22 DECEMBER 2022. - Besluit van de Regering tot uitvoering van titel 5.1 van het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen

Regering van de Duitstalige Gemeenschap Gelet op het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen, artikel 137.2, tweede lid, artikel 137.3, § 1, eerste lid, en § 2, derde lid, alsook artikel 137.4, § 1, derde lid, § 2, tweede lid, en § 3, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 15 december 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2022 pub. 06/03/2023 numac 2023200906 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 sluiten;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 december 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 19 december 2022;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gerechtvaardigd wordt door het feit dat het project voor de gebiedsdekkende uitrol van een passieve FTTH-infrastructuur in de Duitstalige Gemeenschap gedeeltelijk gefinancierd wordt uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit van de Europese Unie; dat de voltooiing van de uitrolwerkzaamheden tegen uiterlijk 31 december 2026 een voorwaarde is voor het verkrijgen van deze Europese middelen; dat daarom direct begin 2023 gestart moet worden met de uitrol van de passieve FTTH-infrastructuur, om te kunnen voldoen aan de Europese eisen; dat een vroegere afkondiging van het besluit niet mogelijk was doordat het ontbrak aan een decretale grondslag, die pas op 15 december 2022 in het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap afgekondigd werd; dat dit besluit nog in het lopende begrotingsjaar in werking moet treden, zodat er niet meer gewacht mag worden met de afkondiging ervan;

Overwegende dat de dienst van algemeen economisch belang (DAEB) overeenkomstig artikel 137.1, 2°, van het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen tot doel heeft digitale fragmentering binnen de Duitstalige Gemeenschap te voorkomen door aansluiting van alle adressen in de Duitstalige Gemeenschap waarvoor er geen bewijs bestaat dat er een netwerk met zeer hoge capaciteit is noch een bewijs dat er plannen zijn uitgaande van de privésector om in de komende drie jaar een netwerk met zeer hoge capaciteit te creëren;

Overwegende dat op basis van een marktonderzoek dat werd uitgevoerd overeenkomstig de BEREC Guidelines on Geographical surveys of network deployments (BoR (20) 42) van 5 maart 2020 en de BEREC Guidelines on Very High Capacity Networks (BoR (20) 165) van 1 oktober 2020, alle adressen bepaald werden waarvoor al een netwerk met zeer hoge capaciteit bestaat of waarvoor er plannen zijn uitgaande van de privésector om in de komende drie jaar een netwerk met zeer hoge capaciteit te creëren;

Overwegende dat de DAEB dus betrekking heeft op alle adressen die niet genoemd werden in het vermelde marktonderzoek;

Overwegende dat de voorwaarden voor de toewijzing van de opdracht, die vastgelegd zijn in artikel 137.3 van het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen, waarborgen dat de compensaties voor de openbare dienst geen staatssteun vormen in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, zoals uitgelegd door het Europees Hof van Justitie in het arrest-Altmark van 24 juli 2003 en in de Mededeling van de Europese Commissie betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de Europese Unie op voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang verleende compensatie;

Overwegende dat, zelfs indien niet voldaan zou zijn aan een van de criteria die genoemd worden in het arrest-Altmark, de compensaties voor het verrichten van een DAEB verenigbaar zijn met artikel 107, lid 1, VWEU, als ze voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in het Besluit van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen;

Overwegende dat wanneer de dienstverlener voor een periode van meer dan tien jaar met het beheer van de DAEB belast wordt, dit besluit geldt voor zover de dienstverlener aanzienlijke investeringen moet doen die volgens de algemeen erkende boekhoudkundige beginselen over een langere periode afgeschreven moeten worden, zoals het geval is voor de DAEB bepaald in de artikelen 137.2 en 137.3 van het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen; dat de duur van 34 jaar, die bepaald is in artikel 137.3, § 1, van het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen, gerechtvaardigd is gezien de tijd die nodig is voor de uitrol van het netwerk en de afschrijving door de dienstverlener;

Overwegende dat krachtens het arrest-Altmark en in het bijzonder krachtens het vierde criterium dat daarin genoemd wordt, dat betrekking heeft op de efficiëntie, de noodzakelijke compensatie bepaald moet worden op basis van de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming die afdoende met de nodige middelen uitgerust is, gemaakt zou hebben; dat artikel 137, § 1, 7°, van het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen voorschrijft dat het businessplan dat ten grondslag ligt aan de uitrol van het FTTH-netwerk en op basis waarvan de noodzakelijke compensatie bepaald wordt, gebaseerd is op de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming gemaakt zou hebben, en bevestigd werd door een externe deskundige, en de kosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen, rekening houdende met de opbrengsten en een redelijke winst, niet overschrijdt;

