gepubliceerd op 06 augustus 2021
Decreet houdende oprichting van territoriale polen belast met de ondersteuning aan scholen voor gewoon onderwijs in de uitvoering van redelijke aanpassingen en volledige permanente integratie
17 JUNI 2021. - Decreet houdende oprichting van territoriale polen belast met de ondersteuning aan scholen voor gewoon onderwijs in de uitvoering van redelijke aanpassingen en volledige permanente integratie
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I Invoeging van een Titel II betreffende de territoriale polen belast met de ondersteuning van scholen voor gewoon onderwijs in de uitvoering van redelijke aanpassingen en volledige permanente integratie
Artikel 1.In het Boek 6 van het wetboek voor het basis- en secundair onderwijs wordt een Titel 2 ingevoegd, luidend als volgt: "Territoriale polen belast met de ondersteuning aan scholen voor gewoon onderwijs in de uitvoering van redelijke aanpassingen en volledige permanente integratie", waarvan de inhoud volgt: "TITEL II. - Territoriale polen belast met de ondersteuning aan scholen voor gewoon onderwijs in de uitvoering van redelijke aanpassingen en volledige permanente integratie HOOFDSTUK I. - Definities Artikel 6.2.1-1 - In het kader van deze titel wordt verstaan onder: 1° samenwerkingsovereenkomst: de overeenkomst bedoeld in artikel 6.2.2-6 die een samenwerkende school aan een territoriale pool verbindt; 2° partnerschapsovereenkomst: de overeenkomst bedoeld in artikel 6.2.2-4 die één of meer partnerscholen aan een territoriale pool verbindt; 3° samenwerkende school: de school voor gewoon onderwijs waarvan de inrichtende macht een samenwerkingsovereenkomst gesloten heeft met de inrichtende macht van de territoriale pool of waarvan de samenwerking bepaald wordt door zijn inrichtende macht bij de vaststelling van het ambtsgebied van de territoriale pool;4° partnerschool: de school voor gespecialiseerd onderwijs waarvan de inrichtende macht een partnerschapsovereenkomst gesloten heeft met de inrichtende macht van de territoriale pool of waarvan het partnerschap bepaald wordt door zijn inrichtende macht bij de vaststelling van het ambtsgebied van een territoriale pool; 5° hoofdschool: de school voor gespecialiseerd onderwijs organiseert een territoriale pool overeenkomstig artikel 6.2.2-1; 6° sensomotorische specifieke behoeften: de specifieke behoeften bedoeld in artikel 1.3.1-1, 5°, permanent of semipermanent als gevolg van lichamelijke beperkingen, visuele beperkingen of gehoorbeperkingen; 7° ambtsgebied: het geheel van partner- of samenwerkende scholen die ressorteren onder een territoriale pool georganiseerd door één enkele inrichtende macht bedoeld in artikel 6.2.2-8. HOOFDSTUK II. - Structuur van de territoriale polen Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Artikel 6.2.2-1. Een territoriale pool belast met de ondersteuning van scholen voor gewoon onderwijs in de uitvoering van redelijke aanpassingen en volledige permanente integratie is een structuur die geplaatst wordt onder de verantwoordelijkheid van de inrichtende macht van een school georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap van het gespecialiseerd onderwijs, "hoofdschool" genoemd, die eventueel samenwerkt met één of meer andere scholen voor gespecialiseerd onderwijs, "partnerscholen" genoemd en die de opdrachten uitoefenen zoals bedoeld in artikel 6.2.3-1 in de scholen voor gewoon onderwijs, "samenwerkende scholen" genoemd.
Alle scholen voor gewoon onderwijs zijn ertoe gehouden samen te werken met een territoriale pool.
Deze samenwerking wordt bepaald in de samenwerkingsovereenkomst en/of door de vaststelling van een ambtsgebied.
Een school voor gespecialiseerd onderwijs kan niet de hoofdschool of de partnerschool van meer dan één territoriale pool zijn.
De territoriale pool en haar hoofdschool, partnerscholen en samenwerkende scholen kunnen worden georganiseerd door afzonderlijke inrichtende machten, die onder afzonderlijke onderwijsnetwerken en -niveaus vallen.
Artikel 6.2.2-2. De territoriale pool wordt onder de verantwoordelijkheid van de inrichtende macht van de hoofdschool geplaatst. De pool heeft een coördinator en een multidisciplinair team, die onder het gezag van de directeur van de hoofdschool geplaatst worden.
Artikel 6.2.2-3. De territoriale pool wordt samengesteld voor een periode van zes jaar die begint te lopen op de datum van de sluiting van de doelstellingenovereenkomst van de hoofdschool. Zij kan worden hernieuwd in overeenstemming met artikel 6.2.5-7.
De inrichtende macht die beslist om de territoriale pool die ze organiseert niet te hernieuwen, brengt de inrichtende machten van haar partnerscholen en samenwerkende scholen evenals de diensten van de regering minstens één jaar voor de vervaldatum van haar overeenkomst op de hoogte. Bij gebreke daarvan wordt de territoriale pool hernieuwd overeenkomstig artikel 6.2.5-7 voor de duur van de nieuwe doelstellingenovereenkomst van de hoofschool. Afdeling 2. - Partnerschap tussen de territoriale pool en de
partnerscholen Artikel 6.2.2-4. § 1. De inrichtende macht van de territoriale pool kan, in voorkomend geval, een partnerschapsovereenkomst sluiten met één of meer inrichtende machten van partnerscholen gevestigd in dezelfde zone.
Deze overeenkomst wordt gesloten door het geheel van de inrichtende machten die betrokken zijn bij de territoriale pool en bevat ten minste de volgende elementen: 1° de identificatie van de inrichtende macht van de territoriale pool en van haar hoofdschool;2° de identificatie van de partnerschool(en) en van haar inrichtende macht(en);3° de nadere regels voor de samenwerking tussen de inrichtende machten en tussen de territoriale pool en de partnerscholen, met inbegrip van de nadere regels voor de raadpleging van de partijen, het nemen van beslissingen en het oplossen van geschillen;4° de algemene nadere regels voor de samenwerking met de samenwerkende scholen, met inbegrip van de nadere regels voor het oplossen van geschillen;5° de algemene nadere regels voor de samenwerking met partners buiten de territoriale pool, inzonderheid de PMS-centra bevoegd voor de samenwerkende scholen van de territoriale pool; 6° de organisatorische keuze gemaakt met toepassing van artikel 6.2.6-1, § 2, eerste lid, voor wat betreft het beheer van het personeel van de territoriale pool; 7° de nadere regels voor de informatie en de samenwerking met de ouders van leerlingen bij wie de pool optreedt; Deze overeenkomst is van toepassing voor het geheel van de periode van de samenstelling van de pool bedoeld in artikel 6.2.2-3. Een school voor gespecialiseerd onderwijs kan de territoriale pool niet integreren als partnerschool tijdens de periode van de samenstelling van de pool bedoeld in artikel 6.2.2-3.
De regering bepaalt het model van de overeenkomst bedoeld in het eerste lid. De partnerschapsovereenkomst wordt bezorgd aan de diensten van de regering volgens de nadere regels vastgesteld door de regering.
Ze wordt ook ter beschikking gesteld van de samenwerkende scholen van de territoriale pool en van de PMS-centra die ervan afhangen.
In afwijking van het eerste lid kan de regering, op advies van de algemene raad (en) bevoegd voor het (de) georganiseerde onderwijsniveau(s), het sluiten van een partnerschap toelaten tussen de inrichtende macht van de territoriale pool en de inrichtende macht van een school voor gespecialiseerde onderwijs gelegen in twee aaneengesloten zones. Daartoe dient de inrichtende macht van de territoriale pool een met redenen omkleed verzoek in, in voorkomend geval ondertekend door de twee betrokken inrichtende machten. Voor de toepassing van deze bepaling wordt de zone Brussel geacht aaneengesloten te zijn met de zone Waals-Brabant. § 2. Met het oog op een partnerschap met een territoriale pool dient de inrichtende macht van een school voor gespecialiseerd onderwijs een partnerschapsaanvraag in bij de inrichtende macht van de opgerichte of in oprichting zijnde territoriale pool van haar keuze.
Elke weigering van partnerschap moet worden gemotiveerd door de inrichtende macht van de opgerichte of in oprichting zijnde territoriale pool. Wallonie-Bruxelles Enseignement kan niet weigeren een partnerschap te sluiten.
De inrichtende macht van de school voor gespecialiseerd onderwijs kan een beroep aantekenen bij de regering voor de weigering om een partnerschapsovereenkomst af te sluiten. Indien zij deze weigering onredelijk acht, kan de regering, volgens de procedure bedoeld in het vijfde lid, een van de volgende sancties opleggen met betrekking tot de opgerichte of in oprichting zijnde territoriale pool: 1° een verwittiging;2° een boete waarvan het bedrag gelijk is aan 10% van de jaarlijkse werkingsmiddelen van de betrokken territoriale pool.Voor de toepassing van deze bepaling wordt rekening gehouden met de verdeling bedoeld in artikel 6.2.5-6, § 2, die toegepast werd bij het vorige schooljaar of die aangegeven wordt voor het eerste jaar voor de werking van de territoriale pool; 3° in geval van herhaling binnen een periode van zeven jaar, de intrekking van alle werkingssubsidies betaald aan de hoofdschool voor de territoriale pool die zij organiseert en voor een volledig schooljaar.Voor de toepassing van deze bepaling wordt rekening gehouden met de verdeling bedoeld in artikel 6.2.5-6, § 2, die tijdens het vorige schooljaar toegepast werd.
Als de boete bedoeld in het derde lid, 2°, niet betaald wordt binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de sanctie, trekt de regering van de werkingssubsidies betaald aan de inrichtende macht voor de territoriale pool die zij organiseert of die zij gaat organiseren het bedrag van de boete verhoogd met 2,5% in.
Zodra er een klacht bij hen is ingediend, onderzoeken de diensten van de regering de zaak en kunnen daartoe iedereen horen die een nuttige bijdrage kan leveren aan hun informatie. Wanneer zij informatie hebben waaruit blijkt dat er een overtreding is begaan, melden de diensten van de regering hun bezwaren aan de betrokken inrichtende macht. Deze beschikt over 30 dagen om het dossier te raadplegen en schriftelijke opmerkingen in te dienen. De regering neemt een beslissing binnen zestig dagen na het verstrijken van de reactietermijn die aan de betrokken inrichtende macht is overgelaten. § 3. In afwijking van paragraaf 1, wanneer de territoriale pool en de partnerscholen georganiseerd worden door één enkele inrichtende macht, deelt deze de partnerschappen mee die zijn opgericht in het ambtsgebied bedoeld in artikel 6.2.2-8. Deze partnerschappen leven mutatis mutandis de voorwaarden bedoeld in dit artikel na. § 4. Een nieuwe partnerschapsovereenkomst wordt gesloten bij vernieuwing van de territoriale pool.
Elke beslissing van een van de partijen om het partnerschap niet te verlengen, moet uiterlijk één jaar voor de einddatum van de partnerschapsovereenkomst aan de andere partij en aan de diensten van de regering worden meegedeeld. Bij gebreke hiervan wordt het partnerschap tussen de betrokken partijen automatisch verlengd voor de duur van de nieuwe doelstellingenovereenkomst van de hoofdschool van de territoriale pool.
Elke weigering om het partnerschap te hernieuwen door de inrichtende macht van de territoriale pool moet gemotiveerd zijn en kan het voorwerp uitmaken van een klacht die behandeld wordt overeenkomstig de nadere regels bedoeld in paragraaf 2, derde lid en volgende.
Artikel 6.2.2-5. Wanneer een territoriale pool voor een of meer leerling(en) met specifieke sensomotorische behoeften zorgt, kan de inrichtende macht van de territoriale pool specifieke partnerschappen sluiten met de inrichtende macht van de scholen voor gespecialiseerd onderwijs die de types 4, 6 of 7 organiseren, afhankelijk van de specifieke behoefte van de leerling (en).
Wanneer een territoriale pool de zorg voor één of meer leerling(en) op zich neemt die onder het gespecialiseerd onderwijs van type 5 vallen, kan de inrichtende macht van de territoriale pool een specifiek partnerschap sluiten met de inrichtende macht van een school voor gespecialiseerd onderwijs die het type 5 organiseert.
De territoriale pool en de betrokken school voor gespecialiseerd onderwijs kunnen in verschillende zone gelegen worden. Dit specifieke partnerschap kan gesloten worden tijdens de periode van de samenstelling van de pool bedoeld in artikel 6.2.2-3 en blijft geldig tot de vervaldatum van deze periode.
Het sluiten van een specifiek partnerschap door een school voor gespecialiseerd onderwijs belet niet dat deze de hoofdschool of de partnerschool van een andere territoriale pool is.
De regering bepaalt het model van de specifieke partnerschapsovereenkomst en de nadere regels voor de overdracht van de gesloten overeenkomsten aan de diensten van de regering. Afdeling 3. - De samenwerking tussen de territoriale pool en de
samenwerkende scholen Artikel 6.2.2-6. § 1. Overeenkomstig artikel 6.2.2-1, tweede lid, sluit elke inrichtende macht van een school voor gewoon onderwijs een samenwerkingsovereenkomst met de inrichtende macht van een territoriale pool die opgericht is of in oprichting is, gelegen in dezelfde zone. Deze overeenkomst is van toepassing voor het geheel van de periode van samenstelling van de pool bedoeld in artikel 6.2.2-3.
De inrichtende macht van de territoriale pool bezorgt de overeenkomst(en) gesloten met de inrichtende macht(en) van de samenwerkende scholen aan de diensten van de regering volgens de nadere regels bepaald door de regering. De regering bepaalt het model van overeenkomst bedoeld in het eerste lid.
In afwijking van het eerste lid kan de regering, op advies van de algemene raad(en) bevoegd voor het georganiseerde (de) onderwijsniveau(s), het sluiten van een samenwerking toelaten tussen de inrichtende macht van een territoriale pool en de inrichtende macht van een school voor gewoon onderwijs gelegen in twee aaneengesloten gebieden. Daartoe dient de inrichtende macht van de territoriale pool een met redenen omkleed verzoek in, eventueel ondertekend door de twee betrokken inrichtende machten. Voor de toepassing van deze bepaling wordt de zone Brussel geacht aaneengesloten te zijn met de zone Waals-Brabant. § 2. Met het oog op het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst dient de inrichtende macht van een school voor gewoon onderwijs een aanvraag om samenwerking in bij de inrichtende macht van de territoriale pool die is opgericht of in oprichting is van haar keuze.
Elke weigering om samen te werken moet worden gemotiveerd door de inrichtende macht van de territoriale pool die opgericht of in oprichting is. Wallonie Bruxelles Enseignement kan niet weigeren een samenwerking te sluiten.
De inrichtende macht van de school voor gewoon onderwijs kan een beroep aantekenen bij de regering voor de weigering om een samenwerkingsovereenkomst te sluiten. Indien zij deze weigering onredelijk acht, kan de regering, volgens de procedure bedoeld in het vijfde lid, een van de volgende sancties opleggen ten opzicht van de inrichtende macht van de territoriale pool die opgericht of in oprichting is: 1° een verwittiging;2° een boete waarvan het bedrag gelijk is aan 10% van de jaarlijkse werkingsmiddelen van de betrokken territoriale pool.Voor de toepassing van deze bepaling wordt rekening gehouden met de verdeling bedoeld in artikel 6.2.5-6, § 2, die toegepast werd bij het vorige schooljaar of die aangegeven wordt voor het eerste jaar voor de werking van de territoriale pool; 3° in geval van herhaling binnen een periode van zeven jaar, de intrekking van alle werkingssubsidies betaald aan de hoofdschool voor de territoriale pool die zij organiseert en voor een volledig schooljaar.Voor de toepassing van deze bepaling wordt rekening gehouden met de verdeling bedoeld in artikel 6.2.5-6, § 2, die tijdens het vorige schooljaar toegepast werd.
Als de boete bedoeld in het derde lid, 2°, niet betaald wordt binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de sanctie, trekt de regering van de werkingssubsidies betaald aan de inrichtende macht voor de territoriale pool die zij organiseert of die zij gaat organiseren het bedrag van de boete verhoogd met 2,5% in.
Zodra er een klacht bij hen is ingediend, onderzoeken de diensten van de regering de zaak en kunnen daartoe iedereen horen die een nuttige bijdrage kan leveren aan hun informatie. Wanneer zij informatie hebben waaruit blijkt dat er een overtreding is begaan, melden de diensten van de regering hun bezwaren aan de betrokken inrichtende macht. Deze beschikt over 30 dagen om het dossier te raadplegen en schriftelijke opmerkingen in te dienen.
De regering neemt een beslissing binnen zestig dagen na het verstrijken van de reactietermijn die aan de betrokken inrichtende macht is overgelaten.
Artikel 6.2.2-7. Elke beslissing van een van beide partijen om de samenwerkingsovereenkomst niet te verlengen, moet uiterlijk één jaar voor de einddatum van de samenwerkingsovereenkomst aan de andere partij en aan de diensten van de regering worden meegedeeld. Bij gebreke hiervan wordt de samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken partijen automatisch verlengd voor de duur van de nieuwe doelstellingenovereenkomst van de hoofdschool van de territoriale pool.
Elke weigering om de samenwerkingsovereenkomst te verlengen door de inrichtende macht van de territoriale pool moet gemotiveerd zijn en kan het voorwerp uitmaken van een klacht, die behandeld wordt overeenkomstig de nadere regels bedoeld in artikel 6.2.2-6, § 2, derde lid en volgende.
Op het einde van de niet-hernieuwde samenwerkingsovereenkomst sluit de inrichtende macht van de school voor gewoon onderwijs een samenwerkingsovereenkomst met de inrichtende macht van een andere territoriale pool, waardoor de continuïteit van de begeleiding van haar school en de daar ingeschreven leerlingen wordt gewaarborgd.
Artikel 6.2.2-8. In afwijking van artikel 6.2.2-6, wanneer de territoriale pool en de samenwerkende scholen georganiseerd worden door eenzelfde inrichtende macht, deelt deze aan de diensten van de regering het ambtsgebied dat een territoriale pool aan zijn samenwerkende scholen verbindt. Zij kan dit ambtsgebied aanvullen met één of meerdere samenwerkingsovereenkomst(en) afgesloten met één of meerdere andere inrichtende macht(en).
