19 DECEMBER 2002. - Decreet houdende verschillende maatregelen betreffende de begrotingsfondsen, het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap, de euro, de universitaire instellingen, het « Centre hospitalier universitaire de Liège », de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor de gezondheidspromotie op school, het onderwijs en het « Centre technique horticole de Gembloux » (1)

De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de begrotingsfondsen

Artikel 1.In de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap wordt een punt 58 ingevoegd volgens de tabel gevoegd in bijlage I van dit decreet.

Art. 2.Punt 51 van de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap wordt gewijzigd volgens de tabel gevoegd in bijlage II van dit decreet. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap

Art. 3.In artikel 18, 1°, 2e zin, van het decreet van 20 juni 2002 betreffende de oprichting van het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap, wordt het woord « minstens » ingevoegd tussen de woorden « stemmen » en « met een percentage ». HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de euro

Art. 4.Met toepassing van artikel 5 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de euro, gewijzigd bij het programmadecreet van 20 december 2001 houdende verschillende maatregelen betreffende de begrotingsfondsen, de overgang naar de euro, het onderwijs en de schoolgebouwen, worden met uitwerking met ingang van de datums van hun respectieve inwerkingtreding bevestigd : 1. De artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12 en 13 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 november 2001 tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de euro;2. De artikelen 1, 2, 3, 6, 7 en 8 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 juni 2002 tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 november 2001 tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de euro;3. De artikelen 2, 3 en 4 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juni 2002 tot uitvoering van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de euro met betrekking tot de bepalingen over de RTBF. HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de universitaire instellingen

Art. 5.Artikel 29, § 1, lid 3, van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, zoals gewijzigd, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Elk jaar, vanaf het begrotingsjaar 2003, worden de basisbedragen bedoeld in de vorige leden aangepast aan de schommelingen van de gezondheidsindex van de consumptieprijzen volgens de formule : (Basisbedrag x gezondheidsindex van het betrokken begrotingsjaar x 1,0015/gezondheidsindex van december 1998 HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende het « Centre hospitalier universitaire de Liège »

Art. 6.Artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit nr. 542 van 31 maart 1987 houdende de organisatie, de werking en het beheer van de Rijksuniversitaire ziekenhuizen van Gent en Luik, zoals gewijzigd bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 5 juli 1993 en bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 november 2001, wordt aangevuld met een dertiende punt, luidend als volgt : « 13° het beslissen, met de instemming van de Regering, over de deelneming van het « Centre hospitalier universitaire de Liège » in het kapitaal van andere instellingen of maatschappijen, met het oog op de vervulling van zijn opdracht bepaald bij dit besluit. »

Art. 7.In artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 542 van 31 maart 1987, na paragraaf 1, wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 1bis. In afwijking van artikel 11, § 1, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, en overeenkomstig artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, is de raad van bestuur van het « Centre hospitalier universitaire de Liège » ertoe gemachtigd te beslissen dat de werving van het personeel binnen het « Centre hospitalier » door middel van een arbeidsovereenkomst kan plaatsvinden. In voorkomend geval kan de raad van bestuur de toepassing van die beslissing voorbehouden voor sommige personeelscategorieën. »

Art. 8.In artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit nr. 542 van 31 maart 1987 wordt een punt 3 ingevoegd, luidend als volgt : « 3° het vaststellen, op eigen initiatief of op voorstel van het directiecomité, van de administratieve en geldelijke regels die van toepassing zijn op het contractueel personeel, met inbegrip van de objectieve criteria die nuttig zijn voor de werving van dat personeel volgens de personeelscategorieën. »

Art. 9.De Regering kan de nummering van de artikelen en van de onderverdelingen van de artikelen van het voormelde koninklijk besluit nr. 542 van 31 maart 1987 aanpassen.

Art. 10.Er wordt een subsidie van 1.720.000 euro jaarlijks toegekend aan het « Centre hospitalier universitaire de Liège ».

