Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 december 2020
gepubliceerd op 03 februari 2021

Decreet tot wijziging van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2021200344
pub.
03/02/2021
prom.
17/12/2020
ELI
eli/decreet/2020/12/17/2021200344/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2020. - Decreet tot wijziging van het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestatie van gebouwen (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Artikel 1 van het decreet van 28 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2013 pub. 27/12/2013 numac 2013207272 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen sluiten betreffende de energieprestatie van gebouwen, wordt vervangen als volgt: "Artikel 1. Dit decreet beoogt o.a. de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen en van Richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie.

Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen wordt ook gedeeltelijk omgezet bij dit decreet.

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 5 februari 2015 en 20 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) punt 15° wordt vervangen als volgt: "15° systeem : technische uitrusting voor ruimteverwarming, ruimtekoeling, ventilatie, warm water voor huishoudelijke doeleinden, ingebouwde verlichting, gebouwautomatisering en -controle, elektriciteitsopwekking ter plaatse, of een combinatie daarvan, met inbegrip van systemen die gebruikmaken van energie uit hernieuwbare bronnen, van een gebouw of gebouwunit;"; b) er wordt een 15°/1 ingevoegd, luidend als volgt: "15°/1 systeem voor automatisering en controle : een systeem dat alle producten, software en technische diensten omvat die het energie-efficiënt, zuinig en veilig functioneren van systemen bedoeld in punt 15° kunnen ondersteunen door middel van automatische controles en het vergemakkelijken van het handmatig beheer van die systemen;"; c) de 20°/1 en 20°/2 worden ingevoegd, luidend als volgt: "20°/1 verwarmingssysteem : een combinatie van de bestanddelen die nodig zijn voor een vorm van inpandige luchtbehandeling, waardoor de temperatuur wordt verhoogd; 20°/2 warmtegenerator: het onderdeel van een verwarmingssysteem dat nuttige warmte genereert via één of meerdere van de volgende processen: a) de verbranding van brandstof b) het joule-effect, dat plaatsvindt in de verwarmingselementen van een verwarmingssysteem met elektrische weerstand;))) c) het opvangen van warmte uit de lucht, ventilatieafvoerlucht, of een water- of aardwarmtebron) met behulp van een warmtepomp;"; d) het artikel wordt aangevuld met een punt 24°, luidend als volgt: "24° oplaadpunt : oplaadpunt zoals omschreven in artikel 2, 27°ter, van het decreet van 12 april 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/04/2001 pub. 01/05/2001 numac 2001027238 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt."; e) het artikel wordt aangevuld met een punt 25°, luidend als volgt: "25° infrastructuur voor leidingen : de leidingen voor de doorgang van elektrische kabels die de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen mogelijk maken";f) het artikel wordt aangevuld met een punt 26°, luidend als volgt: "26° geïsoleerd microsysteem : een geïsoleerd microsysteem zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 27, van Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG"; g) het artikel wordt aangevuld met een punt 27°, luidend als volgt: "27° efficiënte stadsverwarming en -koeling : een systeem voor stadsverwarming of -koeling dat ten minste 50 % hernieuwbare energie, 50 % afvalwarmte, 75 % warmte uit warmtekrachtkoppeling of 50 % uit een combinatie van dergelijke energie en warmte gebruikt.".

Art. 3.In hetzelfde decreet wordt een titel 2/1 ingevoegd, luidend "Langetermijnrenovatiestrategie".

Art. 4.In de titel 2/1, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 8/1.§ 1. De Regering stelt een langetermijnrenovatiestrategie vast om de renovatie te ondersteunen met het oog op het creëren van een in hoge mate energie-efficiënt en koolstofvrij gebouwenbestand tegen 2050, waardoor de kostenefficiënte transformatie van bestaande gebouwen in bijna-energieneutrale gebouwen wordt vergemakkelijkt.

