gepubliceerd op 22 april 2022
Decreet tot wijziging van het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het jeugdwerk
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
14 DECEMBER 2021. - Decreet tot wijziging van het
decreet van 6 december 2011Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
06/12/2011
pub.
13/01/2012
numac
2011206334
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet ter ondersteuning van het jeugdwerk
sluiten ter ondersteuning van het jeugdwerk
Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: Artikel 1 - In artikel 1 van het
decreet van 6` december 2011Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
06/12/2011
pub.
13/01/2012
numac
2011206334
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet ter ondersteuning van het jeugdwerk
sluiten ter ondersteuning van het jeugdwerk, gewijzigd bij het
decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
10/12/2020
pub.
15/02/2021
numac
2021200307
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap
type
decreet
prom.
10/12/2020
pub.
02/02/2021
numac
2021200391
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet houdende de tweede wijziging van het decreet van 12 december 2019 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020
type
decreet
prom.
10/12/2020
pub.
05/02/2021
numac
2021200392
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet houdende eindregeling van de begroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019
type
decreet
prom.
10/12/2020
pub.
09/02/2021
numac
2021200430
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet houdende de derde wijziging van het decreet van 13 december 2018 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019
type
decreet
prom.
10/12/2020
pub.
02/02/2021
numac
2021200390
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021
sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "van vier tot en met elf jaar" vervangen door de woorden "van vier tot en met negen jaar";2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "van twaalf tot en met dertig jaar" vervangen door de woorden "van tien tot en met dertig jaar";3° in de bepaling onder 8° worden de woorden "die op professionele basis" vervangen door de woorden "die als jeugdwelzijnswerker of als assistent-jeugdwerker op professionele basis"; 4° de bepaling onder 14° wordt vervangen als volgt: "14° aanbieder van open jeugdwerk: een vereniging zonder winstoogmerk die voldoet aan de algemene criteria om ondersteund te worden als jeugdorganisatie overeenkomstig artikel 5 en die zich bezighoudt met open jeugdwerk in de betrokken gemeente of, naargelang van het geval, de betrokken gemeente of de Regering;" 5° in de bepaling onder 15° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt; 6° er wordt een bepaling onder 16° ingevoegd, luidende: "16° ondersteuningsperiode: periode van vijf jaar die altijd begint op 1 januari en waarin de ondersteuning overeenkomstig dit decreet wordt gewaarborgd;" 7° er wordt een bepaling onder 17° ingevoegd, luidende: "17° Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG." Art. 2 - In artikel 2, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Jeugdwerk heeft betrekking op buitenschoolse activiteiten en op specifieke vrijetijdsbesteding" vervangen door de woorden "Jeugdwerk heeft hoofdzakelijk betrekking op buitenschoolse activiteiten".
Art. 3 - In artikel 3 van hetzelfde decreet wordt het opschrift van het artikel vervangen door het woord "Seksegelijkheid" en wordt het woord "beide" vervangen door het woord "alle".
Art. 4 - In artikel 4 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 november 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/11/2015 pub. 26/01/2016 numac 2015205736 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het jeugdwerk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het opschrift van het artikel worden de woorden "en ondersteuningsperiode" ingevoegd;2° in het eerste lid worden de woorden "De Regering keurt voor elke regeerperiode een sectoroverschrijdend strategisch plan goed" vervangen door de woorden "De Regering maakt voor elke ondersteuningsperiode een sectoroverschrijdend strategisch plan bekend"; 3° in het tweede lid wordt de eerste zin vervangen als volgt: "Als voorbereiding op het volgende strategisch plan maakt de Regering een jeugdverslag over de levenssituatie van de jongeren in de Duitstalige Gemeenschap bekend." 