeelssubsidies voor gespecialiseerde creatieve ateliers § 1 - De gespecialiseerde lesgevers voor wie de gespecialiseerde creatieve ateliers op basis van dit decreet personeelssubsidies aanvragen, beschikken minstens over een kwalificatie als lesgever in de keuzerichting van het desbetreffende gespecialiseerde creatieve atelier of een soortgelijke keuzerichting of over een daarmee gelijkgesteld diploma of drie jaar beroepservaring als gespecialiseerd lesgever. § 2 - De ondersteunde gespecialiseerde creatieve ateliers kunnen op aanvraag: a) vanaf 150 activiteiten per jaar 0,5 voltijdsequivalent in dienst nemen;b) vanaf 250 activiteiten per jaar 1 voltijdsequivalent in dienst nemen;c) vanaf 500 activiteiten per jaar 2 voltijdsequivalenten in dienst nemen;d) vanaf 750 activiteiten per jaar 3 voltijdsequivalenten in dienst nemen. De categorie wordt telkens voor vijf jaar vastgelegd op basis van het gemiddelde aantal activiteiten in de laatste vijf activiteitenjaren.

Om de categorie te bepalen, wordt bij een eerste aanvraag rekening gehouden met de activiteiten in de laatste drie kalenderjaren vóór de aanvraag. Daarna wordt de categorie telkens vastgelegd op het tijdstip dat ook geldt voor de gespecialiseerde creatieve ateliers die al vóór de inwerkingtreding van dit decreet ondersteund werden.

Art. 21.Medewerkers die op honorariumbasis werken In afwijking van de artikelen 20 en 21 kunnen de personeelssubsidies na schriftelijke aanvraag bij de Regering geheel of gedeeltelijk uitbetaald worden aan een creatief atelier of gespecialiseerd creatief atelier om medewerkers te betalen die op honorariumbasis werken.

Het creatieve atelier of gespecialiseerde creatieve atelier bezorgt de Regering elk jaar ten laatste op 30 januari van het jaar dat volgt op de subsidiëring, de afrekening van de medewerkers die op honorariumbasis werken. Het verschil tussen het voorschot en de werkelijke honorariumkosten wordt verrekend met latere subsidies.

Art. 22.Opdracht voor de Regering De Regering legt voor de in de artikelen 20 en 21 genoemde functies en voor het in artikel 22 vermelde geval de omvang van de personeelssubsidies vast, alsook de personeelskosten die in aanmerking komen voor de berekening van de personeelssubsidie en de nadere regels voor de subsidiëring. Afdeling 4. - Aanvullende subsidies

Art. 23.Deelname aan voortgezette opleidingen § 1 - De Regering kan de animatoren in hoofdberoep, de vrijwillige animatoren en de gespecialiseerde lesgevers vergoedingen toekennen om deel te nemen aan voortgezette opleidingen die voldoen aan de doelstellingen van de ondersteunde creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers. § 2 - De volgende kosten kunnen in aanmerking worden genomen: 1° het inschrijvingsgeld;2° de verplaatsingskosten met een collectief vervoermiddel of de geldende kilometervergoeding voor personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap voor verplaatsingen met een privévoertuig;3° de verblijfkosten met een maximumdagtarief van 100 euro voor maaltijden en overnachting. § 3 - Voor animatoren of gespecialiseerde lesgevers in hoofdberoep zijn de vergoedingen per begrotingsjaar en per persoon beperkt tot 620 euro. Een voortgezette opleiding van minder dan zestig uren die gespreid is over twee jaar, kan maar eenmaal in aanmerking genomen worden.

Voor vrijwillige animatoren liggen de vergoedingen niet hoger dan 310 euro per begrotingsjaar en per persoon. Een voortgezette opleiding van minder dan dertig uren die gespreid is over twee jaar, kan maar eenmaal in aanmerking worden genomen. § 4 - De aanvraag wordt minstens een maand voor de start van de voortgezette opleiding schriftelijk ingediend bij de Regering.

Bij de aanvraag moeten de volgende documenten worden gevoegd: 1° een gedetailleerd programma van de voortgezette opleiding;2° de plaats, het tijdstip en de duur van de voortgezette opleiding;3° een voorlopige kostenstaat. § 5 - Ten laatste acht weken na afloop van de voortgezette opleiding dient de aanvrager de volgende documenten in bij de Regering: 1° een deelnemingsattest;2° een afrekening met bewijsstukken voor de in aanmerking komende kosten. Indien het toegezegde maximumbedrag niet volledig wordt benut, ontvangt de aanvrager als subsidie alleen de vergoeding van de werkelijke kosten.