Overwegende dat de Regering in dit verband het advies ingewonnen heeft van een externe deskundige en dat uit dit advies blijkt dat het businessplan van de dienstverlener voldoet aan hetgeen verwacht wordt van een efficiënte onderneming in de zin van het vierde criterium van het arrest-Altmark;

Overwegende dat aan de eis voldaan is doordat een geschikte berekeningsmethode toegepast wordt om de hoogte van de compensatie voor de DAEB te bepalen, in het bijzonder met betrekking tot de periode voor de berekening van de netto contante waarde, het aandeel van de restwaarde en de gebruikte disconteringsvoet;

Overwegende dat de combinatie van een voorafgaande raming van de kosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichting voor de investeringsperiode, die niet langer mag zijn dan 34 jaar, en een mechanisme van regelmatige controles en controle achteraf, kan waarborgen dat het uiteindelijke subsidiebedrag zich beperkt tot het bedrag dat noodzakelijk is voor de verrichting van de DAEB. Op de voordracht van de Minister van Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Toepassingsgebied Het toepassingsgebied van de dienst van algemeen economisch belang (DAEB), vermeld in artikel 137.2 van het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen, hierna: decreet, stemt overeen met het hele Duitse taalgebied, met uitzondering van de gebieden die in de bijlage genoemd worden.

Art. 2.Dienstverlener belast met het beheer van de DAEB De dienstverlener die belast is met het beheer van de DAEB vermeld in artikel 1 is Glasfaser Ostbelgien bv.

Art. 3.Duur van de opdracht De opdracht gaat in op 23 december 2022 en heeft een looptijd van maximaal 34 jaar.

Art. 4.Berekening van de compensaties De Regering kent aan de dienstverlener een compensatie toe overeenkomstig artikel 137.4 van het decreet, die uitbetaald wordt gedurende de eerste drie jaar van de verrichting van de DAEB. Het totale bedrag van de uitbetaalde compensaties stemt overeen met het bedrag dat op basis van de business case vermeld in artikel 137.3, § 1, tweede lid, 7°, van het decreet als noodzakelijk aangemerkt werd, zodat de geschatte netto contante waarde van de kasstromen die terugvloeien naar de eigenaars, inclusief de compensaties, gedisconteerd naar het jaar 2022, neerkomt op een nulwaarde.

De compensaties worden berekend op basis van de volgende parameters en uitgangspunten: 1° een redelijk rendement op eigen vermogen van 8,05% ; 2° een eindwaarde die berekend werd als 22,3% van de investeringen voor de uitrol en de aansluitingen (CAPEX) gedurende de looptijd van de DAEB, en waarvoor in de oorspronkelijke business case 35.323.879 euro vooropgesteld werd; en 3° de veronderstelling dat de investeringen voor het ontsluiten van nieuwe huishoudens en bedrijfsvestigingen in de Duitstalige Gemeenschap (CAPEX) voortgezet worden gedurende de looptijd van de DAEB. Overeenkomstig artikel 137.4, § 1, tweede lid, van het decreet ontvangt de dienstverlener voor het verrichten van deze DAEB voor de totale looptijd van de DAEB een compensatie van maximaal 40 miljoen euro. Een eerste compensatie ten belope van 15 miljoen euro wordt nog voor 31 december 2022 uitbetaald aan de dienstverlener, die het bedrag echter pas mag gebruiken nadat de Europese Commissie de oprichting van Glasfaser Ostbelgien bv overeenkomstig de geldende mededingingsregels goedgekeurd heeft.

Art. 5.Terugvorderingsmechanisme § 1 - De totale compensatie voor de openbare dienst die aan de dienstverlener toegekend wordt, mag niet hoger zijn dan noodzakelijk om de nettokosten voor de verrichting van de DAEB plus een redelijke winst te dekken.

