Etaamb.openjustice.be
Decreet van 23 januari 2014
gepubliceerd op 11 februari 2014

Decreet tot wijziging van sommige bepalingen van het Waalse wetboek voor sociale actie en gezondheid i.v.m. de centra en federaties voor levens- en gezinsvragen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014200855
pub.
11/02/2014
prom.
23/01/2014
ELI
eli/decreet/2014/01/23/2014200855/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JANUARI 2014. - Decreet tot wijziging van sommige bepalingen van het Waalse wetboek voor sociale actie en gezondheid i.v.m. de centra en federaties voor levens- en gezinsvragen (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.De bepalingen van Titel II van Boek 3 van het tweede deel van het Waalse wetboek voor sociale actie en gezondheid worden vervangen als volgt : « Titre II. - Centra en centrafederaties voor levens- en gezinsvragen. HOOFDSTUK I. - Algemene beginselen

Art. 183.Met het oog op de toekenning van de toelagen waarin deze titel voorziet, worden de centra voor levens- en gezinsvragen, hierna centra voor gezinsplanning, door de Regering erkend.

Art. 184.De centra voor gezinsplanning oefenen hun activiteiten op het grondgebied van het Franse taalgebied uit en worden opgericht op initiatief van een overheid of een vereniging zonder winstoogmerk.

Art. 185.Ter informatie staat de melding « Centre de planning familial et de consultation familiale et conjugale agréé et subventionné par la Région wallonne » op alle akten, advertenties, aanplakkingen en elektronische documenten die van het centrum voor gezinsplanning uitgaan. HOOFDSTUK II. - Centra voor gezinsplanning Afdeling 1. - Definities

Art. 186.De centra voor gezinsplanning zijn ambulante diensten met als doel bij te dragen tot de optimimalisering van de gezondheid en tot maatschappelijke ontplooiing. Daartoe worden de aspecten van het affectieve, relationele en sexuele leven aangesneden in een multidisciplinaire en positieve aanpak waarbij rekening gehouden wordt met de mogelijkheid voor de personen om : 1° een bewust, verantwoordelijk, stimulerend en veilig seksueel leven te leiden;2° seksuele praktijken te hebben in alle veiligheid, zonder dwang, discriminatie of geweld;3° steun te genieten bij de voorbereiding op en gedurende het koppelleven en op verantwoordelijk ouderschap;4° te beschikken over de keuze van veilige, efficiënte, betaalbare en aanvaardbare methodes inzake vruchtbaarheidsregulering;5° te beschikken over keuzevrijheid wat betreft de geschiktheid of de voortzetting van zwangerschap.

Art. 187.De centra voor gezinsplanning staan in voor : 1° informatieverstrekking, bewustmaking en vorming inzake het affectieve, relationele en sexuele leven;2° de bevordering van contraceptie en de verbetering van de toegankelijkheid ervan;3° de preventie van niet gewenste zwangerschappen en de toegang tot de vruchtafdrijving bedoeld in artikel 350 van het Strafwetboek.De toegang tot vruchtafdrijving houdt in dat elk centrum voor gezinsplanning hetzij tot vruchtafdrijving overgaat, hetzij, indien het eigen personeel of de artsen die eraan verbonden zijn weigeren abortus te plegen, de persoon die om abortus verzoekt oriënteert of begeleidt naar een centrum voor gezinsplanning waar abortus wordt gepleegd. Elke vraag of noodsituatie moet een antwoord krijgen van een centrum voor gezinsplanning; 4° de preventie en opsporing van seksueel overdraagbare infecties; 5° hulpverlening aan en begeleiding van de personen i.v.m. hun affectieve, relationele en sexuele leven; 6° de preventie van geweld binnen koppels en, desgevallend, hun tenlasteneming, onverminderd de bevoegdheden van de instellingen die in dat verband tussenkomen;7° informatieverstrekking aan het publiek over de begrippen van het familierecht; 8° de organisatie van de groepsbenaderingen i.v.m. de bovenvermelde opdrachten; 9° informatieverstrekking aan en bewustmaking van de vakmensen i.v.m. het affectieve, relationele en sexuele leven.