4° in het derde lid wordt de eerste zin vervangen als volgt: "In januari van het jaar dat aan de volgende ondersteuningsperiode voorafgaat, bepaalt de Regering de thematische prioriteiten voor het volgende strategisch plan." 5° in het vierde lid wordt de eerste zin vervangen als volgt: "In hetzelfde jaar maakt de Regering een evaluatie van het strategisch plan van de lopende ondersteuningsperiode en werkt ze, op basis van de vastgelegde thematische prioriteiten, het actieplan van het volgende strategisch plan uit." 6° in het vierde lid wordt de vierde zin vervangen als volgt: "De uitvoering van het actieplan eindigt uiterlijk in het laatste jaar van de betreffende ondersteuningsperiode." Art. 5 - In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 11 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/12/2018 pub. 29/03/2019 numac 2019200956 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap houdende omzetting in de gezinsbijslagwetgeving van de richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, van de richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming en van de richtlijn 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt een bepaling onder 6.1 ingevoegd, luidende: "6.1 toenemend fysieke, virtuele en niet-gedefinieerde ruimten met elkaar verbinden en combineren om zich aan te passen aan de levensomstandigheden van jonge mensen;" 2° in § 1, 7°, worden de woorden "met een handicap" vervangen door de woorden "met ondersteuningsbehoefte"; 3° in paragraaf 1 wordt een bepaling onder 7.1 ingevoegd, luidende: "7.1 jonge mensen bereiken die door de digitalisering het risico lopen niet meer mee te kunnen in de maatschappij;" 3.1 § 1, 8°, wordt opgeheven; 4° § 2, eerste lid, 4°, wordt vervangen als volgt: "4° digitaal jeugdwerk om de digitale competenties en de mediageletterdheid van jonge mensen te bevorderen, zodat zij actief en creatief deelnemen aan de digitale samenleving, gefundeerde en weloverwogen keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen voor en controle uitoefenen op hun digitale identiteit;" 5° § 2, eerste lid, 6°, wordt vervangen als volgt: "6° jeugdwerk waarbij nagedacht is over gendergelijkheid om gelijke kansen en het overwinnen van genderstereotypen te bevorderen, alsook om openheid en aanvaarding te bevorderen ten aanzien van de levenswijze van alle mensen, ongeacht hun seksuele identiteit;" 6° in § 2, eerste lid, 7°, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt; 7° in § 2, eerste lid, wordt een bepaling onder 8° ingevoegd, luidende: "8° het duurzaamheidsbeginsel en de educatie voor duurzame ontwikkeling, waaronder het bevorderen van de belangstelling voor een zinvolle omgang met de natuur en het milieu en voor een wereldwijd rechtvaardig samenleven van alle mensen op deze wereld." 8° paragraaf 3 wordt opgeheven. Art. 6 - In hetzelfde decreet wordt een artikel 5.1 ingevoegd, luidende: "Art. 5.1 - Personeelssubsidies § 1 - Indien jongerenvoorzieningen op grond van dit decreet personeelssubsidies aanvragen voor de tewerkstelling van jeugdwelzijnswerkers, moeten zij aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze beschikken over een uittreksel uit het strafregister als bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering waarin geen veroordeling tot een gevangenisstraf van meer dan zes maanden staat;2° ze zijn minstens houder van het diploma van een sociaal-pedagogische bachelor. Op basis van een gemotiveerd voorstel van de jeugdcommissie kan de Regering: 1° andere diploma's dan die vermeld in het eerste lid, 2°, als gelijkwaardig erkennen;2° opleidingen uit een andere studierichting dan die vermeld in het eerste lid, 2°, goedkeuren om tegemoet te komen aan een specifieke behoefte in de jeugdwerkbranche waar de betrokken jeugdvoorziening actief is. De jeugdvoorziening dient daartoe een met redenen omkleed verzoek in bij de Regering, waarin zij de specifieke behoefte uiteenzet. Een specifieke behoefte kan worden gemotiveerd door het overbruggen van een bijzondere werksituatie, ofwel door het uitwerken van een innovatieve of specifieke inhoud. Na het advies van de jeugdcommissie wordt voor deze medewerkers zo nodig een plan inzake voortgezette opleiding opgesteld. § 2 - Indien jongerenvoorzieningen op grond van dit decreet personeelssubsidies aanvragen voor de tewerkstelling van assistent-jeugdwerkers, moeten zij aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze beschikken over een uittreksel uit het strafregister als bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering waarin geen veroordeling tot een gevangenisstraf van meer dan zes maanden staat;2° ze zijn minstens houder van een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs resp.een daarmee gelijkgesteld diploma of houder van een eindeleertijdsgetuigschrift, kunnen bewijzen dat ze voldoende praktijkervaring in de animatie hebben opgedaan en verplichten zich, na advies van de jeugdcommissie, tot een plan inzake voortgezette opleiding van minstens 300 uur om zich specifiek te kwalificeren voor de jeugdwerkbranche waarin de betrokken jongerenvoorziening actief is.
Assistent-jeugdwerkers die bij hun aanstelling in een ondersteunde jeugdvoorziening houder zijn van een sociaal-pedagogisch bachelordiploma worden vrijgesteld van de aanvullende opleiding vermeld in het eerste lid, 2°.
Assistent-jeugdwerkers die bij hun aanstelling in een ondersteunde jeugdvoorziening geen houder zijn van een sociaal-pedagogisch bachelordiploma, moeten in het kader van het verplichte plan inzake voortgezette opleiding, na hun aanstelling, een voortgezette opleiding volgen over de bescherming van jonge mensen tegen verwaarlozing, geweld en seksueel misbruik.