De hoogte van de eventuele overcompensatie wordt als volgt berekend: het uitgangspunt is de netto contante waarde van de werkelijke kasstromen, inclusief de uitbetaalde compensaties, gedurende de periode waarvoor de dienstverlener met het beheer van de DAEB belast is. Als eindwaarde wordt uitgegaan van een aandeel van 22,3% van de in de looptijd van de DAEB gedane investeringen in de uitrol van het netwerk en de aansluiting van bestaande en nieuwe huishoudens en bedrijfsvestigingen in de Duitstalige Gemeenschap (CAPEX). De kasstromen worden met een passend rendement op eigen vermogen van 8,05% gedisconteerd naar het jaar 2022. § 2 - Als stimulans voor een efficiënte bedrijfsvoering en op grond van zijn eigen financiële investeringen in de uitrol van het FTTH-netwerk en de exploitatie ervan kan de dienstverlener de eerste 10 miljoen euro van de in artikel 3 bepaalde compensatie voor de openbare dienst behouden. Van alle overschotten boven dat bedrag wordt 50% terugbetaald aan de Duitstalige Gemeenschap. De andere 50% kan de dienstverlener eveneens behouden.

Voor het terugvorderingsmechanisme wordt dienovereenkomstig de volgende berekeningsformule gebruikt: terug te vorderen bedrag = 50 * (netto contante waarde [achteraf bepaald, rekening houdend met de compensaties] bij een rendement op eigen vermogen van 8,05 - 10 miljoen euro) § 3 - Het bedrag dat als overcompensatie terugbetaald moet worden aan de Duitstalige Gemeenschap, is in ieder geval beperkt tot de waarde van de uitbetaalde compensatie.

Art. 6.Monitoring van de compensatie voor de DAEB § 1 - Overeenkomstig artikel 137.3, § 1, eerste lid, 10°, van het decreet worden de kosten en inkomsten die verband houden met de DAEB en de kosten en inkomsten die verband houden met diensten die verleend worden in de in de bijlage bepaalde gebieden, alsook de parameters voor de uitsplitsing van de kosten en de inkomsten, apart opgenomen in de interne boekhouding van de dienstverlener. De kosten die verband houden met activiteiten buiten het in artikel 1 gedefinieerde toepassingsgebied van de DAEB, moeten alle directe kosten, een redelijk aandeel in de gemeenschappelijke kosten en een redelijk rendement op kapitaal omvatten. § 2 - De dienstverlener legt minstens om de drie jaar en na afloop van de DAEB, de interne boekhouding en de gedetailleerde opgetekende gegevens met betrekking tot de DAEB voor aan de Regering of een door haar gemachtigde derde. Aan de hand van die opgetekende gegevens kan de Regering of een door haar gemachtigde derde controleren of voldaan is aan de voorwaarden voor de verrichting van een DAEB. In het kader van deze opgetekende gegevens moeten afwijkingen van het businessplan uitdrukkelijk benoemd, gedocumenteerd en gerechtvaardigd worden.

De Minister van Media kan de vorm van deze gedetailleerde opgetekende gegevens bepalen.

Art. 7.Controle Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, kan de Regering te allen tijde laten onderzoeken of de bepalingen van het decreet en dit besluit nageleefd worden.

Art. 8.Terugvordering Overeenkomstig artikel 13, eerste lid, van dezelfde wet vordert de Regering toegekende uitbetalingen terug indien: 1° niet voldaan is aan de voorwaarden voor compensaties voor de openbare dienst;2° compensaties voor de openbare dienst voor andere doeleinden werden gebruikt;3° de in dit besluit bepaalde controle belemmerd of verhinderd werd. De ontvanger van de compensatie voor de openbare dienst die niet kan verantwoorden dat de compensatie voor de openbare dienst werd aangewend voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend overeenkomstig artikel 11 van dezelfde wet, betaalt het deel dat niet werd verantwoord, terug overeenkomstig artikel 13, tweede lid, van dezelfde wet.

Art. 9.Beschikbaarheid van informatie Gedurende de periode waarvoor de dienstverlener met het beheer van de DAEB belast is, en nog minstens tien jaar daarna, bewaart de Regering alle informatie die van belang is voor de DAEB en de verenigbaarheid met het Europese recht.

Art. 10.Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 11.Uitvoeringsbepaling De minister bevoegd voor Media is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 22 december 2022.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media, I. WEYKMANS

BIJLAGE Lijst van de adressen waarvoor al een netwerk met zeer hoge capaciteit bestaat of waarvoor er plannen zijn uitgaande van de privésector om in de komende drie jaar een netwerk met zeer hoge capaciteit te creëren [zie bijgevoegd bestand] Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering tot uitvoering van titel 5.1 van het decreet van 1 maart 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/03/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021201177 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen sluiten betreffende de mediadiensten en de filmvoorstellingen Eupen, 22 december 2022.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media, I. WEYKMANS