Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 oktober 2013
gepubliceerd op 10 januari 2014

Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen betreffende het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon basisonderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de Psycho-Medisch-Sociale Centra

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2013029639
pub.
10/01/2014
prom.
17/10/2013
ELI
eli/decreet/2013/10/17/2013029639/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 OKTOBER 2013. - Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen betreffende het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon basisonderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de Psycho-Medisch-Sociale Centra (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende het taalbadonderwijs en het gebarentaalbadonderwijs in de gemeenschappelijke eerste graad van het gewoon secundair onderwijs

Artikel 1.Artikel 2, 1°, van het decreet van 30 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/06/2006 pub. 31/08/2006 numac 2006202786 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs sluiten betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs, zoals gewijzigd, wordt aangevuld met twee leden : " - "Tweetalige klas Frans-gebarentaal" : klas binnen welke een deel van de leerlingen onderwijs in de Franse taal geniet terwijl gelijktijdig dove of slechthorende leerlingen gebarentaalbadonderwijs en onderwijs in het schriftelijke Frans genieten. - "Leraar dovencultuur" : leerkracht die de culturele specificiteit van de gebarentaal beheerst en van wie de moedertaal de gebarentaal is.".

Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt met een vierde paragraaf aangevuld, luidend als volgt : " § 4. In afwijking van de eerste paragraaf, in de tweetalige klassen Frans-gebarentaal, omvat de lesrooster voor de dove of slechthorende leerlingen : 1° de gemeenschappelijke opleiding, naar rata van 30 lestijden per week, waaronder 2 lestijden voorbehouden voor het gebarentaalonderwijs en het dovencultuuronderwijs;2° aanvullende activiteiten in het enkele studiegebied Frans, naar rata van 2 lestijden per week.

Art. 3.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een 9°, luidend als volgt : "9° het gebarentaalonderwijs en dovencultuuronderwijs naar rata van 2 lestijden per week in de tweetalige klassen Frans-gebarentaal.".

Art. 4.In titel II van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, luidend als volgt : "Hoofdstuk IV. - Gebarentaalbadonderwijs en onderwijs in het schriftelijke Frans in tweetalige klassen Frans-gebarentaal".

Art. 5.In titel II van hetzelfde decreet wordt in het nieuwe hoofdstuk IV een artikel 12bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Artikel 12bis.§ 1. In het onderwijs ingericht door de Franse Gemeenschap, op de aanvraag van het inrichtingshoofd, na het advies te hebben ingewonnen van de participatieraad en na raadpleging van het basisoverlegcomité, kan de Regering een inrichting ertoe machtigen het geheel van de lessen en pedagogische activiteiten in het kader van tweetalige klassen Frans-gebarentaal in te richten.

In het gesubsidieerd onderwijs, kan de Regering een inrichtende macht ertoe machtigen in één van de inrichtingen die hij inricht het geheel van de lessen en de pedagogische activiteiten van de lesrooster in het kader van tweetalige klassen Frans-gebarentaal in te richten. De aanvraag gaat samen met het advies van de participatieraad en met het resultaat van de raadpleging van de plaatselijke paritaire commissie voor de inrichtingen voor door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd officieel onderwijs, van de ondernemingsraad, of bij gebreke daaraan, de plaatselijke overleginstantie, of bij gebreke daaraan, van de syndicale delegaties voor de inrichtingen voor het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs.

Per betrokken school, moet een minimum van 4 lestijden per week die onder de lessen Franse taal, de gebarentaallessen en/of de lessen moderne taal 1 ressorteren, door leerkrachten met dovencultuur verstrekt worden; indien deze lestijden niet aan leerkrachten met dovencultuur toegekend kunnen worden, kunnen deze lessen door leerkrachten die over bekwaamheidsbewijzen beschikken zoals bedoeld bij artikel 8, 2bis van het besluit van de Executieve van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunstonderwijs en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen, verstrekt worden.

