Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 mei 2024
gepubliceerd op 12 juni 2024

Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006

bron
vlaamse overheid
numac
2024005498
pub.
12/06/2024
prom.
17/05/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MEI 2024. - Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodem decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodem decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het bodem decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten

Art. 2.In artikel 2 van het bodem decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/05/2022 pub. 08/07/2022 numac 2022041530 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 27° wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt: "De vroegere waterbeheerder van een onbevaarbare waterloop wordt geacht rechtsvoorganger te zijn van de huidige waterbeheerder als laatstgenoemde waterbeheerder is geworden als gevolg van de herindeling van de waterloop op grond van een rangschikkingsbesluit overeenkomstig artikel 4 of 4bis van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;"; 2° een punt 39° en een punt 40° worden toegevoegd, die luiden als volgt: "39° algemene verordening gegevensbescherming: de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming); 40° beheerder van de waterbodem: a) de rechtspersoon die door of krachtens een wet of een decreet verantwoordelijk is voor het beheer van het oppervlaktewater, zoals gedefinieerd in artikel 1.1.3, § 2, van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, waarvan de bodem de waterbodem vormt; b) bij gebrek aan rechtspersoon als vermeld in punt a), of als die rechtspersoon op basis van artikel 133 vrijstelling van de verplichting tot bodemsanering heeft bekomen: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die titularis is van een zakelijk of persoonlijk recht op de waterbodem, met uitzondering van de eigenaar. Als de rechtspersoon, vermeld in punt a), voor een deel van de bodemverontreiniging vrijstelling van de verplichting tot bodemsanering heeft bekomen, wordt de natuurlijke persoon of rechtspersoon die titularis is van een zakelijk of persoonlijk recht op de waterbodem, met uitzondering van de eigenaar, voor dat deel van de bodemverontreiniging als beheerder van de waterbodem beschouwd; c) bij gebrek aan rechtspersoon als vermeld in punt a) en gebruiker als vermeld in punt b), of als die personen vrijstelling van de verplichting tot bodemsanering hebben bekomen: de eigenaar van de waterbodem. Als de rechtspersoon, vermeld in punt a), en de persoon, vermeld in punt b), voor een deel van de bodemverontreiniging vrijstelling van de verplichting tot bodemsanering hebben bekomen, wordt de eigenaar van de waterbodem voor dat deel van de bodemverontreiniging als beheerder van de waterbodem beschouwd.".

Art. 3.In titel III, hoofdstuk I, afdeling I, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015036643 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw en energie type decreet prom. 18/12/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015036624 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016 type decreet prom. 18/12/2015 pub. 05/02/2016 numac 2016035076 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 76 van het decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015, wat de regularisatie van gesubsidieerde contractuelen betreft sluiten, wordt een artikel 5bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 5bis.§ 1. De OVAM maakt informatie uit het grondeninformatieregister en informatie over zorgzaam beheer van bodems via een bodemverontreinigingsverkenner en bodemverontreinigingsfiches toegankelijk.

De informatie uit het grondeninformatieregister, vermeld in het eerste lid, heeft onder meer betrekking op de volgende elementen: 1° de ligging van gronden;2° de bodemkwaliteit van gronden;3° informatie over de bescherming van mens en milieu tegen de risico's van bodemverontreiniging;4° de onderliggende data van de informatie, vermeld in punt 2° en 3°. § 2. De bodemverontreinigingsverkenner is een digitale kaart van Vlaanderen die via kleurcodes de informatie, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2° en 3°, toont waarbij de informatie, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, als ruimtelijke referentie zichtbaar is.

De bodemverontreinigingsverkenner is vrij toegankelijk voor het publiek. § 3. De bodemverontreinigingsfiche geeft per grond een overzicht van de informatie, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1° tot en met 3°.

Een natuurlijke persoon of natuurlijke persoon verbonden aan een rechtspersoon heeft na toegangscontrole via een toegangs- en gebruiksbeheer van de Vlaamse overheid toegang tot de bodemverontreinigingsfiche. De Vlaamse Regering kan nadere regels over de toegangscontrole vaststellen en in dat kader ook beperkingen aan de toegang tot de bodemverontreinigingsfiche voorzien.

