Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 juli 2003
gepubliceerd op 28 juli 2003

Decreet betreffende de sociale insluiting

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003027685
pub.
28/07/2003
prom.
17/07/2003
ELI
eli/decreet/2003/07/17/2003027685/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2003. - Decreet betreffende de sociale insluiting (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene beginselen

Artikel 1.Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art. 2.Dit decreet heeft tot doel : 1° de diensten te erkennen die zich hoofdzakelijk richten tot de personen die in een uitsluitingssituatie verkeren en die collectieve dan wel gemeenschappelijke acties voor de sociale insluiting tot stand brengen waarvan de aard : a) ofwel preventief is, namelijk acties die kunnen inwerken op de oorzaken van de uitsluiting;b) ofwel curatief is, namelijk acties die kunnen inwerken op de gevolgen van de uitsluiting;2° de structuren te erkennen met als opdracht te voorzien in de coördinatie en in de netwerking van de publieke en particuliere actoren die betrokken zijn bij de hulpverlening aan de personen die in een uitsluitingssituatie verkeren;3° de diensten en structuren te subsidiëren als bedoeld onder de punten 1° en 2° onder de voorwaarden vastgesteld in hoofdstuk V van dit decreet.

Art. 3.Voor de toepassing van dit decreet wordt beschouwd als zijnde een persoon die in een uitsluitingssituatie verkeert, elke meerderjarige persoon die geconfronteerd wordt of dreigt te worden met de moeilijkheid om een menswaardig leven te leiden en de rechten die erkend zijn bij artikel 23 van de Grondwet uit te oefenen en die, daarnaast, voor wat betreft de diensten voor sociale insluiting, niet in aanmerking kan komen voor een regeling inzake maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces.

Art. 4.De diensten en de structuren bedoeld bij dit decreet dragen ten gunste van de personen die in een uitsluitingssituatie verkeren, bij tot de verwezenlijking van volgende doelstelling : 1° het sociaal isolement doorbreken;2° een deelname aan het maatschappelijke, economische, politieke en culturele leven mogelijk maken;3° de sociale erkenning bevorderen;4° het welzijn en de leefkwaliteit verbeteren;5° de autonomie begunstigen. HOOFDSTUK II. - Erkenning van de diensten voor sociale insluiting

Art. 5.De Regering erkent onder de benaming « dienst voor sociale insluiting » elke vereniging of instelling die de collectieve of gemeenschappelijke acties bedoeld in artikel 2, 1°, samengevoegd tot stand brengt via : 1° groepswerk waarbij zowel collectieve als individuele bekwaamheden ingezet worden;2° de implementering van middelen waarmee de problemen in verband met de bestaansonzekerheid aangepakt kunnen worden;3° de uitwerking van instrumenten die onontbeerlijk zijn voor de uitoefening van de rechten die erkend zijn bij artikel 23 van de Grondwet;4° de hulpverlening aan collectieve projecten die het werk zijn van de personen die in een uitsluitingssituatie verkeren;5° een sociaal-individuele begeleiding in aanvulling op de sociaal-collectieve aanpak;6° de totstandbrenging van gediversifieerde sociale banden, meer bepaald tussen generaties en culturen.

Art. 6.De aanvraag tot erkenning wordt bij de Regering ingediend.

De Regering bepaalt de inhoud van het dossier voor de erkenningsaanvraag. In dat dossier worden ten minste opgenomen : 1° de taakomschrijving van de aanvrager;2° de statuten van de aanvrager;3° de samenstelling van de bestuursorganen en de lijst van het personeel;4° een project waarin de acties die de aanvrager tot stand brengt of beoogt, omschreven worden.Het model voor het project wordt door de Regering vastgesteld.