Wanneer een school of een vestiging tweetalige klassen Frans-gebarentaal organiseert, wordt deze organisatie in het inrichtingsproject geïntegreerd. § 2. De leerling begint het gebarentaalbadonderwijs in tweetalige klassen Frans-gebarentaal op het niveau van het gemeenschappelijke eerste jaar van het secundair onderwijs. Dit gebarentaalbadonderwijs in tweetalige klassen Frans-gebarentaal kadert in het pedagogische continuüm betreffende het gebarentaalbadonderwijs in tweetalige klassen Frans-gebarentaal ontwikkeld in het basisonderwijs ongeacht de inrichting.

In afwijking van het vorige lid, kan de klassenraad een leerling toelaten dit onderwijs aan te vatten op het niveau van het gemeenschappelijke eerste of tweede jaar of van één van de aanvullende jaren ingericht op het einde van het gemeenschappelijke eerste of tweede jaar voor zover de leerling het bewijs levert dat hij de noodzakelijke competenties beheerst.

Een secundaire school die gebarentaalbadonderwijs in tweetalige klassen Frans-gebarentaal begint in te richten, doet het progressief vanaf het begin van het gemeenschappelijke eerste jaar tot het einde van het gemeenschappelijke tweede jaar en waarborgt dat een leerling die met het taalbadonderwijs is begonnen dit onderwijs kan voortzetten gedurende het vervolg van zijn studies binnen de eerste graad van dezelfde inrichting.".

Art. 6.In titel II van hetzelfde decreet, in het nieuwe hoofdstuk IV, wordt een artikel 12ter ingevoegd, luidend als volgt : "

Artikel 12ter.- In het secundair onderwijs wordt voor het gebarentaalbadonderwijs in tweetalige klassen Frans-gebarentaal door leraren algemene vakken belast met gebarentaalbadlessen gezorgd.

De werkingsmiddelen kunnen de aanwerving van tolken toelaten met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur, met een overeenkomst voor dienstverlening of met een samenwerkingsovereenkomst.".

Art. 7.Het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, zoals gewijzigd, wordt met een artikel 16ter aangevuld, luidend als volgt : "Onafhankelijk van het totale aantal van lestijden-leraar wordt, per schooljaar, voor alle inrichtingen voor secundair onderwijs die tweetalige klassen Frans-gebarentaal inrichten zoals bepaald bij artikel 2, 1°, van het decreet betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs van 30 juni 2006, op basis van het aantal dove of slechthorende regelmatige leerlingen, op 1 oktober van het lopende schooljaar, toegekend : a) 8 lestijden per dove of slechthorende leerling die school loopt bij een tweetalige klas Frans-gebarentaal;b) 2 lestijden per tweetalige klasse Frans-gebarentaal voorbehouden voor de gebarentaallessen en de lessen van dovencultuur. De lestijden bedoeld bij het eerste lid, a, b, komen in aanmerking voor de werving in vast verband van de personeelsleden.". HOOFDSTUK II. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs type decreet prom. 03/03/2004 pub. 19/04/2004 numac 2004029120 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende verschillende dringende maatregelen inzake niet verplicht onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs

Art. 8.Artikel 4, § 1, van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs type decreet prom. 03/03/2004 pub. 19/04/2004 numac 2004029120 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende verschillende dringende maatregelen inzake niet verplicht onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, zoals gewijzigd, wordt aangevuld met een 27°, een 28°, een 29° en een 30°, luidend als volgt : "27° SSAS klas : Schoolstructuur voor de steun aan de socialisatie of resocialisatie, ingesteld binnen het gespecialiseerd lager onderwijs en in het gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 2, vorm 3 en vorm 4, die jongeren die aan structurele stoornissen en/of persoonlijkheidsstoornissen lijden, ongeacht het type gespecialiseerd onderwijs waaronder ze ressorteren, een resocialisatie- of herstructurende structuur aanbiedt waardoor een wederinschakeling in een leerstructuur mogelijk wordt gemaakt. 28° leerlingen die een SSAS klas volgen : leerlingen die aan structurele stoornissen en/of persoonlijkheidsstoornissen lijden voor wie alle orthopedagogische, maatschappelijke en/of paramedische middelen, die eigen zijn aan elk type onderwijs, ingesteld werden, en ontoereikend bleken.Deze leerlingen worden momenteel opgenomen om ze toe te laten het nodige evenwicht opnieuw te vinden om een persoonlijk project te bepalen en hun toe te laten een wederinschakeling in een leerstructuur te bewerkstelligen. 29° zone : de Regering bepaalt de zones die ingericht worden op het niveau van het beheer van het gespecialiseerd onderwijs en van zijn personeelsleden alsook de geografische entiteiten waaruit ze bestaan. 30° individueel overgangsplan (P.I.T.) : het individueel overgangsplan, geïntegreerd in het individueel leerplan (P.I.A.) is een denkaanpak die ernaar streeft, vanaf de inschrijving voor het gespecialiseerd secundair onderwijs, de nodige banden tussen de verscheidene partners te leggen met als doel het opbouwen en behartigen van het continuüm school-leven als volwassene. 31° instelling belast met de begeleiding : psycho-medisch-sociaal centrum belast met een inrichting voor gespecialiseerd onderwijs of in integratietoestanden, psycho-medisch-sociaal centrum belast met een inrichting voor gewoon onderwijs en psycho-medisch-sociaal centrum belast met een inrichting voor gespecialiseerd onderwijs.".

Art. 9.In artikel 12, § 1, tweede lid van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 5 februari 2009, 1 februari 2012 en 12 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° ) de tweede zin wordt vervangen door de volgende zin "De Regering bepaalt het model van het getuigschrift en het bewijsprotocol, alsook de communicatieregels";2° ) bij 1° worden de woorden "door een psycho-medisch-sociaal centrum" vervangen door de woorden "door een psycho-medisch-sociaal centrum belast met een inrichting voor gewoon onderwijs"; 3° ) bij 3°, a), worden de woorden "door een psycho-medisch-sociaal centrum, door een dienst voor school- en beroepsoriëntatie" vervangen door de woorden "door een psycho-medisch-sociaal centrum belast met een inrichting voor gewoon onderwijs.".

Art. 10.Artikel 13, § 2, van hetzelfde decreet wordt gewijzigd : De woorden "op grond van een gemeenschappelijk en met redenen omkleed advies van de klassenraad en van de instelling belast met de begeleiding" worden vervangen door de woorden "op grond van een met redenen omkleed advies van de klassenraad bijgestaan door de instelling voor begeleiding".

Art. 11.Artikel 14, § 3, van hetzelfde decreet wordt gewijzigd : De woorden "op grond van een gemeenschappelijk en met redenen omkleed advies van de klassenraad en van de instelling belast met de begeleiding" worden vervangen door de woorden "op grond van een met redenen omkleed advies van de klassenraad bijgestaan door de instelling voor begeleiding".

Art. 12.Hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt met een artikel 15ter aangevuld, luidend als volgt : "

Artikel 15ter.De Regering kan een jaarlijkse afwijking toestaan aan een school voor basisonderwijs of gespecialiseerd secundair onderwijs die aanvaardt een leerling in te schrijven die onder een ander type gespecialiseerd onderwijs ressorteert dan dat/deze door ze ingericht, en dit krachtens een uitzonderlijke toestand enkel gemotiveerd door een gebrek aan aanbod van gespecialiseerd onderwijs dat elke mogelijkheid tot studie belet en na gunstig advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs.

De gespecialiseerde school die aanvaardt deze leerling in te schrijven, geniet voor de betrokken leerling, voor het lopende schooljaar, een subsidie- en dotatiecijfer en de begeleidingsperiodes voortgebracht door het kencijfer met betrekking tot het type onderwijs vermeld op het oriëntatieattest van de betrokken leerling.".

Gedurende de afwijkingsperiode wordt de leerling geacht regelmatig ingeschreven te zijn.

Art. 13.In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een afdeling 4bis ingevoegd, luidend als volgt : "Afdeling 4bis. - De organisatie van een SSAS (Schoolstructuur voor de steun aan de socialisatie of resocialisatie)".