De onderliggende data van de informatie, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 4°, wordt via de bodemverontreinigingsfiche ter beschikking gesteld na het doorlopen van de toegangscontrole, vermeld in het tweede lid, en een aansluitingsprocedure. § 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen over de wijze waarop de inhoud van de bodemverontreinigingsverkenner en de bodemverontreinigingsfiches wordt weergegeven.".

Art. 4.In artikel 8bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2017 pub. 20/12/2017 numac 2017040986 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving type decreet prom. 08/12/2017 pub. 02/02/2018 numac 2018030163 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en artikel 38 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en tot opheffing van diverse bepalingen van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, eerste zin, wordt tussen de woorden "verleent zijn medewerking aan de" en het woord "audits" het woord "technische" ingevoegd;2° in het eerste lid, derde zin, worden de woorden "het kwaliteitssysteem dat" vervangen door de woorden "de technische aspecten die";3° het derde lid wordt opgeheven;4° aan de bestaande tekst, die paragraaf 1 zal vormen, worden een paragraaf 2 en een paragraaf 3 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 2.De erkende bodemsaneringsdeskundige laat periodiek een procesaudit uitvoeren. De Vlaamse Regering stelt nadere regels vast over de periodiciteit van de verplichting tot uitvoering van de procesaudit.

De procesaudit heeft tot doel de processen van het kwaliteitssysteem door te lichten dat de bodemsaneringsdeskundige hanteert bij het uitvoeren van zijn taken als bodemsaneringsdeskundige. § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen over de inhoud en de uitvoering van en de rapportage over de technische audit en de procesaudit, het auditverslag, de corrigerende maatregelen en het plan van aanpak.".

Art. 5.Aan artikel 57 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De bepalingen van artikel 47bis, § 1, § 2, en § 3, eerste tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing. De beslissing dat een project-MER moet worden opgesteld, heeft van rechtswege de niet-ontvankelijkheid van het beperkt bodemsaneringsproject tot gevolg.".

Art. 6.Aan artikel 104 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008, 23 december 2010 en 28 maart 2014, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Met behoud van de toepassing van artikel 105 zijn de bepalingen van dit artikel niet van toepassing voor de verontreiniging van de waterbodem die op de over te dragen grond tot stand gekomen is en voor de bodemverontreiniging op gronden ingevolge de verspreiding van de betreffende waterbodemverontreiniging.".

Art. 7.Aan artikel 109 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008, 23 december 2010 en 28 maart 2014, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. Met behoud van de toepassing van artikel 110 zijn bepalingen van dit artikel niet van toepassing voor de verontreiniging van de waterbodem die op de over te dragen grond tot stand gekomen is en voor de bodemverontreiniging op gronden ingevolge de verspreiding van de betreffende waterbodemverontreiniging.".

Art. 8.In artikel 115, § 5, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "en § 4" opgeheven.

Art. 9.In artikel 132 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2014 pub. 04/09/2014 numac 2014035673 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. De verplichting om op eigen kosten de bodemsanering voor de verontreiniging, vermeld in artikel 130, § 2, uit te voeren, rust op de beheerder van de waterbodem.

Als in het waterbodemonderzoek wordt vastgesteld op welke grond de verontreiniging van de waterbodem en van de gronden die verontreinigd zijn als gevolg van de verspreiding van de waterbodem of het oppervlaktewater tot stand gekomen is, rust in afwijking van het eerste lid de saneringsplicht voor de verontreiniging op de persoon, vermeld in artikel 22.

Als in het waterbodemonderzoek wordt vastgesteld op welke grond of gronden een deel van de verontreiniging van de waterbodem en van de gronden die verontreinigd zijn ten gevolge van de verspreiding van de verontreiniging van de waterbodem of het oppervlaktewater tot stand gekomen is, rust in afwijking van het eerste en het tweede lid, de saneringsplicht voor de verontreiniging gezamenlijk op de beheerder van de waterbodem en de persoon of personen, vermeld in artikel 22. De (pre)financiering van de gezamenlijke verplichting tot bodemsanering gebeurt door de saneringsplichtige personen volgens een verdeelsleutel die de OVAM op basis van de beschikbare gegevens naar alle redelijkheid vaststelt. De Vlaamse Regering bepaalt nadere regels voor de vaststelling van de verdeelsleutel.