De langetermijnrenovatiestrategie omvat ten minste : 1° een overzicht van het nationale gebouwenbestand op basis, waar passend, van statistische steekproeven en het verwachte aandeel van gerenoveerde gebouwen in 2020;2° de identificatie van kosteneffectieve wijzen van aanpak van renovatie naargelang het type gebouw en het klimaat, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met relevante interventiemomenten in de levenscyclus van het gebouw;3° beleid en acties om kosteneffectieve grondige renovatie van gebouwen, onder meer in gefaseerde vorm, te stimuleren en gerichte kosteneffectieve maatregelen en renovatie te ondersteunen;4° een overzicht van beleidsmaatregelen en acties die zijn gericht op de slechtst presterende onderdelen van het nationale gebouwenbestand, dilemma's in verband met gescheiden prikkels, en marktfalen, alsmede een overzicht van relevante nationale acties die energiearmoede helpen verminderen;5° beleidsmaatregelen en acties gericht op alle openbare gebouwen;6° een overzicht van nationale initiatieven ter bevordering van slimme technologieën en goed verbonden gebouwen en gemeenschappen, evenals vaardigheden en onderwijs in de bouw- en energie-efficiëntiesectoren;7° een empirisch onderbouwde raming van de verwachte energiebesparing en de voordelen in ruimere zin, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, veiligheid en luchtkwaliteit. De regering voegt de details van de uitvoering van de meest recente langetermijnrenovatiestrategie, met inbegrip van het beleid en de geplande acties, toe aan de langetermijnrenovatiestrategie.

Voorafgaand aan de goedkeuring en tijdens de uitvoering legt de regering de renovatiestrategie voor aan een openbare raadpleging die direct of indirect gericht is op alle belanghebbenden, waaronder lokale overheden, maatschappelijke organisaties, bouw- en constructiebedrijven, de financiële en investeringssector en andere relevante belanghebbenden, waaronder het grote publiek.

De Regering stelt de modaliteiten voor de organisatie van de in lid 4 bedoelde raadpleging vast. § 2. De langetermijnrenovatiestrategie omvat een stappenplan met maatregelen en meetbare voortgangsindicatoren en indicatieve mijlpalen voor 2030, 2040 en 2050 waarin wordt gespecificeerd hoe deze mijlpalen bijdragen tot de verwezenlijking van de in paragraaf 1, eerste lid, genoemde doelstellingen. § 3. Ter ondersteuning van de mobilisering van investeringen in de renovatie die nodig is om de in paragraaf 1 bedoelde doelstellingen te verwezenlijken, bevordert de Regeringen de toegang tot passende mechanismen om: 1° projecten samen te voegen, met het oog op toegang voor investeerders en pakketoplossingen voor potentiële klanten;2° het vermeende risico voor investeerders en de particuliere sector in verband met energie-efficiëntiewerkzaamheden te verkleinen;3° publieke middelen als hefboom te gebruiken voor aanvullende particuliere investeringen of om specifieke tekortkomingen van de markt aan te pakken;4° investeringen in een energie-efficiënt openbaar gebouwenbestand te leiden; 5° toegankelijke en transparante adviesinstrumenten te bieden in verband met op energie-efficiëntie gerichte renovaties en financieringsinstrumenten.".

Art. 5.In hetzelfde decreet wordt het opschrift van titel 3 vervangen als volgt: "Eisen betreffende de energieprestatie van gebouwen en elektromobiliteit".

Art. 6.In hetzelfde decreet, in titel 3, wordt het opschrift van hoofdstuk I vervangen als volgt: "Eisen betreffende de energieprestatie".

Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde decreet, wordt punt 5° aangevuld met de woorden ", met inbegrip van de warmtegeneratoren".

Art. 8.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidend als volgt : " § 4. De Regering specificeert minimumniveaus van energie uit hernieuwbare bronnen als onderdeel van de EPB-eisen voor nieuwbouw of ingrijpende renovaties.

De Regering bepaalt de vrijstellingen om van lid 1 af te wijken.

Voor de toepassing van lid 1 kan de Regering met name rekening houden met : 1° het zelfverbruik van hernieuwbare energieën;2° de lokale opslag van energie 3° de energie-efficiëntie van gebouwen; 4° de efficiënte stadsverwarming en -koeling.".

Art. 9.In artikel 12, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° een lid, luidend als volgt, wordt ingevoegd tussen de leden 3 en 4: "In het geval van grote bouw- of renovatieprojecten moeten de EPB-eisen minimumniveaus van energie uit hernieuwbare bronnen bevatten, voor zover deze eisen technisch, functioneel en economisch haalbaar zijn en voor zover dit geen nadelige gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit binnenshuis."; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt: "Tijdens een procedure als bedoeld in lid 5 worden de energieprestaties van het gewijzigde deel of, indien van toepassing, van het gehele systeem geëvalueerd.De resultaten van deze evaluatie worden gedocumenteerd met het oog op de controle van de eisen en de afgifte van het EPB-certificaat.".