Art. 14.In afdeling 4bis, die nieuw ingevoegd werd in hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 26bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Artikel 26bis.§ 1. De SSAS klassen kunnen ingericht worden in elke inrichting voor lager onderwijs die ertoe gemachtigd wordt de types gespecialiseerd onderwijs in te richten voor de betrokken leerlingen; deze klassen kunnen afwijken van de verplichtingen die opgelegd worden inzake organisatie van de lessen lichamelijke opvoeding, handarbeid, samenstelling van de lesroosters en aanwijzing van de leerkrachten op het niveau van de lessen van het lesrooster. § 2. In iedere inrichting die één of meerdere SSAS klassen inricht, wordt een specifiek pedagogisch project opgesteld waarbij de nadere regels voor een SSAS klasse en de criteria voor de oriëntatie daarna bepaald worden. Dit specifieke pedagogische project wordt in de inrichting voor gespecialiseerd onderwijs behouden en ter beschikking gehouden van de Inspectiediensten en de Diensten van de Regering.

Iedere SSAS klas wordt in twee periodes georganiseerd : 1° een socialisatieperiode waarbij de schoolherinschakeling mogelijk wordt gemaakt en het opstellen van een persoonlijk project voor de jongere;2° een immersieperiode waarbij de herinschakeling van de jongere in de leerstructuur mogelijk wordt gemaakt. Elke periode bedraagt een maximale duur van twaalf kalendermaanden behoudens met redenen omkleed advies van de Klassenraad van de SSAS klas. De Klassenraad van de SSAS klas beslist over de overgang van de leerling van de socialisatieperiode naar de immersieperiode.

De klassenraad zorgt voor de follow-up van de jongere in het kader van zijn project en de beslissing van zijn terugkeer naar een leerstructuur. § 3. De SSAS Klassenraad is inzonderheid belast met de evaluatie, de precieze beschrijving als dan niet wijziging van het SSAS specifieke pedagogische project, het met redenen omkleed beslissen over de terugkeer van de leerling naar een leerstructuur.

Hij bestaat uit de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het paramedisch, psychologisch en sociaal personeel en het hulpopvoedend personeel, die de opdracht hebben van de instructie en de opvoeding van een SSAS klas en die ervoor verantwoordelijk zijn.

In het kader van zijn opdrachten zoals bepaald bij het eerste lid kan de SSAS Klassenraad een beroep doen op elke occasionele samenwerking die hij nodig acht.

Minimum twee keer per jaar, wordt een comité ingericht voor de follow-up samengesteld uit leden van de uitgebreide SSAS klassenraad, met desgevallend een vertegenwoordiger van het vertegenwoordiging- en coördinatieorgaan van de inrichtende machten van het onderwijs, een vertegenwoordiger van de instelling belast met de begeleiding, het personeelslid belast met de follow-up van de socialisatieactiviteiten of de proefstages, een lid van het onderwijzend personeel (buiten SSAS klas) en een lid van de Inspectiedienst van het gespecialiseerd onderwijs. § 4. De leerlingen ingeschreven in een SSAS klas genereren een lestijdenpakket dat gebruikt kan worden volgens dezelfde regels als voor de leerlingen van het gespecialiseerd onderwijs van het type onderwijs waaronder ze ressorteren. § 5. De Regering bepaalt de nadere regels voor de organisatie en de werking van de SSAS klassen inzonderheid wat betreft de socialisatieperiodes en de proefperiodes in immersie in een schoolomgeving.".

Art. 15.Artikel 32, § 3, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een 7°, luidend als volgt : "7° een met redenen omkleed advies uitbrengen over de geschiktheid voor een leerling van het lager onderwijs om in een SSAS klas school te lopen.".

Art. 16.Hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 44ter, luidend als volgt : "

Artikel 44ter.- In elke inrichting voor gespecialiseerd basisonderwijs wordt, binnen de perken van het bruikbare lestijdenpakket en na alle lessen te hebben ingericht bepaald in de lesroosters van de leerlingen, gezorgd voor de coördinatie van de herinschakelingsprojecten, de opvang, de observatie en de tijdelijke opvang van de nieuwe leerlingen, de begeleiding van leerlingen die momentele problemen ervaren, de mediatie en/of de pedagogische coördinatie. Voor deze opdrachten kan door één of meerdere leden van het onderwijzend personeel van het basisniveau gezorgd worden met inachtneming van de statuutbepalingen.".