Art. 24.Bijzondere projecten § 1 - De Regering kan de ondersteunde creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers op verzoek een subsidie voor bijzondere projecten toekennen. § 2 - Om in aanmerking te kunnen komen, moet het bijzondere project aan de volgende criteria voldoen: 1° van bijzonder belang zijn voor de Duitstalige Gemeenschap; 2° gepaard gaan met buitengewone kosten, hetzij doordat de totale jaarlijkse kosten meer dan 1.000 euro bedragen, hetzij doordat het project zich aantoonbaar richt tot personen wier gezinsinkomen niet hoger is dan het bedrag van het wettelijk leefloon; 3° niet leiden tot een dubbel aanbod in de Duitstalige Gemeenschap;4° niet op verschillende manieren gesubsidieerd worden. § 3 - De aanvraag wordt minstens een maand voor de start van het project schriftelijk ingediend bij de Regering.

Bij de aanvraag moeten de volgende documenten worden gevoegd: 1° een gedetailleerde projectbeschrijving met inhoud, duur, mijlpalen en doelgroep van het project;2° een gedetailleerd overzicht van de uitgaven en eventuele inkomsten van het project. Om het aangevraagde project beter te kunnen inschatten, kan de Regering de aanvrager om een standpunt verzoeken. § 4 - De subsidie wordt voor de hele duur van het project toegekend.

De Regering kan bij het begin van het project de subsidie uitbetalen in de vorm van een voorschot van 100 % van het te verwachten subsidiebedrag. § 5 - Ten laatste acht weken na het einde van het project dient de aanvrager de volgende documenten in bij de Regering: 1° een verklaring dat het project werd georganiseerd zoals bepaald in de aanvraag, en een verklaring over eventuele wijzigingen;2° een afrekening met alle bewijsstukken die relevant zijn voor het project. Indien het toegezegde maximumbedrag niet volledig wordt benut, ontvangt de aanvrager als subsidie alleen de vergoeding van de werkelijke kosten. Afdeling 5. - Afgifte van certificaten

Art. 25.Certificaten § 1 - Ondersteunde gespecialiseerde creatieve ateliers kunnen op basis van het erkende leerplan certificaten uitreiken als bewijs van een voltooide voortgezette opleiding. § 2 - Het gespecialiseerde creatieve atelier dient het leerplan in bij de Regering met het oog op erkenning.

Het leerplan bevat minstens de volgende elementen: 1° leerinhouden, ingedeeld per studierichting of onderwijsmodule;2° studieduur of overeenkomstige studiepunten;3° leerdoelstellingen;4° toegepaste onderwijsmethode;5° beschrijving van de methodische, vakinhoudelijke en vaktechnische competenties die de deelnemers tegen het einde van de cursus moeten verwerven. § 3 - De Regering legt het leerplan voor aan een vakjury. De vakjury bestaat uit minstens drie deskundigen.

De Regering bepaalt welke beoordelingscriteria worden gehanteerd en hoe te werk wordt gegaan bij wraking van leden van de vakjury.

De Regering bepaalt de samenstelling en de werkwijze van de vakjury, verzorgt het secretariaat en regelt de kostenvergoeding voor de leden van de vakjury. § 4 - De vakjury kan het gespecialiseerde creatieve atelier uitnodigen voor een hoorzitting. Het leerplan kan na de hoorzitting worden aangepast en opnieuw aan de vakjury worden voorgelegd.

De vakjury zendt het gespecialiseerde creatieve atelier ten laatste zes maanden na indiening van het leerplan een gemotiveerd advies toe over het ingediende en eventueel aangepaste leerplan. De Regering krijgt hiervan een kopie.

Het gespecialiseerde creatieve atelier kan binnen dertig dagen na ontvangst van het advies van de vakjury een schriftelijk standpunt indienen bij de Regering. Op verzoek kan het gespecialiseerde creatieve atelier door de Regering uitgenodigd worden voor een hoorzitting.

Ten laatste binnen vier maanden na ontvangst van het advies van de vakjury en eventueel nadat het gespecialiseerde creatieve atelier zijn standpunt te kennen heeft gegeven of is gehoord, beslist de Regering of het leerplan wordt erkend. § 5 - De Regering kan nog andere nadere regels voor de erkenning van de certificaten en de modellen van de certificaten vastleggen. HOOFDSTUK 3. - ONDERSTEUNING VAN CREATIEVE VAKANTIEATELIERS

Art. 26.Ondersteuningscriteria De Regering kan creatieve vakantieateliers voor drie- tot twaalfjarigen jaarlijks ondersteunen.