Art. 188.De opdrachten van de centra voor gezinsplanning worden uitgeoefend in het kader van een actieplan, hierna « Project van centrum voor gezinsplanning » genoemd.

Het Project van centrum voor gezinsplanning wordt bij voorrang op de gebruiker gericht en bestaat uit de volgende onderdelen : 1° de omgeving van het centrum voor gezinsplanning wat grondgebied en institutioneel netwerk betreft;2° de algemene organisatie van het centrum voor gezinsplanning, uitvoerig omschreven voor elke opdracht;3° de doelstellingen; 4° de acties i.v.m. de doelstellingen; 5° het personeel en de middelen die voor de acties bestemd worden;6° de beoordeling in de vorm van kwantitatieve of kwalitatieve indicatoren. De indicatoren toetsen de uitgevoerde acties aan de doelstelling.

De inhoud van de zes onderdelen van het Project van centrum voor gezinsplanning wordt nader bepaald door de Regering.

De inrichtende macht die de erkenningsaanvraag indient is verantwoordelijk voor de bepaling van het Project van centrum voor gezinsplanning, alsook voor de tenuitvoerlegging, auto-evaluatie en aanneming ervan. Afdeling 2. - Activiteiten van de centra voor gezinsplanning

Onderafdeling 1. - Algemeenheden

Art. 189.De activiteiten van een centrum voor gezinsplanning worden georganiseerd in vier pools : 1° de pool onthaal en beheer van de aanvragen;2° de pool pluridisciplinaire begeleiding;3° de pool informatieverstrekking, bewustmaking en vorming;4° de pool communicatie. Onderafdeling 2. - Pool opvang en beheer van de aanvragen

Art. 190.De opvang en het beheer van de aanvragen, waargenomen door een psycho-sociaal interveniënt in overleg met de pluridisciplinaire ploeg, hebben als doel luisteren naar de aanvraag, ze ophelderen en analyseren alsook informatie verstrekken aan de gebruiker en hem voorlichten.

De Regering bepaalt de modaliteiten voor het onthaal en het beheer van de aanvragen en zorgt voor een evenwichtige verdeling van de onthaalprestaties, waarbij rekening gehouden wordt met het overheersend karakter van de zetel waar de hoofdactiviteit zich ontwikkelt.

Onderafdeling 3. - Pool pluridisciplinaire begeleiding

Art. 191.Na opvang van de aanvraag organiseert het centrum voor gezinsplanning het antwoord in het kader van een pluridisciplinair overleg.

De Regering bepaalt de modaliteiten voor het pluridisciplinair overleg.

Art. 192.In het kader van de pool pluridisciplinaire begeleiding organiseert het centrum voor gezinsplanning : 1° verplicht : medische, psychologische, juridische en sociale consultaties, pluridisciplinaire overlegvergaderingen in de gevallen waarin zulks vereist wordt;2° facultatief : adviesconsultaties inzake echtelijke en seksuologische problemen, alsook vruchtafdrijvingen.

Art. 193.Het centrum voor gezinsplanning beschikt over een pluridisciplinaire ploeg die instaat voor de medische, psychologische, juridische en sociale functies.

De pluridisciplinaire ploeg kan bovendien belast worden met een functie van huwelijksadviseur en een functie van seksuoloog.

Onderafdeling 4. - Pool informatieverstrekking, bewustmaking en vorming

Art. 194.Informatieverstrekking, bewustmaking en vorming betreffen : 1° de activiteiten inzake informatieverstrekking en bewustmaking met een individueel of collectief karakter;2° de activiteiten inzake groepsbenadering met een collectieve dimensie alsook de werkzaamheden ter voorbereiding en opvolging van die activiteiten.

Art. 195.De Regering bepaalt de doelstellingen en de prioritaire doelgroepen van de activiteiten inzake informatieverstrekking, bewustmaking en groepsbenadering.

Art. 196.De Regering bepaalt welke studierichtingen en diploma's toegang verlenen tot de functies van de pools bedoeld in de artikelen 191 tot 194.

Onderafdeling 5. - Pool communicatie

Art. 197.De communicatie beoogt de bevordering van de actie van het centrum voor gezinsplanning.