Alle belanghebbenden kunnen tegen de beslissing van de OVAM over de verdeelsleutel, vermeld in het derde lid, beroep aantekenen bij de Vlaamse Regering, conform artikel 153 tot en met 155.".

Art. 10.In artikel 155, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/12/2008 pub. 04/02/2009 numac 2009035086 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake energie, leefmilieu, openbare werken, landbouw en visserij sluiten, wordt de zinsnede ", de vrijstelling van de saneringsplicht of de exoneratie van de verplichting om een site-onderzoek uit te voeren" vervangen door de woorden "of de vrijstelling van de saneringsplicht".

Art. 11.Aan artikel 156 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De vrijstelling van de bodemonderzoeksverplichting, vermeld in artikel 31, § 1 en § 2, die de eigenaar of de verwerver krachtens artikel 31, § 3 of § 4, heeft verkregen, vervalt van rechtswege voor de betrokken eigenaar of verwerver bij vaststelling conform artikel 172 dat hij geen gevolg geeft aan het bevel van de OVAM, vermeld in artikel 171. In dat geval heeft de betrokken eigenaar of verwerver van rechtswege de verplichting om het oriënterend bodemonderzoek uit te voeren binnen de door OVAM bepaalde termijn.".

Art. 12.In artikel 157 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 28 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "afdelingen III, VI en VII" vervangen door de zinsnede "afdelingen III en VI";2° aan het eerste lid worden de volgende zinnen toegevoegd: "Vooraleer de beslissing te nemen om de bodemsanering voor de betreffende bodemverontreiniging ambtshalve uit te voeren, kan de OVAM op basis van het verslag van het beschrijvend bodemonderzoek de persoon die de betreffende bodemverontreiniging heeft veroorzaakt of de rechtsopvolgers van die persoon, aanmanen om de bodemsanering of de andere maatregelen, vermeld in afdeling III en VI van hoofdstuk VI, uit te voeren binnen de door haar bepaalde termijn.Alle belanghebbenden kunnen tegen de aanmaning van de OVAM beroep indienen bij de Vlaamse Regering overeenkomstig de bepalingen van artikel 153 tot en met 155."; 3° een derde lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt: "De vrijstelling van de verplichting om het beschrijvend bodemonderzoek of de bodemsanering uit te voeren die de exploitant, gebruiker, eigenaar of de verwerver krachtens de bepalingen van het Bodemdecreet heeft verkregen, vervalt van rechtswege voor de betrokken exploitant, gebruiker, eigenaar of verwerver bij vaststelling conform artikel 172 dat hij geen gevolg geeft aan het bevel van de OVAM, vermeld in artikel 171.In dat geval heeft de betrokken exploitant, gebruiker, eigenaar of verwerver van rechtswege de verplichting om het beschrijvend bodemonderzoek of de bodemsanering uit te voeren binnen de door de OVAM bepaalde termijn.".

Art. 13.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/05/2022 pub. 08/07/2022 numac 2022041530 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten, wordt een artikel 161bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 161bis.De saneringsplichtige, vermeld in artikel 11, 22 en 132, § 1, stelt op verzoek van de OVAM, financiële zekerheden tot waarborg van de uitvoering van de verplichting tot beschrijvend bodemonderzoek, bodemsanering en eventuele nazorg opgelegd door of krachtens dit decreet. De OVAM kan de aanpassing van de voormelde financiële zekerheid eisen. De Vlaamse Regering stelt nadere regels vast over het bedrag en de looptijd van de financiële zekerheden, en de wijze waarop die financiële zekerheden worden gesteld en aangepast.".

Art. 14.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/05/2022 pub. 08/07/2022 numac 2022041530 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten, wordt een titel Vbis ingevoegd, die luidt als volgt: "Titel Vbis. Bescherming van persoonsgegevens".

