Etaamb.openjustice.be
Decreet van 19 mei 2004
gepubliceerd op 07 juni 2004

Decreet houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004029163
pub.
07/06/2004
prom.
19/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/19/2004029163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MEI 2004. - Decreet houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling (1)


Het Parlement heeft aangenomen en wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepalingen

Artikel 1.Dit decreet heeft tot doel de richtlijn 2000/43/EG van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming en de richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, om te zetten.

Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit decreet dient te worden verstaan onder : 1° « beginsel van gelijke behandeling » : de afwezigheid van elke vorm van directe of indirecte discriminatie op basis van gronden zoals zogenaamd ras, etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid;2° « directe discriminatie » : wanneer iemand op basis van één van de gronden bedoeld in 1° ongunstiger wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld;3° « indirecte discriminatie » : wanneer een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen wegens één van de gronden bedoeld in 1° in vergelijking met andere personen bijzonder benadeelt, tenzij die bepaling, maatstaf of handelwijze objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn;4° « de Regering » : de Regering van de Franse Gemeenschap. § 2. Een opdracht tot het discrimineren van personen op basis van één van de gronden bedoeld in § 1, 1° wordt beschouwd als discriminatie.

Art. 3.Dit decreet is van toepassing op de personeelsleden van : 1° de Diensten van de Regering, met name het Ministerie van de Franse Gemeenschap en het Ondersteuningsorgaan van de ministeriële kabinetten;2° de instellingen van openbaar nut die ressorteren onder Sectorcomité XVII opgericht krachtens artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;3° de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap, alle types, alle niveaus, alle netten samen zoals bedoeld in artikel 24, § 4, van de Grondwet;4° het « Centre hospitalier universitaire de Liège ». § 2. Dit decreet is van toepassing op de verenigingen gesubsidieerd, goedgekeurd of erkend door de Franse Gemeenschap in het kader van de aangelegenheden die onder haar bevoegdheid ressorteren. § 3. Dit decreet is van toepassing op de aangelegenheden bedoeld in artikel 127, § 1, eerste lid, 2° van de Grondwet en in de artikelen 4 en 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. HOOFDSTUK II. - Algemene beginsels

Art. 4.Elke vorm van directe of indirecte discriminatie wordt verboden.

Art. 5.Een verschil in behandeling dat op een kenmerk in verband met één van de gronden bedoeld in artikel 2, § 1, 1° berust, vormt geen discriminatie, indien een dergelijk kenmerk, vanwege de aard van de betrokken specifieke beroepsactiviteiten of de context waarin deze worden uitgevoerd, een wezenlijk en bepalend vereiste vormt, mits het doel legitiem en het vereiste evenredig aan dat doel is.

Art. 6.Een verschil in behandeling dat op de leeftijd berust, vormt geen discriminatie wanneer het objectief en redelijk wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

Art. 7.Het beginsel van gelijke behandeling belet niet de handhaving of de aanneming van specifieke maatregelen om de nadelen verband houdende met één van de gronden bedoeld in artikel 2, § 1, 1° te voorkomen of te compenseren.

Art. 8.Teneinde te waarborgen dat het beginsel van gelijke behandeling met betrekking tot personen met een handicap nageleefd wordt, wordt voorzien in redelijke aanpassingen.

De verantwoordelijke persoon neemt, naargelang de behoeften, in een concrete situatie, passende maatregelen om een persoon met een handicap in staat te stellen een opleiding te genieten, tenzij deze maatregelen voor de verantwoordelijke persoon een bovenmaatse belasting vormen. HOOFDSTUK III. - Straffen

Art. 9.Elke vorm van directe of indirecte discriminatie op het werk gepleegd door een vast benoemd personeelslid kan aanleiding geven tot een tuchtprocedure overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op de vast benoemde personeelsleden.

Art. 10.De Regering kan de subsidie, de goedkeuring of de erkenning van verenigingen schorsen of intrekken die gesubsidieerd, goedgekeurd of erkend worden door de Franse Gemeenschap wanneer ze vaststelt dat deze vereniging discriminatie gepleegd heeft in de zin van dit decreet of de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.

Deze schorsing of deze intrekking gebeurt overeenkomstig de decreets- en reglementsbepalingen betreffende de erkenning, de goedkeuring of de subsidiëring van deze verenigingen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 19 mei 2004.

De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, O. CHASTEL De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota's (1) ...

^