De Regering bepaalt de aard van het overleg tussen de centra voor gezinsplanning en de modaliteiten voor de organisatie ervan met het oog op de totstandbrenging van die pool binnen hetzelfde zorgverleningsgebied.

Onderafdeling 6. - Verplichtingen van de centra voor gezinsplanning Onderafdeling 6.1. - Dagelijks beheer

Art. 198.Het dagelijkse beheer wordt door de inrichtende macht toevertrouwd aan een lid van de ploeg van de pool pluridisciplinaire begeleiding.

De verantwoordelijke voor het dagelijkse beheer werkt in samenspraak met de leden van de pluridisciplinaire ploeg en ziet toe met name op de toepassing van het arbeidsreglement, op de naleving van de verschillende vigerende reglementeringen, op de organisatie van het teamwerk, op de coördinatie met de sociale en sanitaire diensten, alsook op de betrekkingen met de subsidiërende overheid.

Art. 199.Het huishoudelijk reglement van het centrum voor gezinsplanning wordt door de inrichtende macht vastgelegd en voorziet op zijn minst in : 1° de verdeling van de taken binnen het centrum;2° het regelmatig beleggen van pluridisciplinair overlegvergaderingen voor de personeelsleden;3° de waarborg van het beroepsgeheim;4° de rechten en plichten van de personeelsleden en van de bij overeenkomst gebonden personen.

Art. 200.Elke persoon die toegang heeft tot de individuele dossiers is gehouden tot het beroepsgeheim.

Art. 201.De inrichtende macht van het centrum voor gezinsplanning neemt de personeelsleden in dienst en bepaalt de duur van de dienstverstrekkingen van de leden van de ploeg.

Zij kan ook bedrijfscontracten met zelfstandige vakmensen sluiten en vrijwilligersovereenkomsten aangaan, onder de voorwaarden gesteld door de Regering.

Onderafdeling 6.2. - De gebruiker

Art. 202.Het centrum voor gezinsplanning onthaalt elke persoon en wijst hem eventueel een ander centrum of een andere dienst aan dat/die beter op zijn behoeften kan inspelen, als de persoon daarmee instemt.

Art. 203.In ieder gavl heeft de persoon de vrije keuze van het centrum voor gezinsplanning.

De ten laste genomen persoon wordt in geen geval gediscrimineerd en zijn wil wordt gerespecteerd.

Art. 204.De gebruiker is de persoon die toegang heeft tot de medische, psychologische, juridische, sociale consultatie, tot echtelijke of seksuologische adviesverlening of tot de activiteiten inzake informatieverstrekking, bewustmaking en vorming.

Art. 205.Voor elke gebruiker, met uitzondering van degene die deelneemt aan de activiteiten inzake informatieverstrekking, bewustmaking en vorming, wordt, met inachtneming van de bepalingen betreffende de bescherming van het privé-leven en de rechten van de patiënt, een genummerd individueel dossier aangelegd met alle gegevens die nuttig zijn voor de opvolging ervan.

Er wordt ook een apart dossier met gegevens van medische aard aangelegd.

Onverminderd andere wetsbepalingen, worden de individuele dossiers minstens tien jaar na de afsluiting ervan bewaard onder de verantwoordelijkheid van de persoon die het dagelijkse beheer waarneemt.

De modaliteiten tot afsluiting van het individuele dossier worden nader bepaald door de Regering.

De medische gegevens worden bewaard onder de verantwoordelijkheid van een geneesheer die aan het centrum voor gezinsplanning verbonden is.

Onderafdeling 6.3. - Werk in netverband.

Art. 206.§ 1. Het centrum voor gezinsplanning vervult zijn opdrachten in samenwerking met het netwerk.

Het netwerk is het geheel van de vakmensen, ongeacht hun activiteitensector, of van niet professionelen die gelijktijdig of achtereenvolgens ten gunste van de gebruiker of van een toestand tussenkomen in een effectief partnerschap, met een werking, finaliteit en doelstellingen die gemeenschappelijk zijn.