Art. 10.In titel 3 van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk II/1 ingevoegd, luidend "Eisen inzake elektromobiliteit".

Art. 11.In hoofdstuk II/1, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 13/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 13/1.§ 1. Niet voor bewoning bestemde gebouwen die worden gebouwd en niet voor bewoning bestemde gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan, met meer dan tien parkeerplaatsen, worden uitgerust met minstens één oplaadpunt evenals infrastructuur voor leidingen voor minstens één op de vijf parkeerplaatsen, om de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen in een later stadium mogelijk te maken, waar: 1° het parkeerterrein zich binnen het gebouw bevindt en, in het geval van ingrijpende renovaties, renovatiemaatregelen ook betrekking hebben op het parkeerterrein of de elektrische infrastructuur van het gebouw, of 2° het parkeerterrein zich naast het gebouw bevindt, en, in het geval van ingrijpende renovaties, renovatiemaatregelen ook betrekking hebben op het parkeerterrein of de elektrische infrastructuur van het parkeerterrein.Om te beschouwen dat een parkeerplaats naast het gebouw is gelegen, moet aan de volgende drie criteria worden voldaan: a) er is een fysieke of technische verbinding tussen de parkeerplaats en het gebouw;b) de parkeerplaats wordt uitsluitend of hoofdzakelijk door de bewoners van het gebouw gebruikt;c) de parkeerplaats en het gebouw zijn eigendom van dezelfde houder van een zakelijk recht. § 2. De regering stelt de minimumeisen voor de installatie van oplaadpunten vast die vanaf 1 januari 2025 van toepassing zijn op niet voor bewoning bestemde gebouwen met meer dan twintig parkeerplaatsen. § 3. De Regering kan de in de § § 1 en 2 bedoelde eisen specificeren.".

Art. 12.In hetzelfde hoofdstuk II/1, wordt een artikel 13/2 ingevoerd, luidend als volgt : "

Art. 13/2.Voor bewoning bestemde gebouwen die worden gebouwd en voor bewoning bestemde gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan, met meer dan tien parkeerplaatsen, worden uitgerust met een infrastructuur voor leidingen om de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen op elke parkeerplaats in een later stadium mogelijk te maken, waar: 1° het parkeerterrein zich binnen het gebouw bevindt en, in het geval van ingrijpende renovaties, renovatiemaatregelen ook betrekking hebben op het parkeerterrein of de elektrische infrastructuur van het gebouw, of 2° het parkeerterrein zich naast het gebouw bevindt, en, in het geval van ingrijpende renovaties, renovatiemaatregelen ook betrekking hebben op het parkeerterrein of de elektrische infrastructuur van het parkeerterrein.Om te beschouwen dat een parkeerplaats naast het gebouw is gelegen, moet aan de volgende drie criteria worden voldaan: a) er is een fysieke of technische verbinding tussen de parkeerplaats en het gebouw;b) de parkeerplaats wordt uitsluitend of hoofdzakelijk door de bewoners van het gebouw gebruikt;c) de parkeerplaats en het gebouw zijn eigendom van dezelfde houder van een zakelijk recht. De eisen bedoeld in het eerste lid kunnen nader bepaald worden door de Regering.

Art. 13.In hetzelfde hoofdstuk II/1, wordt een artikel 13/3 ingevoerd, luidend als volgt : "Art. 13/3. § 1. In gebouwen die bestaan uit delen die bestemd zijn voor individuele huisvesting en delen die bestemd zijn voor niet bewoning bestemde of collectieve huisvesting, zijn de vereisten van artikel 13/1 van toepassing wanneer de som van de oppervlakten van de delen die bestemd zijn voor niet bewoning bestemde of collectieve huisvesting groter is dan of gelijk is aan de som van de oppervlakten van de delen die bestemd zijn voor individuele huisvesting.

In de in het eerste lid bedoelde gebouwen zijn de eisen van artikel 13/2 van toepassing wanneer de som van de oppervlakten van de delen die bestemd zijn voor individuele huisvesting groter is dan de som van de oppervlakten van de delen die niet bestemd zijn voor bewoning of voor collectieve huisvesting.