Art. 7.§ 1. Elke vereniging of instelling dient, om erkend te worden als dienst voor sociale insluiting, de volgende voorwaarden na te komen : 1° een vereniging zonder winstgevend doel, een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een vereniging bedoeld in hoofdstuk XII van de wet van 8 juli 1976 tot organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn of door een dergelijke instantie georganiseerd worden.Verschillende openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen samen erkend worden op voorwaarde dat ze onderling een overeenkomst afsluiten om samen de acties voor de sociale insluiting die de aanvraag tot erkenning verantwoorden, tot stand te brengen; 2° de begunstigden voor de uitvoering van de acties bedoeld in dit decreet minstens een halftijds maatschappelijk werker ter beschikking te stellen;3° voor de acties voor de sociale insluiting die een aanvraag tot erkenning verantwoorden, onder geen enkele regelgeving die in één of andere erkenning voorziet, ressorteren;4° niet erkend zijn in de hoedanigheid van bedrijf voor vorming door arbeid;5° de bedrijfszetel in het Waalse Gewest gevestigd hebben;6° doorgaans sinds minstens twee jaar te rekenen van de datum van de aanvraag tot erkenning acties voor de sociale insluiting tot stand brengen;7° de acties voor de sociale insluiting op regelmatige wijze uitvoeren;8° in de hulpverlening aan de begunstigden voorzien zonder onderscheid van nationaliteit, geloof, opinie of sexuele geaardheid en met respect voor de ideologische, filosofische of religieuze overtuigingen van betrokkenen;9° zich hoofdzakelijk richten tot de personen bedoeld in artikel 3;10° zo georganiseerd zijn dat de aanpassing aan de door de begunstigden uitgedrukte behoeften mogelijk is;11° samenwerkingsverbanden tot stand brengen en in een samenwerkingsverband handelen met de diensten en instellingen die noodzakelijk zijn voor de volbrenging van de opdrachten;12° een kwalitatieve evaluatieprocedure opzetten waaraan de vereniging of de instelling en de begunstigden deelnemen;13° het personeel bezoldigen volgens de loonschalen zoals vastgesteld door de paritaire comités of door de overheid die belast is met de vaststelling van het personeelsstatuut en in overeenstemming met de functie die het uitoefent;14° zich ertoe verbinden elke begunstigde in te lichten over de bestaande regelingen inzake maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces;15° zich ertoe verbinden het bestuur in te lichten over elke wijziging in het statuut en in de samenstelling van het personeel, in de functies of het statuut van het personeels dat de acties voor de sociale insluiting onderneemt. § 2. De Regering bepaalt de titels, diploma's of kwalificaties van de maatschappelijk werker bedoeld in paragraaf 1, 2°, evenals de wijze van doorvoering van de evaluatieprocedure bedoeld in paragraaf 1, 12°, en de wijze van toepassing van paragraaf 1, 9° en 14°.

Art. 8.Bij een eerste aanvraag tot erkenning wordt de erkenning voor een maximumperiode van drie jaar verleend.

De erkenning is hernieuwbaar op verzoek van de dienst voor sociale insluiting.

Elke hernieuwing van de erkenning wordt verleend voor een minimumperiode van drie jaar en een maximumperiode van vijf jaar.

De erkenning kan worden opgeheven of ingetrokken wegens niet-naleving van de bepalingen van dit decreet of van de krachtens dit decreet vastgestelde bepalingen.

Art. 9.De Regering stelt de procedure vast voor de toekenning, de hernieuwing, de opschorting of de intrekking van de erkenning.

Hij stelt de wijze vast waarop hoger beroep wordt aangetekend tegen de beslissingen tot weigering, opschorting of intrekking van de erkenning. HOOFDSTUK III. - Oprichting en erkenning van de sociale contactpunten

Art. 10.§ 1. In elk bestuursarrondissement kan de Regering op eigen initiatief een vereniging oprichten en erkennen die de opdracht bedoeld in artikel 2, 2°, vervult.

Als er zich in het bestuursarrondissement minstens één stad of gemeente van meer dan vijftigduizend inwoners bevindt, wordt de door de Regering erkende vereniging « stedelijk sociaal contactpunt » genoemd.

Als er zich in het bestuursarrondissement geen enkele stad of gemeente van meer dans vijftigduizend inwoners bevindt, wordt de door de Regering erkende vereniging « intergemeentelijk sociaal contactpunt » genoemd. § 2. De Regering erkent bij voorrang de stedelijke sociale contactpunten die zich in de bestuursarrondissementen bevinden waar er een door het Waalse Gewest gesubsidieerde instantie voor dringende maatschappelijke dienstverlening bestaat.