Het netwerk omvat minstens de vijf centra voor gezinsplanning van het zorgverleningsgebied waarin de acties van het centrum voor gezinsplanning gevoerd worden.

De activiteitensectoren kunnen, al naar gelang van de plaatselijke realiteit en de behoeften van de gebruikers, betrekking hebben op de aangelegenheden i.v.m. gezondheid, gezin, sociale actie, gehandicapte personen, vreemdelingen of personen van buitenlandse herkomst, senioren, kinderen, onderwijs en hulpverlening aan de jeugd.

De Regering bepaalt welke diensten uit die activiteitensectoren in het netwerk opgenomen mogen worden. § 2. Onder institutioneel overleg wordt verstaan het kader dat tot stand is gebracht tussen de instellingen of de samenwerking tussen de instellingen, los van een specifieke toestand, opdat de vakmensen zouden kunnen samenwerken als het geval zich voordoet.

Het centrum voor gezinsplanning doet mee aan het institutioneel overleg door samenwerkingsovereenkomsten met de instellingen te sluiten waarin op zijn minst de partnerschapsprocedures en de aangewende methodologieën nader bepaald worden.

Onderafdeling 6.4. - Kosten van de dienstverstrekkingen

Art. 207.Het centrum voor gezinsplanning vordert van de gebruikers of rechtstreeks van de betrokken instellingen, de honoraria of financiële bijdragen die hen bij wet of reglement worden opgelegd.

Art. 208.Het centrum voor gezinsplanning eist een financiële bijdrage voor de medische dienstverstrekkingen die niet opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verzorging, met inachtneming van een maximumtarief en de modaliteiten die de Regering bepaalt.

Dat maximumtarief wordt geïndexeerd overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, subsidies en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Gratis consultatie is mogelijk in de gevallen waarin de gebruiker niet over voldoende financiële middelen beschikt, op basis van een voorstel van een lid van de ploeg dat een sociale functie waarneemt, tenzij de modaliteiten daarvan in een intern reglement vastliggen.

Art. 209.Voor de dienstverstrekkingen bepaald bij de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt de financiële bijdrage vereist hetzij op basis van de betaling per verstrekking volgens de nomenclatuur van de geneeskundige verzorging, hetzij op basis van het forfaitaire bedrag bepaald bij artikel 52 van het koninklijk besluit van 14 juli 1994 houdende coördinatie van de wet.

Als de financiële bijdrage van de verzekering geëist wordt op basis van de betaling per verstrekking volgens de nomenclatuur van de geneeskundige verzorging, wordt geen persoonlijke tegemoetkoming van de gebruikers verlangd, behalve die bepaald bij de artikelen 37 en volgende van de wet bedoeld in het eerste lid.

Bij gebrek aan de financiële bijdrage van de verplichte verzekering, wordt de persoonlijke bijdrage van de gebruiker vastgelegd op basis van de betaling per verstrekking volgens de nomenclatuur van de geneeskundige verzorging.

Art. 210.De tarieven, honoraria en financiële bijdragen alsook het reglement bedoeld in artikel 208, tweede lid, indien het bestaat, worden aangeplakt in de wachtkamer van het centrum voor gezinsplanning en verschijnen in de informatiebladen die het publiceert, op papieren of elektronische drager.

Onderafdeling 6.5. - Toegankelijkheid en infrastructuur

Art. 211.De Regering bepaalt de minimale normen inzake openingstijden van de Pool oopvang en inzake toegang tot de consultaties.

Tijdens de periodes waarin een centrum voor gezinsplanning gesloten is, wordt het publiek via een bericht dat buiten wordt aangeplakt in samenspraak met de centra voor gezinsplanning van hetzelfde zorgverleningsgebied georiënteerd naar de dichtsbijgelegen centra voor gezinsplanning die open zijn tijdens die periode.

Art. 212.§ 1. Het centrum voor gezinsplanning kan georganiseerd worden in verschillende zetels en beschikken over antennes zoals omschreven in de artikelen 213 tot 215.

Elke zetel beschikt over een pool opvang en beheer van de aanvragen en een pool pluridisciplinaire begeleiding. § 2. Het centrum voor gezinsplanning is toegankelijk en geschikt voor personen met beperkte mobiliteit.