De Regering legt de nadere regels van het plan inzake voortgezette opleiding vast. § 3 - De aanbieder van jongereninformatie en het Jeugdbureau van de Duitstalige Gemeenschap hebben daarnaast de mogelijkheid om op basis van dit decreet personeelssubsidies aan te vragen voor de tewerkstelling van leidinggevenden. Deze voldoen aan volgende voorwaarden: 1° ze beschikken over een uittreksel uit het strafregister als bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering waarin geen veroordeling tot een gevangenisstraf van meer dan zes maanden staat;2° ze zijn minstens houder van het diploma van een bachelor;3° ze hebben minstens twee jaar ervaring of een kwalificatie op het gebied van personeelsbeheer. § 4 - De Regering bepaalt, voor de in §§ 1 tot 3 bedoelde functies, het bedrag van de personeelssubsidies, de voor de berekening van de personeelssubsidie in aanmerking komende personeelskosten en de nadere regels omtrent de subsidiëring." Art. 7 - Artikel 8, 3°, van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 8 - Artikel 9 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 9 - Ondersteuningsaanvraag Reeds ondersteunde jeugdorganisaties dienen uiterlijk op 31 maart van het jaar dat aan de volgende ondersteuningsperiode voorafgaat, een ondersteuningsaanvraag in bij de Regering. Jeugdorganisaties die nog geen ondersteuning van de Regering hebben gekregen, kunnen hun ondersteuningsaanvraag jaarlijks tot uiterlijk 31 maart indienen.
De ondersteuningsaanvraag voldoet aan de ondersteuningscriteria vermeld in de artikelen 5 en 8 en omvat minstens: 1° een analyse van de sterke en zwakke punten;2° de opstelling van een jaarprogramma voor het eerste kalenderjaar van de ondersteuning, waaruit blijkt welke van de in artikel 5, § 2, genoemde prioriteiten zullen worden uitgevoerd in het kader van het algemene aanbod van de jeugdorganisaties voor hun respectieve doelgroep;3° een beschrijving van de plaatselijke situatie wat financiële, personele en materiële middelen betreft;4° het streefdoel en de structuur van de jeugdorganisatie;5° een beschrijving van de manier waarop de vrijwillige jeugdleiders - en in voorkomend geval de jeugdwerkers in hoofdberoep - ondersteund en pedagogisch begeleid worden. De Regering kan de vorm en de werkwijze voor de ondersteuningsaanvraag vastleggen." Art. 9 - Artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 10 - Goedkeuring van de ondersteuning De Regering onderzoekt de overeenkomstig artikel 9 ingediende ondersteuningsaanvraag en keurt haar uiterlijk op 31 oktober van het jaar waarin ze werd ingediend, in voorkomend geval goed. Aan de goedkeuring kunnen voorwaarden worden verbonden die verband houden met het bepaalde in de artikelen 5, 8 en 9.
De ondersteuning van een jeugdorganisatie wordt in principe toegekend voor de duur van de respectieve ondersteuningsperiode. Ze wordt van kracht op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de goedkeuring werd verleend." Art. 10 - In artikel 11, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt: 1° de uitvoering en actualisering van het jaarprogramma door de activiteiten van het voorgaande en het lopende kalenderjaar, alsmede de prioriteiten, projecten en activiteiten voor het komende jaar toe te lichten;2° de bepaling onder 2° wordt opgeheven;3° de bepaling onder 3° wordt opgeheven. Art. 11 - Artikel 12, § 3, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: " § 3 - Als het aantal jonge mensen dat lid is van de jeugdorganisatie gedurende twee opeenvolgende jaren kan worden aangetoond, wordt op verzoek van de jeugdorganisatie een upgrade naar een hogere categorie uitgevoerd.
Als het aantal jonge mensen dat lid is van een jeugdorganisatie gedurende vijf opeenvolgende jaren kan worden aangetoond, wordt een degradatie naar een lagere categorie gemaakt." Art. 12 - In artikel 13 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid tot het zesde lid worden § 1, eerste lid tot zesde lid; 2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: § 2 - Alle bedragen gelden onder voorbehoud van artikel 7." Art. 13 - In artikel 14 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 11°, ingevoegd bij het decreet van 11 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/12/2018 pub. 29/03/2019 numac 2019200956 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap houdende omzetting in de gezinsbijslagwetgeving van de richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, van de richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming en van de richtlijn 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten sluiten, worden de woorden "(model 2)" opgeheven;2° in het derde lid wordt het bedrag "1 euro" vervangen door het bedrag "1,50 euro". Art. 14 - Artikel 17 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2020 pub. 15/02/2021 numac 2021200307 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200391 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de tweede wijziging van het decreet van 12 december 2019 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 05/02/2021 numac 2021200392 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende eindregeling van de begroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 09/02/2021 numac 2021200430 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de derde wijziging van het decreet van 13 december 2018 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200390 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, wordt vervangen als volgt: "Art. 17 - Ondersteuningsaanvraag De aanbieder van jongereninformatie dient uiterlijk op 31 maart van het jaar dat aan de volgende ondersteuningsperiode voorafgaat, een ondersteuningsaanvraag in bij de Regering.