De Regering bepaalt de modaliteiten voor de toepassing van de leden 1 en 2. § 2. De Regering kan de uitzonderingen op de in de artikelen 13/1 en 13/2 en in § 1 bedoelde eisen bepalen uit de volgende uitzonderingen: 1° wanneer de vereiste infrastructuur voor leidingen afhankelijk is van geïsoleerde microsystemen;2° wanneer de gebouwen eigendom zijn van en gebruikt worden door kleine en middelgrote ondernemingen, zoals gedefinieerd in titel I van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EC van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen;3° wanneer de kosten van de oplaadinstallaties en leidingen meer bedragen dan 7 % van de totale kosten van de ingrijpende renovatie van het gebouw. De uitzondering bedoeld in het eerste lid, 3°, kan niet worden toegepast op de overeenkomstig artikel 13/1, § 2 gestelde eisen.

De Regering bepaalt de modaliteiten voor de toepassing van de leden 1 en 2.".

Art. 14.In hetzelfde decreet, in titel 3, wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt: "Procedurele documenten betreffende de EPB-eisen en de elektromobiliteitseisen".

Art. 15.In artikel 14 van hetzelfde decreet worden in het eerste lid, de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "betreffende de EPB-eisen" en "bevat".

Art. 16.In artikel 16, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1° worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "de EPB-eisen" en "en van de toepasselijke sancties";b) in punt 2° worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "zal kunnen voldoen".

Art. 17.In artikel 17, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1° worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "te voldoen";b) in punt 2° worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "te voldoen Art.18. In artikel 18, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden in punt 1°, de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "te voldoen".

Art. 19.In artikel 14 van hetzelfde decreet worden in het eerste lid, de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "moet voldoen".

Art. 20.In artikel 20, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1° worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "te voldoen";b) in punt 2° worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "te voldoen";c) in punt 3°, worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "te voldoen";d) in punt 3°, worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "afgeweken";e) in punt 4°, worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "de EPB-eisen" en "in en richt ze overeenkomstig de voorgeschreven modaliteiten aan de Regering".

Art. 21.In artikel 22 van hetzelfde decreet, worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "de EPB-eisen" en "voldoet".

Art. 22.In titel 3 van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van hoofdstuk V vervangen als volgt: EPB en elektromobiliteitsprocedures".

Art. 23.In artikel 29 van hetzelfde decreet, worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "de EPB-eisen" en "in acht genomen zouden worden".

Art. 24.In hetzelfde decreet wordt een titel 4/1 ingevoegd, met als opschrift "gebouwpaspoort".

Art. 25.In Afdeling 4/1, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 39/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 39/1.§ 1. Voor elk gebouw wordt een globaal dossier met de titel "gebouwpaspoort" opgesteld.

Het gebouwenpaspoort heeft de volgende doeleinden: 1° informatie over de staat van het gebouw centraliseren;2° de houder van het zakelijk recht in kennis te stellen van de werken en interventies die moeten worden uitgevoerd om de energie-efficiëntie van het gebouw te verbeteren of het onderhoud ervan te verzekeren;3° de voortgang van het gebouw visualiseren in relatie tot de doelstellingen binnen de renovatiestrategie;4° het documenteren en bewaren van gegevens met betrekking tot certificeringen, attesten, vergunningen, werken, interventies en inspecties die in het gebouw zijn of worden uitgevoerd;5° de dematerialisatie van de uitwisselingen tussen de overheid, de ondernemingen en de houder van zakelijke rechten mogelijk maken. De overheid zet een systeem op om een adequate en veilige communicatie tussen de belanghebbenden te waarborgen. § 2 Het gebouwenpaspoort bevat ten minste de gegevens aan de hand waarvan het gebouw kan worden geïdentificeerd, de houder(s) van de zakelijke rechten en de beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij de werken en certificeringen waaraan het is onderworpen, alsmede informatie met betrekking tot onroerendgoedtransacties en de werken die zijn of worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de renovatiestrategie.

De Regering bepaalt de gegevens met betrekking tot de certificaten, vergunningen, werken, interventies en inspecties met betrekking tot het gebouw die in het gebouwpaspoort zijn opgenomen, evenals de instrumenten die erin kunnen worden geïntegreerd om de informatie, het onderhoud en de controle gedurende de hele levenscyclus van het gebouw te waarborgen.