Om ondersteund te kunnen worden, moet het creatieve vakantieatelier aan de volgende criteria voldoen: 1° het creatieve vakantieatelier wordt aangeboden door een instelling die aan de volgende voorwaarden voldoet: a) de instelling organiseert minstens vier creatieve vakantieateliers per jaar.Een vakantieatelier duurt ten minste vier dagen en zes uur per dag; b) aan alle vakantieateliers van dezelfde instelling die in aanmerking komen voor ondersteuning, nemen minstens vijftig kinderen deel;2° het creatieve vakantieatelier vindt plaats tijdens een schoolvakantie;3° de aanbieder stelt infrastructuur ter beschikking die aangepast is aan de behoeften van de kinderen en die de bewegingsvrijheid, de veiligheid en de hygiëne van de kinderen waarborgt;4° de aanbieder stelt een rustruimte voor kinderen tussen drie en vijf jaar ter beschikking;5° de aanbieder stelt een EHBO-koffer ter beschikking in de onmiddellijke nabijheid van de locatie waar de animatie plaatsvindt;6° de meerderjarige animatoren die bij de aanbieder werkzaam zijn, hebben overeenkomstig artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering geen vermelding in het strafregister die hen onder meer verbiedt om minderjarigen te begeleiden en bezorgen hun uittreksel uit het strafregister aan de aanbieder;7° de animatie vindt plaats met inachtneming van de in artikel 28 genoemde verdeelsleutel voor begeleiders;8° minstens één animator die ter plaatse aanwezig is, beschikt over een pedagogische opleiding, een opleiding tot vrijwillige jeugdleider, een door de Regering hiermee gelijkgestelde opleiding of minstens drie jaar praktische ervaring in een pedagogische sector of in de sector van de kinderanimatie, waarbij animatoren die een sociaalpedagogische opleiding in het hoger onderwijs aangevat of voltooid hebben, gelijkgesteld worden;9° per creatief vakantieatelier is één animator verantwoordelijk voor de medische hulpverlening en de hygiëne.Deze animator moet een EHBO-cursus voltooid hebben. Die bestaat uit minstens één specifieke, minstens zes uur durende EHBO-cursus voor kinderen en jongeren. Er moet een gezondheidsmap bijgehouden worden.

De aanbieder bewaart de bewijzen die aantonen dat de minimumcriteria vermeld in het eerste lid worden nageleefd, ter plaatse in de gezondheidsmap. Bij een controle ter plaatse moet de map worden getoond.

Art. 27.Verdeelsleutel voor begeleiders Een gemengde leeftijdsgroep met kinderen van drie tot twaalf jaar moet elke dag gedurende enkele uren in minstens twee groepen worden opgesplitst. Daarbij staat één animator ter beschikking voor acht kinderen die zes jaar of ouder zijn, respectievelijk één animator voor zes kinderen die tussen drie en vijf jaar oud zijn.

Art. 28.Aanvraag De aanvraag kan worden ingediend door elke instelling die door de Regering ondersteund wordt overeenkomstig dit decreet, het decreet van 18 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2013 pub. 10/01/2014 numac 2013206806 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de ondersteuning van cultuur in de Duitstalige Gemeenschap sluiten betreffende de ondersteuning van cultuur in de Duitstalige Gemeenschap of het decreet van 7 mei 2007 over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties.

De aanvraag wordt ten laatste op 31 december van het jaar daarvoor schriftelijk ingediend bij de Regering.

Bij de aanvraag moet een beschrijving met vermelding van de datum en de plaats van het creatieve vakantieatelier worden gevoegd.

Art. 29.Subsidie Het bedrag van de subsidie die de personeels- en werkingskosten moet dekken, is een forfait van 10.000 euro.

Art. 30.Nadere regels voor de uitbetaling Ten laatste drie maanden na het einde van het creatieve vakantieatelier dient de instelling de volgende documenten in bij de Regering: 1° het aantal deelnemers per creatief vakantieatelier;2° een lijst van de effectieve animatoren per vakantieweek met hun eventuele kwalificatie of geschiktheid als animator;3° een gedetailleerd overzicht van de uitgaven en eventuele inkomsten van de creatieve vakantieateliers. HOOFDSTUK 4. - VERTROUWELIJKHEID EN BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS

Art. 31.Verwerking van persoonsgegevens De Regering, de ondersteunde creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers en de aanbieders van creatieve vakantieateliers zijn elk verantwoordelijk voor de in dit decreet genoemde verwerking van persoonsgegevens in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De verwerkingsverantwoordelijken in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming zijn: 1° de Regering voor het vervullen van de in artikel 37 vermelde taak;2° de ondersteunde creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers voor de in hoofdstuk 2 vermelde taken;3° de aanbieders van creatieve vakantieateliers voor de in hoofdstuk 3 vermelde taken. De Regering, de ondersteunde creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers en de aanbieders van creatieve vakantieateliers mogen de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden gebruiken dan voor de uitvoering van hun wettelijke of decretale taken in verband met dit decreet.