De ondersteuningsaanvraag voldoet aan de ondersteuningscriteria en doelstellingen vermeld in de artikelen 5 en 16 en omvat minstens: 1° een programma dat de uitvoering van de prioriteiten vermeld in artikel 5, § 2, beschrijft, dat de uitvoering van de doelstelling vermeld in artikel 16 beschrijft, dat de uitvoering van de specifieke doelstellingen en methoden die voortvloeien uit het jeugdverslag beschrijft en waaruit de betrokkenheid van het informatiecentrum voor jongeren bij de uitvoering van het strategisch plan blijkt;2° het streefdoel van de organisatie;3° de beschrijving van de financiële, personele en materiële middelen die ter plaatse beschikbaar zijn, met inbegrip van een voorstel voor het noodzakelijke betrekkingenpakket;4° gegevens over de uitbouw van een netwerk en de samenwerking met de partners die noodzakelijk zijn voor de voorlichting van de jongeren;5° de manier waarop de kwaliteit van de structuur en van het aanbod wordt geëvalueerd, alsook de manier waarop het werk van de medewerkers wordt geëvalueerd. De Regering kan de vorm en de werkwijze voor de ondersteuningsaanvraag vastleggen." Art. 15 - Artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2020 pub. 15/02/2021 numac 2021200307 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200391 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de tweede wijziging van het decreet van 12 december 2019 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 05/02/2021 numac 2021200392 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende eindregeling van de begroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 09/02/2021 numac 2021200430 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de derde wijziging van het decreet van 13 december 2018 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200390 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, wordt vervangen als volgt: "Art. 18 - Goedkeuring van de ondersteuning De Regering onderzoekt de overeenkomstig artikel 17 ingediende ondersteuningsaanvraag en keurt haar uiterlijk op 31 oktober van het jaar dat aan de volgende ondersteuningsperiode voorafgaat, in voorkomend geval goed. Aan de goedkeuring kunnen voorwaarden worden verbonden die verband houden met het bepaalde in de artikelen 5, 16 en 17.
De ondersteuning van de aanbieder van jongereninformatie wordt in principe toegekend voor de duur van de respectieve ondersteuningsperiode. Ze wordt van kracht op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de goedkeuring werd verleend." Art. 16 - Artikel 19 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2020 pub. 15/02/2021 numac 2021200307 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200391 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de tweede wijziging van het decreet van 12 december 2019 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 05/02/2021 numac 2021200392 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende eindregeling van de begroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 09/02/2021 numac 2021200430 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de derde wijziging van het decreet van 13 december 2018 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200390 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, wordt vervangen als volgt: "Art. 19 - Prestatieovereenkomst De Regering sluit een prestatieovereenkomst met de aanbieder van jongereninformatie. Die omvat: 1° het bedrag van de subsidie voor personeels- en werkingskosten;2° de taken en het werkvolume van de medewerkers van het informatiecentrum voor jongeren;3° de gegevens betreffende het beheer van de infrastructuur die ter beschikking staat;4° de gegevens betreffende de financiële middelen, met inbegrip van het betrekkingenpakket dat in aanmerking komt voor ondersteuning;5° de openingstijden;6° de doelgroepen;7° de beschrijving van de manier waarop het informatiecentrum voor jongeren betrokken is bij de uitvoering van het strategisch plan voor het jeugdwerk. De prestatieovereenkomst geldt voor de duur van de ondersteuning." Art. 17 - Artikel 20 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2020 pub. 15/02/2021 numac 2021200307 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200391 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de tweede wijziging van het decreet van 12 december 2019 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 05/02/2021 numac 2021200392 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende eindregeling van de begroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 09/02/2021 numac 2021200430 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de derde wijziging van het decreet van 13 december 2018 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200390 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, wordt vervangen als volgt: "Art. 20 - Begeleiding van het informatiecentrum voor jongeren § 1 - Voor de begeleiding en de evaluatie van de prestatieovereenkomst richt de Regering een begeleidingscomité op waarin de Regering, een vertegenwoordiger van de gemeenten van het kanton Eupen, een vertegenwoordiger van de gemeenten van het kanton Sankt Vith en het informatiecentrum voor jongeren vertegenwoordigd zijn.
De gemeenten wijzen hun respectieve vertegenwoordiger jaarlijks en voor een periode van één jaar aan. Eenzelfde gemeente mag slechts één keer per periode van vier jaar een vertegenwoordiger in haar respectieve kanton aanwijzen. § 2 - Het begeleidingscomité bespreekt het volgende: 1° de uitvoering en actualisering van het programma door de activiteiten van het voorgaande en het lopende kalenderjaar, alsmede de prioriteiten, projecten en activiteiten voor het komende jaar toe te lichten;2° de uitvoering van de prestatieovereenkomst;3° de actuele situatie wat financiële, personele en materiële middelen betreft;4° de uitbouw van een netwerk en de samenwerking met de partners die noodzakelijk zijn voor de voorlichting van de jongeren. De aanbieder van jongereninformatie maakt notulen op; die notulen bevatten informatie over de uitvoering van de prestatieovereenkomst.