De regering bepaalt het model van document dat het ambtsgebied bedoeld in het eerste lid vaststelt.
Dit ambtsgebied leeft mutatis mutandis de voorwaarden bedoeld in artikel 6.2.2-6, § 1 na. Dit ambtsgebied is van toepassing voor het geheel van de periode van de samenstelling van de pool bedoeld in artikel 6.2.2-3.
De inrichtende macht die beslist om het ambtsgebied van de territoriale pool die zij organiseert te wijzigen tijdens de vernieuwing ervan of die beslist om de territoriale pool die zij organiseert niet te vernieuwen, brengt de diensten van de regering en, in voorkomend geval, de inrichtende machten op de hoogte met wie zij een partnerschapsovereenkomst of een samenwerkingsovereenkomst ten minste één jaar voor de einddatum van die overeenkomsten heeft gesloten. Bij gebreke daarvan wordt de territoriale pool verlengd overeenkomstig artikel 6.2.5-7 voor de duur van de nieuwe doelstellingenovereenkomst van de hoofdschool van de territoriale pool.
Het ambtsgebied en de aangebrachte wijzigingen worden meegedeeld aan de diensten van de regering volgens de nadere regels bepaald door de regering.
Artikel 6.2.2-9. De inrichtende macht van de school voor gewoon onderwijs licht de ouders van leerlingen die individueel begeleid worden in over elke wijziging van territoriale pool ten minste drie maanden voor de werkelijke wijziging. HOOFDSTUK III. - Opdrachten van de territoriale polen Artikel 6.2.3-1. Elke territoriale pool ondersteunt de samenwerkende scholen met wie ze een overeenkomst heeft voor de uitvoering van volledige permanente integratie en redelijke aanpassingen waarbij de territoriale pool betrokken is. De territoriale pool en de PMS-centra die bevoegd zijn voor de samenwerkende scholen, werken complementair.
Daartoe oefent de territoriale pool: 1° de volgende opdrachten uit in verband met de begeleiding van hun samenwerkende scholen: a) de onderwijsteams, leerlingen en ouders van leerlingen op de hoogte brengen van de redelijke aanpassingen en de volledige permanente integratie;b) zorgen voor de verbinding tussen de verschillende partners die een ondersteunende rol spelen voor leerlingen, inzonderheid om de uitwisseling van ervaringen te vergemakkelijken;c) de leden van het onderwijsteam van samenwerkende scholen begeleiden en ondersteunen bij de organisatie van redelijke aanpassingen, inzonderheid door advies te geven of hulpmiddelen ter beschikking stellen: d) samenwerkende scholen begeleiden bij het ontwikkelen van protocollen van redelijke aanpassingen wanneer individuele opvang van de leerling betrokken bij de territoriale pool noodzakelijk is.2° de volgende opdrachten uit in verband met de begeleiding van leerlingen ingeschreven in hun samenwerkende scholen: a) de leerlingen met specifieke behoeften individueel begeleiden in het kader van de uitvoering van redelijke aanpassingen indien dit nodig blijkt gezien hun behoeften en hun protocollen van redelijke aanpassingen; b) de leerlingen met specifieke sensomotorische behoeften individueel begeleiden voor wie een belangrijke opvolging vereist is in het kader van de uitvoering van redelijke aanpassingen indien dit nodig blijkt ten opzichte van de omvang van de behoeften bedoeld in artikel 6.2.5-4, tweede lid; c) samenwerken bij de evaluatie van protocollen van redelijke aanpassingen en, in voorkomend geval, bij verwijzing naar gespecialiseerd onderwijs waar redelijke aanpassingen onvoldoende zijn om te zorgen voor het leren dat aangepast is aan de specifieke behoeften van de leerling;d) de leerlingen met specifieke behoeften begeleiden in het kader van het systeem van volledige permanente integratie voor de leerlingen uit het gespecialiseerd onderwijs. HOOFDSTUK IV. - Sturing van territoriale polen Artikel 6.2.4-1. De inrichtende macht van een territoriale pool is ertoe gehouden ten minste één specifieke doelstelling te ontwikkelen met betrekking tot haar opdrachten en de nieuwe strategieën en acties die moeten worden uitgevoerd om deze specifieke doelstelling(en) te bereiken. Deze elementen worden opgenomen in een bijlage bij het sturingsplan van de hoofdschool van de territoriale pool.
Deze bijlage die specifiek is voor de territoriale pool, wordt opgesteld door de directeur van de hoofdschool, met de steun van de coördinator van de pool en in samenwerking met het multidisciplinaire team van de pool, rekening houdend met de specifieke context van de pool en van zijn samenwerkende scholen, de richtlijnen bepaald door de inrichtende macht van de hoofdschool, de beschikbare middelen, de adviezen bedoeld in artikel 1.5.3-1, § 2, 12°, en de indicatoren die specifiek zijn voor de situatie van de territoriale pool en zijn samenwerkende scholen bezorgd door de diensten van de regering. De indeling van indicatoren wordt bepaald door de regering. Alvorens te worden gevoegd bij het sturingsplan van de hoofdschool is deze bijlage het onderwerp van een gecoördineerde dialoog met de verschillende inrichtende machten van de hoofdscholen en partners die betrokken zijn bij de territoriale pool.
De steun- en begeleidingscel bevoegd voor de hoofdschool biedt haar steun aan de territoriale pool voor de ontwikkeling en implementatie van deze bijlage.
Deze bijlage maakt integraal deel uit van het sturingsplan van de hoofdschool en maakt het voorwerp uit van het contractualiseringsproces waarnaar wordt verwezen in de artikelen 1.5.2-5 en volgende.
In afwijking van artikel 1.5.2-6, eerste lid, stelt de directeur van de hoofdschool of de coördinator van de pool de bijlage in verband met de territoriale pool voor die opgenomen is in de doelstellingenovereenkomst van de hoofdschool aan: 1° het multidisciplinaire team van de pool;2° de steun- en begeleidingscel indien deze aan de ontwikkeling ervan heeft deelgenomen;3° de plaatselijke organen voor sociaal overleg van de hoofdschool en, in voorkomend geval, de partnerscholen van de territoriale pool;4° de leden van de participatieraden van de samenwerkende scholen van de territoriale pool;5° de partners buiten de territoriale pool, inzonderheid de PMS-centra bevoegd voor de samenwerkende scholen van de territoriale pool. Artikel 6.2.4-2. Elke territoriale pool deelt elk jaar gegevens mee voor de sturing van het onderwijssysteem en de sturing van territoriale polen. De regering bepaalt de lijst van deze gegevens en nadere regels voor de mededeling.
De diensten van de regering delen elk jaar gegevens en indicatoren mee die specifiek zijn voor de situatie van de territoriale pool en de samenwerkende scholen. De regering bepaalt de lijst van deze gegevens en de nadere regels voor de mededeling.
Artikel 6.2.4-3. Op basis van inzonderheid de gegevens bedoeld in artikel 6.2.4-2 en de verslagen bedoeld in artikel 15 van het decreet van 28 maart 2019 betreffende de steun- en begeleidingscellen van het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs en het statuut van steun- en begeleidingsadviseurs voeren de diensten van de regering elk jaar een monitoring uit om de implementatie van territoriale polen op het terrein alsook de opvang van leerlingen met specifieke behoeften te volgen. Dit toezicht omvat een luik over de structuur, de schoolbevolking en de omkadering van de polen, een luik over het traject van leerlingen met specifieke behoeften, een begrotingsluik dat met name de evolutie analyseert van de financiële middelen die worden toegewezen aan de begeleiding van leerlingen in volledige permanente integratie en leerlingen met specifieke sensomotorische behoeften die een aanzienlijke opvolging vereisen.
Deze monitoring wordt aan de regering en de algemene raden bedoeld in artikel 1.3.1-1,15° en 16° bezorgd.
Artikel 6.2.4-4. Om de vier jaar en voor het eerst tijdens het schooljaar 2024-2025 evalueert de regering de uitvoering van de bepalingen van deze titel en brengt verslag ervan uit aan het Parlement. In voorkomend geval gaat het samen met de nodige aanpassingsvoorstellen.
Dit verslag wordt inzonderheid opgesteld op basis van de jaarlijkse analyses die gevoerd worden met toepassing van artikel 6.2.4-3 en van het advies van de Algemene raden bepaald in artikel 1.3.1-1, 15° en 16°.
De regering baseert zich bij het opstellen van haar verslag tevens op het evaluatieverslag over het bereiken van de doelstellingen ter verbetering van het onderwijssysteem bedoeld in artikel 1.5.2-2, en analyseert de bijdrage van het systeem van de territoriale polen aan de zesde verbeteringsdoelstelling bedoeld in artikel 1.5.2-2, eerste lid, 6°. HOOFDSTUK V. - Financiering van de territoriale polen Afdeling 1. - Voorwaarden voor de toelating tot financiering
Artikel 6.2.5-1. § 1. De Franse Gemeenschap subsidieert de territoriale polen met inachtneming van de voorwaarden bepaald bij de wet, het decreet en de reglementaire norm.
De diensten van de regering hebben als opdrachten te controleren dat elke territoriale pool ook aan de volgende verplichtingen voldoet: 1° zich aan de controle van de Algemene Inspectiedienst onderwerpen;2° over een personeel beschikken dat de gezondheid van de leerlingen niet in het gevaar kan brengen. § 2. De Franse Gemeenschap neemt de wedden en de weddesubsidies ten laste van de personeelsleden van de territoriale polen die ze organiseert of die ze subsidieert.
De wedden en weddesubsidies hebben ten doel de coördinator en de leden van het multidisciplinaire team van de territoriale pool te bezoldigen.
Ze betaalt rechtstreeks en maandelijks de wedden en weddensubsidies aan de personeelsleden van de territoriale polen Behoudens andersluidende bepalingen worden de wedden en de weddesubsidies ten laste genomen door de Franse Gemeenschap onder dezelfde nadere regels en dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op scholen. § 3. De Franse Gemeenschap betaalt jaarlijks, naargelang het geval, een dotatie of een werkingssubsidie die bedoeld is om de kosten te dekken die verband houden met de werking en de uitrusting van de territoriale polen die zij organiseert of subsidieert.
De dotaties of de werkingssubsidies zijn bedoeld om de kosten te dekken die verband houden met de werking en de uitrusting van de territoriale polen en met de terugbetaling van de kilometerkosten die worden gemaakt door de personeelsleden van de territoriale polen die wedden of weddesubsidies ontvangen.
Ze betaalt de dotaties en de werkingssubsidies aan de inrichtende macht van de territoriale pool.
Behoudens andersluidende bepalingen worden de dotaties en de werkingssubsidies ten laste genomen door de Franse Gemeenschap volgens dezelfde nadere regels en dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op scholen. § 4. Onverminderd de bijzondere procedure bedoeld in de artikelen 6.2.2-4, § 2, derde lid en volgende, en 6.2.2-6, § 2, derde lid en volgende, indien een inrichtende macht niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1, stuurt de regering haar een ingebrekestelling waarmee zij haar binnen dertig schoolwerkdagen vanaf de datum van deze ingebrekestelling uitnodigt om de of de overtreden bepaling na te leven ( s) en om de wettigheid te herstellen.
Indien de inrichtende macht binnen de termijn van dertig schoolwerkdagen bedoeld in het eerste lid het bewijs levert dat zij de nodige maatregelen heeft genomen om de overtreden bepaling(en) na te leven en de wettigheid te herstellen, blijven de dotaties of de werkingssubsidies nog steeds aan haar toegekend. De diensten van de regering zullen niettemin binnen zes maanden na de reactie van de inrichtende macht met een controleopdracht moeten starten om ervoor te zorgen dat de overtreden bepaling(en) nu worden nageleefd.
Indien de inrichtende macht aan het einde van de termijn van dertig schoolwerkdagen bedoeld in het eerste lid, niet het bewijs heeft geleverd dat zij de nodige maatregelen heeft genomen om te voldoen aan voornoemde bepalingen en om de wettigheid te herstellen, past de regering haar een intrekking op van 5% van de dotatie of de werkingssubsidie van de territoriale pool toegekend overeenkomstig paragraaf 3, en berekend op basis van de dotaties of subsidies toegekend tijdens het voorgaande schooljaar.
Indien zes maanden na de datum van de beslissing om 5% van de dotaties of werkingssubsidies in te trekken, de inrichtende macht nog steeds niet het bewijs heeft geleverd dat zij de nodige maatregelen heeft genomen om te voldoen aan de overtreden bepaling (en) en om de wettigheid te herstellen, kan de regering de toekenning van dotaties of werkingssubsidies voor de territoriale pool voor onbepaalde tijd opschorten.
De dotaties of de werkingssubsidies worden door de regering opnieuw vastgesteld op de datum bepaald door de diensten van de regering waarop alle voorwaarden bedoeld in paragraaf 1 opnieuw zullen nageleefd geweest zijn.
Artikel 6.2.5-2. § 1. Om in aanmerking te komen voor financiering moet elke territoriale pool samenwerkingsovereenkomsten bedoeld in artikel 6.2.2-6 gesloten hebben met samenwerkende scholen die samen, op 15 januari van het vorige kalenderjaar een totaal minimumaantal regelmatig ingeschreven leerlingen tellen, berekend door de volgende formule toe te passen:
Geheel van de leerlingen die regelmatig ingeschreven zijn in het gewoon onderwijs
Totaal minimumaantal leerlingen die regelmatig ingeschreven zijn in het gewoon onderwijs waarbij de oprichting van een territoriale pool mogelijk is
70
De diensten van de regering delen elk jaar uiterlijk op 15 maart het totaal minimumaantal leerlingen mee die regelmatig ingeschreven zijn voor het gewoon onderwijs zoals bedoeld in het eerste lid.
Elke inrichtende macht van een hoofdschool dient een aanvraag in tot toelating tot de financiering van een territoriale pool volgens de door de regering vastgestelde nadere regels. Deze aanvraag bevat ten minste de lijst van de partnerscholen en de samenwerkende scholen samen met de samenwerkingsovereenkomsten of het ambtsgebied.
Een nieuwe territoriale pool kan niet voor financiering in aanmerking worden genomen als deze niet het totale minimumaantal bedoeld in het eerste lid op 15 januari van het kalenderjaar dat aan de oprichting ervan voorafgaat, meetelt. § 2. Na verificatie van de naleving van de voorwaarde bepaald in paragraaf 1, eerste lid, alsook van de geldigheid van de afgesloten overeenkomsten, stelt de regering voor elke zone een lijst op met de verschillende territoriale polen, hun structuur, de betrokken inrichtende machten en de partner- en samenwerkende scholen.
De diensten van de overheid publiceren de lijsten bedoeld in het eerste lid op hun referentiewebsite die specifiek gewijd is aan het onderwijs. Afdeling 2. - Basisfinanciering
Artikel 6.2.5-3. § 1. Een globaal aantal van 861.340 punten wordt toegewezen aan de werkings- en personeelskosten van de territoriale polen. De waarde van een punt is 93/punt.
Vanaf het schooljaar 2026-2027 wordt de waarde van het punt dat van toepassing was tijdens het voorgaande jaar jaarlijks geïndexeerd volgens de verhouding tussen de gezondheidsindex van de maand januari van het lopende jaar en die van de maand januari van het voorgaande jaar. § 2. Het totaal aantal punten bedoeld in paragraaf 1 wordt elk schooljaar aangepast en is gelijk aan het aantal leerlingen die op 15 januari van het vorige schooljaar regelmatig ingeschreven zijn in het gewoon onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. § 3. Elk jaar stemt het aantal basispunten dat aan elke territoriale pool wordt toegekend overeen met het aantal leerlingen die op 15 januari van het vorige schooljaar regelmatig ingeschreven zijn in de samenwerkende scholen van de betrokken pool. Afdeling 3. - Aanvullende financiering
Artikel 6.2.5-4. De territoriale polen die leerlingen opvangen met specifieke sensomotorische behoeften die een grondige opvolging vereisen zoals bedoeld in artikel 6.2.3-1, tweede lid, 2°, b), ontvangen tussen de 44 en 352 extra punten per leerling afhankelijk van de conclusies van de evaluatie bedoeld in het tweede lid. Voor leerlingen die met toepassing van artikel 6.2.5-5 ook punten behalen, bedraagt het totaal aantal behaalde punten maximaal 352 punten per leerling.
De regering stelt de procedure en de frequentie van de evaluatie van de omvang van de specifieke sensomotorische behoeften van de leerlingen vast, om te bepalen of zij in aanmerking komen voor redelijke aanpassingen die een significante opvolging vereisen om het recht op de subsidiëring bedoeld in het eerste lid te openen. Op basis van de diagnose bedoeld in artikel 1.7.8-1, § 1, tweede lid, wordt deze evaluatie uitgevoerd door de coördinator van de territoriale pool met de leden van het multidisciplinaire team van de territoriale pool en/of met de leden van het onderwijsteam van de school voor gespecialiseerd onderwijs. Hiertoe stelt de regering een schaal vast om de behoeften van de leerlingen en het aantal punten dat wordt toegekend aan de territoriale pool volgens de conclusies van de evaluatie bedoeld in het eerste lid, te evalueren.
Artikel 6.2.5-5. Voor elke leerling in volledige permanente integratie in het gewoon basis- of secundair onderwijs met toepassing van artikel 132 van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, worden 88 extra punten toegekend per leerling aan de territoriale pool die deze leerling begeleidt.
In afwijking van het eerste lid, voor elke leerling, gespecialiseerd van type 4, 6 of 7 en geïntegreerd in de 3e graad van het secundair onderwijs met toepassing van artikel 132 van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, worden 352 extra punten toegekend aan de territoriale pool die deze leerling begeleidt. Afdeling 4. - De envelop van punten van de territoriale pool
Artikel 6.2.5-6. § 1. De inrichtende macht van de hoofdschool krijgt voor de territoriale pool die zij organiseert een specifieke financiering in de vorm van een envelop met punten.