De verwerking van persoonsgegevens gebeurt met inachtneming van de geldende wettelijke voorschriften inzake gegevensbescherming.

Art. 32.Gegevenscategorieën § 1 - De Regering kan overeenkomstig artikel 32 de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken: 1° de in § 2, eerste lid, vermelde gegevens in het geval vermeld in het tweede lid, 1°;2° de in § 3, eerste lid, vermelde gegevens in het geval vermeld in het tweede lid, 2°. De categorieën van gegevens vermeld in het eerste lid kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden: 1° ondersteuning van creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers die personeelssubsidies overeenkomstig hoofdstuk 2, afdeling 3, ontvangen, met inbegrip van de controle van de subsidievoorwaarden overeenkomstig artikel 37;2° controle van creatieve vakantieateliers overeenkomstig artikel 27. § 2 - De ondersteunde creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers kunnen overeenkomstig artikel 32 voor gesubsidieerd personeel de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken: 1° identiteitsgegevens en contactgegevens: 2° gegevens over diploma's en opleiding;3° gegevens over de arbeidsrelatie en het loon. De in het eerste lid opgesomde categorieën van gegevens kunnen voor de aanvragen tot subsidiëring door de Duitstalige Gemeenschap verwerkt worden met inachtneming van de voorwaarden vermeld in hoofdstuk 2, afdeling 3. § 3 - De aanbieders van creatieve vakantieateliers kunnen overeenkomstig artikel 32 de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken voor de door hen begeleide kinderen en voor de animatoren: 1° identiteitsgegevens en contactgegevens: 2° gegevens over de gezondheid van de in de gezondheidsmap vermelde personen;3° gerechtelijke gegevens vermeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, beperkt tot het uittreksel uit het strafregister voor animatoren. De in het eerste lid opgesomde gegevenscategorieën kunnen voor de aanvragen tot subsidiëring door de Duitstalige Gemeenschap worden verwerkt met inachtneming van de voorwaarden vermeld in hoofdstuk 3. § 4 - De Regering kan de in § § 1 tot 3 genoemde gegevenscategorieën preciseren.

Art. 33.Duur van de gegevensverwerking De gegevens mogen als volgt bewaard worden in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren: 1° voor de in artikel 33, § 1, eerste lid, 1°, en § 2, eerste lid, vermelde gegevens: hoogstens tien jaar na verzameling;2° voor de in artikel 33, § 1, eerste lid, 2°, en § 3, eerste lid, vermelde gegevens: hoogstens twee jaar na beëindiging van het creatieve vakantieatelier. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijnen vernietigd.

Art. 34.Veiligheidsmaatregelen In voorkomend geval legt de Regering de nodige veiligheidsmaatregelen vast voor de bij dit hoofdstuk bepaalde verwerking van persoonsgegevens. HOOFDSTUK 5. - BEPALINGEN DIE VOOR ALLE SUBSIDIES GELDEN

Art. 35.Coëfficiënt De Regering kan alle of enkele van de in dit decreet bepaalde bedragen met een coëfficiënt vermenigvuldigen om ze aan te passen aan de beschikbare begrotingsmiddelen en aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Art. 36.Controle Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof kan de Regering te allen tijde laten controleren of de bepalingen van dit decreet worden nageleefd.

Art. 37.Terugvordering Overeenkomstig artikel 13, eerste lid, van dezelfde wet vordert de Regering een subsidie terug wanneer: 1° de subsidiëringsvoorwaarden niet vervuld zijn;2° de subsidie voor andere doeleinden werd gebruikt;3° de in dit decreet bepaalde controle belemmerd of verhinderd werd. De subsidieontvanger die geen verantwoording kan verstrekken waaruit blijkt dat de subsidie overeenkomstig artikel 11 van dezelfde wet werd aangewend voor de doeleinden waarvoor zij werd verleend, is overeenkomstig artikel 13, tweede lid, van de voormelde wet gehouden tot terugbetaling ten belope van het deel dat niet werd verantwoord.