De notulen worden aan het begeleidingscomité bezorgd." Art. 18 - Artikel 21 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2020 pub. 15/02/2021 numac 2021200307 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 15 juni 2011 tot uitvoering van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200391 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de tweede wijziging van het decreet van 12 december 2019 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 05/02/2021 numac 2021200392 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende eindregeling van de begroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 09/02/2021 numac 2021200430 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de derde wijziging van het decreet van 13 december 2018 houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2019 type decreet prom. 10/12/2020 pub. 02/02/2021 numac 2021200390 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende de begroting van de ontvangsten en de algemene begroting van de uitgaven van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 sluiten, wordt vervangen als volgt: "Art. 21 - Subsidie § 1 - De aanbieder van jongereninformatie ontvangt een subsidie om zijn werkings- en personeelskosten te dekken indien hij: 1° voldoet aan de ondersteuningscriteria vermeld in de artikelen 5 en 16;2° minstens drie betrekkingen van jeugdwerker, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, en één zaakvoerder in dienst heeft. De jaarlijkse forfaitaire subsidie voor de werkingskosten bedraagt 80.000 euro.
Het personeel wordt gesubsidieerd overeenkomstig artikel 5.1. Het betrekkingenpakket wordt vastgelegd in de prestatieovereenkomst. § 2 - De gemeente draagt bij in de kosten via een jaarlijks forfaitair bedrag van 1,20 euro per jongere tussen 10 en 30 jaar die zijn woonplaats heeft in de betreffende gemeente. Het bedrag wordt jaarlijks rechtstreeks aan de aanbieder van de jongereninformatie uitbetaald.
De basis voor de berekening van het forfaitair bedrag zijn de gegevens uit het bevolkingsregister over het aantal jongeren per gemeente tijdens het referentiejaar 2019. Om de vijf jaar wordt de berekeningsbasis geactualiseerd op basis van de gegevens uit het bevolkingsregister. § 3 - Alle bedragen gelden onder voorbehoud van artikel 7." Art. 19 - Artikel 22 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende zin: "Om deze doelstellingen te bereiken, kan het open jeugdwerk ook gegevens verwerken overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming." Art. 20 - Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 23 - Sociaal-ruimtelijke analyse en gemeentelijk jaarprogramma De aanbieder van open jeugdwerk voert regelmatig sociaal-ruimtelijke analysen uit en stelt jaarlijks een gemeentelijk jaarprogramma op met inschakeling van de lokale partners die relevant zijn voor het jeugdwerk." Art. 21 - Artikel 24 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 24 - Overleg In het jaar waarin de thematische prioriteiten voor het volgende strategisch plan worden gepubliceerd, voert de aanbieder van open jeugdwerk overleg over de behoeften van de jonge mensen met de relevante actoren voor het jeugdwerk in de betrokken gemeente. Daartoe behoren minstens de ondersteunde jeugdvoorzieningen en de bevoegde gemeente." Art. 22 - Artikel 25 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 25 - Organiserende instantie § 1 - De Regering ondersteunt één aanbieder van open jeugdwerk per gemeente van het Duitse taalgebied.
Het lokale open jeugdwerk kan georganiseerd worden door: 1° een vereniging zonder winstoogmerk die overeenkomstig artikel 5 voldoet aan de algemene criteria om ondersteund te worden als jeugdvoorziening en die in de betrokken gemeente aan open jeugdwerk doet;2° de betrokken gemeente of;3° de Regering, met behoud van de toepassing van artikel 29, eerste lid, 12°. § 2 - Uiterlijk op 1 januari van het jaar dat aan de volgende ondersteuningsperiode voorafgaat, deelt de huidige aanbieder van open jeugdwerk aan de Regering mee of hij een ondersteuningsaanvraag voor de volgende ondersteuningsperiode zal indienen.
Als de huidige aanbieder van open jeugdwerk deze stap niet zet binnen de termijn gesteld in het eerste lid of aangeeft dat hij geen ondersteuningsaanvraag voor de volgende ondersteuningsperiode zal indienen, dient de betrokken gemeente overeenkomstig artikel 26 uiterlijk op 31 maart van het jaar voorafgaand aan de volgende ondersteuningsperiode een ondersteuningsaanvraag in bij de Regering als zij van plan is om de taak als aanbieder van open jeugdwerk over te nemen.
Als de gemeente deze stap niet zet binnen de termijn gesteld in het tweede lid of aangeeft dat zij geen ondersteuningsaanvraag voor de volgende ondersteuningsperiode zal indienen, neemt de Regering de taak als aanbieder van open jeugdwerk in de betrokken gemeente over voor de volgende ondersteuningsperiode. § 3 - Als de organisatie van het open jeugdwerk bij de gemeente of de Regering ligt, publiceert de Regering twee jaar vóór het einde van de lopende ondersteuningsperiode een oproep, zodat geïnteresseerde verenigingen zich kandidaat kunnen stellen om tijdens de volgende ondersteuningsperiode als aanbieder van open jeugdwerk in de betrokken gemeente op te treden.
