Etaamb.openjustice.be
Decreet van 23 november 2017
gepubliceerd op 18 december 2017

Decreet betreffende de installatie van organen bevoegd voor het opmaken van het referentiesysteem betreffende de initiële competenties en de herziening van de referentiesystemen betreffende de eindtermen voor de eerste acht leerjaren van het leerplichtonderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2017031841
pub.
18/12/2017
prom.
23/11/2017
ELI
eli/decreet/2017/11/23/2017031841/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 2017. - Decreet betreffende de installatie van organen bevoegd voor het opmaken van het referentiesysteem betreffende de initiële competenties en de herziening van de referentiesystemen betreffende de eindtermen voor de eerste acht leerjaren van het leerplichtonderwijs


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.In het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren type decreet prom. 24/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997029297 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de "Conseil supérieur de l'audiovisuel" en de private diensten voor klankradio-omroep (1) sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, wordt een hoofdstuk Vter ingevoegd, luidend als volgt : « Bevoegde organen voor het opmaken van het referentiesysteem betreffende de initiële competenties en de herziening van de referentiesystemen betreffende de eindtermen voor de eerste acht leerjaren van het leerplichtonderwijs ».

Art. 2.In het hoofdstuk Vter ingevoegd bij artikel 1, wordt een artikel 60quinquies ingevoegd, luidend als volgt: «

Artikel 60quinquies.De bepalingen opgenomen in dit hoofdstuk wijken af van de artikelen 13, 16 en 16bis, 25, 26, 35, 36, 39 en 39bis.

Art. 3.In hetzelfde hoofdstuk Vter, wordt een artikel 60sexies ingevoegd, luidend als volgt: «

Artikel 60sexies.§ 1. Er wordt een werkgroep opgericht om het referentiesysteem van de initiële competenties op te maken.

De werkgroep bestaat uit: 1° twee werkende vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers van de Algemene Inspectiedienst, aangesteld door de Regering op voorstel van de Administrateur-generaal;2° een afgevaardigde van het Algemeen Bestuur Onderwijs;3° drie deskundigen, aangesteld door de Regering op voorstel van de Minister belast met het leerplichtonderwijs, afkomstig uit de academische wereld, de Universiteiten, de Hogescholen, de Hogere Kunstscholen (ESA) of erkend voor hun nuttige ervaring inzake het onderwijs of voor hun deskundigheid in één of meer van de zeven volgende domeinen: a) het domein « talen » met inbegrip van de Franse taal, de moderne talen, de oude talen;b) het domein van de culturele en artistieke opvoeding;c) het domein van de wiskundige, wetenschappelijke en technische opleiding;d) het domein van de burgerzin en van de menselijke en sociale opleiding;e) het domein van de lichamelijke opvoeding, het welzijn en de gezondheid;f) het domein van de creativiteit, de verplichting en de ondernemingsgeest;g) het domein van het vermogen om te leren leren en het vermogen om keuzes te maken.4° twee werkende leden en twee plaatsvervangende leden die het confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs vertegenwoordigen;5° één werkend lid en één plaatsvervangend lid die het niet-confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs vertegenwoordigen;6° twee werkende leden en twee plaatsvervangende leden die het gesubsidieerd officieel onderwijs vertegenwoordigen;7° een werkend lid en een plaatsvervangend lid die het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen en die aangesteld worden door de Regering. De leden bedoeld in het tweede lid, 4° tot 7°, zijn afkomstig uit het kleuteronderwijs en/of het lager onderwijs en worden aangesteld door de Regering op voorstel, ieder wat hen betreft, door de Algemene Dienst voor het Onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap of door de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten.

De leden van het onderwijzend personeel bedoeld in artikel 2, 4° tot 7°, zijn belast met een opdracht in de zin van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs. De Regering bepaalt de nadere regels voor de detachering van deze leerkrachten.

De Voorzitter van de werkgroep wordt aangesteld door de Regering, op basis van een voorafgaand voorstel van de Minister belast met het leerplichtonderwijs.

Hij wordt aangesteld onder de leden bedoeld in het tweede lid 2, 1°.

Dit voorzittershap kan ook toegekend worden aan één van de leden bedoeld in het tweede lid, 3° wegens de bijzondere relevantie van zijn profiel of de specificiteit van de betrokken werkgroep.

Naargelang het geval wordt het aantal leden bedoeld in het tweede lid, 1° of in het tweede lid 2, 3° met één eenheid vermeerderd. De Regering bepaalt bij besluit de specifieke nadere regels voor de werking van de werkgroep. § 2. Een leescomité wordt gebonden aan de werkgroep die belast wordt met de uitvoering van het referentiesysteem van de initiële competenties.