Art. 17.Artikel 51 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : "De leerlingen die niet meer aan de leerplicht onderworpen zijn, kunnen ook het getuigschrift van basisonderwijs verkrijgen mits inachtneming van de voorwaarden bepaald bij artikel 23 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 mei 1999 tot vaststelling van de vorm en de regels voor de uitreiking van het getuigschrift van basisonderwijs.".

Art. 18.Artikel 57 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een 6°, luidend als volgt : "6°. De leerlingen die niet meer aan de leerplicht onderworpen zijn, kunnen ook het getuigschrift van basisonderwijs verkrijgen mits inachtneming van de voorwaarden bepaald bij artikel 23 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 mei 1999 tot vaststelling van de vorm en de regels voor de uitreiking van het getuigschrift van basisonderwijs.".

Art. 19.In hoofdstuk V van hetzelfde decreet wordt een afdeling 8bis ingevoegd, luidend als volgt : "Afdeling 8bis. - De organisatie van een SSAS (Schoolstructuur voor de steun aan de socialisatie of resocialisatie)".

Art. 20.In afdeling 8bis, die nieuw ingevoegd werd in hoofdstuk V van hetzelfde decreet wordt een artikel 67bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Artikel 67bis.§ 1. De SSAS klassen kunnen ingericht worden in elke inrichting voor secundair onderwijs die ertoe gemachtigd wordt de types en de vormen 2, 3 en 4 van het gespecialiseerd onderwijs in te richten voor de betrokken leerlingen; deze klassen worden ingericht op basis van de roosters van vorm 1 van het gespecialiseerd secundair onderwijs. § 2. In iedere inrichting die één of meerdere SSAS klassen inricht, wordt een specifiek pedagogisch project opgesteld waarbij de nadere regels voor een SSAS klasse en de criteria voor de oriëntatie naar die klas bepaald worden. Dit specifieke pedagogische project wordt in de inrichting voor gespecialiseerd onderwijs behouden en ter beschikking gehouden van de Inspectiediensten en de Diensten van de Regering.

Iedere SSAS klas wordt in twee periodes georganiseerd : 1° een socialisatieperiode waarbij de schoolherinschakeling en het opstellen van een persoonlijk project voor de jongere mogelijk worden gemaakt;2° een immersieperiode waarbij de herinschakeling van de jongere in de leerstructuur mogelijk wordt gemaakt. Elke periode bedraagt een maximale duur van twaalf kalendermaanden behoudens met redenen omkleed advies van de Klassenraad van de SSAS klas. De Klassenraad van de SSAS klas beslist over de overgang van de leerling van de socialisatieperiode naar de immersieperiode.

De klassenraad zorgt voor de follow-up van de jongere in het kader van zijn project en de beslissing van zijn terugkeer naar een leerstructuur. § 3. In het secundair onderwijs van vorm 2, kan een SSAS klas leerlingen opnemen van fase 1 en fase 2. § 4. In het secundair onderwijs van vorm 3, kan een SSAS klas leerlingen van fase 1 opnemen, tijdens de observatietijd na advies van de Inspectie en, gedurende de polyvalente aanpak in een beroepssector na de Inspectie erover te hebben geïnformeerd.

Een SSAS klas kan ook leerlingen van fase 2 ontvangen. § 5. In het gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 4, kan een SSAS klas leerlingen ontvangen die onder de eerste of de tweede graad ressorteren.

Wanneer het om het gespecialiseerd onderwijs van type 5 gaat, kan een SSAS klas ook leerlingen uit de derde graad van het gewoon secundair onderwijs of van de derde graad van vorm 4 van het gespecialiseerd secundair onderwijs opnemen. § 6. De SSAS Klassenraad is inzonderheid belast met de evaluatie, het bijwerken of de wijziging van het SSAS specifieke pedagogische project, het met redenen omkleed beslissen over de terugkeer van de leerling naar een leerstructuur.