Elke zetel beschikt op zijn minst over : 1° een specifieke onthaalruimte;2° een specifiek lokaal voor het personeelslid belast met het dagelijkse beheer;3° consultatiebureaus en sanitaire installaties. Bij de organisatie van de lokalen wordt rekening gehouden met de voorschriften betreffende de bewaring van de individuele dossiers en het archief, met inachtneming van de geheimhouding.

Art. 213.Op verzoek van een derde kan het centrum voor gezinsplanning de opvang en het beheer van de aanvragen decentraliseren naar een ander oord dan dat bedoeld in artikel 212, dat in deze titel « antenne » genoemd wordt.

Art. 214.De decentralisering van de opvangactiviteit van het centrum voor gezinsplanning naar een antenne wordt gerechtvaardigd door de opsporing van specifieke behoeften.

De decentralisering van de opvangactiviteit is het voorwerp van een partnerschapsovereenkomst waarvan de minimale inhoud door de Regering wordt bepaald.

Art. 215.Het centrum voor gezinsplanning ziet erop toe dat de antenne de geheimhouding van de gesprekken en de bescherming van het privéleven van de gebruiker in acht neemt.

Onderafdeling 6.6. - Aanbodkadaster

Art. 216.De Regering publiceert een syntheserapport waarin gewag gemaakt wordt van het aanbod van de centra voor gezinsplanning en van de wijze waarop dat aanbod zich ontwikkeld heeft.

Het syntheserapport, m.a.w. « aanbodkadaster in centra voor levens- en gezinsvragen », is het voorwerp van een aangepaste communicatie naar de centra voor gezinsplanning, volgens de modaliteiten die door de Regering bepaald worden.

Het aanbodkadaster in centra voor levens- en gezinsvragen wordt één keer per legislatuur door de Regering aan het Parlement overgelegd.

Onderafdeling 6.7. - Verzameling van sociaal-epidemiologische gegevens

Art. 217.Om zijn opdrachten te vervullen verzamelt het centrum voor gezinsplanning sociaal-epidemiologische gegevens over de gebruikers om : 1° het profiel van de door hem bediende bevolking te bepalen en om het « Project van centrum voor gezinsplanning » op basis van die gegevens te sturen;2° het onderzoek en de analyse te voeden op het niveau van het gezamenlijke Franse taalgebied en te voldoen aan zijn verplichtingen ten opzichte van andere autoriteiten. De verzamelde gegevens maken het mogelijk om op zijn minst de sociologische kenmerken van de bevolking die het centrum voor gezinsplanning raadpleegt te identificeren, alsook de toegankelijkheidsperimeter van de plaats van de consultatie, het traject van de gebruiker, het hulp- en zorgverleningsnetwerk en de middelen waarover de gebruiker beschikt.

De Regering bepaalt de minimale lijst van de te verzamelen gegevens, de modaliteiten voor de registratie, bewaring en mededeling van de gegevens te harer attentie, alsook de periodiciteit.

De gegevens worden volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten anoniem gehouden door het centrum voor gezinsplanning of door de daartoe erkende instelling, met inachtneming van de wet op de bescherming van het privé-leven.

Als de resultaten van het onderzoek en de analyse van de gegevens gekend zijn, organiseert de Regering een informatieverstrekking aan de centra voor gezinsplanning in de meest geschikte vorm. Afdeling 3. - Organisatie van het dienstenaanbod

Art. 218.Er kan een bijkomende erkenning verleend worden aan een centrum voor gezinsplanning dat over een expertise beschikt in de door de Regering bepaalde thematieken. Het centrum voor gezinsplanning heeft de hoedanigheid van « referentiecentrum ».

Het stelt zijn expertise ter beschikking van de krachtens deze titel erkende centra voor gezinsplanning. Afdeling 4. - Programmering en erkenning

Onderafdeling 1. - Programmering

Art. 218/1.De activiteiten van de centra voor gezinsplanning worden geheel of gedeeltelijk gevoerd binnen de door de Waalse Regering bepaalde zorgverleningsgebieden, behalve wat betreft de referentiecentra die bevoegd zijn om het gezamenlijke Franse taalgebied te bedienen.