Art. 15.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/05/2022 pub. 08/07/2022 numac 2022041530 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten, wordt in titel Vbis, ingevoegd bij artikel 14, een artikel 174bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 174bis.§ 1. Deze bepaling regelt de verwerking van persoonsgegevens door de verwerkingsverantwoordelijken, vermeld in paragraaf 2, in het kader van dit decreet en haar uitvoeringsbesluiten.

De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit decreet en haar uitvoeringsbesluiten is noodzakelijk voor de vervulling van een wettelijke of decretale verplichting overeenkomstig artikel 6, eerste lid, c), van de algemene verordening gegevensbescherming of voor de vervulling van de taken van algemeen belang overeenkomstig artikel 6, eerste lid, e), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 2. Met behoud van de toepassing van het tweede lid en artikel 174ter en 174quater en tenzij uitdrukkelijk elders bepaald, treedt de OVAM op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming voor verwerkingen van persoonsgegevens beschreven in of volgend uit dit decreet en haar uitvoeringsbesluiten.

De Vlaamse Regering verwerkt persoonsgegevens in het kader van het administratief beroep en in het kader van artikel 95, 98, 139, 164 en 165. Ze treedt daarbij op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 3. De persoonsgegevens worden verwerkt voor de volgende doeleinden: 1° de opvolging van de bodemdossiers;2° het beheer van bodeminformatie;3° het beheer van ambtshalve opdrachten;4° de behandeling van bodemrapporten;5° de behandeling van financiële instrumenten;6° het beheer van doelgroepgerichte instrumenten;7° de aflevering van erkenningen in het kader van het bodembeheer;8° de ontsluiting en verspreiding van bodeminformatie;9° het toezicht op de bodemsaneringsdeskundigen en de organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II, en de bevordering van de kwaliteit van de uitvoering van hun taken;10° de rapportage aan het Vlaams Parlement;11° het beheer van het administratief beroep;12° het beheer van het toezicht en de handhaving;13° de beveiliging van systemen in het kader van de bovenstaande doelstellingen. § 4. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende natuurlijke personen voor zover zij geïdentificeerd of identificeerbaar zijn: 1° de eigenaar en de gebruiker van de grond en de exploitant op de grond;2° de rechtsvoorgangers, de rechtsopvolgers en de vertegenwoordigers van de personen, vermeld in punt 1° ;3° de contactpersonen van erkende organisaties; 4° de personen werkzaam bij de politiediensten en overheidsinstanties, vermeld in artikel II.28, § 1, eerste lid, van het bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten, die bevoegdheid hebben of openbare verantwoordelijkheden of functies uitoefenen inzake het leefmilieu of het waterbeleid; 5° de instrumenterende ambtenaren;6° andere belanghebbenden. § 5. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende categorieën van persoonsgegevens: 1° contactgegevens;2° identificatiegegevens;3° rijksregisternummer;4° ondernemingsnummer;5° gegevens die verband houden met de grond;6° opleidings- en beroepsgegevens en andere gegevens in het kader van de erkenningsbeslissingen;7° gegevens die de aanvrager, onderzoeksplichtige of saneringsplichtige ter beschikking stelt om de beleidsinstrumenten van dit decreet en haar uitvoeringsbesluiten toe te passen;8° gegevens die blijken uit het beheer van het administratief toezicht en de handhaving;9° loggegevens. Voor de uitvoering van haar opdrachten heeft de OVAM het recht om het rijksregisternummer te gebruiken. § 6. De OVAM en de Vlaamse Regering kunnen de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 5, verstrekken aan: 1° natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie gegevens ter beschikking moeten worden gesteld in het kader van de uitvoering van dit decreet;2° Europese, internationale, Belgische en Vlaamse instellingen waaraan de OVAM of de Vlaamse Regering moeten rapporteren;3° toezichthouders die belast zijn met het toezicht op de bepalingen van dit decreet;4° professionele raadgevers van de betrokkenen, vermeld in paragraaf 6, 1°, of van de OVAM of andere belanghebbenden;5° bodemsaneringsdeskundigen of de organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II;6° derden wanneer de OVAM of de Vlaamse Regering een verplichting heeft om de persoonsgegevens te verstrekken;7° de Vlaamse Milieumaatschappij;8° het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid;9° het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid;10° de overheidsdiensten aan wie de OVAM of de Vlaamse Regering gegevens verstrekt in het kader van haar bevoegdheden. § 7. De persoonsgegevens worden bewaard tot maximaal 10 jaar na de afhandeling van het dossier of tot maximaal 1 jaar na het verstrijken van de toepasselijke verjaringstermijnen als die termijnen langer zijn.