Voor de intergemeentelijke sociale contactpunten wordt voorrang gegeven aan de bestuursarrondissementen waar het aantal leefloners procentueel het hoogst is.

Art. 11.§ 1. Om erkend te worden overeenkomstig artikel 10, § 1, tweede lid, dient elke vereniging aan volgende voorwaarden te voldoen : 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zoals bedoeld in hoofdstuk XII van de wet van 8 juli 1976 tot organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;2° voor het merendeel bestaan uit openbare of particuliere sociaal-geneeskundige instellingen die betrokken zijn bij de hulpverlening aan de personen die in een uitsluitingssituatie verkeren. Elke openbare of particuliere instelling die aan de voorwaarde bedoeld onder punt 7° voldoet, heeft het recht, als hij het handvest bedoeld onder punt 6° ondertekent, om lid te worden van een sociaal contactpunt.

Elke beslissing van de algemene vergadering wordt getroffen bij meerderheid van stemmen van de vertegenwoordigers van zowel de publieke als de particuliere actoren; 3° in de raad van bestuur minstens tellen : a) één vertegenwoordiger van de Regering; b) één vertegenwoordiger van het O.C.M.W. (de O.C.M.W.'s); c) één vertegenwoordiger van de steden en gemeenten;d) één vertegenwoordiger van een ziekenhuis;e) één vertegenwoordiger van een dienst die gespecialiseerd is in de dagopvang van de begunstigden;f) één vertegenwoordiger van een dienst die gespecialiseerd is in de nachtopvang van de begunstigden;g) één vertegenwoordiger van een dienst die gespecialiseerd is in het straathoekwerk. Het ziekenhuis en de diensten als bovenvermeld dienen zich in de betrokken stad of in de rand ervan te bevinden.

Elke beslissing van de raad van bestuur wordt getroffen bij meerderheid van stemmen van de vertegenwoordigers van zowel de publieke als de particuliere actoren; 4° over een stuurgroep beschikken die belast is met het maken van voorstellen aan de raad van bestuur of aan de algemene vergadering en het dagelijks beheer dat door de raad van bestuur overgedragen wordt, behartigen;5° over een coördinator beschikken die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de verschillende activiteiten van het sociaal contactpunt en, in voorkomend geval, van de activiteiten die tot stand gebracht worden met externen. De coördinator maakt deel uit van het personeel van de vereniging; 6° een handvest voor het sociaal contactpunt opstellen en toepasselijk maken dat ondertekend wordt door alle leden van de vereniging.In dat handvest wordt de algemene visie van het sociaal contactpunt omschreven en uitgestippeld. Het handvest kan eveneens ondertekend worden door de publieke en particuliere partners die geen lid zijn van de vereniging. In een overlegcomité worden alle ondertekenaars van het handvest samengebracht; 7° onder zijn leden enkel personen tellen die hun taken uitvoeren zonder onderscheid van nationaliteit, geloof, opinie of sexuele geaardheid en en met respect voor de ideologische, filosofische of religieuze overtuigingen van betrokkenen;8° een kwalitatieve evaluatieprocedure opzetten waaraan de leden van het netwerk en de begunstigden deelnemen;9° het personeel bezoldigen volgens de loonschalen zoals vastgesteld door de paritaire comités of door de overheid die belast is met de vaststelling van het personeelsstatuut en in overeenstemming met de functie die het uitoefent. § 2. De Regering bepaalt : 1° onverminderd de bepalingen van de wet van 8 juli 1976 tot organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de basisregels voor de werking van de algemene vergadering, de raad van bestuur en het overlegcomité, evenals voor de samenstelling en de werking van de stuurgroep;2° de titels, diploma's of kwalificaties van de coördinator bedoeld in paragraaf 1, 5°;3° de basisbeginselen van het handvest bedoeld in paragraaf 1, 6°;4° de wijze van implementering van het evaluatieproces bedoeld in paragraaf 1, 8°.