De berekening van de envelop met punten van elke territoriale pool wordt als volgt uitgevoerd: 1° aan elke territoriale pool wordt een aantal basispunten toegekend onder het totaal aantal punten overeenkomstig artikel 6.2.5-3; 2° aan bepaalde territoriale polen worden extra punten toegekend overeenkomstig de artikelen 6.2.5-4 en 6.2.5-5. § 2. De inrichtende macht van de hoofdschool kan haar envelop met punten als volgt verdelen: 1° minimaal 80 procent van de punten moet worden toegekend aan wedden of weddesubsidies;2° maximaal 20 procent van de punten moet worden toegekend aan dotaties of werkingssubsidies. De inrichtende macht van de hoofdschool deelt jaarlijks de verdeling van het aantal punten aan de diensten van de regering mee. § 3. De diensten van de regering betalen de dotaties of werkingssubsidies aan de inrichtende macht van de hoofdschool door het aantal punten dat door de pool wordt toegekend aan dotaties / werkingssubsidies te vermenigvuldigen met de waarde van één punt berekend overeenkomstig artikel 6.2.5-3, § 1.
Voor de territoriale polen die onder een door de Franse Gemeenschap georganiseerde hoofdschool ressorteren, worden de bedragen toegewezen aan werkingsdotaties verhoogd door de volgende formule toe te passen: Dfct = Nfct + [Nfct x 33 / 100] In deze formule: duidt « Dfct" de werkingsdotatie aan die toegekend wordt aan de hoofdschool georganiseerd door de Franse Gemeenschap; duitdt « Nfct" het bedrag aan dat berekend wordt overeenkomstig het eerste lid.
Elke territoriale pool kan haar werkingsmiddelen gebruiken om het administratief personeel aan te werven. Daartoe kan een inrichtende macht beslissen om voor de territoriale pool die zij organiseert, toe te treden tot een beheercentrum bedoeld in de artikelen 114 en volgende van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs en directrices in het onderwijs. De lidmaatschapsovereenkomst bedoeld in artikel 115 van voormeld decreet van 2 februari 2007 bepaalt het aandeel van de werkingsmiddelen van de territoriale pool die aan het beheercentrum worden toegekend. Afdeling 5. - Verlengingsvoorwaarden
Artikel 6.2.5-7. Wanneer de inrichtende macht haar beslissing tot niet-verlenging niet heeft meegedeeld overeenkomstig artikel 6.2.2-3, tweede lid, deelt ze ten minste tien maanden voor de vervaldatum van de doelstellingenovereenkomst van de hoofdschool aan de diensten van de regering het volgende mee: 1° in voorkomend geval, de partnerschapsovereenkomst;2° de samenwerkingsovereenkomst(en) en/of het ambtsgebied. De diensten van de regering zorgen ervoor dat de territoriale pool samenwerkt met samenwerkende scholen die samen het totale minimumaantal regelmatig ingeschreven leerlingen, bedoeld in artikel 6.2.5-2, § 1, eerste lid, tellen op 15 januari van het kalenderjaar voorafgaand aan het einde van de doelstellingenovereenkomst.
Elke territoriale pool die dit totale minimumaantal niet bereikt, wordt niet vernieuwd aan het einde van de doelstellingenovereenkomst van de hoofdschool.
De diensten van de regering brengen de inrichtende macht van de hoofdschool en de inrichtende machten van de partner- en samenwerkende scholen gelijktijdig op de hoogte van deze niet-verlenging tegen 15 maart van het schooljaar voorafgaand aan de vervaldatum van de doelstellingenovereenkomst.
De regels voor de uitvoering van maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling en reaffectatie worden binnen elk van de betrokken inrichtingen dienovereenkomstig toegepast. HOOFDSTUK VI. - Het personeel van de territoriale polen Afdeling 1. - Personeelsformatie
Artikel 6.2.6-1. § 1. Elke territoriale pool heeft een multidisciplinair team met de nodige competenties om te voldoen aan de specifieke behoeften van de leerlingen die in aanmerking komen voor de pool. § 2. Bij de oprichting van de territoriale pool die een hoofdschool verbindt met een of meer partnerscholen, beslissen de verschillende inrichtende machten op basis van eenparigheid van stemmen: 1° ofwel om alle punten die toegekend worden aan wedden of weddesubsidies aan de hoofdschool te geven;2° ofwel om een verdeelsleutel vast te stellen tussen de hoofdschool en de partnerschool(en) over de verdeling van punten die toegekend worden aan wedden of weddesubsidies. Bij toepassing van het eerste lid, 2°, worden de betrekkingen gecreëerd door het gebruik van punten toegewezen aan elk van de inrichtende machten volgens de verdeelsleutel die wordt vermeld in de partnerschapsovereenkomst.
De betrekkingen die gecreëerd worden op basis van de middelen toegewezen aan wedden of weddesubsidies, ook in het kader van de verdeling bedoeld in het eerste lid, 2°, worden niet meegeteld in de kaderberekeningen bedoeld in hoofdstuk IV afdeling 10 en hoofdstuk V, afdeling 13, van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs. § 3. Om de zes jaar, gelijktijdig met de vernieuwing van de territoriale pool, kunnen de verschillende inrichtende machten op basis van eenparigheid van stemmen beslissen om de organisatie bedoeld in paragraaf 2 te wijzigen.
Op basis van een unaniem akkoord van de verschillende inrichtende machten kan een aanhangsel bij de partnerschapsovereenkomst met betrekking tot de puntenverdeling tussen de verschillende inrichtende machten worden afgesloten. Dit aanhangsel wordt meegedeeld aan de diensten van de regering. Deze wijziging mag niet leiden tot de terbeschikkingstelling bij ontstentenis van betrekking of wegens gedeeltelijk opdrachtverlies van een personeelslid dat al benoemd of aangeworven is in vast verband in een betrekking binnen de pool.
Artikel 6.2.6-2. Op basis van het deel van de envelop met punten dat overeenkomstig artikel 6.2.5-6, § 2 wordt toegekend aan wedden of weddesubsidies, en na overleg met de plaatselijke organen voor sociaal overleg, de inrichtende macht van de hoofdschool en de inrichtende machten van partnerscholen wanneer een verdeling van de envelop tussen hen is overeengekomen tijdens de samenstelling van de pool, legt (gen) collegiaal de samenstelling van de personeelsformatie vast van de territoriale pool die hen toebehoort door de ambten en de werklast te kiezen die betrekking hebben op elke betrekking op de basis van de gewogen groeperingen van functies als volgt:
Ambt / Groepering van ambten
5/5
4/5
3/4
3/5
2,5/5
2/5
1/4
1/5
Coördinator van de territoriale pool (deelbaar ambt per halftijdse prestatie, behalve in het kader van de aanpassingen van de eindloopbaan)
830 punten
664 punten
623 punten
-
415 punten
-
208 punten
166 punten
Kleuteronderwijzer Onderwijzer lager onderwijs Meester Leraar CG - niveau DI
550 punten
440 punten
413 punten
330 punten
275 punten
220 punten
138 punten
110 punten
Leraar CG - niveau DS
695 punten
556 punten
522 punten
417 punten
348 punten
278 punten
174 punten
139 punten
Leraar CT - niveau DI Leraar de PP - niveau DI
550 punten
440 punten
413 punten
330 punten
275 punten
220 punten
138 punten
110 punten
Leraar CT - niveau DS Leraar PP - niveau DS
615 punten
492 punten
462 punten
369 punten
308 punten
246 punten
154 punten
123 punten
Opvoeder Maatschappelijk assistent
550 punten
440 punten
413 punten
330 punten
275 punten
220 punten
138 punten
110 punten
Logopedist Ergotherapeut
565 punten
452 punten
424 punten
339 punten
283 punten
226 punten
142 punten
113 punten
Verpleger
525 punten
420 punten
394 punten
315 punten
263 punten
210 punten
132 punten
105 punten
Kinesitherapeut
615 punten
492 punten
462 punten
369 punten
308 punten
246 punten
154 punten
123 punten
Psycholoog
695 punten
556 punten
522 punten
417 punten
348 punten
278 punten
174 punten
139 punten
Kinderverzorger
400 punten
320 punten
300 punten
240 punten
200 punten
160 punten
100 punten
80 punten
De inrichtende macht(en) zorgt(en) voor het coherente en multidisciplinaire karakter van de samenstelling van de personeelsformatie van de territoriale pool. De betrekking van coördinator van de territoriale pool wordt ambtshalve gecreëerd en is altijd verbonden aan de hoofdschool.
De betrekkingen die binnen elke hoofdschool en/of partnerschool worden gecreëerd, kunnen pas vacant worden verklaard als ze gedurende drie opeenvolgende schooljaren ononderbroken georganiseerd zijn. Afdeling 2. - De coördinator
Artikel 6.2.6-3. De coördinator van de territoriale pool is belast met de volgende opdrachten: 1° inzake administratief beheer en personeelsbeleid van de territoriale pool: a) indien nodig, volgens de delegaties die binnen de inrichtende macht worden toegekend, de middelen beheren die aan de pool worden toegewezen, in het bijzonder door de toewijzingen te beheren van de leden van het multidisciplinaire team van de pool die samenwerken met het onderwijsteam van de samenwerkende scholen om aan de specifieke behoeften van de betrokken leerling te beantwoorden;b) zorgen voor de kwaliteit van toezicht en begeleiding voor samenwerkende scholen, en zorgen voor de verdeling van middelen volgens de behoeften van de leerlingen;c) zorgen voor het beheer van administratieve taken, het opstellen van verslagen van vergaderingen, overleg tussen de teams en zorgen voor de opvolging van het dossier van de begeleiding van de leerling, in voorkomend geval, met het lid/de leden van het personeel belast met de administratieve steun.2° inzake begeleiding en opvolging van leerlingen: a) zorgen voor de begeleiding van onderwijsteams in het beheer van leerlingen met specifieke behoeften en deelnemen aan het systeem van regelmatige evaluatie van specifieke behoeften;b) zorgen voor de begeleiding van de ontwikkeling door de school en het multidisciplinaire team van specifieke aanvullende differentiatie- en gepersonaliseerde begeleidingsmaatregelen en de redelijke aanpassingen die moeten worden gemaakt bij de uitvoering van ondersteuningsdossiers voor de leerlingen die opgevangen worden door territoriale pool;c) zorgen voor de samenwerking met het (de) PMS-centrum (centra) bevoegd voor de samenwerkende scholen.Deze samenwerking omvat onder meer het opstellen van een document voorafgaand aan het opstellen van het inschrijvingsverslag in het gespecialiseerd onderwijs waarin de begeleiding en redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs worden beschreven, en de redenen ontwikkelen waarom deze onvoldoende bleken om te zorgen voor een leersysteem dat aangepast is aan de specifieke behoeften van de leerling. 3° inzake informatie van de scholen over de redelijke aanpassingen: a) zorgen voor een interfacerol tussen scholen voor gespecialiseerd onderwijs en gewoon onderwijs om de uitwisseling van ervaringen over praktijken mogelijk te maken;b) ervoor zorgen dat de link wordt gelegd tussen de verschillende partners, intern en extern aan de school, die een ondersteunende rol spelen voor leerlingen;c) ervoor zorgen dat scholen worden geholpen bij het verstrekken van informatie aan onderwijsteams, andere leerlingen en ouders.4° elke opdracht die door de directeur van de hoofdschool aan hem wordt gedelegeerd in verband met de algemene opdrachten van de territoriale polen. Een volledige opdrachtlast van coördinator omvat 36 uur prestaties per week. De opdrachtlast van een coördinator kan alleen worden gesplitst in halftijds werk, behalve in het kader van eindeloopbaanregelingen waar andere fracties van opdrachtlasten zijn toegestaan.
In het geval dat er binnen dezelfde pool meerdere betrekkingen van coördinatoren worden gecreëerd, wordt in hun opdrachtblad duidelijk en nauwkeurig de verdeling van hun respectieve toewijzingen met betrekking tot de in dit artikel vastgelegde opdrachten vastgelegd.
De opdrachtblad van de directeur van de hoofdschool waaraan deze betrekkingen worden verbonden, wordt ook aangepast om het toezicht op de coördinator(en) en de actie van de territoriale pool te dekken. Afdeling 3. - Het multidisciplinaire team
Artikel 6.2.6-4. Op basis van de verdeling van de punten bedoeld in artikel 6.2.5-6, § 2, en na overleg met hun plaatselijke orgaan voor sociaal overleg verdeelt (en) de betrokken inrichtende macht(en), elk voor zover het hen betreft, de betrekkingen gegenereerd in de aanwervingsambten voorzien voor het gespecialiseerd onderwijs in hoofdstuk II van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.
De keuze van de ambten en opdrachtlasten wordt elk jaar gemaakt voor het einde van het voorafgaande schooljaar, met het oog op de toewijzingen voor het volgende schooljaar. Deze keuzes mogen niet leiden tot de terbeschikkingstelling bij ontstentenis van betrekking of tot het gedeeltelijk opdrachtverlies van een personeelslid dat al benoemd of aangeworven wordt in vast verband in een betrekking binnen de pool, behalve in het geval van een globale vermindering van het volume van de betrekkingen beschikbaar binnen de pool .
Artikel 6.2.6-5. Na overleg met het plaatselijke orgaan voor sociaal overleg over de behoeften van de pool bepaalt de inrichtende macht het profiel van het te begeven ambt, dat uit twee delen samengesteld is: 1° het generieke profiel met de opdrachten van de territoriale polen zoals bedoeld in artikel 6.2.3-1.; 2° een specifiek profiel met vermelding van één of meer te begeven ambten en de mogelijke bijkomende criteria die ten doel hebben te beantwoorden aan de specifieke behoeften van de begunstigden van de pool. Artikel 6.2.6-6. § 1. De inrichtende macht lanceert een oproep tot kandidaten die open kan zijn: 1° binnen de territoriale pool aan de personeelsleden van de hoofdschool en de partnerscholen;2° buiten de personeelsleden van een gespecialiseerde school buiten de pool, of van een gewone school of van een PMS-centrum;3° aan alle kandidaten die niet opgenomen zouden worden onder 1° en 2°. § 2. In deze oproep tot kandidaten staan onder meer het gewenste ambtsprofiel, de opdrachtenlast van de betrekking die gecreëerd zal worden en of deze alleen intern of intern of extern openstaat.
Artikel 6.2.6-7. Voor elk van de te verlenen ambten classificeert de inrichtende macht de kandidaten die zich hebben aangemeld in de vorm en binnen de termijn bepaald door de oproep volgens de geschiktheid van hun profiel voor de opdrachten en doelstellingen van de pool.
Bij gebrek aan kandidaten vermeld onder 1° van paragraaf 1 van artikel 6.2.6-6 die overeenkomt met het gewenste ambtsprofiel, kiest de inrichtende macht een kandidaat vermeld onder 2° die overeenkomt met het gewenste ambtsprofiel.
Bij gebrek aan kandidaten vermeld onder 2° die overeenkomt met het vereiste ambtsprofiel, kiest de inrichtende macht een kandidaat vermeld onder 3° die overeenkomt met het gewenste ambtsprofiel.
De inrichtende macht verbindt vervolgens de betrekking waarvoor ze aldus wordt voorzien, aan een aanwervingsambt zoals bepaald voor het gespecialiseerd onderwijs door voormeld decreet van 11 april 2014, ongeacht het onderwijsniveau van de inrichting, en waarvoor de kandidaat over een vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij gebreke daarvan, over een voldoend bekwaamheidsbewijs of bij gebreke daarvan, een schaarstebekwaamheidsbewijs of bij gebreke daarvan over een ander bekwaamheidsbewijs zoals bepaald in het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.
De wettelijke bepalingen en barema's die van toepassing zijn op het gekozen personeelslid zijn die welke van toepassing zijn op het ambt waaraan de betrekking is verbonden.
Niemand kan in deze ambten worden benoemd of aangeworven in vast verband indien hij/zij geen beroep kan doen op de specifieke competenties die verband houden met de opdrachten van de territoriale polen, zoals bepaald in artikel 35 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs als hij/zij in eerste instantie niet heeft gereageerd op de oproep bedoeld in artikel 6.2.6.-6 binnen de inrichtende macht en als hij/zij niet beantwoordt aan de voorwaarden voor de benoeming en of van aanwerving in vast verband bepaald voor het ambt dat wordt ingenomen door de wettelijke regels die gelden binnen de hoofdschool of de partnerschool waaraan het ambt toegewezen.
Artikel 6.2.6-8. § 1. De inrichtende macht van de hoofdschool kan beslissen om een personeelslid van het multidisciplinaire team van de territoriale pool te belasten met de opdracht om de coördinatie van de territoriale pool en de opvolging van dossiers en referentieprotocollen te ondersteunen.
Deze mogelijkheid kan worden toegepast naar rata van een halve tijd vanaf het moment dat het aantal leerlingen die regelmatig zijn ingeschreven in de samenwerkende scholen van de territoriale pool hoger is dan 1,5 maal het totale minimumaantal leerlingen die regelmatig ingeschreven zijn, zoals bedoeld in artikel 6.2.5-2, § 1, eerste lid.
Deze mogelijkheid kan vervolgens worden toegepast naar rata van een halve tijd telkens als het aantal leerlingen die regelmatig ingeschreven zijn in de samenwerkende scholen van de territoriale pool een nieuwe schijf bereikt die hoger is dan 0,5 keer het totale minimumaantal leerlingen die regelmatig ingeschreven zijn, zoals bedoeld in artikel 6.2.5-2, § 1, eerste lid.
Er wordt een einde gemaakt aan deze mogelijkheid voor de betrokken halve tijd zodra de pool de nodige schijf niet meer bereikt. § 2. Om deze opdracht toe te kennen, lanceert de inrichtende macht van de hoofdschool, na overleg met het plaatselijke orgaan voor sociaal overleg en advies van de directies van de partnerscholen, een oproep tot kandidaten.
Deze oproep tot kandidaten wordt verdeeld aan alle personeelsleden betrokken bij de territoriale pool. De oproep tot kandidaat bepaalt: a) de inhoud van de opdracht;b) het aantal toegekende lestijden en de tijd van de prestatie;c) de duur van de opdracht en de mogelijkheid om deze te verlengen;d) de vereiste opleiding;e) de mogelijke bijkomende criteria bepaald op voorstel van de coördinator van de pool. De oproep voorziet in een periode van minimaal tien werkdagen voor de indiening van de kandidaturen. De oproep is onderworpen aan het voorafgaand advies, in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, van het basisoverlegcomité, in het officieel onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, van de plaatselijke paritaire commissie, en in het vrij onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, van de ondernemingsraad of het plaatselijke orgaan voor sociaal overleg, of bij gebreke daarvan van de vakbondsafvaardiging.