Het leescomité is geheel vrij om de producties van de werkgroep uit te leggen, om de integratie van de leerinhouden voor te stellen, om het realisme en de begrijpelijkheid van de voorgestelde leerinhouden te evalueren. Als adviesinstantie is het leescomité nochtans niet bevoegd om de werkelijke toepassing van hun aanbevelingen te eisen.

Naast zijn Voorzitter bestaat het leescomité uit tien leden, waaronder acht leerkrachten belast met het onderwijs bedoeld door het referentiesysteem dat thans wordt uitgewerkt en twee personen die niet tot het onderwijs behoren.

De leden van het leescomité worden aangeworven via een oproep tot kandidaten waarvan de algemene personeelsformatie door een besluit van de Regering wordt vastgesteld.

Het leescomité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de werkgroep waaraan hij gebonden is of, in voorkomend geval, door zijn afgevaardigde.

De Regering bepaalt bij besluit de specifieke nadere regels voor de werking van het leescomité. § 3. De werkgroep zorgt, onder de verantwoordelijkheid van zijn voorzitter, voor een regelmatig doorgeven van informatie over de stand van zaken van zijn werkzaamheden en over de inhoud ervan aan het leescomité zodat dit comité en de werkgroep tijdens het proces elkaar kunnen beïnvloeden. Deze informatie wordt ook doorgegeven aan de Commissie voor de referentiesystemen bedoeld in artikel 60nonies.

De werkgroep analyseert de commentaren en aanbevelingen van het leescomité dat voor hem werkt. Zijn schriftelijke antwoorden worden tegelijkertijd bezorgd aan het leescomité en aan de Commissie voor de referentiesystemen. § 4. Uitzonderlijk, op aanvraag van de leden van het leescomité, kan een lid dat het leescomité vertegenwoordigt, één of meer vergaderingen van de werkgroep bijwonen om een bijzonder standpunt te kunnen uitdrukken of om de ontwikkeling van een specifieke discussie te horen.

Op initiatief van één of andere van beide werkgroepen kan een gemeenschappelijke vergadering van beide groepen uitzonderlijk bijeengeroepen worden. § 5. De werkgroep bezorgt de voorstellen betreffende het referentiesysteem van de initiële competenties die op voorhand goedgekeurd werden door de Commissie voor de referentiesystemen bedoeld in artikel 60nonies, aan de Voorzitter van de Sturingscommissie opgericht bij het decreet van 27 maart 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2002 pub. 17/05/2002 numac 2002029247 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de begeleiding van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de sturing van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap.

De voorzitter van de Sturingscommissie licht hierover respectievelijk de volgende raden in : 1° De Algemene Raad voor het basisonderwijs opgericht bij het decreet van 14 maart 1995 tot bevordering van het welslagen in de basisscholen;2° de Algemene Overlegraad van het gespecialiseerd onderwijs opgericht bij het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs. Elke Algemene Raad, indien hij het nodig acht, bezorgt de opmerkingen en/of de aanbevelingen aan de Voorzitter van de Sturingscommissie.

De Sturingscommissie, indien zij het nodig acht, verbetert de voorstellen van de werkgroep, rekening houdend, in voorkomend geval, met de opmerkingen en aanbevelingen van de Algemene Raden.

De Voorzitter van de Sturingscommissie stuurt de Regering de voorstellen zoals ze verbeterd werden, alsook de originele voorstellen van de werkgroep en de opmerkingen en/of de aanbevelingen van de Algemene Raden. »

Art. 4.In hetzelfde hoofdstuk Vter, wordt een artikel 60septies ingevoegd, luidend als volgt: «

Artikel 60septies.§ 1. Negen werkgroepen besteed aan de herziening van de referentiesystemen betreffende de eindtermen voor de eerste acht leerjaren van het leerplichtonderwijs worden opgericht: - Een overkoepelende werkgroep voor het Frans en de oude talen die de tijd van de plenaire vergadering en het werk in verschillende subgroepen zal doen afwisselen; - Een werkgroep voor moderne talen; - Een werkgroep voor de culturele en artistieke opleiding; - Een werkgroep voor wiskunde; - Een werkgroep voor de wetenschappen waaronder de eerste sensibilisering voor de wetenschappen. Deze groep zal de leerprocessen opgeven door een progressief onderscheid te maken tussen drie basiswetenschappen (fysica, chemie, biologie); - Een werkgroep voor de hand-, technische, technologische en digitale opleiding; - Een overkoepelende werkgroep voor de menswetenschappen, waaronder de eerste sensibilisering voor menswetenschappen die de tijd van de plenaire vergadering en het werk in drie subgroepen zal doen afwisselen, inzonderheid een subgroep geschiedenis, een subgroep aardrijkskunde en een subgroep economische en sociale wetenschappen; - Een werkgroep voor de lichamelijke opvoeding en de gezondheid; - Een werkgroep voor de filosofische en burgeropleiding.