In afwijking van het eerste lid worden de gegevens van het grondeninformatieregister, vermeld in artikel 5, § 1, bewaard zolang de decretale taak duurt.".

Art. 16.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/05/2022 pub. 08/07/2022 numac 2022041530 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten, wordt in titel Vbis, ingevoegd bij artikel 14, een artikel 174ter ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 174ter.§ 1. De gemeenten treden op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming in het kader van het beheer van de gemeentelijke inventaris, vermeld in artikel 7, en waar de burgemeester optreedt als bevoegde overheid bij schadegevallen, vermeld in artikel 75, tweede lid.

De verwerkingen door de gemeenten zijn noodzakelijk voor de vervulling van de taken van algemeen belang overeenkomstig artikel 6, eerste lid, e), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 2. De gemeente verwerkt de persoonsgegevens voor de volgende doeleinden: 1° het beheer van de gemeentelijke inventaris, vermeld in artikel 7;2° de beoordeling van de schadegevallen, vermeld in artikel 75, tweede lid. § 3. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende gegevens: 1° identiteitsgegevens;2° adresgegevens;3° gegevens over de exploitatie;4° gegevens die verband houden met de grond. § 4. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende natuurlijke personen voor zover zij geïdentificeerd of identificeerbaar zijn: 1° de eigenaar van de grond;2° de exploitant op de grond;3° de bodemsaneringsdeskundigen en de organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II. § 5. De gemeente kan de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, verstrekken aan: 1° de OVAM in het kader van artikel 7, § 2;2° derden als de gemeente een wettelijke verplichting heeft of een taak van algemeen belang om de persoonsgegevens te verstrekken. § 6. De persoonsgegevens die de gemeente in het kader van het beheer van de gemeentelijke inventaris, vermeld in artikel 7, verwerkt, worden door de gemeente bewaard tot maximaal zolang de grond is opgenomen in de gemeentelijke inventaris, of tot maximaal 1 jaar na het verstrijken van de toepasselijke verjaringstermijnen als die termijnen langer zijn.

De persoonsgegevens die in het kader van het optreden van de burgemeester als bevoegde overheid bij schadegevallen, vermeld in artikel 75, tweede lid, worden verwerkt, worden door de gemeente bewaard tot maximaal 10 jaar na het afhandelen van het dossier, of tot maximaal 1 jaar na het verstrijken van de toepasselijke verjaringstermijnen als die termijnen langer zijn.".

Art. 17.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/05/2022 pub. 08/07/2022 numac 2022041530 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten, wordt in titel Vbis, ingevoegd bij artikel 14, een artikel 174quater ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 174quater.§ 1. De bodemsaneringsdeskundige treedt op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming voor de doeleinden, vermeld in paragraaf 2.

De verwerkingen door de bodemsaneringsdeskundige zijn noodzakelijk voor de vervulling van de taken van algemeen belang overeenkomstig artikel 6, eerste lid, e), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 2. De bodemsaneringsdeskundige verwerkt de persoonsgegevens voor de volgende doeleinden: 1° de uitvoering van bodemonderzoeken en de opmaak van het verslag ervan;2° het opstellen van bodemsaneringsprojecten;3° de opvolging van bodemsaneringswerken;4° het nemen van maatregelen ten aanzien van de bodem;5° het beheer van het gebruik en de traceerbaarheid van bodemmaterialen. § 3. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende gegevens: 1° identiteitsgegevens;2° adresgegevens;3° gegevens die verband houden met de grond. § 4. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende natuurlijke personen voor zover zij geïdentificeerd of identificeerbaar zijn: 1° de eigenaar en gebruiker van de grond;2° de exploitant op de grond;3° de bodemsaneringsdeskundige. § 5. De bodemsaneringsdeskundige kan de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, verstrekken aan: 1° de OVAM;2° derden als de bodemsaneringsdeskundige een wettelijke of decretale verplichting heeft om de persoonsgegevens te verstrekken. § 6. De persoonsgegevens kunnen worden bewaard tot maximaal 10 jaar na de beëindiging van de werkzaamheden van de bodemsaneringsdeskundige, vermeld in paragraaf 2, of tot maximaal 1 jaar na het verstrijken van de toepasselijke verjaringstermijnen als die termijnen langer zijn.".