Hij bestaat uit de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het paramedisch, psychologisch en sociaal personeel en het hulpopvoedend personeel, die de opdracht hebben van de instructie, de opvoeding en de opleiding van een groep leerlingen en die ervoor verantwoordelijk zijn.

In het kader van zijn opdrachten zoals bepaald bij het eerste lid kan de SSAS Klassenraad een beroep doen op elke occasionele samenwerking die hij nodig acht.

Minimum twee keer per jaar, wordt een comité voor de follow-up ingericht, samengesteld uit leden van de uitgebreide SSAS klassenraad, met desgevallend een vertegenwoordiger van het vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan van de inrichtende machten van het onderwijs, een vertegenwoordiger van de instelling belast met de begeleiding, het personeelslid belast met de follow-up van de socialisatieactiviteiten of de proefstages, een lid van het onderwijzend personeel (buiten SSAS klas) en een lid van de Inspectiedienst van het gespecialiseerd onderwijs. § 7. De leerlingen ingeschreven in een SSAS klas genereren een lestijdenpakket dat gebruikt kan worden volgens dezelfde regels als voor de leerlingen van het gespecialiseerd onderwijs van de vorm en het type onderwijs waaronder ze ressorteren. § 8. De kwalificaties kunnen niet uitgereikt worden zolang de leerling ingeschreven is in een SSAS klas, behoudens, na advies van de Inspectie, wat betreft het slaagattest van fase 1 dat voortvloeit uit de verwerving van drempelcompetenties die noodzakelijk zijn voor de overgang naar fase 2 binnen de SSAS klas. § 9. De Regering bepaalt de nadere regels voor de organisatie en de werking van de SSAS klassen inzonderheid wat betreft de socialisatieperiodes en de proefperiodes in immersie in een schoolomgeving.".

Art. 21.Artikel 80, § 2, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een 9°, luidend als volgt : "9° een met redenen omkleed advies uitbrengen over de geschiktheid voor een leerling om in een SSAS klas school te lopen.".

Art. 22.In artikel 80, § 3, 1° van hetzelfde decreet worden na de woorden "maatschappelijke activiteiten" de volgende woorden ingevoegd : ". Dit individuele leerplan omvat een individueel overgangsplan zoals bepaald bij artikel 4, § 1, 30° van hetzelfde decreet, dat ertoe strekt, vanaf de inschrijving, de noodzakelijke banden te leggen tussen de verscheidene partners met als doel het ontwikkelen en behartigen van het continuüm school-leven als volwassene. Dit individuele overgangsplan staat in direct verband met een dynamisch proces waarin vervat zijn : - de kenmerken van de jongere (bekwaamheden, vaardigheden, competenties en verwachtingen); - de verplichtingen en vereisten van het leven als volwassene (jobsector, verenigingsleven, huisvestingscentrum, opvangcentrum, ...); - een permanent vernieuwd onderzoek van het actieplan;

Het individuele overgangsplan zal periodiek aangepast worden, inzonderheid, in functie van de evolutie van de jongere tegenover zijn levensproject als volwassene.".

Art. 23.Artikel 97 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : De woorden "de begeleiding ten gunste van de integratie" worden vervangen door de woorden "de coördinatie van de inschakelingsprojecten";

De woorden ", het implementeren van het individuele overgangsplan" worden ingevoegd tussen de woorden "de bemiddeling en/of de pedagogische coördinatie gezorgd" en de woorden ". Deze opdrachten kunnen waargenomen worden".

Art. 24.Artikel 104bis, 1° van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : De woorden "en 7," worden vervangen door de woorden "7 en 8,".

Art. 25.Hoofdstuk VI van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 108bis, luidend als volgt : "

Artikel 108bis.- In iedere inrichting voor gespecialiseerd onderwijs kunnen lestijden besteed worden, binnen de perken van het aanwendbare lestijdenpakket, aan de coördinatie van de inschakelingsprojecten, de coördinatie en het implementeren van het individuele overgangsplan.