Art. 12.§ 1. Om erkend te worden overeenkomstig artikel 10, § 1, derde lid, dient elke vereniging aan volgende voorwaarden te voldoen : 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zoals bedoeld in hoofdstuk XII van de wet van 8 juli 1976 tot organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;2° voor het merendeel bestaan uit openbare of particuliere sociaal-geneeskundige instellingen die betrokken zijn bij de hulpverlening aan de personen die in een uitsluitingssituatie verkeren. Elke openbare of particuliere instelling die aan de voorwaarde bedoeld onder punt 7° voldoet, heeft het recht, als hij het handvest bedoeld onder punt 6° ondertekent, om lid te worden van een sociaal contactpunt.

Elke beslissing van de algemene vergadering wordt getroffen bij meerderheid van stemmen van de vertegenwoordigers van zowel de publieke als de particuliere actoren; 3° in de raad van bestuur minstens tellen : a) één vertegenwoordiger van de Regering; b) drie vertegenwoordigers van de O.C.M.W.'s; c) drie vertegenwoordigers van de steden en gemeenten;d) één vertegenwoordiger van een ziekenhuis;e) één vertegenwoordiger van een door het Waalse Gewest erkende structuur voor de opvang van personen die in een uitsluitingssituatie verkeren;f) één vertegenwoordiger van een dienst voor geestelijke gezondheid;g) één vertegenwoordiger van een dienst voor sociale insluiting, erkend krachtens dit decreet;h) één vertegenwoordiger van een vereniging die gespecialiseerd is in de individuele sociale begeleiding van de begunstigden. Het ziekenhuis en de diensten als bovenvermeld dienen zich in het betrokken arrondissement te bevinden. Als er zich in bedoeld arrondissement geen ziekenhuis bevindt, dient de ziekenhuisvertegenwoordiger afkomstig te zijn van een ziekenhuisstructuur uit een naburig arrondissement.

Elke beslissing van de raad van bestuur wordt getroffen bij meerderheid van stemmen van de vertegenwoordigers van zowel de publieke als de particuliere actoren; 4° als het sociale contactpunt opgericht is in de vorm van een vereniging bedoeld in hoofdstuk XII van de wet van 8 juli 1976 tot organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, over een stuurgroep beschikken die belast is met het maken van voorstellen aan de raad van bestuur of aan de algemene vergadering en het dagelijks beheer dat door de raad van bestuur overgedragen wordt, behartigen;5° over een coördinator beschikken die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de verschillende activiteiten van het sociaal contactpunt en, in voorkomend geval, van de activiteiten die tot stand gebracht worden met externen. De coördinator maakt deel uit van het personeel van de vereniging; 6° een handvest voor het sociaal contactpunt opstellen en toepasselijk maken dat ondertekend wordt door alle leden van de vereniging.In dat handvest wordt de algemene visie van het sociaal contactpunt omschreven en uitgestippeld. Het handvest kan eveneens ondertekend worden door de publieke en particuliere partners die geen lid zijn van de vereniging. In een overlegcomité worden alle ondertekenaars van het handvest samengebracht; 7° onder zijn leden enkel personen tellen die hun taken uitvoeren zonder onderscheid van nationaliteit, geloof, opinie of sexuele geaardheid en met respect voor de ideologische, filosofische of religieuze overtuigingen van betrokkenen;8° een kwalitatieve evaluatieprocedure opzetten waaraan de leden van het netwerk en de begunstigden deelnemen;9° het personeel bezoldigen volgens de loonschalen zoals vastgesteld door de paritaire comités of door de overheid die belast is met de vaststelling van het personeelsstatuut en in overeenstemming met de functie die het uitoefent. § 2. De Regering bepaalt : 1° onverminderd de bepalingen van de wet van 8 juli 1976 tot organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de basisregels voor de werking van de algemene vergadering, de raad van bestuur en het overlegcomité, evenals voor de samenstelling en de werking van de stuurgroep;2° de titels, diploma's of kwalificaties van de coördinator bedoeld in paragraaf 1, 5°;3° de basisbeginselen van het handvest bedoeld in paragraaf 1, 6°;4° de werkingswijze van het overlegcomité bedoeld in paragraaf 1, 6°;5° de wijze van implementering van het evaluatieproces bedoeld in paragraaf 1, 8°.