Elke werkgroep bestaat uit: 1° twee werkende vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers van de Algemene Inspectiedienst, aangesteld door de Regering op voorstel van de Administrateur-generaal;2° een afgevaardigde van het Algemeen bestuur Onderwijs;3° drie deskundigen, aangesteld door de Regering op voorstel van de Minister belast met het leerplichtonderwijs, afkomstig uit de academische wereld, de Universiteiten, de Hogescholen, de Hogere Kunstscholen (ESA) of erkend voor hun nuttige ervaring inzake onderwijs of hun deskundigheid in één of meer van de zeven volgende domeinen : a) het domein « talen » met inbegrip van de Franse taal, de moderne talen, de oude talen;b) het domein van de culturele en artistieke opvoeding;c) het domein van de wiskundige, wetenschappelijke en technische opleiding;d) het domein van burgerschap en de menselijke en sociale opleiding;e) het domein van de lichamelijke opvoeding, het welzijn en de gezondheid;f) het domein van de creativiteit, de verplichting en de ondernemingsgeest;g) het domein betreffende van het vermogen om te leren leren en het vermogen om keuzes te maken;4° drie werkende leden en twee plaatsvervangende leden die het gesubsidieerd confessioneel vrij onderwijs vertegenwoordigen;5° een werkend lid en een plaatsvervangend lid die het gesubsidieerd niet-confessioneel vrij onderwijs vertegenwoordigen;6° twee werkende leden en twee plaatsvervangende leden die het gesubsidieerd officieel onderwijs vertegenwoordigen;7° een werkend lid en een plaatsvervangend lid die het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen en die aangesteld worden door de Regering; De leden bedoeld in het tweede lid, 4° tot 7°, zijn afkomstig uit het lager en secundair onderwijs en worden aangesteld door de Regering op voorstel, elk wat hen betreft, van de Algemene Dienst voor het Onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap of door de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten.

De leden van het onderwijzend personeel bedoeld in het tweede lid, 4° tot 7°, zijn belast met een opdracht in de zin van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs. De Regering bepaalt de nadere regels voor de detachering van deze leerkrachten.

De Voorzitter van de werkgroep wordt aangesteld door de Regering, op basis van een voorafgaand voorstel van de Minister belast met het leerplichtonderwijs.

Hij wordt aangesteld onder de leden bedoeld in het tweede lid, 1°. Dit voorzitterschap kan ook toegekend worden aan één van de leden bedoeld in het tweede lid, 3° wegens de bijzondere relevantie van zijn profiel of de specificiteit van de betrokken werkgroep.

Naargelang het geval wordt het aantal leden bedoeld in het tweede lid, 1° of in het tweede lid 2, 3° met één eenheid vermeerderd. De Regering bepaalt bij besluit de specifieke nadere regels voor de werking van de werkgroep. § 2. Een leescomité wordt verbonden aan elke werkgroep.

Het leescomité is geheel vrij om de producties van de werkgroep uit te leggen, om de integratie van de leerinhouden voor te stellen, om het realisme en de begrijpelijkheid van de voorgestelde leerinhouden te evalueren. Als adviesinstantie is het leescomité nochtans niet bevoegd om de werkelijke toepassing van hun aanbevelingen te eisen.

Naast zijn Voorzitter bestaat elk leescomité uit tien leden, waaronder acht leerkrachten belast met het onderwijs bedoeld door het referentiesysteem dat thans wordt uitgewerkt en twee personen die niet tot het onderwijs behoren.

De leden van de leescomités worden aangeworven via een oproep tot kandidaten waarvan de algemene personeelsformatie bij een besluit van de Regering wordt vastgesteld.

De verplaatsingskosten van de leden van de leescomités worden ten laste genomen volgens het stelsel voorzien voor de personeelsleden van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Het leescomité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de werkgroep waaraan hij verbonden is, of in voorkomend geval door zijn afgevaardigde.