Deze opdrachten kunnen door één of meerdere leden waargenomen worden van het paramedisch, sociaal en psychologisch personeel met inachtneming van de statuutbepalingen.".

Art. 26.Hoofdstuk VII van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 119bis, luidend als volgt : "

Artikel 119bis.- In iedere inrichting voor gespecialiseerd onderwijs kunnen lestijden besteed worden, binnen de perken van het aanwendbare lestijdenpakket, aan de coördinatie van de inschakelingsprojecten, de coördinatie en het implementeren van het individuele overgangsplan.

Deze opdrachten kunnen door één of meerdere leden waargenomen worden van het paramedisch, sociaal en psychologisch personeel met inachtneming van de statuutbepalingen.".

Art. 27.Aan artikel 132 van hetzelfde decreet wordt een zesde paragraaf toegevoegd, luidend als volgt : "Voor elke leerling in totale permanente inschakeling wordt een individueel leerplan opgesteld en bijgewerkt door het (of de) personeelslid (-leden) van het gespecialiseerd onderwijs in overleg met de klassenraad in het gewoon secundair onderwijs of het educatieve team in het gewoon basisonderwijs.".

Art. 28.In artikel 192 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid, luidend als volgt, ingevoegd : "In afwijking van het vorige lid kan de Regering, na gunstig met redenen omkleed advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs, in een provincie bestaande uit meerdere zones, het behoud toelaten van ditzelfde onderwijstype in elke zone van de betrokken provincie voor het betrokken net.".

Art. 29.In hoofdstuk XV, Afdeling 2, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 194bis ingevoegd, luidend als volgt : "De Regering gaat, minimum om de drie jaar en voor de eerste keer gedurende het jaar 2013, over tot een analyse van de beschikbare gegevens betreffende, zone per zone, de demografie en de voorzienbare behoeften wat betreft het aantal plaatsen, per onderwijstype. De Regering zendt deze analyse aan het Parlement over.".

Art. 30.In artikel 198 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 5 ingevoegd, luidend als volgt : " § 5. In afwijking van de programmatienormen, op basis van de analyse bedoeld bij artikel 194bis van hetzelfde decreet, kan de Regering de organisatie toelaten van een type gespecialiseerd basisonderwijs, op gunstig met redenen omkleed advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs, per net en per zone, in een bestaande school.".

Art. 31.In artikel 200, § 6 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : "In afwijking van het vorige lid, kan de Regering, op gunstig met redenen omkleed advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs, in een provincie bestaande uit verscheidene zones, het behoud toelaten van de vormen van het gespecialiseerd secundair onderwijs ingericht in een inrichting van iedere zone van de betrokken provincie voor het betrokken net.".

Art. 32.Artikel 204 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met het volgende lid : "Indien een inrichting niet de minimumnormen behaalt inzake behoud van alle sectoren die ze inricht, in de zone, terwijl ze het bewijs levert dat het behoud noodzakelijk is om aan de behoeften van de leerlingen te voldoen, kan de Regering het behoud toestaan van de ingerichte sectoren, op gunstig met redenen omkleed advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs.".

Art. 33.In artikel 205 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : "In afwijking van het vorige lid, kan de Regering, op gunstig met redenen omkleed advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs, in een provincie bestaande uit verscheidene zones, het behoud toelaten van een welbepaalde vorm in iedere zone van de betrokken provincie voor het betrokken net.".

Art. 34.In hoofdstuk XV, Afdeling 5, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 208bis ingevoegd, luidend als volgt : "De Regering gaat, minimum om de drie jaar en voor de eerste keer gedurende het jaar 2013, over tot een analyse van de beschikbare gegevens betreffende, zone per zone, de demografie en de voorzienbare behoeften wat betreft het aantal plaatsen, per onderwijstype en -vorm.

De Regering zendt deze analyse aan het Parlement over.".

Art. 35.Artikel 209, laatste lid, van hetzelfde decreet wordt met de volgende zin aangevuld : "In afwijking van de programmatienormen, op basis van de analyse bedoeld bij artikel 208bis, kan de Regering de oprichting toelaten van een vestiging van vorm 4, op gunstig met redenen omkleed advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs".