Art. 13.De Regering kan de erkenning intrekken van elk sociaal contactpunt dat de bepalingen van dit decreet of de bepalingen die krachtens dit decreet getroffen worden, niet nakomt.

De erkenning wordt ingetrokken na verhoor van de voorzitter en ondervoorzitters van de raad van bestuur van het sociaal contactpunt.

De Regering bepaalt de procedure voor de intrekking van de erkenning.

Hij stelt de procedure vast waarmee hoger beroep wordt aangetekend tegen de beslissingen tot intrekking van de erkenning. HOOFDSTUK IV. - Vrijwilligerswerk

Art. 14.De diensten voor sociale insluiting en de sociale contactpunten die erkend zijn krachtens dit decreet en die een beroep doen op vrijwilligers die helpen bij de volbrenging van één of verschillende van hun opdrachten dienen : 1° erover te waken dat hen een functie wordt toegewezen die verband houdt met hun bekwaamheden, hun beroepsopleiding of hun ervaring;2° ervoor te zorgen dat ze in hun activiteiten begeleid worden door beroepsmensen. De Regering bepaalt de wijze van toepassing van dit artikel. HOOFDSTUK V. - Subsidiëring

Art. 15.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten en volgens de criteria en modaliteiten door de Regering bepaald, kan de Regering de diensten voor de sociale insluiting subsidies toewijzen die bestemd zijn om de bezoldiging van minstens een halftijdse maatschappelijk werker en hoogstens een voltijds maatschappelijk werker en/of de werkingskosten te dekken, met inbegrip van de kosten voor de opleiding van de maatschappelijk werker. § 2. De Regering bepaalt de titels, de diploma's of de kwalificaties van de maatschappelijk werker bedoeld in paragraaf 1.

Art. 16.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten en volgens de modaliteiten door de Regering bepaald, kan de Regering de erkende stedelijke sociale contactpunten subsidies toekennen die bestemd zijn om het volgende te dekken : 1° de bezoldiging van de coördinator bedoeld in artikel 11, § 1, 5°, en, in voorkomend geval, van het personeel dat aan de coördinatie verbonden is;2° de werkingskosten;3° de personeels-, opleidings- en werkingskosten die ontstaan uit de ontwikkeling van de activiteiten van de instellingen bedoeld in artikel 11, § 1, 2°, met uitzondering van de diensten voor de sociale insluiting die gesubsidieerd zijn overeenkomstig artikel 15. § 2. Binnen de perken van de begrotingskredieten en volgens de modaliteiten door de Regering bepaald, kan de Regering de erkende intergemeentelijke sociale contactpunten subsidies toekennen die bestemd zijn om het volgende te dekken : 1° de bezoldiging van de coördinator bedoeld in artikel 12, § 1, 5°, en, in voorkomend geval, van het personeel dat aan de coördinatie verbonden is;2° de werkingskosten;3° de kosten voor de opleiding van het personeel van de instellingen bedoeld in artikel 12, § 1, 2°;4° de kosten met betrekking tot de ontwikkeling van de projecten die worden uitgewerkt door de leden van de vereniging, met uitzondering van de diensten voor de sociale insluiting die gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 15. HOOFDSTUK VI. - Toezicht

Art. 17.De diensten voor sociale insluiting en de sociale contactpunten die gesubsidieerd worden overeenkomstig hoofdstuk V, dienen : 1° jaarlijks het door de Regering aangewezen bestuur vóór 30 april volgende inlichtingen mede te delen die betrekking hebben op het afgelopen werkingsjaar : a) een staat van de ontvangsten en uitgaven en een begroting van de dienst na goedkeuring door de bevoegde instanties, waarbij de door andere overheden toegekende of toegezegde subsidies vermeld worden;b) het loon van de personen die voor de subsidies in aanmerking komen en de bewijzen dat de werkgeversbijdragen zijn afgedragen;2° onverwijld en schriftelijk het bestuur elke wijziging mede te delen in de staten en in de samenstelling van het gesubsidieerde personeel. Bij niet-naleving van de bepalingen van dit decreet en van de bepalingen die ter uitvoering van dit decreet worden getroffen, kunnen de subsidies verminderd of opgeschort worden op de door de Regering bepaalde wijze.