Indien de ontvanger van de subsidie in de loop van het jaar ontbonden wordt of zijn activiteiten stopzet, vordert de Regering de subsidie die voor het lopende jaar werd uitbetaald, proportioneel terug. HOOFDSTUK 6. - SLOTBEPALINGEN

Art. 38.Overgangsbepalingen § 1 - In afwijking van artikel 17, § 2, tweede lid, en artikel 18, § 2, tweede lid, worden uitsluitend de kalenderjaren 2019 en 2022 in aanmerking genomen voor de berekening van het gemiddelde aantal activiteiten met het oog op de eerste uniforme ondersteuningsperiode in de zin van artikel 11, § 2 en § 3. § 2 - Voor de eerste uniforme ondersteuningsperiode dienen de betrokken instellingen hun ondersteuningsaanvragen uiterlijk op 30 juni 2023 overeenkomstig artikel 9 in. De Regering onderzoekt de ingediende aanvragen en keurt ze in voorkomend geval uiterlijk op 31 oktober 2023 goed overeenkomstig artikel 10 en met inachtneming van de ondersteuningscriteria vermeld in artikel 7.

Voor de eerste aanvraag betreffende de eerste uniforme ondersteuningsperiode worden de kwantitatieve criteria betreffende het aantal creatieve activiteiten vervat in artikel 17 § 1, artikel 18, § 1, artikel 20, § 2, en artikel 21, § 2, in elke categorie verlaagd met tien procent. § 3 - De bepalingen van artikel 23 gelden alleen voor animatoren en gespecialiseerde lesgevers die na 1 januari 2024 in dienst werden genomen.

Er kan alleen nieuw personeel als animator in dienst worden genomen.

Personeel dat vóór 1 januari 2024 al in het kader van maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in een creatief atelier tewerkgesteld is, wordt van rechtswege niet als animator in de zin van dit decreet beschouwd.

Art. 39.Wijzigingsbepaling Artikel 80, § 1, 5°, van het decreet van 18 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2013 pub. 10/01/2014 numac 2013206806 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de ondersteuning van cultuur in de Duitstalige Gemeenschap sluiten betreffende de ondersteuning van cultuur in de Duitstalige Gemeenschap, ingevoegd bij het decreet van 2 maart 2015, wordt vervangen als volgt: "5° creatieve ateliers en gespecialiseerde creatieve ateliers die worden ondersteund overeenkomstig het decreet van 27 februari 2023 ter ondersteuning van de buitenschoolse culturele vorming."

Art. 40.Wijzigingsbepaling In artikel 16.5, § 2, 2°, van het decreet van 31 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2014 pub. 23/07/2014 numac 2014203218 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het centrum voor de gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren sluiten betreffende de kinderopvang, ingevoegd bij het decreet van 11 december 2018 en vervangen bij het decreet van 10 december 2020, worden de woorden " decreet van 16 december 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2003 pub. 25/05/2004 numac 2004033030 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bevordering van creatieve ateliers sluiten betreffende de bevordering van creatieve ateliers" vervangen door de woorden "decreet van 27 februari 2023 ter ondersteuning van de buitenschoolse culturele vorming".

Art. 41.Opheffingsbepaling Opgeheven worden: 1° het decreet van 23 maart 1992 houdende toekenning van toelagen voor de personeelskosten van de erkende creatieve ateliers, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2017;2° het decreet van 16 december 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/12/2003 pub. 25/05/2004 numac 2004033030 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bevordering van creatieve ateliers sluiten betreffende de bevordering van creatieve ateliers, gewijzigd bij de decreten van 25 juni 2007 en 10 december 2020;3° het besluit van de Executieve van 6 juli 1992 tot uitvoering van het decreet van 23 maart 1992 houdende toekenning van toelagen voor de personeelskosten van de erkende creatieve ateliers.

Art. 42.Inwerkingtreding Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2024.

In afwijking van het eerste lid heeft artikel 39, § 2, uitwerking met ingang van 1 januari 2023.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 27 februari 2023.

O. PAASCH, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën A. ANTONIADIS, De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting I. WEYKMANS, De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media L. KLINKENBERG, De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Zitting 2022-2023 Parlementaire stukken: 242 (2022-2023) Nr. 1 Ontwerp van decreet 242 (2022-2023) Nr. 2 Voorstellen tot wijziging 242 (2022-2023) Nr. 3 Voorstel tot wijziging 242 (2022-2023) Nr. 4 Verslag 242 (2022-2023) Nr. 5 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 27 februari 2023 - Nr. 55 Bespreking en stemming

^