Indien een vereniging meedeelt dat zij de organisatie wil overnemen, dient zij daartoe een aanvraag in bij de Regering, binnen een door de Regering gestelde termijn.
De Regering onderzoekt of de vereniging in principe kan voldoen aan de voorwaarden vermeld in § 1, tweede lid, 1°. Indien dit het geval is, vraagt de Regering die vereniging bij het begin van de volgende ondersteuningsperiode om haar overeenkomstig § 2, eerste lid, mee te delen of zij een ondersteuningsaanvraag zal indienen als aanbieder van open jeugdwerk. § 4 - Indien niet meer aan de ondersteuningscriteria wordt voldaan of indien dit decreet niet wordt nageleefd, maant de Regering de vereniging of de gemeente aan om, binnen een maand na kennisgeving daarvan, het bewijs te leveren dat dit decreet wel wordt nageleefd.
Als de organiserende instantie geen gevolg geeft aan die aanmaning, dan zet de Regering de ondersteuning stop, nadat zij de organiserende instantie de mogelijkheid heeft gegeven om haar standpunt te kennen te geven.
Als een vereniging of een gemeente van plan is om de taak als aanbieder van open jeugdwerk tijdens de lopende ondersteuningsperiode stop te zetten, deelt zij dit minstens zes maanden voor de geplande stopzetting schriftelijk mee aan de Regering. Vrijwillige stopzetting van de organisatie leidt van rechtswege tot stopzetting van de ondersteuning.
Indien de ondersteuning tijdens de lopende ondersteuningsperiode wordt stopgezet, neemt de Regering de organisatie van het open jeugdwerk in de betrokken gemeente over voor de resterende duur van de ondersteuningsperiode. § 5 - Als de Regering de taak als aanbieder van open jeugdwerk overeenkomstig de bepalingen van dit artikel overneemt, zijn de artikelen 26, 27 en 28 niet van toepassing." Art. 23 - Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 26 - Ondersteuningsaanvraag De aanbieder van open jeugdwerk dient uiterlijk op 31 maart van het jaar dat aan de volgende ondersteuningsperiode voorafgaat, een ondersteuningsaanvraag in bij de Regering.
De ondersteuningsaanvraag voldoet aan de ondersteuningscriteria en doelstellingen vermeld in de artikelen 5 en 22 en omvat minstens: 1° een gemeentelijk jaarprogramma dat de uitvoering van de prioriteiten vermeld in artikel 5, § 2, beschrijft, dat de uitvoering van de doelstelling vermeld in artikel 22 beschrijft, dat de uitvoering van de specifieke doelstellingen en methoden die voortvloeien uit het jeugdverslag beschrijft en waaruit de betrokkenheid van de aanbieder van open jeugdwerk bij de uitvoering van het strategisch plan blijkt;2° het streefdoel van de organisatie;3° de beschrijving van de financiële, personele en materiële middelen die ter plaatse beschikbaar zijn, met inbegrip van een voorstel voor het noodzakelijke betrekkingenpakket;4° gegevens over de uitbouw van een netwerk en de samenwerking met de lokale partners die relevant zijn voor het jeugdwerk;5° de manier waarop de kwaliteit van de structuur en van het aanbod wordt geëvalueerd, alsook de manier waarop het werk van de medewerkers wordt geëvalueerd. De Regering kan de vorm en de werkwijze voor de ondersteuningsaanvraag vastleggen." Art. 24 - Artikel 27 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 27 - Goedkeuring van de ondersteuning § 1 - De Regering onderzoekt de overeenkomstig artikel 26 ingediende ondersteuningsaanvraag en keurt haar uiterlijk op 31 oktober van het jaar dat aan de volgende ondersteuningsperiode voorafgaat, in voorkomend geval goed. Aan de goedkeuring kunnen voorwaarden worden verbonden die verband houden met het bepaalde in de artikelen 5, 22, 23, 24 en 26.