De lestijden besteed aan de uitoefening van voormelde opdrachten moeten door de inrichtende macht worden verbonden aan een aanwervingsambt zoals bepaald voor het gespecialiseerd onderwijs door voornoemd decreet van 11 april 2014, ongeacht het onderwijsniveau van de instelling, en waarvoor de kandidaat over een vereist bekwaamheidsbewijs beschikt of bij gebreke daarvan over een voldoend bekwaamheidsbewijs of bij gebreke daarvan over een schaarstebekwaamheidsbewijs of bij gebreke daarvan, over een ander bekwaamheidsbewijs zoals bepaald in het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.
Artikel 6.2.6-9. Bij onenigheid over de toepassing van de bepalingen in deze afdeling betreffende de uitvoering van de procedures voor de samenstelling van multidisciplinaire teams, kan het geschil worden voorgelegd aan het bemiddelingsbureau van de paritaire commissie die bevoegd is voor het gesubsidieerd onderwijs en voor het intermediair overlegcomité opgericht binnen de inrichtende macht van het georganiseerde onderwijs.".
HOOFDSTUKII Wijzigingsbepalingen AFDELING I Diverse wijzigingsbepalingen
Art. 2.In het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs wordt artikel 44quater opgeheven.
Art. 3.In hetzelfde decreet wordt artikel 97bis opgeheven.
Art. 4.In artikel 130 van hetzelfde decreet worden de woorden "15 januari" vervangen door de woorden "15 oktober".
Art. 5.In artikel 132 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Voor elke leerling bedoeld in het vorige lid worden middelen toegekend aan de bevoegde territoriale pool overeenkomstig artikel 6.2.5-5 van het wetboek voor het basis- en secundair onderwijs.
Het begeleidingspersoneel van de territoriale pool dat de leerling begeleidt in totale permanente integratie wordt gekozen op grond van de specificiteit van de typen en de behoeften van het kind zoals bepaald in artikel 8."; 2° de paragrafen 2 tot 5 en 7 worden opgeheven;3° in paragraaf 6, eerste lid, worden de woorden « van het gespecialiseerd onderwijs" vervangen door de woorden « van de bevoegde territoriale pool".
Art. 6.In artikel 133 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, vierde lid, worden de woorden "voor gespecialiseerd onderwijs van type 7 belast met taalbadonderwijs in de gebarentaal gezorgd worden" vervangen door de woorden "van de bevoegde territoriale pool";2° de paragrafen 2 tot 5 worden opgeheven.
Art. 7.In artikel 135 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en van de bevoegde territoriale pool" ingevoegd tussen de woorden "met de opvoedingsploeg" en de woorden «, aanvaardt partner te zijn"; 2° het tweede lid wordt aangevuld met een 3°, luidend als volgt: "3° de coördinator van de territoriale pool of zijn afgevaardigde met wie de betrokken gewone school samenwerkt.".
Art. 8.In artikel 136 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid, 2°, worden de woorden « van het gespecialiseerd onderwijs" vervangen door de woorden "van de bevoegde territoriale pool"; b) het eerste lid wordt aangevuld met een 6°, luidend als volgt: "6° de toestemming van de coördinator van de bevoegde territoriale pool."; c) in het tweede lid worden de woorden "en in de bevoegde territoriale pool" ingevoegd na de woorden "Een kopie wordt eveneens bewaard in de inrichting voor gewoon onderwijs".
Art. 9.In artikel 141, eerste en tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « van het gespecialiseerd onderwijs" telkens vervangen door de woorden "van de bevoegde territoriale pool".
Art. 10.Artikel 142 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 11.In artikel 143, zesde lid, van hetzelfde decreet zullen de woorden "van de artikelen 132 en 142" vervangen worden door de woorden "van artikel 132".
Art. 12.Artikel van 144 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 13.Artikel 153 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met het volgende lid: "In voorkomend geval brengt de school voor gespecialiseerd onderwijs de territoriale pool op de hoogte van het opstellen van een protocol voor de leerlingen die betrokken zijn bij een eventuele volledige permanente integratie.".
Art. 14.In artikel 4, eerste lid, van het decreet van 28 maart 2019 betreffende de steun- en begeleidingscellen van het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs en het statuut van steun- en begeleidingsadviseurs, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) 1° wordt aangevuld als volgt "alsook voor het opstellen van de bijlage betreffende de internationale pool bedoeld in artikel 6.2.4-1, van het wetboek"; b) 2° wordt aangevuld als volgt "alsook om de uitvoering van de bijlage betreffende de territoriale pool bedoeld in artikel 6.2.4-1, van het wetboek te begeleiden en te volgen".
Art. 15.Artikel 14, § 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met 13° en 14°, luidend als volgt: "13° de oprichting van de territoriale polen bedoeld in Boek 6, Titel 3, van het wetboek te vergemakkelijken, in het bijzonder door facilitatoren te zijn voor een optimale geografische spreiding van de polen en samenwerkende scholen, waar nodig ook in een netoverschrijdende dynamiek; 14° de coördinator en de leden van het multidisciplinaire team van de territoriale polen advies te geven en te begeleiden, inzonderheid wat betreft het delen van de middelen.".
Art. 16.In artikel 1.3.1-1 van het wetboek voor het basis- en secundair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) er wordt een 18° /1 ingevoegd, luidend als volgt : "18° /1 doelstellingenovereenkomst: de overeenkomst bedoeld in artikel 1.5.2-2"; b) er wordt een 33° /2 ingevoegd, luidend als volgt: "33° /2 multidisciplinair team van de territoriale pool: de coördinator en de andere personeelsleden van de territoriale pool"; c) er wordt een 41° /2 ingevoegd, luidend als volgt : "41° /2 totale permanente integratie: het systeem bedoeld in hoofdstuk X van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs;"; d) er wordt een 45° /1 en een 45° /2 ingevoegd, luidend als volgt : "45° /1 sturingsplan: het plan bedoeld in artikel 1.5.2-1; 45° /2 territoriale pool: de territoriale pool belast met de ondersteuning van scholen van gewoon onderwijs in de uitvoering van redelijke aanpassingen en totale permanente integratie bedoeld in artikel 6.2.2-1;"; e) er wordt een 61° /1, luidend als volgt : "61° /1 type: één van de typen van gespecialiseerd onderwijs bepaald in artikel 1.2.1-9.".
Art. 17.In artikel 1.5.2-3 van hetzelfde wetboek wordt paragraaf 1 aangevuld met een 9°, luidend als volgt: "9° voor de hoofdscholen van een territoriale pool, de bijlage betreffende de territoriale pool bedoeld in artikel 6.2.4-1;".
Art. 18.In artikel 1.5.3-1 van hetzelfde wetboek wordt paragraaf 2 aangevuld met 10°, 11° en 12°, luidend als volgt: "10° om elk jaar, voor scholen voor gewoon onderwijs, een globaal onderzoek te voeren over het inclusieve karakter van de school. Bij deze gelegenheid nodigt de participatieraad de ouders van leerlingen uit voor wie de pool zorgt voor volledige permanente integratie of redelijke aanpassingen en kan een vertegenwoordiger van de territoriale pool horen; 11° voor scholen voor gewoon onderwijs op de hoogte worden gebracht bij het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst tussen de school en haar territoriale pool, in het bijzonder over de nadere regels voor informatie en samenwerking met leerlingen en ouders van leerlingen met wie de pool werkt; 12° voor de scholen voor gewoon onderwijs een advies uitbrengen over de samenwerking van de school met de territoriale pool, vóór de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie van de bijlage bedoeld in artikel 6.2.4-1 . Bij deze gelegenheid hoort de participatieraad een vertegenwoordiger van de territoriale pool en nodigt de ouders uit van leerlingen voor wie de pool zorgt voor de uitvoering van volledige permanente integratie of redelijke aanpassingen. Dit advies wordt aan de bevoegde territoriale pool meegedeeld. ".
Art. 19.In artikel 1.7.8-1 van hetzelfde wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt : "De opgegeven diagnose voor de uitvoering van aanpassingen wordt gesteld door een specialist op medisch, paramedisch of psychisch-medisch gebied, of door een multidisciplinair medisch team. De regering bepaalt de volledige lijst van de beroepen die ertoe gemachtigd worden deze diagnose te stellen. Wanneer de aanvraag om de uitvoering van redelijke aanpassingen ingediend wordt door de ouders van de minderjarige leerling of van de leerling zelf indien deze meerderjarig is of van een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of die het minderjarige kind in feite onder zijn bewaring heeft, door een lid van de klassenraad of door de psycho-medisch-sociale centra, is deze laatste ook bevoegd om een diagnose te stellen." 2° in paragraaf 1 wordt het vierde lid vervangen als volgt: "Op het ogenblik dat de aanvraag voor de eerste keer bij een school ingediend wordt kan het PMS-centrum van de laatste school gevolgd door de leerling de elementen van het dossier van de leerling aan het PMS-centrum van de nieuwe school bezorgen."; 3° in dezelfde paragraaf wordt het vijfde lid ingeleid: « Op aanvraag van de ouders van de minderjarige leerling of van de leerling zelf indien deze meerderjarig is, op aanvraag van een lid van het onderwijsteam of van een lid van het multidisciplinaire team van de bevoegde territoriale pool of op eigen initiatief, kan het PMS-centrum van de laatste school gevolgd door de leerling, indien het over de informatie en de geschikte disciplinaire competenties beschikt, een advies uitbrengen over de mogelijkheid om de opgegeven diagnose bij te werken voor de uitvoering van redelijke aanpassingen. Bij gebrek hieraan wordt een nieuwe diagnose gesteld overeenkomstig het tweede lid."; 4° paragraaf 3, eerste lid, 3°, wordt vervangen als volgt : "3° een vertegenwoordiger van het PMS-centrum bevoegd voor de betrokken gewone school als één van de partners of de directeur van het PMS-centrum dit nodig acht"; 5° paragraaf 3, eerste lid, wordt aangevuld met een 5°, luidend als volgt: "5° een vertegenwoordiger van de bevoegde territoriale pool wanneer de opvang van de betrokken leerling door de pool nodig zou kunnen zijn."; 6° paragraaf 3 wordt aangevuld met het volgende lid: "Bij afwezigheid van het PMS-centrum bij de collegiale vergaderingen voor overleg, brengt de directeur van de school of zijn afgevaardigde het PMS-centrum op de hoogte van de genomen beslissingen.»; 7° in paragraaf 4 wordt het zesde lid aangevuld als volgt: "De scholen delen aan de diensten van de regering de identiteit mee van de leerlingen betrokken bij zo'n protocol.".
AFDELING II Statutaire bepalingen ONDERAFDELING I Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.
Art. 20.In het tweede lid, paragraaf 2, van artikel 25 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, worden de woorden ", met inbegrip van deze bedoeld in artikel 44quater," ingevoegd tussen de woorden "betreffende de verschillende ambten" en de woorden "worden bekendgemaakt".
Art. 21.In hoofdstuk III van hetzelfde koninklijk besluit wordt een afdeling 2ter ingevoegd, luidend als volgt: "De personeelsleden van een territoriale pool".
Art. 22.In de afdeling 2ter wordt een artikel 44quater ingevoegd, luidend als volgt: "
Artikel 44quater.§ 1. Elk jaar, uiterlijk in de eerste helft van juni, lanceert de inrichtende macht specifieke interne en externe oproepen naar kandidaten voor een aanwijzing binnen een territoriale pool zoals bedoeld in Boek 6, Titel 3, van het wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, bij advies ingevoegd in het Belgisch Staatsblad.
De interne oproep staat open voor personeelsleden aangesteld in tijdelijk verband, prioritair prioritair verband of benoemd in vast verband en toegewezen als hoofd- of aanvullende opdracht, in de hoofdschool of in één van de gespecialiseerde partnerscholen.
De externe oproep staat open voor personeelsleden aangesteld in tijdelijk, prioritair tijdelijk verband of benoemd in vast verband en toegewezen als hoofd- of aanvullende opdracht, in een gespecialiseerde school buiten de pool of in een gewone school of in een psycho-medisch-sociaal centrum.
Het advies vermeldt het ambt waarin de betrekking wordt gecreëerd, de opdrachtenlast en het gewenste ambtsprofiel, alsook de vorm en de termijn waarin de kandidaturen ingediend moeten worden. § 2. De kandidaten worden gerangschikt op basis van de geschiktheid van hun profiel voor de opdrachten en doelstellingen van de pool.
De personeelsleden die in vast verband benoemd worden en die onderworpen zijn aan dit besluit, worden geacht onmiddellijk in aanmerking te komen voor een wijziging van toewijzing of van een tijdelijke wijziging van toewijzing, naargelang de betrekking definitief of tijdelijk vacant is, indien deze verbonden is aan een andere instelling dan die waaraan zij zijn toegewezen of toegewezen in hoofdorde en onder hetzelfde ambt valt en indien de prestaties waaruit het is samengesteld gelijk zijn aan of groter zijn dan de opdrachtlast van de benoeming van het personeelslid.
De personeelsleden die in vast verband benoemd zijn en die onderworpen zijn aan dit besluit, wanneer ze aangesteld worden na deze oproepen in een betrekking van hetzelfde ambt binnen een territoriale pool, komen in aanmerking voor het verlof bedoeld in hoofdstuk IIIbis van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen wanneer ze aangesteld zijn na deze oproepen in een betrekking binnen een territoriale pool indien deze prestaties waaruit deze betrekking bestaat lager zijn dan de opdrachtlast van de benoeming van het personeelslid.
Na twee opeenvolgende aanstellingen in deze betrekking, elk voor volledige schooljaren, wordt aan de personeelsleden bedoeld in het vorige lid die hetzelfde ambt uitoefenen, op hun verzoek, een wijziging van toewijzing of een tijdelijke wijziging van toewijzing verleend, naargelang de betrekking definitief of tijdelijk vacant is.
Art. 23.In de afdeling 2ter van hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 44quinquies ingevoegd, luidend als volgt: «
Artikel 44quinquies.§ 1. De bepalingen betreffende de evaluatie van de personeelsleden die aangesteld worden in tijdelijk, prioritair tijdelijk of beschermd tijdelijk verband, en de evaluatie van de personeelsleden die in vast verband benoemd worden, zijn van toepassing op de personeelsleden die binnen de territoriale pool aangesteld worden. § 2. Het verslag over de wijze van dienen of de beoordelingsstaat, opgesteld door het hoofd van de inrichting, kan gebaseerd zijn op de door de coördinator van de territoriale pool vastgestelde uitvoerige feiten.".
Art. 24.In de afdeling 2ter van hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 44sexies ingevoegd, luidend als volgt: «
Artikel 44sexies.§ 1. De bepalingen betreffende het ontslag van de personeelsleden die in tijdelijk verband aangesteld worden en de tuchtregeling van de personeelsleden die in vast verband worden benoemd, zijn van toepassing op de personeelsleden die binnen de territoriale pool worden aangesteld. § 2. Het voorstel tot ontslag of tuchtsanctie, uitgevaardigd door het hoofd van de inrichting, kan gebaseerd zijn op de door de coördinator van de territoriale pool geconstateerde uitvoerige feiten.".
ONDERAFDELING II Bepaling tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.
Art. 25.Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, wordt aangevuld door een derde lid, luidend als volgt: "In afwijking van de bepalingen die vooraf gaan genieten de coördinatoren van de territoriale polen van jaarlijks vakantieverlof dat als volgt wordt bepaald: a) Kerstvakantie: van 21 december tot en met 3 januari of van 22 december tot en met 4 januari of van 23 december tot en met 5 januari;b) Paasvakantie: twee weken; c) Zomervakantie: van 6 julit tot en met 25 augustus.".
ONDERAFDELING III Bepalingen tot wijziging van het decreet van 1 februari 1993 tot vaststelling van het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het vrij gesubsidieerd onderwijs
Art. 26.In hoofdstuk IV van het decreet van 1 februari 1993 tot vaststelling van het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het vrij gesubsidieerd onderwijs, wordt aan het opschrift van afdeling II het volgende toegevoegd: "en het ambt van territoriale poolcoördinator".
Art. 27.In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een afdeling IV met als opschrift "Bijzondere bepalingen met betrekking tot het ambt van territoriale poolcoördinator" ingevoegd.
Art. 28.In afdeling IV, ingevoegd bij artikel 27, worden de volgende artikelen ingevoegd: "
Artikel 54duodecies.Niemand kan tijdelijk als territoriale poolcoördinator in dienst worden genomen, tenzij hij op het moment van indienstneming aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° worden aangeworven of vast benoemd in een ambt van aanwerving, selectie of bevordering in de categorie van directeur en onderwijzer, paramedisch personeel, sociaal personeel, psychologisch personeel en hulpopvoedingspersoneel binnen het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, op het niveau van het basis- of secundair onderwijs, gewoon of gespecialiseerd;2° in het bezit zijn van ten minste een bachelorsbekwaamheidsbewijs;3° voldoen aan de criteria van het ambtsprofiel bedoeld in artikel 54quindecies, § 2;4° drie jaar anciënniteit in het gespecialiseerd onderwijs hebben;5° een specifieke opleiding hebben gevolgd, afgesloten met een getuigschrift, of zich ertoe verbinden een dergelijke opleiding te volgen, zodat deze binnen twee jaar na de aanvaarding van het ambt beschikbaar is;6° hebben gereageerd op de in artikel 54quindecies bedoelde oproep tot het indienen van kandidaturen. Indien er geen kandidaat is die voldoet aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid, kan de inrichtende macht een kandidaat aanstellen die voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het eerste lid, maar die een personeelslid is dat tijdelijk is aangesteld of aangeworven in een ambt, vermeld in het eerste lid, 1° of een personeelslid van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra en/of die niet voldoet aan de voorwaarde vermeld in 4°.
Artikel 54terdecies.De inrichtende macht neemt de poolcoördinator in vast verband in het vacante ambt dat hij bekleedt na het verstrijken van een periode van twee jaar, die overeenkomstig artikel 61septdecies, § 2, tweede lid, met zes maanden kan worden verlengd nadat zijn tweede of, in voorkomend geval, derde evaluatie is afgerond, indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° houder zijn van het specifiek opleidingsgetuigschrift bedoeld in artikel 54duodecies;2° geen "ongunstig" evaluatieverslag hebben. Voor de berekening van de periode van twee jaar, eventueel verlengd met zes maanden, wordt enkel rekening gehouden met de werkelijke diensttijd vervuld na de aanwijzing, met inbegrip van de jaarlijkse vakantie, de verloven voorzien in de artikelen 5, 5bis en 7 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen in toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, alsmede het verlof met het oog op adoptie en onofficiële voogdij, alsmede het moederschapsverlof bedoeld in hoofdstuk IIbis, respectievelijk hoofdstuk XIII, van hetzelfde koninklijk besluit van 15 januari 1974.