Art. 18.De erkende diensten voor sociale insluiting en de erkende sociale contactpunten stellen jaarlijks op : 1° een omstandig kwalitatief activiteitenverslag, waarin meer bepaald opgenomen worden : een analyse van de behandelde problemen, de al naar gelang van de problemen gevolgde methodes en de vooropgestelde doelstellingen en een evaluatie van die methodes naar doeltreffendheid en impact;2° een kwantitatief activiteitenverslag. Het model voor die activiteitenverslagen wordt door de Regering vastgesteld.

De verslagen worden aan het bestuur overgemaakt uiterlijk op 30 april van het jaar volgend op het jaar waarop ze betrekking hebben. HOOFDSTUK VII. - Strafbepalingen

Art. 19.Elke persoon die een vereniging of een dienst leidt dan wel organiseert die de benaming gebruikt « dienst voor de sociale insluiting erkend door het Waalse Gewest » of « sociaal contactpunt » zonder erkend te zijn krachtens dit decreet wordt bestraft met een geldboete van 100 tot 1.000 euro.

Elke persoon die een dienst voor de sociale insluiting of een sociaal contactpunt leidt die zich verzet tegen een bestuurscontrole wordt bestraft met een geldboete van 100 tot 1.000 euro. HOOFDSTUK VIII. - Commissie voor de erkenning en adviesverlening inzake de diensten voor sociale insluiting

Art. 20.§ 1. De Regering richt een commissie op voor de erkenning en adviesverlening inzake de diensten voor sociale insluiting. § 2. De Commissie bedoeld in paragraaf 1 is ermee belast : 1° overeenkomstig de procedure door de Regering bepaald, vóór elke beslissing tot toekenning, weigering, opschorting en intrekking van de erkenning advies uit te brengen;2° de contacten te onderhouden die noodzakelijk zijn voor een doeltreffende samenwerking tussen de erkende diensten voor de sociale insluiting, het bestuur en de Regering;3° op eigen initiatief of op verzoek van de Regering advies uit te brengen inzake de acties van de diensten voor de sociale insluiting. § 3. De Commissie bedoeld in paragraaf 1 maakt de Regering jaarlijks op 31 maart een activiteitenverslag over. De Regering maakt bedoeld verslag onverwijld over aan de Waalse Gewestraad.

Art. 21.§ 1. De Commissie voor de erkenning en de adviesverlening inzake de diensten voor de sociale insluiting bestaan uit volgende leden die door de Regering benoemd worden voor een periode van vier jaar : 1° hoogstens zes personen die wegens hun bijzondere bekwaamheden op het vlak van de sociale insluiting uitgekozen worden, waaronder : a) twee maatschappelijk werkers van de O.C.M.W.'s; b) twee maatschappelijk werkers uit het verenigingsleven;c) twee universitaire deskundigen; 2° één vertegenwoordiger van de Federatie van de O.C.M.W.'S van de Unie van de Steden en de Gemeenten van Wallonië; 3° drie afgevaardigden van de Regering;4° één afgevaardigde van het bestuur. De mandaten zijn hernieuwbaar.

De Regering wijst eveneens voor elk gewoon lid een plaatsvervangend lid aan. § 2. De leden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° en 4°, hebben zitting met raadgevende stem. § 3. De voorzitter en ondervoorzitter worden door de Regering aangewezen onder de leden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2°. § 4. Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door het lid bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 4°.

Art. 22.De Regering stelt het bedrag van het aanwezigheidsgeld vast, alsook van de reiskosten van de leden van de Commissie voor de erkenning en de adviesverlening inzake de diensten voor de sociale insluiting.