Het centrum voor gezinsplanning kan de activiteiten van de pool informatieverstrekking, bewustmaking en vorming uitoefenen in meer dan één zorgverleningsgebied en buiten het zorgverleningsgebied van zijn activiteitenzetel voor zover ze aangrenzend zijn en vooraf overleg gepleegd wordt met de centra voor gezinsplanning gelegen in een ander zorgverleningsgebied dan zijn activiteitenzetel.

Art. 218/2.Voor het gezamenlijke Franse taalgebied en per zorgverleningsgebied wordt voorzien in één centrum voor gezinsplanning per 50 000 inwoners.

De Regering is bevoegd om verschillende zorgverleningsgebieden te groeperen.

Als het aantal erkenningsaanvragen voor hetzelfde zorgverleningsgebied hoger is dan het aantal centra voor gezinsplanning waarin de programmatie voorziet, worden de centra voor gezinsplanning gescheiden naar gelang van hun project van centrum voor gezinsplanning.

Onderafdeling 2. - Erkenning

Art. 218/3.De erkenningsaanvraag wordt door de inrichtende macht van het centrum voor gezinsplanning bij de Regering ingediend.

Het erkenningsdossier bevat op zijn minst : 1° het bedrijfsnummer van de inrichtende macht, de identificatie en het statuut ervan;2° het « Project van Centrum voor gezinsplanning »;3° de samenstelling van de pluridisciplinaire ploeg, de omvang van de dienstverstrekkingen en de kwalificatie van haar leden;4° het plan van de lokalen;5° het intern reglement van het centrum voor gezinsplanning bedoeld in artikel 208 van dit Wetboek.

Art. 218/4.De bijkomende erkenning als « referentiecentrum » kan verleend worden : 1° hetzij op algemene wijze, op grond van een aanvraag die altijd ingediend kan worden;2° hetzij op specifieke wijze, in het kader van een oproep tot thematisch project waarvan de modaliteiten door de Regering bepaald worden. De procedure tot erkenningsverlening bedoeld in artikel 218/2 is toepasselijk op de « referentiecentra ».

Art. 218/5.De erkenning wordt door de Regering voor een onbepaalde duur verleend zodra vastgesteld wordt dat de normen nageleefd worden of, wat betreft de normen die pas na de afgifte van de erkenning nageleefd kunnen worden, dat de inrichtende macht zich ertoe verbonden heeft eraan te voldoen binnen een door de Regering bepaalde termijn.

De verplichtingen die nagekomen moeten worden bij de erkenningsaanvraag betreffen op zijn minst : 1° het juridisch bestaan van de inrichtende macht;2° de vastlegging van het « Project van centrum voor gezinsplanning ». De Regering bepaalt de procedure tot verlening van de erkenning. Afdeling 5. - Subsidiëring

Art. 218/6.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten en onder de door haar gestelde voorwaarden verleent de Regering aan het erkende centrum voor gezinsplanning een toelage die uit drie verschillende enveloppes bestaat : 1° de uitgaven betreffende het statutaire of bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeel;2° het dagelijkse beheer;3° de overige uitgaven. De overige uitgaven bedoeld in het eerste lid, 3°, zijn twee subenveloppes betreffende : 1° de werkingskosten waarvan de minimumdrempel en de aard door de Regering bepaald worden;2° andere personeelsuitgaven dan die bedoeld in het eerste lid, 1°. De bedragen van de bedoelde enveloppes en subenveloppes worden door de Regering bepaald op basis van de samenstelling van de erkende ploeg. § 2. De toelagen ter dekking van de werkingskosten bedoeld in § 1, tweede lid, 1°, kunnen gebruikt worden voor : 1° de afschrijvingslasten van een onroerend goed aangekocht of gebouwd door een erkend centrum voor gezinsplanning, met uitzondering van het terrein, en naar rato van de ruimte die door het centrum voor gezinspalanning ingenomen wordt voor de uitvoering van de opdrachten krachtens dit wetboek;2° de inrichtingswerken vereist om aan de normen te voldoen, met inbegrip van de normen betreffende de veiligheid, het welzijn op het werk en de werking. De duur van de afschrijving van de aankoop of van de bouw mag niet korter zijn dan twintig jaar, noch langer dan drieëndertig jaar.