De Regering bepaalt bij besluit de specifieke nadere regels voor de werking van het leescomité. § 3. Elke werkgroep belast met de productie van de referentiesystemen zorgt, onder de verantwoordelijkheid van zijn voorzitter, voor een regelmatig doorgeven van informatie over de stand van zaken van zijn werkzaamheden en over hun inhoud aan het leescomité zodat dit comité en de werkgroep tijdens het proces elkaar kunnen beïnvloeden. Deze informatie wordt ook doorgegeven aan de Commissie voor de referentiesystemen bedoeld in artikel 60nonies.

Elke werkgroep analyseert de commentaren en aanbevelingen van het leescomité. Zijn schriftelijke commentaren worden tegelijkertijd bezorgd aan het leescomité en de Commissie voor de referentiesystemen. § 4. Uitzonderlijk, op aanvraag van de leden van het leescomité kan een lid dat het leescomité vertegenwoordigt, één of meer vergaderingen van de werkgroep bijwonen om een bijzonder standpunt te kunnen uitdrukken of om de ontwikkeling van een specifieke discussie te horen.

Op initiatief van één of andere van beide werkgroepen kan een gemeenschappelijke vergadering van beide groepen uitzonderlijk bijeengeroepen worden. § 5. De werkgroepen bezorgen hun voorstellen betreffende het referentiesysteem van de gemeenschappelijke kern die op voorhand goedgekeurd werden door de Commissie voor de referentiesystemen bedoeld in artikel 60nonies, aan de Voorzitter van de Sturingscommissie opgericht bij het decreet van 27 maart 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2002 pub. 17/05/2002 numac 2002029247 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de begeleiding van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de sturing van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap.

De voorzitter van de Sturingscommissie licht hierover respectievelijk de volgende raden in : 1° de Algemene Raad voor het basisonderwijs opgericht bij het decreet van 14 maart 1995 tot bevordering van het welslagen in de basisscholen;2° de Algemene Overlegraad voor het secundair onderwijs opgericht bij het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs;3° de Algemene Overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs opgericht bij het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs. Elke Algemene Raad, indien hij het nodig acht, bezorgt de opmerkingen en/of de aanbevelingen aan de Voorzitter van de Sturingscommissie.

De Sturingscommissie, indien zij het nodig acht, verbetert de voorstellen van de werkgroepen, rekening houdend, in voorkomend geval, met de opmerkingen en aanbevelingen van de Algemene Raden.

De Voorzitter van de Sturingscommissie stuurt aan de Regering de voorstellen zoals ze verbeterd werden, alsook de originele voorstellen van de wekgroepen en de opmerkingen en/of de aanbevelingen van de Algemene Raden. »

Art. 5.In hetzelfde hoofdstuk Vter wordt een artikel 60octies ingevoegd, luidend als volgt: « Article 60octies. Om de activiteiten van de verschillende werkgroepen bedoeld in de artikelen 60sexies en 60septies af te bakenen volgens de gemeenschappelijke beginsels en om voor de coherentie van het geheel van de referentiesystemen betreffende de initiële competenties en de eindtermen voor de eerste acht leerjaren van het leerplichtonderwijs te zorgen, neemt de Regering een Handvest van de referentiesystemen aan dat een geheel van afbakenende teksten en een opstelschema bepaalt.

De Regering bezorgt een specifieke lijst van opdrachten aan elke werkgroep. Dit document geeft inzonderheid verduidelijkingen over het kader van de opdracht, de werkingswijze van de werkgroep, de bedoelingen van het behandelde vak en verwachte specifieke resultaten. »

Art. 6.In hetzelfde hoofdstuk Vter, wordt een artikel 60nonies ingevoegd, luidend als volgt: «

Artikel 60nonies.§ 1. Er wordt een Commissie voor de referentiesystemen opgericht, die belast wordt met de coördinatie van de werkgroepen bedoeld in de artikelen 60sexies en 60septies.