De Regering bepaalt de vorm van het gebouwpaspoort.

De inhoud en de vorm van het gebouwpaspoort kunnen worden gedifferentieerd op basis van de kenmerken van het gebouw, de leeftijd of de bestemming. § 3. Het gebouwpaspoort is toegankelijk voor elke houder van een zakelijk recht op het gebouw.

De regering bepaalt de modaliteiten voor de toegang tot het gebouwpaspoort bij de verkoop van het gebouw of bij elke andere akte tot aanwijzing, overdracht of oprichting van een zakelijk recht.

De Regering specificeert de andere personen die toegang hebben tot het gebouwpaspoort, de toegankelijke gegevens en de toegangsmodaliteiten. § 4. De persoon die verantwoordelijk is voor de verwerking van het gebouwpaspoort is de overheid(en) die door de regering is (zijn) aangewezen om het gebouwpaspoort te beheren.

De Regering bepaalt de procedures voor het opstellen, opslaan, uitwisselen en wijzigen van de gegevens van het gebouwpaspoort, alsmede de regels voor de opslag ervan.

Het bepaalt de bewaartermijn van de gegevens in het gebouwpaspoort, rekening houdend met de levensduur van het gebouw of de aard van de gegevens.

Het bepaalt de technische en organisatorische maatregelen die worden genomen om de veiligheid van de gegevens in het gebouwpaspoort te garanderen. § 5. De Regering kan bepalen welke gegevens in het gebouwenpaspoort in geanonimiseerde vorm aan derden ter beschikking mogen worden gesteld.

In het in lid 1 bedoelde geval stelt zij de voorwaarden vast waaronder deze gegevens mogen worden gebruikt.".

Art. 26.In artikel 59 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° worden de woorden "en de elektromobiliteitseisen" ingevoegd tussen de woorden "aan de EPB-eisen" en "EPB-procedures"; 2° een punt 4° wordt toegevoegd, luidend als volgt: "4° het feit dat de verplichtingen bepaald krachtens artikel 39/1 niet in acht genomen worden.".

Art. 27.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : "De Regering stelt de financiële steunmaatregelen afhankelijk van de nagestreefde of bereikte energiebesparing, zoals bepaald door een of meer van de volgende criteria : a) de energieprestatie van de apparatuur die of het materiaal dat voor de renovatie wordt gebruikt;in welk geval de apparatuur of het materiaal dat voor de renovatie is gebruikt, dient te worden geïnstalleerd door een installateur met het desbetreffende niveau van certificering of kwalificatie; b) standaardwaarden voor de berekening van energiebesparingen in gebouwen;c) de verwezenlijkte verbetering ten gevolge van de renovatie, door de vóór en na de renovatie afgegeven energieprestatiecertificaten met elkaar te vergelijken;d) de resultaten van een energieaudit; e) de resultaten van een andere relevante, transparante en proportionele methode die de verbetering in energieprestatie aantoont.".

Art. 28.Artikel 67 van hetzelfde decreet, opgeheven bij het decreet van 20 juli 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2016 pub. 25/08/2016 numac 2016027261 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2016 type decreet prom. 20/07/2016 pub. 14/11/2016 numac 2016205561 bron waalse overheidsdienst Decreet tot opheffing van het decreet van 24 april 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en tot vorming van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling type decreet prom. 20/07/2016 pub. 12/09/2016 numac 2016031587 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord gesloten tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie, met betrekking tot de uitrusting die ter beschikking wordt gesteld in het kader van de hervorming van het kwalificerend onderwijs en van de samenwerking tussen de Centra voor geavanceerde technologieën en de professionele Referentiecentra sluiten, wordt hersteld als volgt: "

Art. 67.De artikelen 13/1 tot en met 13/3, met uitzondering van artikel 13/1, § 2, zijn slechts van toepassing op het project die het voorwerp uitmaakt van een stedenbouwkundige vergunning, een globale vergunning of een geïntegreerde vergunning waarvan de ontvangstbevestiging dateert van na 10 maart 2021.".

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Namen, 17 december 2020.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President et Minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, J.-L. CRUCKE De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER ________ (1) Zitting 2020-2021. Stukken van het Waals Parlement, 333 (2020-2021) Nrs. 1 tot 5.

Volledig verslag, plenaire zitting van 16 december 2020.

Bespreking.

Stemming.

^