De ondersteuning van de aanbieder van open jeugdwerk wordt in principe toegekend voor de duur van de respectieve ondersteuningsperiode. Ze treedt in werking op 1 januari van het jaar na de toekenning van de goedkeuring en geldt tot 31 december van het jaar waarin de thematische prioriteiten voor het volgende strategisch plan worden vastgelegd. § 2 - De aanbieder van open jeugdwerk dient jaarlijks uiterlijk op 30 juni van het volgende kalenderjaar een activiteitenverslag in, waaruit het volgende blijkt: 1° de uitvoering en actualisering van het gemeentelijke jaarprogramma door de activiteiten van het voorgaande en het lopende kalenderjaar, alsmede de prioriteiten, projecten en activiteiten voor het komende jaar toe te lichten; 2° de actuele situatie wat financiële, personele en materiële middelen betreft." Art. 25 - Artikel 28 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 28 - Subsidie § 1 - De aanbieder van open jeugdwerk ontvangt een subsidie om zijn werkings- en personeelskosten te dekken indien hij: 1° voldoet aan de ondersteuningscriteria vermeld in de artikelen 5 en 22;2° minstens één jeugdwerker, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, in dienst heeft. De jaarlijkse forfaitaire subsidie voor de werkingskosten bedraagt: 1° 15.000 euro wanneer de aanbieder werkzaam is in een gemeente met minder dan 2.000 jongeren; 2° 30.000 euro wanneer de aanbieder werkzaam is in een gemeente met 2.000 tot 4.000 jongeren; 3° 45.000 euro wanneer de aanbieder werkzaam is in een gemeente met meer dan 4.000 jongeren.
Het personeel wordt gesubsidieerd overeenkomstig artikel 5.1. Het betrekkingenpakket wordt vastgelegd bij goedkeuring van de ondersteuningsaanvraag. § 2 - De gemeente draagt bij in de kosten via een jaarlijks forfaitair bedrag van 4 euro per jongere tussen 10 en 30 jaar die zijn woonplaats heeft in de betreffende gemeente. Het bedrag wordt jaarlijks rechtstreeks aan de betrokken aanbieder van het open jeugdwerk uitbetaald.
De basis voor de berekening van het forfaitair bedrag zijn de gegevens uit het bevolkingsregister over het aantal jongeren per gemeente tijdens het referentiejaar 2019. Om de vijf jaar wordt de berekeningsbasis geactualiseerd op basis van de gegevens uit het bevolkingsregister. § 3 - Alle bedragen gelden onder voorbehoud van artikel 7." Art. 26 - In artikel 29, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 2° wordt het woord "concepten" vervangen door het woord "ondersteuningsaanvragen";2° in de bepaling onder 11° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt; 3° er wordt een bepaling onder 12° ingevoegd, luidende: "12° treedt op als aanbieder van mobiel jeugdwerk en voert zo nodig, overeenkomstig artikel 25, in opdracht van de Regering de taken van de aanbieder van open jeugdwerk uit in bepaalde gemeenten." Art. 27 - Artikel 30, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2017 pub. 07/04/2017 numac 2017201786 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet ter bescherming van roerende cultuurgoederen van uitzonderlijk belang sluiten, wordt vervangen als volgt: " § 1 - Mobiel jeugdwerk bestaat erin jonge mensen in bijzondere levensomstandigheden of met specifieke verzoeken te adviseren, te begeleiden en door te verwijzen.
Mobiel jeugdwerk heeft tot doel de levenssituatie en de leefwerelden van jonge mensen te verbeteren, vooral van de jonge mensen die niet door andere diensten of organisaties worden bereikt en geen gebruik maken van de diensten die door hen worden aangeboden en die in de openbare ruimte aan te treffen zijn.
Mobiel jeugdwerk focust op jonge mensen met meerdere problemen. Het wordt op basis van een aanleiding uitgevoerd en is niet overal actief.
Mobiel jeugdwerk is vooral actief in dichtbevolkte gebieden van het Duitse taalgebied waar zich middelbare scholen bevinden.
Mobiel jeugdwerk maakt gebruik van de methoden van outreachend werk en aanwezigheid op de scène, projectwerk, individuele begeleiding, groepswerk en belangenbehartiging en buurtwerk. Die methoden worden toegepast in coöperatieve en organisatieoverschrijdende vormen door te netwerken met verschillende, relevante partners en diensten en door actief samen te werken met het open jeugdwerk op de betreffende locaties. Om deze doelstellingen te bereiken, kan het mobiel jeugdwerk ook gegevens verwerken overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Voorts houdt mobiel jeugdwerk rekening met de conclusies die voortvloeien uit de sociaal-ruimtelijke analyse van het open jeugdwerk van de betrokken gemeente en uit het jeugdverslag." Art. 28 - In hetzelfde decreet wordt een artikel 30.1 ingevoegd, luidende: "Art. 30.1 - Concept voor mobiel en open jeugdwerk § 1 - Het Jeugdbureau van de Duitstalige Gemeenschap stelt een concept op voor de uitvoering van het mobiele jeugdwerk en, zo nodig, overeenkomstig artikel 25, voor de uitvoering van het open jeugdwerk en dit voor de duur van de respectieve ondersteuningsperiode.