Die subsidie wordt uitsluitend bestemd voor de creatie van het kapitaal van het Centrum en zal door het Centrum jaarlijks worden verantwoord overeenkomstig de artikelen 55 en 58 van het koninklijk besluit van 17 juli 1990 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit.

Ze wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de algemene index van de consumptieprijzen. HOOFDSTUK VI. - Bepalingen betreffende de psycho-medisch-sociale centra

Art. 11.In afwijking van artikel 3 van de wet van 1 april 1960 betreffende de psycho-medisch-sociale centra, wordt, buiten de personeelsformatie, voor het schooljaar 2002-2003, in het PMSC van Verviers, volgend personeel toegekend : een psycho-pedagogisch adviseur deeltijds voor één vierde betrekking, een maatschappelijk assistent halftijdse betrekking en een paramedisch medewerker haltijdse betrekking.

Art. 12.Artikel 52 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra wordt aangevuld met volgend lid : « In afwijking van lid 1, c) en d), is het bedrag van de subsidies, voor het schooljaar 2001-2002, vastgesteld op het bedrag dat voor het schooljaar 2000-2001 werd toegekend, zoals het werd vastgesteld op grond van artikel 3 van het programmadecreet van 12 juli 2001 houdende verschillende maatregelen betreffende de begrotingsfondsen, het onderwijs, de vakantiecentra en het medisch schooltoezicht, geïndexeerd volgens de verhouding van het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen tussen 1 januari 2002 en 1 januari 2001.

In afwijking van lid 1, c) en d), wordt het bedrag van de subsidies, voor het schooljaar 2002-2003, vastgesteld op het bedrag dat voor het schooljaar 2001-2002 toegekend was, zoals het bij vorig lid werd vastgesteld, geïndexeerd volgens de verhouding van het algemeen indexcijfer tussen 1 januari 2003 en 1 januari 2002. »

Art. 13.De werkingsdotaties van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde psycho-medisch-sociale centra worden, voor de schooljaren 2001-2002 en 2002-2003, verhoogd op dezelfde grondslag als voor de verhoging van de subsidies bedoeld in artikel 52, leden 3 en 4, van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra. HOOFDSTUK VII. - Diensten voor gezondheidspromotie op school

Art. 14.Binnen de perken van de begrotingskredieten, kent de Franse Gemeenschap, voor het schooljaar 2002-2003, de volgende toelagen en vergoedingen toe voor de vaccinatie tegen de meningokok C, uitgevoerd voor de leerlingen die de maatregelen inzake gezondheidspromotie op school genieten : 1° aan de artsen verbonden met een erkende dienst voor gezondheidspromotie op school : een toelage van 1,69 euro per uitgevoerde vaccinatie;2° aan de inrichtende macht van de dienst voor gezondheidspromotie in de school waarmee de vaccinerende arts verbonden is : een vergoeding van 1,12 euro per uitgevoerde vaccinatie. HOOFDSTUK VIII. - Bepalingen betreffende het onderwijs

Art. 15.In artikel 4, § 1, 3°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 maart 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van ziekenhuisverpleger(verpleegster) en dat van ziekenhuisverpleger(verpleegster), richting geestelijke gezondheid en psychiatrie, wordt toegekend, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 april 1998 en 8 november 2001, wordt een punt g) toegevoegd, luidend als volgt : « g) getuigschrift dat overeenstemt met het getuigschrift van het zesde studiejaar van het beroepssecundair onderwijs (afdeling dienstverlening aan personen) met volledig leerplan, uitgereikt door het onderwijs voor sociale promotie met toepassing van artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 1999 tot goedkeuring van het refertedossier van de afdeling « Aanvulling algemene vorming » (code 041600S2OD1) met het oog op het behalen van het getuigschrift dat overeenstemt met het schoolgetuigschrift van het zesde studiejaar van het secundair beroepsonderwijs (afdeling dienst aan de personen) » van het onderwijs met volledig leerplan. »

Art. 16.De werkingsdotaties voor de internaten van het secundair en buitengewoon basisonderwijs worden forfaitair vastgesteld als volgt : a) interne leerling die onder het gewoon onderwijs ressorteert : 1.900 euro; b) interne leerling die onder het buitengewoon onderwijs van type 1, 2, 3, 5 en 8 ressorteert : 2.375 euro; c) interne leerling die onder het buitengewoon onderwijs van type 4 ressorteert : 2.850 euro.