Artikel 54quaterdecies.- Een vaste aanwerving in het ambt van territoriale poolcoördinator kan alleen gebeuren als het ambt als hoofdambt wordt vervuld.
Artikel 54quindecies.- § 1. Een inrichtende macht die een personeelslid in dienst neemt voor een selectieambt als territoriale poolcoördinator, op tijdelijke basis voor meer dan vijftien weken: 1° raadpleegt de directeur van het hoofdkantoor alsook, in voorkomend geval, de ondernemingsraad, het plaatselijk overlegorgaan of, bij ontstentenis daarvan, de vakbondsafvaardiging van het hoofdkantoor over het profiel van het te vervullen selectieambt;2° ontvangt van de leden van het multidisciplinaire team van de territoriale pool alle informatie die zij nuttig achten om hem met het oog op de tijdelijke tewerkstelling te verstrekken. De inrichtende macht moet, na toepassing van § 1: 1° beslissen over het profiel van het te vervullen selectieambt, rekening houdend met de specifieke behoeften verbonden aan haar pedagogische en didactische project en met de specifieke kenmerken van de school waar het ambt zal worden vervuld.Naast de door de inrichtende macht gekozen gedrags- en technische vaardigheden omvat het ambtsprofiel in elk geval de volgende gedragsvaardigheden: a) de informatie analyseren;b) problemen oplossen;c) als een team werken;d) zich aanpassen;e) betrouwbaarheid aantonen;f) over goede luister- en communicatievaardigheden beschikken. Het bevat ook de belangrijkste criteria voor de selectie van kandidaten en het gewicht dat aan elk criterium wordt toegekend. Het kan aanvullende arbeidsvoorwaarden bevatten, die verplicht zijn of een pluspunt voor het te vervullen ambt. 2° een oproep tot kandidatuurstelling doen in de door de Regering bepaalde vorm op voorstel van de bevoegde centrale paritaire commissie. § 3. De inrichtende macht gaat de verbintenis aan na de in artikel 61sexies/3 beschreven selectieprocedure te hebben gevolgd.
Artikel 54sexdecies.- § 1. Bij tijdelijke afwezigheid van de ambtsdrager of gedurende de tijd die nodig is voor een sollicitatieoproep kan de inrichtende macht voor een periode van vijftien weken of minder een personeelslid aanwijzen dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 54duodecies. In afwijking van artikel 54duodecies is de voorwaarde van een oproep tot het indienen van aanvragen niet vereist.
Deze verbintenis voor ten hoogste 15 weken kan worden verlengd, mits de totale duur van de verbintenis niet meer dan 12 maanden bedraagt.
Indien de afwezigheid van de ambtsdrager langer duurt, doet de inrichtende macht uiterlijk op de laatste dag van de in het vorige lid bedoelde werkperiode een oproep tot het indienen van sollicitaties uitgaan.
In afwijking van lid 2 wordt de in lid 1 bedoelde verbintenis verlengd voor de periode tussen de oproep tot kandidaatstelling en de aanstelling van een kandidaat.
De inrichtende macht neemt binnen drie maanden na de oproep tot kandidaatstelling een kandidaat in dienst. Indien de inrichtende macht dit niet binnen drie maanden doet, zal de betrekking niet langer worden gesubsidieerd.
Elke tijdelijke aanstelling in een ambt van poolcoördinator geschiedt schriftelijk, overeenkomstig artikel 31 en met uitzondering van punt 8°.
Een tijdelijke aanstelling als poolcoördinator wordt beëindigd bij beslissing van de inrichtende macht of door toepassing van hoofdstuk VIII. Het einde van het schooljaar heeft echter geen gevolgen voor de tijdelijke aanstelling in een betrekking van poolcoördinator. § 4. De inrichtende macht kan niet overgaan tot een tijdelijke aanstelling in een ambt van poolcoördinator indien zij op grond van de bepalingen inzake herschikking verplicht is dat ambt toe te wijzen aan een personeelslid dat is ontslagen bij gebrek aan werkgelegenheid in hetzelfde ambt.".
Art. 29.In paragraaf 1, eerste lid, van artikel 61sexies van hetzelfde decreet worden de woorden " § 1, 1° tot 3° en 5° " vervangen door de woorden " § 1, 1° tot 3°, 5° en 8° ".
Art. 30.In artikel 61sexies/2 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt: "In afwijking van lid 1 wordt in de oproep tot het indienen van sollicitaties voor het ambt van territoriale poolcoördinator altijd vermeld dat het openstaat voor eenieder die voldoet aan de voorwaarden voor toegang tot het ambt.".
Art. 31.In paragraaf 1 van artikel 61sexies/3 wordt tussen het huidige lid 1 en lid 2 een lid 2 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Eén vertegenwoordiger per inrichtende macht van de partnerscholen is ook lid van de selectiecommissie die is samengesteld voor de selectie van een territoriale poolcoördinator.".
Art. 32.In hoofdstuk Vbis - Over de oproep tot kandidaten, de selectiecommissie, het opdrachtenblad, de evaluatie en het einde van de uitoefening van bepaalde bevorderings- en selectieambten van hetzelfde decreet wordt een afdeling 3 ingevoegd met als titel "Over het opdrachtenblad, de evaluatie en het einde van de uitoefening van het ambt van territoriale poolcoördinator dat tijdelijk wordt uitgeoefend".
Art. 33.In afdeling 3, ingevoegd bij artikel 32, worden de volgende artikelen ingevoegd "
Artikel 61quaterdecies.De artikelen 61septies tot en met 61terdecies zijn niet van toepassing op territoriale poolcoördinatoren.
Artikel 61quinquies.Zodra de tijdelijk in dienst genomen poolcoördinator zijn ambt bekleedt, wordt hij door de directeur van de hoofdschool belast met een vooraf door de inrichtende macht van de hoofdschool goedgekeurd opdrachtenblad. In dat blad worden de opdrachten van de poolcoördinator en de aan hem toegewezen prioriteiten gespecificeerd naar gelang van de behoeften van de samenwerkende scholen van de territoriale pool.
Alvorens het opdrachtenblad op te stellen, raadpleegt de inrichtende macht van de hoofdschool het plaatselijk orgaan voor sociaal overleg.
Het opdrachtenblad heeft een looptijd van zes jaar. De inhoud van het opdrachtenblad kan vóór het verstrijken ervan door de directeur worden gewijzigd in het licht van de ontwikkeling van de behoeften en de werking van de pool, of in onderlinge overeenstemming tussen de poolcoördinator en de directeur.
Het gewijzigde opdrachtenblad wordt ter goedkeuring aan de inrichtende macht voorgelegd.
Artikel 61sexdecies.§ 1. In afwijking van artikel 61quindecies, lid 1, kan de directeur van de school van het hoofdkantoor, indien nodig en na voorafgaande goedkeuring door de inrichtende macht, een personeelslid dat tijdelijk als territoriale poolcoördinator is aangesteld voor een periode van minder dan één jaar, een opdrachtenblad verstrekken.
De directeur van de hoofdschool verstrekt ambtshalve een door de inrichtende macht vooraf goedgekeurd opdrachtenblad aan het personeelslid dat in vast verband is aangesteld en aan het personeelslid dat tijdelijk als territoriale poolcoördinator is aangesteld voor een periode van één jaar of meer, of van wie de aanstelling ten minste één jaar heeft geduurd.
Het in dit artikel bedoelde opdrachtenblad kan bestaan uit een bevestiging van het opdrachtenblad van de territoriale poolcoördinator die wordt vervangen, of uit een nieuw document.
Art. 61septdecies.§ 1. De op tijdelijke basis benoemde poolcoördinator wordt ten minste tweemaal beoordeeld door de inrichtende macht van de school waar hij werkzaam is, voordat hij op permanente basis kan worden benoemd. De eerste evaluatie vindt plaats tussen de 9e effectieve maand en het einde van de 12e effectieve maand van het eerste jaar van de aanstelling van de poolcoördinator. Met de tweede evaluatie wordt begonnen tussen de 9e effectieve maand en het einde van de 12e effectieve maand van het tweede jaar. Valt deze periode in een schoolvakantieperiode, dan wordt zij verschoven naar de eerste dag na deze vakantieperiode.
De evaluatie wordt gebaseerd op het opdrachtenblad en op de succesvolle voltooiing van de opleiding die leidt tot het in artikel 54 duodecies bedoelde getuigschrift van vakbekwaamheid, indien de poolcoördinator daarover vóór zijn benoeming niet beschikte. Er wordt rekening gehouden met de algemene context waarin de poolcoördinator moet opereren en met de middelen die hem ter beschikking worden gesteld.
De regering stelt op voorstel van de bevoegde centrale paritaire commissie het model van het evaluatieverslag en de nadere bepalingen voor de opstelling ervan vast.
De evaluatiemelding aan het eind van de evaluatie kan "gunstig", "met voorbehoud" of "ongunstig" zijn.
Het met redenen omklede evaluatieverslag van de directeur van de hoofdschool die een van de in lid 4 bedoelde vermeldingen voorstelt, wordt voorgelegd aan de coördinator van de pool, die over tien dagen beschikt om een klacht in te dienen bij de inrichtende macht. Binnen 15 dagen na ontvangst van de klacht stelt de inrichtende macht de poolcoördinator in kennis van haar beslissing.
In geval van een "ongunstige" evaluatie heeft de poolcoördinator twintig dagen tijd om tegen zijn evaluatie in beroep te gaan bij de bevoegde raad van beroep.
De raad van beroep heeft 45 dagen tijd, gerekend vanaf de datum van ontvangst van het beroep, om advies uit te brengen over de vraag of de poolcoördinator een "ongunstige" evaluatie moet krijgen.
De inrichtende macht kent binnen een maand na ontvangst van het advies van de raad van beroep de definitieve melding toe aan de poolcoördinator.
Indien deevaluaties niet binnen de in het eerste lid genoemde termijnen in gang worden gezet, worden de evaluaties van de poolcoördinator geacht "gunstig" te zijn. § 2. Indien de eerste volgens de procedure van lid 1 definitief toegekende melding "met voorbehoud" is, kan de tweede evaluatie alleen "gunstig" of "ongunstig" zijn.
Indien de tweede en laatste evaluatie "met voorbehoud" is, wordt de tijdelijke aanwijzing van ambtswege met zes maanden verlengd. De poolcoördinator wordt een derde keer beoordeeld. De derde evaluatie wordt gestart zes maanden nadat de tweede evaluatie definitief is toegekend en wordt binnen een maand na deze termijn toegekend. Deze kan alleen "gunstig" of "ongunstig" zijn.
Indien de eerste, tweede of, in voorkomend geval, derde evaluatie die uiteindelijk wordt toegekend "ongunstig" is, wordt de aanstelling van de poolcoördinator van ambtswege beëindigd.".
Art. 34.Aan artikel 71nonies van voornoemd decreet wordt aan het einde een streepje toegevoegd, dat als volgt luidt "- na toepassing van artikel 61septdecies, § 2, derde lid".
ONDERAFDELING IV Bepalingen tot wijziging van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van het statuut van het gesubsidieerd personeel in het officieel gesubsidieerd onderwijs
Art. 35.De woorden "en het ambt van territoriale poolcoördinator" worden toegevoegd aan het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk IV van het besluit.
Art. 36.In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een afdeling 4 met als opschrift "Bijzondere bepalingen met betrekking tot het ambt van territoriale poolcoördinator" ingevoegd.
Art. 37.In afdeling 4, ingevoegd bij artikel 36, worden de volgende artikelen ingevoegd "Artikel 44decies/1. Een persoon kan slechts tijdelijk in het ambt van territoriale poolcoördinator worden aangesteld indien hij op het tijdstip van de tijdelijke aanstelling aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° vast benoemd zijn of vast aangeworven zijn in een ambt van aanwerving, selectie of bevordering in de categorie van directeurs en onderwijzend personeel, paramedisch personeel, sociaal personeel, psychologisch personeel en hulpopvoedingsonderwijspersoneel binnen het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, op het niveau van het basis- of secundair onderwijs, gewoon of gespecialiseerd;2° in het bezit zijn van ten minste een bachelorsdiploma;3° voldoen aan de criteria van het ambtsprofiel bedoeld in artikel 44decies/4, § 2;4° drie jaar anciënniteit in het gespecialiseerd onderwijs genieten;5° een specifieke opleiding hebben gevolgd, afgesloten met een getuigschrift, of zich ertoe verbinden een dergelijke opleiding te volgen, zodat deze binnen twee jaar na de aanvaarding van het ambt beschikbaar is;6° hebben gereageerd op de in artikel 44decies/4 bedoelde oproep tot het indienen van kandidaturen. Indien er geen kandidaat is die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, kan de inrichtende macht een kandidaat aanstellen die voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in het eerste lid, maar die een personeelslid is dat tijdelijk is aangesteld of aangesteld in een ambt vermeld in het eerste lid, 1°, of een personeelslid van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra en/of die niet voldoet aan de voorwaarde vermeld in 4°.
Artikel 44decies/2. De inrichtende macht benoemt de poolcoördinator op permanente basis in het vacante ambt dat hij bekleedt na het verstrijken van een periode van twee jaar, die overeenkomstig artikel 52septdecies, § 2, tweede lid, met zes maanden kan worden verlengd nadat zijn tweede of, in voorkomend geval, derde evaluatie is afgerond, indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° houder zijn van het specifiek opleidingsgetuigschrift bedoeld in artikel 44decies/1;2° geen "ongunstig" evaluatieverslag hebben. Voor de berekening van de periode van twee jaar, eventueel verlengd met zes maanden, wordt enkel rekening gehouden met de werkelijke diensttijd vervuld na de aanstelling, met inbegrip van de jaarlijkse vakantie, het verlof voorzien in de artikelen 5, 5bis en 7 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen in toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, alsmede het verlof met het oog op adoptie en onofficiële voogdij, alsmede het moederschapsverlof bedoeld in hoofdstuk IIbis, respectievelijk hoofdstuk XIII, van hetzelfde koninklijk besluit van 15 januari 1974.
Artikel 44decies/3. - Niemand kan tot territoriale poolcoördinator worden benoemd als dat ambt niet zijn voornaamste ambt is.
Artikel 44decies/4. - § 1. De inrichtende macht die een personeelslid moet aanstellen in het ambt van territoriale poolcoördinator op een tijdelijke basis voor meer dan 15 weken: 1° raadpleegt de plaatselijke paritaire commissie van de hoofdschool over het profiel van het te vervullen selectieambt;2° ontvangt van de leden van het multidisciplinaire team van de territoriale pool alle informatie die zij nuttig achten om hem met het oog op de tijdelijke aanwijzing te verstrekken. § 2. De inrichtende macht, na toepassing van § 1: 1° beslist over het profiel van het in te vullen ambt van poolcoördinator, rekening houdend met de specifieke behoeften verbonden aan de pool alsook met de specifieke kenmerken van de hoofdschool waar het ambt wordt uitgeoefend.Naast de door de inrichtende macht gekozen gedrags- en technische vaardigheden omvat het ambtsprofiel in elk geval de volgende gedragsvaardigheden: a) de informatie analyseren;b) problemen oplossen;c) als een team werken;d) zich aanpassen;e) betrouwbaarheid aantonen;f) beschikken over goede luister- en communicatievaardigheden. Het bevat ook de belangrijkste criteria voor de selectie van kandidaten en het gewicht dat aan elk criterium wordt toegekend. Het kan bijkomende benoemingsvereisten bevatten, die ofwel verplicht zijn, ofwel een pluspunt voor het te vervullen ambt; 2° moet een oproep tot kandidatuurstelling doen in de door de Regering bepaalde vorm op voorstel van de bevoegde centrale paritaire commissie. De inrichtende macht verricht de aanstelling na de selectieprocedure als bedoeld in artikel 52quinquies/3 te hebben gevolgd.
Artikel 44decies/5. - § 1. Bij tijdelijke afwezigheid van de ambtsdrager of voor de duur van een sollicitatieoproep kan de inrichtende macht voor een periode van 15 weken of minder een personeelslid aanstellen dat voldoet aan de in artikel 44decies/1 genoemde voorwaarden. In afwijking van artikel 44decies/1, is de voorwaarde van een oproep tot het indienen van aanvragen niet vereist.
Voorts zijn de in artikel 27 bis bedoelde overheden bevoegd om dergelijke aanstellingen te doen voor een periode van vijftien weken of minder.
Deze aanstelling voor ten hoogste 15 weken kan worden verlengd, mits de totale duur van de aanstelling niet meer dan 12 maanden bedraagt.
Bij langdurige afwezigheid van de ambtsdrager doet de inrichtende macht uiterlijk op de laatste dag van de in het vorige lid bedoelde aanwijzingsperiode een oproep tot kandidaatstelling uitgaan.
In afwijking van lid 3 wordt de in lid 1 bedoelde aanwijzing verlengd voor de periode tussen de oproep tot kandidaatstelling en de aanwijzing van een kandidaat.
De inrichtende macht wijst binnen drie maanden na de oproep tot kandidaatstelling een kandidaat aan. Zo niet, dan zal de betrekking na drie maanden niet langer worden gesubsidieerd. § 2. Elke tijdelijke aanstelling in het ambt van territoriale poolcoördinator gebeurt schriftelijk, met uitzondering van 7° § 2. § 3. De inrichtende macht kan niet overgaan tot een tijdelijke aanstelling in een ambt van territoriale poolcoördinator als zij zich op grond van de bepalingen inzake herschikking genoodzaakt ziet dat ambt toe te kennen aan een personeelslid dat bij gebrek aan werkgelegenheid is ontslagen. § 4. Een tijdelijke aanstelling in een selectieambt eindigt: a) in onderlinge overeenstemming;b) bij besluit van de inrichtende macht, overeenkomstig de procedure bedoeld in § 5 van dit artikel;c) of door toepassing van artikel 22, lid 1. Het einde van het schooljaar heeft echter geen gevolgen voor de tijdelijke aanstelling in een ambt van territoriale poolcoördinator. § 5. De inrichtende macht kan, op voorstel van de directeur of op eigen initiatief, met inachtneming van een opzeggingstermijn van vijftien dagen een einde maken aan de aanstelling van een personeelslid dat tijdelijk als territoriale poolcoördinator is aangesteld.