Art. 18.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/05/2022 pub. 08/07/2022 numac 2022041530 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten, wordt in titel Vbis, ingevoegd bij artikel 14, een artikel 174quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 174quinquies.§ 1. De organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II, treden op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming voor de doeleinden, vermeld in paragraaf 2.

De verwerkingen door de organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II, zijn noodzakelijk voor de vervulling van de taken van algemeen belang overeenkomstig artikel 6, eerste lid, e), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 2. De organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II, verwerken de persoonsgegevens voor het beheer van het gebruik en de traceerbaarheid van bodemmaterialen en de doeleinden, vermeld in artikel 138, § 1. § 3. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende gegevens: 1° identiteitsgegevens;2° adresgegevens;3° gegevens die verband houden met de grond. § 4. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende natuurlijke personen voor zover zij geïdentificeerd of identificeerbaar zijn: 1° de eigenaar en gebruiker van de grond;2° de exploitant op de grond;3° de bodemsaneringsdeskundige;4° de organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II. § 5. De organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II, kunnen de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 3, verstrekken aan: 1° de OVAM;2° derden als de organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II, een wettelijke of decretale verplichting hebben om de persoonsgegevens te verstrekken. § 6. De persoonsgegevens kunnen worden bewaard tot maximaal 10 jaar na de beëindiging van de werkzaamheden van de organisaties, vermeld in titel III, hoofdstuk XIII, afdeling II, of tot maximaal 1 jaar na het verstrijken van de toepasselijke verjaringstermijnen als die termijnen langer zijn.".

Art. 19.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/05/2022 pub. 08/07/2022 numac 2022041530 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten, wordt in titel Vbis, ingevoegd bij artikel 14, een artikel 174sexies ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 174sexies.§ 1. Het Fonds, vermeld in artikel 82bis, 2°, treedt op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming voor de doeleinden, vermeld in paragraaf 2.

De verwerkingen door het Fonds, vermeld in artikel 82bis, 2°, zijn noodzakelijk voor de vervulling van de taken van algemeen belang overeenkomstig artikel 6, eerste lid, e), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 2. Het Fonds, vermeld in artikel 82bis, 2°, verwerkt de persoonsgegevens voor de opvolging van bodemdossiers, vermeld in titel III, hoofdstuk VI, afdeling VIbis. § 3. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende gegevens: 1° identiteitsgegevens;2° adresgegevens;3° gegevens die verband houden met de grond. § 4. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op de volgende natuurlijke personen voor zover zij geïdentificeerd of identificeerbaar zijn: 1° de eigenaar en gebruiker van de grond;2° de exploitant op de grond;3° de bodemsaneringsdeskundige. § 5. Het Fonds, vermeld in artikel 82bis, 2°, kan de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 3, verstrekken aan: 1° de OVAM;2° derden als het voormelde Fonds een wettelijke of decretale verplichting heeft om de persoonsgegevens te verstrekken. § 6. De persoonsgegevens kunnen worden bewaard tot maximaal 10 jaar na de beëindiging van de in paragraaf 2 vermelde werkzaamheden van het Fonds, vermeld in artikel 82bis, 2°, of tot maximaal 1 jaar na het verstrijken van de toepasselijke verjaringstermijnen als die termijnen langer zijn.".

HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling

Art. 20.De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van artikel 4, 5 en 9 van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 mei 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Documenten: - Ontwerp van decreet : 2168 - Nr.1 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2168 - Nr. 2 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergaderingen van 8 mei 2024.


^