Hij stelt eveneens de regels vast voor de werking van de Commissie. HOOFDSTUK IX. - Waals Forum voor de sociale insluiting

Art. 23.§ 1. Er wordt een Waals Forum voor de sociale insluiting opgericht. § 2. Het Waals Forum voor de sociale insluiting heeft als opdrachten : 1° op eigen initiatief of op verzoek van de Waalse Gewestraad of van de Regering advies uit te brengen over elk probleem dat de sociale uit- of insluiting betreft;2° een signaalfunctie uit te oefenen bij de Regering om ervoor te zorgen dat de sociale beleidslijnen en de behoeften en/of de verwachtingen van de werknemers en de begunstigden over elk probleem dat de sociale uit- of insluiting betreft in elkaars verlengde liggen;3° tussen de actoren en de vertegenwoordigers van de verschillende sectoren in een platform te voorzien voor de uitwisseling van ervaringen die de inschakeling van de personen die in een uitsluitingssituatie verkeren, kan begunstigen.

Art. 24.§ 1. Het Waals Forum voor de sociale insluiting bestaat uit volgende leden, benoemd voor de Regering voor een periode van vier jaar : 1° drie personen voorgedragen door de Unie van de Steden en de Gemeenten, waaronder twee die de Federatie van de O.C.M.W.'s van de Unie van de Steden en de Gemeenten vertegenwoordigen; 2° één persoon die de Waalse Federatie van de maatschappelijk assistenten van de O.C.M.W.'s vertegenwoordigt; 3° één persoon voorgedragen door de Federatie van de centra voor maatschappelijke dienstverlening;4° twee maatschappelijk werkers van centra voor maatschappelijke dienstverlening, één die in een particulier centrum voor maatschappelijke dienstverlening werkt en een ander die in een centrum voor maatschappelijke dienstverlening afhangende van de ziekenbonden werkt;5° de voorzitter van de Commissie voor de erkenning en de adviesverlening inzake de diensten voor de sociale insluiting;6° de coördinator voor elk sociaal contactpunt;7° twee vertegenwoordigers van de diensten voor sociale insluiting, voorgedragen door de Commissie voor de erkenning en de adviesverlening inzake de diensten voor de sociale insluiting;8° twee vertegenwoordigers van de diensten voor de geestelijke gezondheid, voorgedragen door de Waalse Liga voor de geestelijke gezondheid;9° drie vertegenwoordigers van de verenigingen die de minstbegunstigden vertegenwoordigen, voorgedragen door de Dienst ter bestrijding van de armoede;10° twee personen voorgedragen door de Waalse Federatie van de instellingen voor drugsverslaafden;11° drie vertegenwoordigers voorgedragen door de federaties van de opvangtehuizen;12° drie vertegenwoordigers van de « Conseil économique et social de la Région Wallonne » (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest);13° drie afgevaardigden van de Regering;14° hoogstens vier personen die worden uitgekozen wegens hun bijzondere bekwaamheden inzake sociale insluiting;15° twee afgevaardigden van het bestuur. De mandaten zijn hernieuwbaar.

Voor elk gewoon lid wijst de Regering eveneens een plaatsvervangend lid aan. § 2. De voorzitter van het Forum wordt door de Regering aangewezen onder de leden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 13°.

De twee ondervoorzitters van het Forum worden door de Regering aangewezen onder de leden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° tot en met 14°. § 3. Het secretariaat van het Forum wordt waargenomen door de leden bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 15°. § 4. De voorzitter, de ondervoorzitters en de secretarissen vormen samen het bureau van het Forum. Het bureau is belast met de agendering van de vergaderingen.

Het secretariaat van het bureau wordt waargenomen door de secretaris van het Forum.

Art. 25.Om zijn opdracht te vervullen kan het Waals Forum voor de sociale insluiting een beroep doen op externe deskundigen.

Art. 26.De Regering stelt de reisvergoedingen vast van de leden van het Waals Forum voor de sociale insluiting en van de deskundigen bedoeld in artikel 25.

Hij stelt eveneens de regels vast voor de werking van het Forum. HOOFDSTUK X. - Slotbepaling

Art. 27.De Regering stelt de datum vast van inwerkingtreding van dit decreet.

Kondigen dit decreet af en bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, KMO's, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Ph. COURARD _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stukken van de Raad. - 515 (2002-2003), nrs 1 tot en met 9.

Volledig verslag. - Openbare vergadering van 9 juli 2003. Bespreking en stemming.

^