Alvorens kennis te geven van een beslissing tot beëindiging van de aanstelling, moet het personeelslid door de tot aanstelling bevoegde inrichtende macht zijn gehoord.
De uitnodiging voor de hoorzitting en de redenen waarom de inrichtende macht voornemens is de aanstelling van het personeelslid te beëindigen, worden hem ten minste vijf werkdagen vóór de hoorzitting meegedeeld, hetzij bij aangetekende brief, hetzij door middel van een brief met ontvangstbevestiging die persoonlijk wordt afgegeven.
Tijdens de hoorzitting kan het personeelslid zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat, door een verdediger gekozen uit het personeel in actieve dienst of gepensioneerd personeel van het officieel gesubsidieerd onderwijs of door een vertegenwoordiger van een vakbondsorganisatie die personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigt en aangesloten is bij organisaties die zitting hebben in de Nationale Arbeidsraad. De hoorzitting wordt in notulen vastgelegd. De procedure wordt geldig voortgezet indien het naar behoren opgeroepen personeelslid de hoorzitting niet bijwoont of zich niet bij de hoorzitting laat vertegenwoordigen."
Art. 38.In artikel 52quinquies, eerste lid, van het decreet worden de woorden "5, § 1, 1° tot 3° en 5° " vervangen door de woorden "5, § 1, 1° tot 3°, 5° en 8° ".
Art. 39.In artikel 52quinquies/2 van genoemd decreet wordt een tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt: "In afwijking van lid 1 wordt in de oproep tot het indienen van sollicitaties voor het ambt van territoriale poolcoördinator altijd vermeld dat het openstaat voor eenieder die voldoet aan de voorwaarden voor toegang tot het ambt.".
Art. 40.In paragraaf 1 van artikel 52quinquies/3 wordt tussen het huidige lid 1 en lid 2 een lid 2 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Eén vertegenwoordiger per inrichtende macht van de partnerscholen van de pool is ook lid van de selectiecommissie die is samengesteld voor de selectie van een poolcoördinator.
Art. 41.In hoofdstuk Vbis - Over de oproep tot kandidaten, de selectiecommissie, de aanstellingsbrief, de evaluatie en het einde van de uitoefening van bepaalde bevorderings- en selectieambten van hetzelfde decreet wordt een afdeling 4 ingevoegd met als titel "Over de aanstellingsbrief, de evaluatie en het einde van de uitoefening van het ambt van territoriale poolcoördinator dat tijdelijk wordt uitgeoefend".
Art. 42.In afdeling 4, ingevoegd bij artikel 41, worden de volgende artikelen ingevoegd: "
Artikel 52quaterdecies.De artikelen 52sexies tot en met 52terdecies zijn niet van toepassing op de territoriale poolcoördinatoren.
Artikel 52quinquesdecies.Zodra de tijdelijk aangestelde poolcoördinator zijn ambt bekleedt, belast de directeur van de hoofdschool hem met een opdrachtenblad dat vooraf is goedgekeurd door de inrichtende macht van de hoofdschool. In dat blad worden de opdrachten van de poolcoördinator en de aan hem toegewezen prioriteiten gespecificeerd in overeenstemming met de behoeften van de samenwerkende scholen in de pool.
Alvorens het opdrachtenblad op te stellen, raadpleegt de inrichtende macht van de hoofdschool het plaatselijk orgaan voor sociaal overleg.
Het opdrachtenblad heeft een looptijd van zes jaar. De inhoud van het opdrachtenblad kan vóór het verstrijken ervan door de directeur worden gewijzigd in het licht van de ontwikkeling van de behoeften en de werking van de pool of in onderlinge overeenstemming tussen de poolcoördinator en de directeur.
Het gewijzigde opdrachtenblad wordt ter goedkeuring aan de inrichtende macht voorgelegd.
Art. 52sexdecies.§ 1. In afwijking van artikel 52quinquiesdecies, lid 1, kan de directeur van de hoofdschool, indien nodig en na voorafgaande goedkeuring door de inrichtende macht, een opdrachtenblad toekennen aan het personeelslid dat tijdelijk voor een periode van minder dan één jaar als territoriale poolcoördinator is aangesteld.
De directeur van de hoofdschool vertrouwt het personeelslid dat in vast verband is aangesteld en het personeelslid dat in tijdelijke dienst als territoriale poolcoördinator is aangesteld voor een periode van één jaar of langer, of van wie de aanstelling ten minste één jaar heeft geduurd, van rechtswege een door de inrichtende macht vooraf goedgekeurd opdrachtblad toe.
Het in dit artikel bedoelde opdrachtenblad kan bestaan uit een bevestiging van het opdrachtenblad van de territoriale poolcoördinator die wordt vervangen, of uit een nieuw document.
Art. 52septdecies.§ 1. De op tijdelijke basis aangestelde poolcoördinator wordt ten minste tweemaal door de inrichtende macht van de betrokken school geëvalueerd voordat hij op permanente basis wordt aangesteld. De eerste evaluatie vindt plaats tussen de 9e effectieve maand en het einde van de 12e effectieve maand van het eerste jaar van de aanstelling van de poolcoördinator. Met de tweede evaluatie wordt begonnen tussen de 9e effectieve maand en het einde van de 12e effectieve maand van het tweede jaar. Valt deze periode in een schoolvakantieperiode, dan wordt zij verschoven naar de eerste dag na deze vakantieperiode.
De evaluatie wordt gebaseerd op het opdrachtenblad en, indien van toepassing, op de succesvolle voltooiing van de in artikel 44decies/1 bedoelde specifieke opleiding indien de poolcoördinator voor zijn benoeming geen dergelijke opleiding heeft gehad. Er wordt rekening gehouden met de algemene context waarin de poolcoördinator moet opereren en met de middelen die hem ter beschikking worden gesteld.
De regering stelt op voorstel van de bevoegde centrale paritaire commissie het model-evaluatieverslag en de procedures daarvoor vast.
De melding aan het eind van de evaluatie kan "gunstig", "met voorbehoud" of "ongunstig" zijn.
Het met redenen omklede evaluatieverslag van de pooldirecteur waarin een van de in lid 4 bedoelde meldingen wordt voorgesteld, wordt voorgelegd aan de poolcoördinator, die over tien dagen beschikt om een klacht in te dienen bij de inrichtende macht. Binnen 15 dagen na ontvangst van de klacht stelt de inrichtende macht de poolcoördinator in kennis van haar beslissing.
In geval van een "ongunstige" evaluatie heeft de poolcoördinator twintig dagen om tegen zijn evaluatie in beroep te gaan bij de bevoegde raad van beroep.
De raad van beroep brengt binnen 45 dagen na de datum van ontvangst van het beroep advies uit aan de inrichtende macht.
De inrichtende macht kent binnen een maand na ontvangst van het advies van de raad van beroep het eindcijfer toe aan de poolcoördinator.
Indien ze geen beslissing treft binnen de voorgeschreven termijn, wordt de beslissing geacht in overeenstemming te zijn met het advies.
Indien zij niet binnen de in het eerste lid genoemde termijnen in gang worden gezet, worden de evaluaties van de poolcoördinator geacht "gunstig" te zijn. § 2. Indien de eerste volgens de procedure van paragraaf 1 definitief toegekende evaluatie "met voorbehoud" is, kan de tweede evaluatie alleen "gunstig" of "ongunstig" zijn.
Indien de tweede en laatste evaluatie "met voorbehoud" is, wordt de tijdelijke aanwijzing van ambtswege met zes maanden verlengd. De poolcoördinator wordt een derde keer beoordeeld. De derde evaluatie wordt aangevat zes maanden nadat de tweede evaluatie definitief is toegekend en de vermelding wordt binnen de maand na deze periode toegekend. Het kan alleen "gunstig" of "ongunstig" zijn.
Indien de eerste, tweede of, in voorkomend geval, derde evaluatie die uiteindelijk wordt toegekend "ongunstig" is, wordt de aanstelling van de poolcoördinator van ambtswege beëindigd.
Artikel 52octiesdecies - In het ambt van territoriale poolcoördinator kan niemand worden benoemd die dat ambt niet als hoofdambt uitoefent.
Art. 43.In artikel 58 van hetzelfde decreet wordt het volgende punt 10° ingevoegd: " 10° in geval van een ongunstig evaluatieverslag als bedoeld in artikel 52sexdecies, § 2, derde lid ". ONDERAFDELING V Bepalingen tot wijziging van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderings- en selectieambten
Art. 44.In artikel 5 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderings- en selectieambten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het volgende punt 8° toegevoegd: "8° van een territoriale poolcoördinator";2° in paragraaf 3 wordt een punt 3° toegevoegd, dat als volgt luidt: "3° territoriale poolcoördinator".
Art. 45.In hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk IIter ingevoegd, met als opschrift "Selectieambt van een territoriale poolcoördinator".
Art. 46.In het bij artikel 51 ingevoegde hoofdstuk IIter wordt het volgende artikel 7ter ingevoegd: "
Art. 7ter.Het ambt van territoriale poolcoördinator kan worden uitgeoefend door een personeelslid van het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het basisonderwijs of het secundair onderwijs, gewoon of gespecialiseerd.".
Art. 47.In artikel 8, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "met uitzondering van de ambten van territoriale poolcoördinator en coördinator van een centrum voor geavanceerde technologieën" ingevoegd tussen de woorden "bevorderings- of selectieambten" en "onder de volgende voorwaarden:
Art. 48.In hetzelfde decreet wordt het volgende artikel 12sexies ingevoegd: "
Artikel 12sexies.1. Om te worden aangesteld in het selectieambt van territoriale poolcoördinator in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, moeten de personeelsleden: 1° vast benoemd zijn of een ambt van aanwerving, selectie of bevordering uitoefenen in de categorie van het leidinggevend en onderwijzend personeel, paramedisch personeel, sociaal personeel, psychologisch personeel en hulpopvoedingspersoneel in het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, op het niveau van het basis- of secundair, gewoon of gespecialiseerd, onderwijs;2° in het bezit zijn van ten minste een bachelorsdiploma;3° voldoen aan de criteria van het ambtsprofiel bedoeld in § 2;4° drie jaar anciënniteit in het gespecialiseerd onderwijs hebben;5° houder zijn van het getuigschrift bedoeld in artikel 21quater of zich ertoe verbinden een opleiding te volgen om dat getuigschrift te behalen binnen een termijn van twee jaar na hun indiensttreding. Indien er geen kandidaat is die voldoet aan de voorwaarde bedoeld in lid 1, kunnen personeelsleden die tijdelijk zijn aangesteld in een ambt bedoeld in paragraaf 1, 1°, of die zijn aangesteld als lid van het technisch personeel van de Psycho-Medisch-Sociale Centra en/of die niet voldoen aan de voorwaarde bedoeld in 4°, eveneens worden aangesteld in het ambt van territoriale poolcoördinator. § 2. De directeur van de hoofdschool stelt de inrichtende macht in kennis van de vacature van de betrekking van poolcoördinator.
Het ambtsprofiel voor de aanwerving van een poolcoördinator bestaat uit twee delen: - een generiek profiel op voorstel van de permanente commissie als bedoeld in artikel 22; - een specifiek profiel dat door de aanwervingscommissie wordt voorgesteld binnen vier weken na de bekendmaking van de vacature.
Het specifieke ambtsprofiel bevat ook de belangrijkste criteria voor de selectie van kandidaten en het gewicht dat aan elk criterium wordt toegekend. Het kan aanvullende aanwijzingsvereisten bevatten, die ofwel verplicht zijn, ofwel een pluspunt voor de te vervullen betrekking.
Na goedkeuring van het profiel maakt de inrichtende macht binnen twee maanden nadat zij in kennis is gesteld van de vacature, een oproep tot het indienen van kandidaten voor het ambt bekend. Valt deze termijn in een schoolvakantieperiode, dan wordt hij verlengd tot het einde van de eerste week na die vakantieperiode. § 3. Voor elk te vervullen ambt stelt de inrichtende macht een aanwervingscommissie op, waarvan ze de samenstelling en de werkwijze bepaalt. Sollicitaties naar het ambt van territoriale poolcoördinator worden door de bevoegde aanwervingscommissie onderzocht. Zij legt een met redenen omkleed verslag en haar advies voor aan de inrichtende macht. De inrichtende macht wijst de coördinator aan als tijdelijk lid. § 4. Zodra de poolcoördinator zijn ambt bekleedt, wordt hij door de directeur van de hoofdschool belast met een opdrachtblad dat vooraf door de inrichtende macht van de hoofdschool is goedgekeurd. In dat blad worden de opdracht van de poolcoördinator en de aan hem toegewezen prioriteiten gespecificeerd in overeenstemming met de behoeften van de samenwerkende scholen in de pool.
Het opdrachtenblad heeft een looptijd van zes jaar. De inhoud van het opdrachtenblad kan vóór het verstrijken ervan door de directeur worden gewijzigd in het licht van de ontwikkeling van de behoeften en de werking van de pool, dan wel in onderlinge overeenstemming tussen de poolcoördinator en de directeur. Het gewijzigde opdrachtenblad wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de inrichtende macht. § 5. De poolcoördinator wordt ten minste tweemaal beoordeeld voordat hij in vast verband wordt benoemd. De eerste evaluatie vindt plaats tussen de 9e effectieve maand en het einde van de 12e effectieve maand van het eerste jaar van de aanstelling van de poolcoördinator. Met de tweede evaluatie wordt begonnen tussen de 9e effectieve maand en het einde van de 12e effectieve maand van het tweede jaar. Valt deze periode in een schoolvakantieperiode, dan wordt zij verschoven naar de eerste dag na deze vakantieperiode.
De evaluatie wordt gebaseerd op het opdrachtenblad en op de succesvolle afronding van de opleiding die leidt tot het in artikel 21quater bedoelde brevet, indien de poolcoördinator vóór zijn benoeming niet in het bezit was van een dergelijk attest. Er wordt rekening gehouden met de algemene context waarin de poolcoördinator moet opereren en met de middelen die hem ter beschikking worden gesteld. Het model-evaluatieverslag en de procedures daarvoor worden door de regering vastgesteld op voorstel van de permanente commissie, bedoeld in artikel 22.
De melding aan het eind van de evaluatie kan "gunstig", "met voorbehoud" of "ongunstig" zijn.
Het met redenen omklede evaluatieverslag van de directeur van de zetelinstelling waar de territoriale pool is gevestigd, waarin een van de in lid 3 bedoelde meldingen wordt voorgesteld, wordt voorgelegd aan de poolcoördinator, die over tien dagen beschikt om een klacht in te dienen bij de inrichtende macht. Binnen vijftien dagen na ontvangst van het beroep stelt de inrichtende macht de poolcoördinator in kennis van haar beslissing. In het geval van een "ongunstige" beslissing beschikt de poolcoördinator over een termijn van 20 dagen om bij de bevoegde raad van beroep tegen zijn evaluatie beroep in te stellen.
De raad van beroep heeft 45 dagen om advies uit te brengen over de melding die aan de poolcoördinator moet worden toegekend.
De inrichtende macht kent binnen een maand na ontvangst van het advies van de raad van beroep het eindcijfer toe aan de poolcoördinator.
Indien ze geen beslissing neemt binnen de voorgeschreven termijn, wordt het besluit geacht in overeenstemming te zijn met het advies.
Indien zij niet binnen de in het eerste lid genoemde termijnen in gang worden gezet, worden de evaluaties van de poolcoördinator geacht "gunstig" te zijn. § 6. Indien de eerste en laatste evaluatie volgens de procedure van paragraaf 5 "met voorbehoud" is, kan de tweede evaluatie alleen "gunstig" of "ongunstig" zijn.
Indien de tweede en laatste evaluatie "met voorbehoud" is, wordt de tijdelijke aanwijzing van ambtswege met zes maanden verlengd. De poolcoördinator wordt een derde keer beoordeeld. De derde evaluatie wordt aangevat zes maanden nadat de tweede evaluatie definitief is toegekend en de melding wordt binnen de maand na deze periode toegekend. Ze kan alleen "gunstig" of "ongunstig" zijn.
Indien de eerste, tweede of, in voorkomend geval, derde evaluatie die uiteindelijk wordt toegekend "ongunstig" is, wordt de aanstelling van de poolcoördinator van ambtswege beëindigd. § 7. De inrichtende macht benoemt de poolcoördinator in vast verband in het vacante ambt dat hij bekleedt na afloop van een periode van twee jaar, die overeenkomstig paragraaf 6 met zes maanden kan worden verlengd, nadat zijn tweede of, in voorkomend geval, derde evaluatie is voltooid, indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° houder zijn van het in artikel 21quater bedoelde brevet;2° geen "ongunstig" evaluatieverslag hebben;3° van onbesproken gedrag zijn. Voor de berekening van de duur van twee jaar, eventueel verlengd met zes maanden, worden alleen de na de aanwijzing werkelijk gepresteerde diensten in aanmerking genomen, met inbegrip van de jaarlijkse vakanties, de verloven bedoeld in de artikelen 5, 5bis en 7 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974, alsmede de verloven voor adoptie en officieuze voogdij en het moederschapsverlof bedoeld in respectievelijk hoofdstuk IIbis en hoofdstuk XIII van hetzelfde koninklijk besluit van 15 januari 1974.".
Art. 49.In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 21quater ingevoegd, dat als volgt luidt "
Artikel 21quater.De brevetten van territoriale poolcoördinator worden afgegeven aan het eind van drie opleidingssessies, die elk met een afzonderlijke proef worden bekrachtigd.
De eerste opleidingssessie is bedoeld om in de kandidaten: 1° relationele vaardigheden, inzonderheid personeelsbeheer: interne en externe communicatie, spreken in het openbaar, besluitvorming, leiden van overleg- en inspraakorganen, conflicthantering, onderhandelingstechnieken, personeelsevaluatietechnieken, leiden en motiveren van groepen, integreren van de educatieve actie van partners buiten de centra (partner- en samenwerkende scholen, ouders, PMS-centra, SAI, Phare, Aviq, ...); 2° de verwerving van een methode voor de evaluatie van het eigen optreden en van het optreden van de territoriale pool. De tweede sessie is gericht op de ontwikkeling van de pedagogische vaardigheden van de kandidaten en heeft inzonderheid betrekking op de algemene doelstellingen van het onderwijs, de tenuitvoerlegging daarvan, de begrippen "inclusief onderwijs" en "universele pedagogie", gedifferentieerde pedagogie, diagnostische, formatieve en summatieve evaluatie, de referentiesystemen met betrekking tot het onderwijsniveau van de territoriale pool, de opleidingsplannen van de personeelsleden van de territoriale pool voor verplichte of vrijwillige opleiding tijdens de loopbaan.