Art. 36.In artikel 211 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) paragraaf 2 wordt aangevuld met het volgende lid : "In afwijking van de programmatienormen, op basis van de analyse bedoeld bij artikel 208bis, kan de Regering de organisatie toelaten van de verschillende vormen van het gespecialiseerd secundair onderwijs, op gunstig met redenen omkleed advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs, per net en per zone." b) paragraaf 3 wordt met het volgende lid aangevuld : "In afwijking van de programmatienormen kan de Regering een inrichting ertoe machtigen een nieuwe beroepssector op te richten die niet aan de minimale normen inzake oprichting voldoet en dit, in een zone waarin een schaarste betreffende een beroep vastgesteld wordt, op gunstig met redenen omkleed advies van de Algemene overlegraad voor het gespecialiseerd onderwijs.De inrichting wordt ertoe gehouden voor een aangepaste begeleiding te zorgen op het onderwijzend niveau alsook voor een aangepaste infrastructuur. Ze moet ook de normen behalen inzake behoud, die geldend zijn voor alle beroepssectoren met inbegrip van de nieuwe opgerichte sector en dit vanaf 30 september van het lopende schooljaar. Wordt deze norm niet in acht genomen, dan wordt de nieuwe sector op dezelfde datum gesloten.". HOOFDSTUK III. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren type decreet prom. 24/07/1997 pub. 06/11/1997 numac 1997029343 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren

Art. 37.Artikel 67 van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren type decreet prom. 24/07/1997 pub. 06/11/1997 numac 1997029343 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, zoals gewijzigd, wordt aangevuld met een zesde lid, luidend als volgt : "Wanneer het om een inrichting voor gespecialiseerd onderwijs gaat, bepaalt het inrichtingsproject de pedagogische keuzen en de prioritaire acties die ondernomen worden om de studies van de leerlingen te behartigen die gespecialiseerd onderwijs genieten zoals bepaald bij de artikelen 8bis en 8ter van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs type decreet prom. 03/03/2004 pub. 19/04/2004 numac 2004029120 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende verschillende dringende maatregelen inzake niet verplicht onderwijs sluiten tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs na raadpleging van het basisoverlegcomité voor de onderwijsinrichtingen ingericht door de Franse Gemeenschap, van de locale paritaire commissie voor de inrichtingen voor officieel onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of de plaatselijke overleginstantie of de ondernemingsraad of bij gebreke daaraan van de syndicale afvaardiging voor de inrichtingen voor vrij onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.". HOOFDSTUK IV. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving

Art. 38.Artikel 13bis, § 1, eerste lid van het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving, zoals gewijzigd, wordt gewijzigd : De woorden ", van de Plaatselijke paritaire commissie voor de inrichtingen van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd officieel onderwijs, van de ondernemingsraad, of bij gebrek eraan door de plaatselijke overleginstantie, of bij gebrek eraan door de vakverenigingen voor de inrichtingen voor het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs" worden afgeschaft.

Art. 39.Artikel 13ter, § 1 van hetzelfde decreet, wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : "De werkingsmiddelen kunnen de aanwerving van tolken toelaten met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur, met een overeenkomst voor dienstverlening of met een samenwerkingsovereenkomst.".

Art. 40.Artikel 31 van hetzelfde decreet, wordt met een zevende lid aangevuld, luidend als volgt : "Voor zover de school leeractiviteiten inricht door gebarentaalbad, worden twee uren bijkomend lestijdenpakket toegekend per les ingericht zoals bedoeld bij paragraaf 1. Deze twee uren moeten de schoolgaande leerlingen ertoe in staat stellen op basis van de artikelen 12, 13, 13bis en 13ter van dit decreet les te kunnen volgen in gebarentaal over een moderne taal.". HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding

Art. 41.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2013.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 oktober 2013.

De Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-M. SCHYNS _______ Nota Zitting 2012-2013.

Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 535-1. - Verslag, nr. 535-2.

Zitting 2013-2014.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 16 oktober 2013.

^