De duur van de afschrijving van de inrichtingswerken mag niet korter zijn dan tien jaar, noch langer dan vijftien jaar.

De Regering bepaalt de voorwaarden waaronder en de modaliteiten volgens welke de afschrijvingslasten en de inrichtingswerken in aanmerking genomen worden.

Art. 218/7.Als het centrum voor gezinsplanning ook een bijkomende erkenning geniet als referentiecentrum waar abortus gepleegd wordt, omvat de toelage bedoeld in artikel 218/6, § 1, 1°, de personeelsleden die daarvoor aangesteld zijn.

Voor de overige referentiecentra verleent de Regering een bijkomende toelage met inachtneming van de bepalingen die desgevallend al naar gelang van de thematiek door andere stelsels aangenomen worden.

Art. 218/8.Het forfaitair bedrag betreffende het dagelijkse beheer wordt door de Regering bepaald op grond van het aantal voltijds equivalenten dat krachtens artikel 218/6, § 1, 1°, gesubsidieerd wordt.

Art. 218/9.De toelage betreffende de overige uitgaven wordt berekend op basis van een forfaitair bedrag per voltijds equivalent onder de personeelsleden bedoeld in artikel 218/6, § 1, 1°, met uitzondering van het personeel aangesteld in het referentiecentrum, en beperkt tot de door het centrum voor gezinsplanning gerechtvaardigde uitgaven.

De Regering bepaalt het forfaitair bedrag bedoeld in het vorige lid.

Art. 218/10.De modaliteiten tot betaling van de toelagen worden door de Regering bepaald.

Art. 218/11.De toelagen bedoeld in de artikelen 218/6 tot 218/9 worden geïndexeerd overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij de wet van 2 augustus 1976 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, subsidies en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. Afdeling 6. - Beoordeling - controle - sancties

Art. 218/12.De administratieve, financiële en kwalitatieve controle van het centrum voor gezinsplanning wordt gevoerd door de daartoe aangewezen personeelsleden.

Ze hebben vrije toegang tot de lokalen van het centrum voor gezinsplanning en hebben het recht om ter plaatse inzage te nemen van de stukken en documenten die ze nuttig achten om hun opdracht te vervullen, of erom te verzoeken zowel bij het centrum voor gezinsplanning als bij de authentieke bronnen die er eventueel over beschikken.

Ze voeren hun controle met het oog op de verbetering van de praktijken en volgens het systeem van de participatieve beoordeling.

Art. 218/13.§ 1. Het centrum voor gezinsplanning richt jaarlijks aan de Regering, met inachtneming van de modaliteiten en de inhoud die zij bepaalt, een activiteitenrapport met kwantitatieve gegevens over alle activiteiten die het tijdens het afgelopen jaar heeft uitgeoefend.

Dat activiteitenrapport evalueert de activiteiten in verband met het « Project van centrum voor gezinsplanning ».

Gelijktijdig legt het centrum voor gezinsplanning desgevallend een bijwerking van het « Project van centrum voor gezinsplanning » over of rechtvaardigt het het gebrek aan bijwerking ervan.

De periodiciteit kan door de Regering herzien worden voor het geheel of een deel van het activiteitenrapport indien het « Project van centrum voor gezinsplanning » de doelstellingen bepaalt waarvan de evaluatie niet doorgevoerd kan worden over een duur van één jaar of minder. § 2. De Regering bepaalt binnen welke termijn en volgens welke modaliteiten het activiteitenrapport aan haar diensten voorgelegd moet worden. § 3. Het centrum voor gezinsplanning geeft de Regering jaarlijks kennis van de recapitulatieve afrekening van de uitgaven i.v.m. de uitoefening van haar opdrachten volgens de modaliteiten, via het model en binnen de termijnen voorgeschreven door de Regering.

Art. 218/14.De Regering maakt het genormaliseerde boekhoudplan van het centrum voor gezinsplanning op.