De derde sessie is gericht op de ontwikkeling van de vaardigheden van de kandidaten op het gebied van wet- en regelgeving, administratief beheer en IT bij de uitoefening van hun opdrachten.
De inhoud en de onderwerpen van de opleiding worden aangepast, afhankelijk van het betrokken onderwijsniveau.
Het personeelslid dat voor de proeven slaagt, bezit het bij het ambt behorende getuigschrift.
Art. 50.In artikel 22, § 2, van hetzelfde decreet worden de woorden "21ter en 21" vervangen door de woorden "21, 21ter en 21c".
Art. 51.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de woorden "21ter en 21" vervangen door de woorden "21, 21ter en 21c".
Art. 52.In artikel 24, lid 3, van hetzelfde decreet worden de woorden "21 en 21ter" vervangen door de woorden "21, 21ter en 21quater".
ONDERAFDELING VI Bepaling tot wijziging van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs in het onderwijs
Art. 53.In artikel 27, § 4, van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs in het onderwijs, wordt een derde en laatste lid ingevoegd, luidend als volgt: "In afwijking van de paragrafen 1 tot 3 is de inrichtende macht van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hoofdschool van een territoriale pool, wanneer een bijlage bij de doelstellingenovereenkomst is opgesteld, overeenkomstig artikel 6.2.4.-1 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs, verplicht de inhoud van het opdrachtenblad aan te passen om ervoor te zorgen dat deze coherent is met de uitvoering van de opdrachten van de territoriale pool en de specifieke doelstelling(en) die in deze bijlage zijn opgenomen.
ONDERAFDELING VII Bepaling tot wijziging van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs
Art. 54.In artikel 35 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of binnen het multidisciplinair team van een territoriale pool, opgericht op basis van artikel 6.2.".5-12 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs" ingevoegd tussen de woorden "met toepassing van de artikelen 8bis en 8ter van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs" en de woorden "en in het gewoon onderwijs met toepassing van het decreet van 7 februari 2019 betreffende het onthaal, de scholarisatie en de begeleiding van leerlingen die de taal niet beheersen in het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap"; 2° in het tweede lid worden na de woorden "door een door de regering erkende opleidingsinstelling" de woorden "of door een attest betreffende de ervaring van het personeelslid met de toepassing van integratiemaatregelen en/of redelijke aanpassingen, opgesteld door de werkgever bij wie het is verworven" ingevoegd. ONDERAFDELING VIII Bepaling tot wijziging van het decreet van 14 maart 2019 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten
Art. 55.In het decreet van 14 maart 2019 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten, wordt een titel IV/1 ingevoegd met als opschrift "Bepalingen betreffende de leden van het begeleidend personeel van de territoriale polen".
Art. 56.In titel IV/1 van hetzelfde decreet wordt een artikel 18/1 ingevoegd, dat als volgt luidt: "
Artikel 18/1.Het wekelijkse werkrooster van de personeelsleden van het gespecialiseerd onderwijs die, in het kader van een volledige dienstverlening, aan de territoriale polen zijn toegewezen, omvat 36 lestijden. Dit werkrooster, dat ook dienstverlening aan de school en de leerlingen en werk in en voor de klas behelst, omvat: 1° opdrachten in verband met de begeleiding van de samenwerkende scholen van de territoriale pool waarin zij zijn ingedeeld: a) voorlichting van onderwijsteams over redelijke aanpassingen en volledige permanente integratie;b) een schakel te vormen tussen de verschillende partners die bij de begeleiding van de leerlingen betrokken zijn, inzonderheid om de uitwisseling van ervaringen te vergemakkelijken;c) de leden van het onderwijsteam van de samenwerkende scholen te begeleiden en te ondersteunen bij de organisatie van redelijke aanpassingen, inzonderheid door het verstrekken van advies of hulpmiddelen;d) de samenwerkende scholen te begeleiden bij de opstelling van redelijke-aanpassingsprotocollen wanneer individuele zorg voor de betrokken leerling door de territoriale pool noodzakelijk blijkt;2° opdrachten in verband met de begeleiding van de leerlingen die zijn ingeschreven in de samenwerkende scholen van de territoriale pool waar zij zijn toegewezen: a) individuele begeleiding te bieden aan studenten met speciale behoeften bij de uitvoering van redelijke aanpassingen, indien nodig op basis van hun behoeften en de protocollen voor redelijke aanpassingen; b) individuele begeleiding te bieden aan leerlingen met specifieke sensorisch-motorische behoeften die een uitgebreide follow-up vereisen in het kader van de uitvoering van redelijke aanpassingen, indien dit noodzakelijk blijkt in het licht van de omvang van de behoeften als bedoeld in artikel 6.2.5-4 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs; c) voor de leerlingen die onder de bevoegdheid van de territoriale pool vallen, mee te werken aan de evaluatie van de protocollen voor redelijke aanpassingen en, in voorkomend geval, aan de doorverwijzing naar het gespecialiseerd onderwijs indien redelijke aanpassingen niet volstaan om een aan de specifieke behoeften van de leerling aangepast leerproces te waarborgen;d) leerlingen met speciale behoeften te ondersteunen in het kader van de permanente regeling voor volledige integratie van leerlingen uit het gespecialiseerd onderwijs;3° samenwerking: a) met de andere personeelsleden en, in voorkomend geval, de aan de territoriale pool toegewezen coördinator;b) met de personeelsleden van de samenwerkende scholen in het kader van de in de punten 1 en 2 gespecificeerde onderdelen van het werkschema;c) met de andere partners van de territoriale pool die te maken hebben met de specifieke behoeften van de leerlingen, inzonderheid de PMS-centra; 4° het proces van bijscholing bedoeld in het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan van het personeel van de instellingen voor gewoon basisonderwijs en het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en betreffende de oprichting van een instituut voor de opleiding tijdens de loopbaan.".
ONDERAFDELING IX Bepalingen tot wijziging van de regelgeving inzake terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking en reaffectatie in het gesubsidieerd onderwijs
Art. 57.In artikel 11, paragraaf 2, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd kleuter- en lager onderwijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, worden de woorden ", of in de structuur van een territoriale pool." toegevoegd na de woorden "met hetzelfde ambt in het gespecialiseerd onderwijs"; 2° in het derde lid, de woorden "of in de structuur van een territoriale pool."worden toegevoegd na de woorden "in het gewoon onderwijs".
Art. 58.De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 11, paragraaf 2, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het vrij gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd kleuter- en lager onderwijs: 1° tussen het eerste en tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt: "De verplichting tot reaffectatie en hervatting van het werk mag er niet toe leiden dat de inrichtende macht verplicht is een vacante betrekking in de structuur van een territoriale pool toe te wijzen of dat het ontslagen personeelslid een vacante betrekking aanvaardt, tenzij het personeelslid daar reeds een overeenkomst voor onbepaalde tijd heeft;2° in lid 2, nu lid 3, worden de woorden "of een hervatting van het werk" ingevoegd tussen de woorden "een reaffectatie" en de woorden "moet de weigering rechtvaardigen".
Art. 59.In artikel 8, tweede lid van paragraaf 2, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het gesubsidieerd officieel gewoon en gespecialiseerd onderwijs, secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en kunstonderwijs, worden de woorden "of in de structuur van een territoriale pool" ingevoegd tussen de woorden "in het gespecialiseerd onderwijs," en de woorden "in het onderwijs voor sociale promotie".
Art. 60.In § 1, vierde lid, van artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "of in de structuur van een territoriale pool" ingevoegd tussen de woorden "in het gespecialiseerd onderwijs," en de woorden "in het onderwijs voor sociale promotie".
Art. 61.In artikel 12, § 6, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het gesubsidieerd vrij gewoon en gespecialiseerd onderwijs, secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan en kunstonderwijs, wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt: "De reaffectatie mag er niet toe leiden dat de inrichtende macht verplicht is het personeelslid een vacante betrekking in de structuur van de pool toe te wijzen of dat het personeelslid deze betrekking moet aanvaarden, tenzij het personeelslid daar reeds een aanwerving in vast verband geniet.
Art. 62.In artikel 14, paragraaf 4, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "of in de structuur van een territoriale pool," ingevoegd tussen de woorden "in het gespecialiseerd onderwijs," en de woorden "in het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan".
Art. 63.In artikel 5, eerste paragraaf, derde lid, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het gesubsidieerd officieel onderwijs voor sociale promotie, worden de woorden "de structuur van een territoriale pool," ingevoegd tussen de woorden "het gewoon en het gespecialiseerd secundair onderwijs," en de woorden "het onderwijs voor sociale promotie,".
Art. 64.In artikel 11, derde paragraaf, tweede lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het gesubsidieerd vrij onderwijs voor sociale promotie, worden de woorden ", binnen de structuur van een territoriale pool," ingevoegd tussen de woorden "in het gespecialiseerd onderwijs" en de woorden "of in het onderwijs met beperkt leerplan". HOOFDSTUK III Overgangsbepalingen AFDELING I De oprichting van territoriale polen ONDERAFDELING I De toewijzing aan en de verdeling van de middelen over de territoriale polen en scholen voor gespecialiseerd onderwijs gedurende de schooljaren 2021-2022 tot en met 2025-2026
Art. 65.§ 1. In afwijking van de artikelen 6.2.5-3 en 6.2.5-5 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs, zoals ingevoerd bij artikel 1, wordt voorzien in de volgende middelen: 1° voor het schooljaar 2021-2022: een bedrag van 92.200.000 euro; 2° voor het schooljaar 2022-2023: een bedrag van 90.200.000 euro; 3° voor het schooljaar 2023-2024: een bedrag van 88.100.000 euro; 4° voor het schooljaar 2024-2025: een bedrag van 86.100.000 euro; 5° voor het schooljaar 2025-2026: een bedrag van 80.900.000 euro.
Deze middelen worden toegewezen: 1° voor de salarissen, weddetoelagen, werkingsdotaties en werkingssubsidies van de territoriale polen opgericht met toepassing van artikel 67;2° het saldo wordt bestemd voor de opvang van leerlingen die, vóór 2 september 2020, een volledige bestendige integratie genieten met toepassing van artikel 132 van 3 maart 2004 tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs. § 2. Tijdens het schooljaar 2021-2022 worden alle coördinatoren van de overeenkomstig artikel 63 op te richten territoriale polen aangeworven hetzij met ingang van 1 september 2021, hetzij met ingang van 1 januari 2022. De middelen bestemd voor de financiering van deze aanwervingen komen ten laste van de begroting bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°.
Poolcoördinatoren die op 1 september 2021 worden aangeworven, worden alleen voor de duur van het schooljaar 2021-2022 aangeworven.
In afwachting van de oproep bedoeld in de artikelen 54quindecies van het decreet van 1 februari 1993 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, 44decies/4 van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en 12sexies, 2 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderings- en selectieambten, werft de inrichtende macht hen aan volgens een procedure gelijkaardig aan die bepaald in respectief de artikelen 54sexdecies van het decreet van 1 februari 1993, 44decies/5 van het decreet van 6 juni 1994 en 28, § 3 van het decreet van 4 januari 1999.
De poolcoördinatoren die vanaf 1 januari 2022 worden aangeworven, worden aangeworven overeenkomstig de bepalingen van artikel 54duodecies van het decreet van 1 februari 1993, artikel 44decies/1 van het decreet van 6 juni 1994 en artikel 12sexies van het decreet van 4 januari 1999.
Een budget van 3.710.000 euro wordt uitgetrokken op het budget bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, en is bestemd voor de financiering van de begeleiding van leerlingen met een redelijk aanpassingenprotocol bedoeld in artikel 1.7.8-1, § 4, zesde lid, van het wetboek van basis- en secundair onderwijs en die door hun specifieke noden een individuele begeleiding nodig hebben in het licht van hun noden en hun redelijk aanpassingenprotocol.
Deze begroting wordt omgezet in lestijden. Deze lestijden worden verdeeld over de hoofdscholen die door de Regering zijn aangewezen om een territoriale pool te vormen met toepassing van artikel 73, in verhouding tot het aantal leerlingen in het gewoon onderwijs dat regelmatig is ingeschreven in de toekomstige samenwerkende scholen van elke territoriale pool. De regeringsdiensten kennen deze lestijden toe aan de hoofdschool vanaf de daadwerkelijke aanwerving van een coördinator binnen deze school overeenkomstig lid 1, die verantwoordelijk is voor de verdeling van de middelen over de leerlingen van de toekomstige samenwerkende scholen. 400.000 euro is afkomstig van de in paragraaf 1, eerste lid, punt 1°, bedoelde begroting en wordt gebruikt voor de financiering van de toekenning van afwijkingslestijden door de overheid indien de school voor gespecialiseerd onderwijs en de school voor gewoon onderwijs die partners zijn bij de integratie, op ten minste 40 km van elkaar zijn gelegen.
Het saldo van de in paragraaf 1, eerste lid, 1°, bedoelde begroting wordt door de regeringsdiensten omgerekend in begeleidingslestijden.
Deze lestijden worden verdeeld over de leerlingen van het basis- of secundair onderwijs die ten laatste op 2 september 2020 definitief volledig geïntegreerd zijn, met toepassing van artikel 132 van het decreet van 3 maart 2004 tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs.
Deze lestijden worden toegekend aan de school voor gespecialiseerd onderwijs waartoe het begeleidingspersoneel behoort dat verantwoordelijk is voor de betrokken leerling. Het aantal lestijden dat aan de school voor gespecialiseerd onderwijs wordt toegekend, wordt afgerond op de dichtstbijzijnde eenheid.
Het begeleidend personeel wordt gekozen rekening houdend met de specifieke types en behoeften van het kind zoals bepaald in artikel 8 van het decreet van 3 maart 2004 tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs.
De werkingsdotaties of -subsidies voor leerlingen in permanente volledige integratie in de derde graad van het secundair onderwijs zijn verschuldigd aan de school voor gespecialiseerd onderwijs en niet aan de school voor gewoon onderwijs waar de betrokken leerling is ingeschreven. Als tegenprestatie moet de school voor gespecialiseerd onderwijs aan de school voor gewoon onderwijs de specifieke uitrusting ter beschikking stellen die de geïntegreerde leerling nodig heeft, binnen de perken van de toegekende middelen.
Voor elke leerling in het gespecialiseerd onderwijs van type 8 wordt begeleiding geboden door personeel van het secundair gespecialiseerd onderwijs van type 8 of door personeel van het secundair gespecialiseerd onderwijs van vorm 3 of vorm 4. § 3. Voor de toepassing van paragraaf 1, tweede lid, 1°, wordt het totale aantal punten voor de schooljaren 2022-2023 tot en met 2024-2025 berekend aan de hand van de volgende formule: Ntr = [N /100] x 30 In deze formule: "Ntr": het aantal punten dat voor het betrokken schooljaar over de territoriale polen moet worden verdeeld; "N" betekent het totaal aantal punten als bepaald in artikel 6.2.5-3, § 1, eerste lid.
Voor de toepassing van paragraaf 1, punt 5°, wordt voor het schooljaar 2025-2026 de volgende formule toegepast: N25-26 = [N /100] x 35 In deze formule: verwijst "N25-26" naar het aantal punten dat voor het betrokken schooljaar over de territoriale polen moet worden verdeeld; betekent "N" het totaal aantal punten als bepaald in artikel 6.2.5-3, § 1, eerste lid.
Voor het geheel van de betrokken schooljaren wordt het totaal aantal punten verdeeld over de territoriale polen in verhouding tot het aantal leerlingen ingeschreven in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd gewoon onderwijs, door toepassing van het principe bedoeld in artikel 6.2.5-3, § 3.
Artikel 6.2.5-3, § 1, tweede lid, en § 2 zijn niet van toepassing tijdens de schooljaren waarop deze bepaling betrekking heeft. § 4. Voor de toepassing van paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt tijdens de schooljaren 2022-2023 tot en met 2025-2026 het saldo van de begroting door de regeringsdiensten omgerekend in begeleidingslestijden.
Deze lestijden worden verdeeld over de leerlingen van het basis- of secundair onderwijs die ten laatste op 2 september 2020 tot het permanent volledig geïntegreerd onderwijs zijn toegetreden, met toepassing van artikel 132 van het decreet van 3 maart 2004 tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs.
Deze lestijden worden toegekend: 1° of aan de school voor gespecialiseerd onderwijs waartoe het begeleidend personeel behoort dat belast is met de betrokken leerling: a) als ze niet de hoofdschool of de partnerschool van de territoriale pool is waarmee de school voor gewoon onderwijs een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;b) wanneer ze geen specifieke partnerschapsovereenkomst met een territoriale pool voor de opvang van de betrokken leerling heeft gesloten;2° of aan de betrokken territoriale pool: a) wanneer de betrokken school voor gespecialiseerd onderwijs de hoofdschool is of een partnerschool van het territoriale samenwerkingsverband waarmee de school voor gewoon onderwijs een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;b) wanneer de betrokken school voor gespecialiseerd onderwijs met de territoriale pool voor de opvang van de betrokken leerling een specifieke partnerschapsovereenkomst heeft gesloten. Deze lestijden worden toegewezen aan de territoriale pool en omgezet in punten. Eén lestijd komt overeen met 22 punten.
Het aantal lestijden dat aan de school voor gespecialiseerd onderwijs of de territoriale pool wordt toegekend, wordt afgerond op de dichtstbijzijnde eenheid.
Het begeleidend personeel wordt gekozen rekening houdend met de specifieke types en behoeften van het kind zoals bepaald in artikel 8 van het decreet van 3 maart 2004 tot organisatie van het gespecialiseerd onderwijs.
Indien de lestijden aan de school voor gespecialiseerd onderwijs worden toegekend overeenkomstig het derde lid, 1° : 1° zijn de werkingssubsidies of subsidies met betrekking tot leerlingen in permanente volledige integratie in de derde graad van het secundair onderwijs verschuldigd aan de school voor gespecialiseerd onderwijs en niet aan de school voor gewoon onderwijs waar de betrokken leerling wordt onderwezen.Als tegenprestatie moet de school voor gespecialiseerd onderwijs de school voor gewoon onderwijs voorzien van de specifieke uitrusting die nodig is voor de geïntegreerde leerling, binnen de perken van de toegekende middelen; 2° voor elke leerling in het secundair gespecialiseerd onderwijs van type 8 wordt begeleiding geboden door personeel van het secundair gespecialiseerd onderwijs van type 8 of door personeel van het secundair gespecialiseerd onderwijs van vorm 3 of vorm 4.