Die forfaitaire dotaties worden gekoppeld aan het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen 125 van september 1997, met 1988 als basis.

De bedragen worden elk burgerlijk jaar geïndexeerd volgens het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari.

Art. 17.In afwijking van artikel 32, § 3, lid 1, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwetgeving, wordt het bedrag van de werkingssubsidies, wat de internaten betreft, voor het schooljaar 2002-2003, vastgesteld op het bedrag dat voor het schooljaar 2001-2002 toegekend was op grond van artikel 21, lid 2, van het decreet van 12 juli 2001 waarbij de materiële omstandigheden van de inrichtingen van het basis- en secundair onderwijs worden verbeterd, geïndexeerd volgens de verhouding van het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen tussen 1 januari 2003 en 1 januari 2002.

Art. 18.Artikel 6, § 4, van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, gewijzigd bij de decreten van 17 juli 1998, 8 februari 1999 en 20 december 2001 wordt aangevuld door het volgende lid : « Het in lid 3 bedoelde totaal aantal omvat echter niet de verloven wegens opdracht toegekend in het kader van de opleiding tijdens de loopbaan. »

Art. 19.Artikel 18, § 2, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met volgend lid : « Het omvat echter niet de terbeschikkingsstellingen voor de uitoefening van een bijzondere opdracht bij een Europese School. »

Art. 20.Artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestaties in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra wordt aangevuld met volgend lid : « Artikel 8 is van toepassing op de Regeringscommissarissen en -afgevaardigden van de universitaire instellingen van de Franse Gemeenschap. »

Art. 21.In artikel 7 van het decreet van 24 juni 1996 betreffende het noodprogramma voor de schoolgebouwen van het door de Franse Gemeenschap ingericht of gesubsidieerd basisonderwijs en secundair onderwijs, worden de woorden « en 2002 » vervangen door de woorden « 2002 en 2003 ».

Art. 22.In artikel 20 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2, lid 2, wordt aangevuld met de volgende zin : « Voor de organisatie van de opleidingen kan zij eveneens een beroep doen op het vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan waarbij zij aangesloten is.»; 2° § 3, lid 2, wordt aangevuld met de volgende zin : « Voor de organisatie van de opleidingen kan zij eveneens een beroep doen op het vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan waarbij zij aangesloten is.» HOOFDSTUK IX. - Bepalingen betreffende het « Centre technique horticole de Gembloux »

Art. 23.In artikel 3, 1°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 november 2001 tot oprichting van een Technisch Tuinbouwcentrum van het Onderwijs van de Franse Gemeenschap in Gembloux, worden de woorden « waaronder de directeur van het centrum en » ingevoegd tussen de woorden « georganiseerd door de Franse Gemeenschap » en de woorden « waaronder het inrichtingshoofd van het "Institut technique horticole" ».

Art. 24.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 4.De betrekking van directeur van een technisch tuinbouwcentrum van het onderwijs van de Franse Gemeenschap is toegankelijk voor de personeelsleden die titularis zijn van één van de volgende wervings- of selectieambten : 1° leraar algemene vakken, leraar zedenleer, leraar bijzondere vakken, leraar technische vakken, leraar beroepspraktijk, leraar technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de hogere graad;2° werkmeester;3° provisor, onderdirecteur.»

Art. 25.In het hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 4bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 4bis.De kandidaten voor het ambt van directeur van het technisch tuinbouwcentrum worden gerangschikt in de volgorde van hun verdiensten door een examencommissie opgericht door de Regering.