Art. 218/15.De erkenning als centrum voor gezinsplanning of referentiecentrum kan elk ogenblik ingetrokken worden wegens niet-naleving van de bepalingen van deze titel of van de krachtens deze titel vastgelegde bepalingen.

De intrekking van de erkenning als centrum voor gezinsplanning brengt in ieder geval van rechtswege de intrekking van de erkenning als referentiecentrum met zich mee.

Art. 218/16.De procedures tot intrekking van de erkenning worden nader bepaald door de Regering.

Daartoe bepaalt zij de vormen en termijnen en ziet ze toe op de inachtneming van de rechten van de verdediging.

Art. 218/17.Het toezicht en de controle op het gebruik van de toelagen worden gevoerd overeenkomstig de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.

Art. 218/18.Elke organisator of directeur van een centrum of dienst dat/die zonder erkenning de benaming « centre de planning familial et de consultation familiale et conjugale agréé et subventionné par la Région wallonne » draagt, kan veroordeeld worden tot een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en tot een boete van 25 tot 75 euro of tot slechts één van die straffen. HOOFDSTUK III. - Federaties van centra voor gezinsplanning

Art. 218/19.De Regering kan meerjarige overeenkomsten sluiten met de representatieve federaties van centra voor gezinsplanning met het oog op de bevordering en de coördinatie van specifieke acties van de sector.

Om representatief te zijn moet de federatie minstens twaalf erkende centra voor gezinsplanning tellen.

De modaliteiten tot toekenning van de toelagen worden door de Regering bepaald. HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen

Art. 218/20.De personeelsleden van wie de arbeidsovereenkomst melding maakt van de opvangactiviteit op de datum van inwerkingtreding van dit decreet en die gunstig beoordeeld worden door hun werknemer en over de door de Regering bepaalde ervaring beschikken, mogen die opvangactiviteit uitoefenen.

Art. 218/21.Artikel 212, § 2, is van toepassing op de centra voor gezinsplanning erkend krachtens het Waalse wetboek voor sociale actie en gezondheid, decretaal luik, als ze andere lokalen betrekken na de de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 218/22.§ 1. Het centrum voor gezinsplanning erkend krachtens het Waalse wetboek voor sociale actie en gezondheid, decretaal luik, dient een nieuwe erkenningsaanvraag in binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit decreet.

De aanvraag moet binnen die termijn aangevuld worden met het « Project van centrum voor gezinsplanning ».

Zo niet wordt het centrum voor gezinsplanning niet meer erkend na afloop van die periode van zes maanden. § 2. In afwachting van het besluit tot erkenning beschikt het centrum voor gezinsplanning over een tijdelijke erkenning gedurende de periode in de loop waarvan het zich in overeenstemming brengt met deze normen.

De Regering beschikt over een termijn van zes maanden om de erkenningsaanvragen te onderzoeken vanaf de datum waarop de aanvraag volledig en ontvankelijk is.

De Regering geeft kennis van de datum waarop de termijn ingaat.

Indien na afloop van die termijn geen besluit is genomen, behoudt het betrokken centrum voor gezinsplanning tot 31 december 2014 zijn recht op de toelagen verleend op basis van de bepalingen van het Waalse wetboek van sociale actie en gezondheid, decretaal luik, die van toepassing zijn de dag voor de inwerkingtreding van dit stelsel. § 3. Artikel 218/2 is niet van toepassing in het kader van de erkenningsprocedure bedoeld in de paragrafen 1 en 2. § 4. Vanaf 1 januari 2015 en voor de vijf volgende jaren worden de toelagen i.v.m. de personeelsuitgaven bedoeld in artikel 218/6, § 1, 1° en 3°, berekend volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt. § 5. De toelage bedoeld in artikel 218/6, § 1, 2°, wordt aan het centrum voor gezinsplanning verleend vanaf 1 januari 2015. ».

Art. 3.De inwerkingtreding van dit decreet is vastgelegd op 1 januari 2014.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 23 januari 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement, 916 (2013-2014). Nrs 1, 1bis tot 4.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 22 januari 2014.

Bespreking.

Stemming.

^