Art. 66.§ 1. Voor het schooljaar 2021-2022 en in afwijking van artikel 6.2.5-5, tweede lid, wordt een jaarlijks bedrag van 9.100.000 euro uitgetrokken voor de begeleiding van leerlingen die vóór 2 september 2020 in de derde graad van het secundair onderwijs permanent volledig geïntegreerd zijn in toepassing van artikel 132 van het decreet van 3 maart 2004 houdende de organisatie van het gespecialiseerd onderwijs en die gespecialiseerd onderwijs van het type 4, 6 of 7 volgen. Deze middelen worden voor elke leerling toegekend aan de school voor gespecialiseerd onderwijs die met de leerling belast is, ten belope van 8 lestijden, en aan de school voor gewoon onderwijs die met de leerling belast is, ten belope van 8 lestijden.
Voor de schooljaren 2022-2023 tot en met 2025-2026 en in afwijking van de artikelen 6.2.5-4 en 6.2.5-5, tweede lid, wordt jaarlijks een bedrag van 9.100.000 euro uitgetrokken ter begeleiding van: 1° leerlingen met specifieke sensorisch-motorische behoeften die een uitgebreide opvolging vereisen als bedoeld in artikel 6.2.3-1, tweede lid, 2°, b); 2° leerlingen in permanente volledige integratie in de derde graad van het secundair onderwijs vóór 2 september 2020 in toepassing van artikel 132 van het decreet van 3 maart 2004 houdende de organisatie van het gespecialiseerd onderwijs en die behoren tot het type 4, 6 of 7 van het gespecialiseerd onderwijs. Voor de toepassing van het tweede lid, 1°, worden aan de territoriale pool tussen 44 en 352 aanvullende punten toegekend voor de betrokken leerling, afhankelijk van de conclusies van de evaluatie bedoeld in artikel 6.2.5-4, tweede lid.
Voor de toepassing van het tweede lid, 2°, worden deze middelen aan elke leerling toegekend met inachtneming van de volgende procedures: 1° of aan de school voor gespecialiseerd onderwijs die met de leerling belast is gedurende ten hoogste 8 lestijden en aan de school voor gewoon onderwijs die met de leerling belast is gedurende ten hoogste 8 lestijden: a) wanneer de betrokken school voor gespecialiseerd onderwijs niet de hoofdschool of de partnerschool van het territoriale samenwerkingsverband is waarmee de gewone school een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;b) wanneer het geen specifieke partnerschapsovereenkomst met een territoriale pool voor de opvang van de betrokken leerling heeft gesloten;2° of aan de betrokken territoriale pool, voor een totaal van 352 aanvullende punten: a) wanneer de school voor gespecialiseerd onderwijs die voor de leerling verantwoordelijk is, de hoofdschool is of een partnerschool waarmee de school voor gewoon onderwijs een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;b) wanneer de betrokken school voor gespecialiseerd onderwijs met de territoriale pool voor de opvang van de betrokken leerling een specifieke partnerschapsovereenkomst heeft gesloten. De regering bepaalt de voorwaarden voor de verdeling van de in deze paragraaf bedoelde middelen. § 2. Voor het schooljaar 2021-2022 wordt toegekend aan elke leerling die tussen 2 september 2020 en 31 augustus 2021 permanent volledig geïntegreerd is: 1° of 4 lestijden in een school voor gespecialiseerd onderwijs die belast is met een leerling in permanente volledige integratie;2° of 16 lestijden voor leerlingen in volledige permanente integratie die in het gespecialiseerd onderwijs van type 4, 6 of 7 zitten en in de derde graad van het secundair onderwijs geïntegreerd zijn.Deze lestijden zijn verdeeld in 8 lestijden voor de school voor gespecialiseerd onderwijs die met de leerling belast is en 8 lestijden voor de school voor gewoon onderwijs die met de leerling belast is.
Tijdens de schooljaren 2022-2023 tot en met 2025-2026 wordt toegekend voor elke leerling die tussen 2 september 2020 en 31 augustus 2022 volledig en permanent is geïntegreerd: 1° of 88 aanvullende punten voor de territoriale pool wanneer de school voor gespecialiseerd onderwijs die voor de leerling verantwoordelijk is, de hoofdschool is of een partnerschool van de territoriale pool waarmee de school voor gewoon onderwijs een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;2° of 352 aanvullende punten voor de territoriale pool wanneer de school voor gespecialiseerd onderwijs die voor de leerling verantwoordelijk is, de hoofdschool of een partnerschool van de territoriale pool is en de leerlingen in het gespecialiseerd onderwijs van type 4, 6 of 7 zitten en geïntegreerd zijn in de derde graad van het secundair onderwijs;3° of 4 lestijden aan de school voor gespecialiseerd onderwijs die belast is met de volledige en permanente integratie van een leerling, wanneer de school voor gespecialiseerd onderwijs niet de hoofdschool of de partnerschool is van de territoriale pool waarmee de school voor gewoon onderwijs een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;4° of 16 lestijden voor leerlingen in permanente volledige integratie die type 4, 6 of 7 gespecialiseerd onderwijs volgen en geïntegreerd zijn in de derde graad van het secundair onderwijs wanneer de school voor gespecialiseerd onderwijs niet de hoofdschool of de partnerschool van een territoriale pool is.Deze lestijden zijn verdeeld in 8 lestijden voor de school voor gespecialiseerd onderwijs die met de leerling belast is en 8 lestijden voor de school voor gewoon onderwijs die met de leerling belast is.
ONDERAFDELING II Over de oprichting van territoriale polen
Art. 67.§ 1. De territoriale polen worden opgericht met ingang van 1 september 2022.
Op basis van een door de regeringsdiensten ter beschikking gesteld modelaanvraagdossier dienen de inrichtende machten van scholen voor gespecialiseerd onderwijs die een territoriale pool wensen te organiseren, hun aanvraagdossier uiterlijk op 1 oktober 2021 in bij de regeringsdiensten. Dit dossier moet de volgende elementen bevatten: 1° de identificatie van de hoofdschool;2° de identificatie van mogelijke partnerscholen en hun inrichtende macht;3° de identificatie van de samenwerkende scholen en hun inrichtende macht; Wanneer het aanvraagdossier een of meer verzoeken om afwijking als bedoeld in de artikelen 6.2.2-4, § 1, laatste lid, en 6.2.2-6, § 1, derde lid, bevat, wordt het advies van de Algemene Raad(en) in genoemd dossier opgenomen.
Voor de toepassing van het tweede lid, 2°, en in afwijking van artikel 6.2.2-4, § 1, bevat het aanvraagdossier, in voorkomend geval, een vaste verbintenis van de inrichtende macht van de hoofdschool en van alle inrichtende machten van de gespecialiseerde onderwijsinstellingen om het partnerschap of de specifieke partnerschapsovereenkomst aan te gaan. Deze overeenkomsten moeten worden gesloten binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit tot vaststelling van de modellen bedoeld in de artikelen 6.2.2-4, § 1, vierde lid, en 6.2.2-5, laatste lid. Indien de overeenkomsten niet binnen deze termijn zijn gesloten, stelt de regering een bemiddelingsprocedure in tussen de betrokken inrichtende machten, om de sluiting van de overeenkomst mogelijk te maken. Als de hoofdschool en de partnerscholen door dezelfde inrichtende macht worden georganiseerd, deelt deze laatste in haar aanvraagdossier de lijst van partnerscholen van de territoriale pool mee in de overeenkomstig artikel 6.2.2-8 vastgestelde rechtsgebieden.
Voor de toepassing van tweede lid, 3°, en in afwijking van artikel 6.2.2-6, § 1, bevat het aanvraagdossier een vaste verbintenis van de inrichtende macht van de school en alle inrichtende macht van de scholen voor gewoon onderwijs om een samenwerkingsovereenkomst te sluiten. Deze overeenkomsten worden gesloten binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit tot vaststelling van het in artikel 6.2.2-6, § 1, tweede lid, bedoelde model. Indien zij niet binnen deze termijn worden gesloten, stelt de regering een bemiddelingsprocedure in tussen de betrokken inrichtende machten teneinde de sluiting van deze overeenkomst mogelijk te maken. Als de hoofdschool en de samenwerkende scholen door dezelfde inrichtende macht worden georganiseerd, deelt deze laatste in haar aanvraagdossier mee welke rechtsgebieden overeenkomstig artikel 6.2.2-8 zijn ingesteld. Deze gebieden worden meegedeeld binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit tot vaststelling van het in artikel 6.2.2-8, tweede lid, bedoelde model. § 2. De inrichtende machten van scholen voor gespecialiseerd onderwijs die hun aanvraag wensen in te dienen, kunnen de steun vragen van de federatie van inrichtende machten waarbij zij aangesloten zijn of waarmee zij een overeenkomst hebben gesloten, of van Wallonie-Bruxelles Enseignement voor de gesubsidieerde scholen waarmee zij een overeenkomst heeft gesloten. Deze steun bestaat inzonderheid uit: 1° een steun om het aanvraagdossier op te stellen;2° hen in contact te brengen met potentiële partnerscholen.Deze scholen kunnen deel uitmaken van verschillende onderwijsnetwerken; 3° hen in contact te brengen met potentiële samenwerkende scholen. Deze scholen kunnen, indien nodig, deel uitmaken van verschillende onderwijsnetwerken.
In het kader van deze begeleidingsopdracht zorgen Wallonië-Bruxelles Enseignement en alle federaties van inrichtende machten ervoor dat zij samenwerken om de aansluiting van de kandidaat-scholen voor gespecialiseerd onderwijs op de scholen voor gewoon onderwijs te vergemakkelijken. In deze context verwijzen Wallonie-Bruxelles Enseignement en alle federaties van inrichtende machten de scholen voor gewoon onderwijs naar de territoriale polen die met hen een samenwerking kunnen aangaan. § 3. De inrichtende macht van de school die de aanvraag indient, moet overeenkomstig paragraaf 1, lid 5, een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten met scholen van het gewone onderwijs die op 15 januari 2021, de datum van de vorming van de territoriale pool, samen ten minste 12 300 ingeschreven leerlingen tellen.
De regering stelt een lijst op van de verschillende territoriale polen, hun structuur en de samenwerkende scholen en inrichtende machten in elk gebied. De regeringsdiensten publiceren op de referentiewebsite de lijst van territoriale polen, hun structuur, de betrokken inrichtende machten en de partner- en samenwerkende scholen.
In afwijking van artikel 6.2.2-3, lid 1, wordt de pool gevormd tot het einde van de doelstellingenovereenkomst van de hoofdschool. De inrichtende macht van de hoofdschool kan dan besluiten de territoriale pool te verlengen overeenkomstig de voorwaarden voor verlenging.
Indien de inrichtende macht van de pool opgericht in het kader van deze bepaling nog geen doelstellingenovereenkomst voor de hoofdschool heeft gesloten, wordt de duur van de pool verlengd tot het verstrijken van de toekomstige doelstellingenovereenkomst.
ONDERAFDELING III De verklaring van vacature tijdens de periode van samenstelling van de territoriale pool
Art. 68.Bij de samenstelling van de in artikel 67 bedoelde polen kunnen de daarin gecreëerde betrekkingen niet voor het einde van de vijf schooljaren van 2021-2022 tot en met 2025-2026 vacant worden verklaard.
Gedurende deze periode blijven vaste personeelsleden die zijn aangeworven in een betrekking die door de structuur van de territoriale polen wordt gegenereerd, houder van de betrekking waarin zij in vast verband zijn benoemd of aangeworven, indien van toepassing, bij hun inrichtende macht van oorsprong.
Art. 69.Tijdens de periode waarin de pool wordt opgericht zoals bedoeld in artikel 65, mogen de betrekkingen die worden gegenereerd in het kader van de permanente volledige integratie, zoals bedoeld in artikel 132 van het decreet van 3 maart 2004 houdende de organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, geen aanleiding geven tot een vacatureverklaring en tot een vaste benoeming of aanwerving in de hoofdschool en de partnerscholen van de pool.
AFDELING II De wijziging van de doelstellingenovereenkomsten van de scholen die betrokken zijn bij de oprichting van de territoriale polen
Art. 70.§ 1. Scholen voor gespecialiseerd onderwijs die met toepassing van artikel 67 als hoofdscholen van een territoriale pool zijn aangewezen, moeten de in artikel 6.2.4-1 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs bedoelde bijlage betreffende de territoriale pool in hun sturingsplan opnemen als zij hun doelstellingenovereenkomst overeenkomstig artikel 1.5.2-5 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs niet vóór 1 september 2022 hebben gesloten.
In afwijking van artikel 6.2.4-1 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs worden de adviezen bedoeld in artikel 1.5.3-1, § 2, 12°, niet in aanmerking genomen voor de voorbereiding van het jaar met betrekking tot de territoriale pool. § 2. Scholen voor gespecialiseerd onderwijs die overeenkomstig artikel 67 als hoofdscholen van een territoriale pool zijn aangewezen, moeten een wijziging van hun doelstellingenovereenkomst ondernemen om de bijlage betreffende de territoriale pool op te nemen als zij hun doelstellingenovereenkomst overeenkomstig artikel 1.5.2-5 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs vóór 1 september 2022 hebben gesloten.
De directeur van de betrokken school stelt vóór 1 december 2022 een wijziging van doelstellingenovereenkomst voor. Indien zij niet binnen deze termijn wordt toegezonden, is artikel 1.5.2-8 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs van toepassing.
In afwijking van artikel 6.2.4-1 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs wordt de bijlage betreffende de territoriale pool opgesteld door de directeur van de hoofdschool, met de steun van de poolcoördinator en in samenwerking met het multidisciplinaire team van de pool, rekening houdend met de specifieke context van de pool en de samenwerkende scholen, de door de inrichtende macht van de hoofdschool vastgestelde richtlijnen en de beschikbare middelen. Over deze bijlage betreffende de territoriale pool wordt een advies uitgebracht door de lokale sociale overlegorganen en wordt een gecoördineerde dialoog gevoerd met de verschillende inrichtende machten van de bij de territoriale pool betrokken hoofdscholen en partners.
Binnen 15 kalenderdagen na de indiening van het voorstel tot wijziging van de doelstellingenovereenkomst analyseert de afgevaardigde bij de doelstellingenovereenkomst deze wijziging met de directeur en de inrichtende macht.
Indien de inrichtende macht van oordeel is dat de wijziging in overeenstemming is met de bijzondere doelstellingen en, in voorkomend geval, met de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 1.5.2-2 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs, legt zij de gewijzigde doelstellingenovereenkomst ter ondertekening voor aan de directeur van de zone. Indien nodig wordt het opdrachtenblad van de directeur gewijzigd overeenkomstig de artikelen 26 en 27 van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs in het onderwijs.
Indien de voorgestelde wijziging van de doelstellingenovereenkomst niet in overeenstemming wordt geacht met de verbeterdoelstellingen en, in voorkomend geval, met de bijzondere doelstellingen als bedoeld in artikel 1.5.2-2 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs, doet de afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst met redenen omklede aanbevelingen aan de directeur en de inrichtende macht opdat de doelstellingenovereenkomst wordt aangepast. De geformuleerde aanbevelingen zijn in overeenstemming met de vrijheid van de inrichtende macht op het gebied van onderwijsmethoden.
De directeur en, indien aangeworven, de poolcoördinator passen, in samenwerking met het multidisciplinaire team van de territoriale pool, het voorstel van specifieke bijlage bij de territoriale pool aan. Hij legt het om advies voor aan de plaatselijke sociale overlegorganen en ter goedkeuring aan de inrichtende macht.
Het voorstel tot wijziging van de doelstellingenovereenkomst wordt binnen 20 schoolwerkdagen na de kennisgeving van de aanbevelingen van de voor de doelstellingenovereenkomst verantwoordelijke persoon teruggestuurd naar de voor de doelstellingenovereenkomst verantwoordelijke persoon. De afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst beschikt vervolgens over tien kalenderdagen om een nieuwe analyse uit te voeren van de geschiktheid van de doelstellingenovereenkomst met de doelstellingen, bedoeld in artikel 1.5.2-2 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs.
Indien de directeur van oordeel is dat de wijziging in overeenstemming is met de verbeterdoelstellingen en, in voorkomend geval, met de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 1.5.2-2 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs, legt hij de gewijzigde doelstellingenovereenkomst ter ondertekening voor aan de directeur van de zone. Indien nodig wordt het opdrachtenblad van de directeur gewijzigd overeenkomstig de artikelen 26 en 27 van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs in het onderwijs.
Bij blijvende onenigheid tussen een school en de afgevaardigde bij de doelstellingenovereenkomst over de ontwerp-bijlage die specifiek voor de territoriale pool bij de doelstellingenovereenkomst moet worden gevoegd, kan de school zich op basis van een met redenen omkleed verzoek wenden tot een collegiaal orgaan, bestaande uit de coördinerend afgevaardigde en de betrokken zonedirecteur, binnen de in dit artikel vastgestelde termijn voor de aanpassing van de doelstellingenovereenkomst. In voorkomend geval kan dit orgaan de aanbevelingen van de afgevaardigde voor de doelstellingenovereenkomst aanpassen en de termijn verlengen waarbinnen de school aan de aanbevelingen moet voldoen. HOOFDSTUK IV Slotbepalingen
Art. 71.Artikel 65, §§ 1, eerste lid, 1°, en tweede lid, en 2, en artikel 67, §§ 1, tweede tot en met vijfde lid, en 2, hebben uitwerking met ingang van de dag van de aanneming van dit decreet.
Art. 72.Artikel 4 treedt in werking op 1 september 2022.
Art. 73.Behoudens de inwerkingtreding bedoeld in de artikelen 71 en 72, treedt dit decreet in werking op 1 september 2021.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 17 juni 2021.
De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het Toezicht op « Wallonie-Bruxelles Enseignement", F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2020-2021 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 245-1. - Commissieamendement(en), nr. 245-2- Commissieverslag, nr. 245-3 - Tekst aangenomen tijdens de commissie, nr. 245-4 Zittingsamendement(en), nr. 245-5 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 245-6 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 16 juni 2021.