Voor de rangschikking van de kandidaten neemt de examencommissie de beoordelingsstaten, de inspectieverslagen en alle door de kandidaat geleverde elementen die ertoe hebben bijgedragen hem een opleiding en een ervaring bij te brengen die beantwoorden aan het profiel van het toe te kennen ambt. »

Art. 26.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 4ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 4ter.De directeur van het technisch tuinbouwcentrum van het onderwijs van de Franse Gemeenschap wordt benoemd door de Regering. »

Art. 27.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 4quater ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 4quater.Voor de toepassing van de statutaire verordeningsbepalingen die niet strijdig zijn met de artikelen van dit besluit, wordt het Centrum gelijkgesteld met een onderwijsinrichting en wordt de directeur van het Centrum gelijkgesteld met een inrichtingshoofd.

Te dien einde blijft de directeur van het Centrum onderworpen aan de verordeningsbepalingen, die niet strijdig zijn met de artikelen van dit besluit, en die betrekking hebben op het administratief en geldelijk statuut dat op hem van toepassing was vóór zijn benoeming binnen het Centrum. »

Art. 28.In artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de woorden « de opdrachthouder bedoeld in artikel 4 » vervangen door de woorden « de directeur van het Centrum ».

Art. 29.In artikel 8 van hetzelfde besluit, worden de woorden « van de opdrachthouder bedoeld in artikel 4 » vervangen door de woorden « van de directeur van het Centrum ».

Art. 30.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 10bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 10bis.De opdrachthouder die, op de datum van 1 januari 2003, de leiding heeft van het « Centre technique horticole de l'enseignement de la Communauté française » te Gembloux, wordt geacht benoemd te zijn in het ambt van directeur van een technisch tuinbouwcentrum op de datum van 1 januari 2003, behalve als hij aan de Regering binnen de vijftien dagen schriftelijk aanvraagt dat het niet zo zou zijn. »

Art. 31.Artikel 4 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten wordt aangevuld als volgt : « 6° directeur van een technisch tuinbouwcentrum van het onderwijs van de Franse Gemeenschap. »

Art. 32.In artikel 8, lid 2, van hetzelfde decreet, worden de woorden « van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming of van directeur van een openlucht- en recreatiecentrum » vervangen door de woorden « van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming, van directeur van een openlucht- en recreatiecentrum of van een directeur van een technisch tuinbouwcentrum van het onderwijs van de Franse Gemeenschap. »

Art. 33.In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2001, worden de woorden « van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming en van directeur van een openlucht- en recreatiecentrum » vervangen door de woorden « van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming, van directeur van een openlucht- en recreatiecentrum of van een directeur van een technisch tuinbouwcentrum van het onderwijs van de Franse Gemeenschap. »

Art. 34.In artikel 40 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2001, worden de woorden « van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming en van directeur van een openlucht- en recreatiecentrum » vervangen door de woorden « van directeur van een centrum voor zelfvorming en voortgezette vorming, van directeur van een openlucht- en recreatiecentrum of van een directeur van een technisch tuinbouwcentrum van het onderwijs van de Franse Gemeenschap. » HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 35.Artikel 15 heeft uitwerking met ingang van 1 september 1999.

De artikelen 12, leden 1 en 13, hebben uitwerking met ingang van 1 september 2001.

De artikelen 11, 12, lid 2, 14, 17, 18 en 21, hebben uitwerking met ingang van 1 september 2002.

De andere artikelen treden in werking op 1 januari 2003.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 19 december 2002.

De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, R. MILLER De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 343-1. - Advies van de commissies, nrs. 343-2 en 3. - Commissieamendement, nr. 343-4. - Verslag, nr. 343-5.

Integraal verslag. - Bespreking. Vergadering van 10 december 2002. - Aanneming. Vergadering van 11 december 2002.