gepubliceerd op 19 oktober 2016
Decreet betreffende de slachtofferhulp en de gespecialiseerde slachtofferhulp
26 SEPTEMBER 2016. - Decreet betreffende de slachtofferhulp en de gespecialiseerde slachtofferhulp
Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.Europese clausule Dit decreet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de volgende richtlijnen : 1° Richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad;2° Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ.
Art. 2.Verwijzingen naar personen Bij verwijzing naar personen wordt hierna de mannelijke vorm gebruikt.
Art. 3.Toepassingsgebied De bepalingen van dit decreet zijn in het Duitse taalgebied van toepassing op : 1° de personen vermeld in artikel 4, 1° en 2°;2° alle instellingen die, in welke hoedanigheid ook, betrokken zijn bij de uitvoering van de slachtofferhulp en de gespecialiseerde slachtofferhulp.
Art. 4.Definities Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° slachtoffer : a) ongeacht de leeftijd, een natuurlijke persoon die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit schade, met inbegrip van lichamelijke, geestelijke of emotionele schade of economisch nadeel, heeft geleden;b) familieleden van een persoon wiens overlijden rechtstreeks veroorzaakt is door een strafbaar feit en die schade hebben geleden als gevolg van het overlijden van die persoon;2° familieleden : de echtgenoot, de persoon die met het slachtoffer in een vaste intieme relatie, in een gemeenschappelijk huishouden en duurzaam en ononderbroken samenwoont, de bloedverwanten in rechte lijn, de broers en zussen, en de onderhoudsgerechtigden;3° kind : persoon die de volle leeftijd van achttien jaar nog niet bereikt heeft;4° slachtofferhulp : sociaal-psychologische hulp voor slachtoffers die problemen hebben als gevolg van een victimisatie door een strafbaar feit, afgestemd op de behoeften van het slachtoffer;5° gespecialiseerde slachtofferhulp : gerichte en geïntegreerde multidisciplinaire hulp, specifiek voor slachtoffers met specifieke behoeften die problemen hebben als gevolg van een victimisatie door een bepaald strafbaar feit.
Art. 5.Vertrouwelijkheid Onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moeten de personen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, de gegevens die hun in de uitoefening van hun opdracht toevertrouwd worden, vertrouwelijk behandelen. HOOFDSTUK 2. - SLACHTOFFERHULP EN GESPECIALISEERDE SLACHTOFFERHULP
Art. 6.Taken van de instellingen voor slachtofferhulp De instellingen die bevoegd zijn voor slachtofferhulp hebben de volgende taken : 1° ze nemen contact op met het slachtoffer dat naar hen werd doorverwezen;2° ze bieden sociaal-psychologische hulp aan, afgestemd op de behoeften van het slachtoffer.Die hulp is gericht op de directe en indirecte oorzaken en gevolgen van het strafbaar feit. Ze heeft tot doel van schade en trauma's als gevolg van een strafbaar feit te herstellen en/of schade en trauma's als gevolg van een strafbaar feit te boven te komen; 3° onverminderd de bevoegdheden van de federale overheid begeleiden ze het slachtoffer bij de stappen die het onderneemt om de gevolgen van de victimisatie en de secundaire victimisatie te boven te komen;4° ze voeren een individuele beoordeling van het slachtoffer voor de inschatting van de behoeften vermeld in 2° uit.Bij die inschatting wordt rekening gehouden met de ernst van het strafbare feit en met de mate waarin het slachtoffer schade heeft geleden en trauma's heeft opgelopen; 5° ze vergemakkelijken de toegang tot de dienstverrichters van de gezondheidssector, voor zover de hulp bedoeld in 2° dat vereist;6° indien nodig verwijzen ze het slachtoffer door naar instellingen voor gespecialiseerde slachtofferhulp.