Deze instantie, voorgezeten door de Administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderwijs of een persoon aangesteld door hem, is samengesteld als volgt : 1° een vertegenwoordiger van de Minister belast met het leerplichtonderwijs;2° twee vertegenwoordigers van de Algemene Inspectiedienst in de persoon van de inspecteur-generaal van het basisonderwijs en van de inspecteur-generaal van het secondair onderwijs;3° twee leden van de sturingsdienst waarbij gezorgd wordt dat de volgende personen aanwezig zijn: a) één lid van de sturingsdienst met een deskundigheid/een betrokkenheid in de uitwerking van de externe evaluatieproeven;b) één lid van de sturingsdienst met een deskundigheid/een betrokkenheid in de Commissie voor de evaluatiemiddelen.4° zes vertegenwoordigers van de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten waaronder: a) twee vertegenwoordigers van het confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs;b) een vertegenwoordiger van het niet-confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs;c) een vertegenwoordiger van de gesubsidieerde officiële inrichtende machten die de basis-, kleuter- en lagere scholen organiseren, alsook de gespecialiseerde secundaire scholen en de inrichtingen voor het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan;d) een vertegenwoordiger van de gesubsidieerde officiële inrichtende machten die de secundaire scholen organiseren;e) een vertegenwoordiger van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap;5° vijf deskundigen afkomstig uit de academische wereld, de Universiteiten, de Hogescholen, de Hogere Kunstscholen met een ervaring of een bekwaamheid inzake schoolcurricula of in één van de volgende domeinen: a) het domein « talen » met inbegrip van de Franse taal, de moderne talen, de oude talen;b) het domein van de culturele en artistieke opvoeding;c) het domein van de wiskundige, wetenschappelijke en technische opleiding;d) het domein van de burgerzin en menselijke en sociale opleiding;e) het domein van de lichamelijke opvoeding, het welzijn en de gezondheid. De leden bedoeld in het tweede lid, 5°, worden aangesteld op voorstel van de Minister belast met het leerplichtonderwijs.

De leden van de Commissie voor de referentiesystemen worden aangesteld bij besluit van de Regering. Voor elk werkend lid, met uitzondering van de deskundigen, wordt een plaatsvervangend lid aangesteld.

De Commissie voor de referentiesystemen stelt de werkingsregels vast sinds het begin van haar werkzaamheden, onder de verantwoordelijkheid van haar Voorzitter. De interne werkingsregels worden opgenomen in een proces-verbaal dat door haar leden wordt goedgekeurd.

De Regering bepaalt bij besluit de specifieke nadere regels voor de werking van de Commissie voor de referentiesystemen. § 2. De Commissie voor de referentiesystemen heeft als opdracht inzonderheid de coördinatie van de werkzaamheden van de werkgroepen die worden belast met de productie van de referentiesystemen bedoeld in de artikelen 60sexies et 60septies en met het doorsturen van de informatie onder elkaar en het meedelen van praktijken die bijdragen tot de coherentie van het geheel van de producties.

Haar opdrachten zijn in het bijzonder de volgende : 1° zorgen voor de goede toepassing van het Handvest van de referentiesystemen, inzonderheid de naleving van de verwachte kwaliteiten en de studierichtingen bepaald door deze laatste;2° zorgen voor de coherentie van de referentiesystemen onder elkaar, tegelijkertijd verticaal (tussen jaren en niveaus) en horizontaal (tussen domeinen en vakken);3° ervoor zorgen dat de leerinhouden en de verwachte competenties die de beheersingsniveaus bepalen, voor elk domein en vak worden bepaald, overeenkomstig de verwachtingen die in het Handvest van referentiesystemen vastgesteld zijn;4° ervoor zorgen dat de transversale en interdisciplinaire benaderingen van de gemeenschappelijke kern, zoals bepaald in het Handvest van de referentiesystemen, effectief door de werkgroepen worden behandeld;5° zorgen voor de leesbaarheid van de referentiesystemen voor de verschillende gebruikers en de motivering van de gemaakte keuzes;6° zorgen voor de instelling van de leescomités in verband met elke werkgroep voor de uitwerking van de referentiesystemen;7° de arbitrage uitoefenen tussen de mogelijke geschillen binnen de werkgroepen of onder hen. § 3. De Voorzitter van de Commissie voor de referentiesystemen brengt verslag aan het Parlement uit over de stand van zaken van de werkzaamheden van de werkgroepen als het Parlement erom vraagt. »

Art. 7.Artikel 8 van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, wordt aangevuld met een c., luidend als volgt : « c. kunnen de verloven wegens opdracht, toegekend aan personen die aangesteld worden als lid van de werkgroepen bedoeld in de artikelen 60sexies en 60septies van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren type decreet prom. 24/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997029297 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de "Conseil supérieur de l'audiovisuel" en de private diensten voor klankradio-omroep (1) sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, betrekking hebben op prestaties die gelijk zijn aan één dag per week voor de gehele duur van die opdracht. »

Art. 8.Dit decreet treedt in werking op 25 november 2017 en treedt buiten werking op 31 december 2019.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 23 november 2017.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2017-2018 Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 545-1.

Commissieverslag, nr. 545-2. - Vergaderingsamendement, nr. 545-3. - In vergadering aangenomen tekst, nr. 545-4.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 22 november 2017.

^