Art. 7.Taken van de instellingen voor gespecialiseerde slachtofferhulp De instellingen die bevoegd zijn voor gespecialiseerde slachtofferhulp hebben de volgende taken : 1° ze nemen contact op met het slachtoffer dat naar hen werd doorverwezen;2° ze bieden gerichte en geïntegreerde multidisciplinaire hulp aan die specifiek bestemd is voor slachtoffers met specifieke behoeften.Die hulp is gericht op de directe en indirecte oorzaken en gevolgen van het strafbaar feit. Ze heeft tot doel van schade en trauma's als gevolg van een strafbaar feit te herstellen en/of schade en trauma's als gevolg van een strafbaar feit te boven te komen; 3° onverminderd de bevoegdheid van de federale overheid, begeleiden ze het slachtoffer bij de stappen die het onderneemt om de gevolgen van de victimisatie en de secundaire victimisatie te boven te komen en trachten ze herhaalde victimisatie te voorkomen;4° ze voeren een individuele beoordeling van het slachtoffer voor de inschatting van de specifieke behoeften vermeld in 2° uit;5° voor de inschatting van de specifieke behoeften van de slachtoffers houden ze rekening met de volgende criteria : a) de ernst van het strafbare feit en de mate waarin het slachtoffer schade heeft geleden en trauma's heeft opgelopen;b) de aard van het strafbaar feit, in het bijzonder bij slachtoffers van seksueel geweld, slachtoffers van gendergerelateerd geweld en slachtoffers van geweld in hechte relaties;c) de blootstelling aan herhaald geweld door de hechte relatie tussen het slachtoffer en de dader;d) de leeftijd van het slachtoffer, in het bijzonder bij kindslachtoffers;6° ze bieden een toevluchtsoord of andere passende tussentijdse opvang voor slachtoffers die wegens een dreigend risico van secundaire en herhaalde victimisatie een veilige schuilplaats nodig hebben;7° ze vergemakkelijken de toegang tot de dienstverrichters van de gezondheidssector, voor zover de hulp bedoeld in 2° dat vereist;8° voor kindslachtoffers of, naargelang van het geval, slachtoffers bij wie er onzekerheid over de leeftijd bestaat en bij wie er redenen zijn om aan te nemen dat het om een kind gaat : a) onafhankelijk van de bereidheid van het slachtoffer om aan het strafrechtelijk onderzoek, de strafrechtelijke vervolging of het proces mee te werken, ondersteunen, begeleiden en beschermen ze het kind, zodra er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat een strafbaar feit kan zijn gepleegd;b) ze zorgen ervoor dat de specifieke maatregelen die kindslachtoffers bij het uitoefenen van hun rechten moeten ondersteunen en begeleiden, eerst genomen worden nadat de bijzondere omstandigheden van elk kindslachtoffer geval per geval onderzocht zijn en voldoende rekening is gehouden met de meningen, behoeften en zorgen van het kind.
Art. 8.Behandeling van de aanvragen De aanvragen om slachtofferhulp en/of gespecialiseerde slachtofferhulp worden zonder wachttijd behandeld.
Art. 9.Kosteloosheid De slachtofferhulp en de gespecialiseerde slachtofferhulp zijn kosteloos voor de slachtoffers.
Art. 10.Opleiding De instellingen zorgen ervoor dat de personen die slachtofferhulp en gespecialiseerde slachtofferhulp aanbieden, een passende opleiding krijgen op een niveau dat aangepast is aan hun contact met het slachtoffer, en professionele normen in acht nemen waardoor gegarandeerd wordt dat zij hun werkzaamheden op een onpartijdige, respectvolle en professionele manier verrichten.
Overeenkomstig de betrokken taken en volgens de aard en de mate van het contact met de slachtoffers, is de opleiding erop gericht slachtoffers te erkennen en op een respectvolle, professionele en niet-discriminerende manier te bejegenen. HOOFDSTUK 3. - AANWIJZING EN SUBSIDIERING VAN INSTELLINGEN
Art. 11.Aanwijzing De Regering wijst één of meer instellingen aan die slachtofferhulp en/of gespecialiseerde slachtofferhulp bieden. Die instellingen voldoen aan de volgende criteria : 1° de bepalingen van dit decreet naleven;2° als vereniging zonder winstoogmerk opgericht zijn of onder een openbare overheid ressorteren;3° diensten inzake slachtofferhulp en/of gespecialiseerde slachtofferhulp in het Duitse taalgebied aanbieden;4° over gekwalificeerd personeel beschikken dat aan de door de Regering vastgelegde minimale voorwaarden voldoet;5° de controle van de Regering met betrekking tot de toepassing van dit decreet aanvaarden.
Art. 12.Subsidiëring Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering, onder de voorwaarden die zij bepaalt, subsidie toekennen aan de instellingen vermeld in artikel 11.
De instellingen en de Regering kunnen de subsidiëring en een nadere taakomschrijving vastleggen in het kader van beheerscontracten overeenkomstig artikel 105 van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap.
De aanwending van de toegekende subsidies wordt gecontroleerd overeenkomstig de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Eupen, 26 september 2016.
O. PAASCH De Minister-President Mevr. I. WEYKMANS De Viceminister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme A. ANTONIADIS De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden H. MOLLERS De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Zitting 2016-2017.
Parlementaire stukken : 136 (2015-2016), nr. 1. Ontwerp van decreet. 136 (2015-2016), nr. 2. Verslag.
Integraal verslag : 26 september 2016, nr. 3. Bespreking en aanneming.