De Regering kan de vorm en de werkwijze voor de aanvraag vastleggen. § 2 - Het concept omvat minstens: 1° een beschrijving van de belangrijkste bevindingen van de regelmatige sociaal-ruimtelijke analyses, het huidige jeugdverslag en het in artikel 24 vermelde overleg met de actoren die relevant zijn voor het jeugdwerk in het Duitse taalgebied;2° een beschrijving van de verwezenlijking van de in artikel 5 vermelde prioriteiten voor het jeugdwerk, de uitvoering van het strategisch plan en de algemene doelstellingen vermeld in artikel 22 en in artikel 30, § 1;3° een beschrijving van de geplande activiteiten en methoden voor mobiel en open jeugdwerk voor de duur van de respectieve ondersteuningsperiode;4° een beschrijving van de infrastructurele, financiële, personele en logistieke middelen die beschikbaar zijn om de geplande activiteiten en methoden voor mobiel en open jeugdwerk uit te voeren;5° voor gemeenten waar het open jeugdwerk door de Regering wordt georganiseerd: de resultaten van het overleg met de relevante actoren voor jeugdwerk overeenkomstig artikel 24. De Regering kan andere in te dienen stukken bepalen. § 3 - De nadere regels voor de uitvoering van het concept zullen worden vastgelegd in het beheerscontract tussen de Regering en het Jeugdbureau." Art. 28.1 - Artikel 31 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 31 - Stukken die ter goedkeuring moeten worden voorgelegd De volgende stukken, die het Jeugdbureau van de Duitstalige Gemeenschap jaarlijks opmaakt en tot 15 november van het voorafgaande jaar indient, moeten door de Regering worden goedgekeurd: 1° de begroting en de eventuele aanpassingen ervan; 2° het jaarprogramma." Art. 29 - Artikel 34 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 34 - Subsidie Het Jeugdbureau ontvangt een jaarlijkse ondersteuning die in verhouding staat tot zijn personeels-, werkings- en activiteitskosten; het bedrag ervan wordt vastgelegd in het beheerscontract.
Het personeel wordt gesubsidieerd overeenkomstig artikel 5.1. Het betrekkingenpakket wordt vastgelegd in het beheerscontract." Art. 30 - Artikel 43, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 31 - Artikel 45 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 45 - Subsidies voor het volgen van opleidingen en voortgezette opleidingen Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering de volgende subsidies voor deelname aan opleidingen en voortgezette opleidingen toekennen aan de jeugdvoorzieningen: 1° hoogstens 650 euro per jaar per medewerker in hoofdberoep;2° hoogstens 650 euro per jaar per vrijwillige jeugdleider. De bedragen gelden onder voorbehoud van artikel 7." Art. 32 - In artikel 55.1, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 2 maart 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/2015 pub. 01/04/2015 numac 2015201529 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 16 maart 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Helleense Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei 2004 type decreet prom. 02/03/2015 pub. 27/03/2015 numac 2015201528 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 19 januari 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Malta tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting en het Protocol, ondertekend te Brussel op 28 juni 1974, zoals gewijzigd door de Aanvullende Overeenkomst ondertekend te Brussel op 23 juni 1993 sluiten, wordt het woord "jeugdorganisatie" vervangen door het woord "jeugdvoorziening".
Art. 33 - In artikel 55.2, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 2 maart 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/2015 pub. 01/04/2015 numac 2015201529 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 16 maart 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Helleense Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei 2004 type decreet prom. 02/03/2015 pub. 27/03/2015 numac 2015201528 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 19 januari 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Malta tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting en het Protocol, ondertekend te Brussel op 28 juni 1974, zoals gewijzigd door de Aanvullende Overeenkomst ondertekend te Brussel op 23 juni 1993 sluiten, wordt het woord "jeugdorganisaties" vervangen door het woord "jeugdvoorzieningen".
Art. 34 - In hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk 5.2 ingevoegd, dat de artikelen 55.5 tot 55.9 bevat, luidende: "Hoofdstuk 5.2 - Vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens" Art. 35 - In hoofdstuk 5.2 van hetzelfde decreet wordt een artikel 55.5 ingevoegd, luidende: "Art. 55.5 - Vertrouwelijkheid Onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moeten de Regering, de ondersteunde jeugdvoorzieningen en de andere personen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, de gegevens die hun in de uitoefening van hun opdracht toevertrouwd worden, vertrouwelijk behandelen." Art. 36 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 55.6 ingevoegd, luidende: "Art. 55.6 - Verwerking van persoonsgegevens De Regering, de ondersteunde jeugdvoorzieningen en de Jeugdraad van de Duitstalige Gemeenschap zijn de verwerkingsverantwoordelijken in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming voor de verwerking van de persoonsgegevens die in dit decreet worden vermeld. Als verwerkingsverantwoordelijken in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming gelden: 1° de Regering voor de vervulling van de taken vermeld in artikel 14, eerste lid, 8°, en vermeld in hoofdstuk 3;2° de ondersteunde jeugdvoorzieningen voor de taken vermeld in hoofdstuk 2;3° de Jeugdraad van de Duitstalige Gemeenschap voor de taken vermeld in de hoofdstukken 3 en 4. De Regering, de ondersteunde jeugdvoorzieningen en de Jeugdraad van de Duitstalige Gemeenschap mogen de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden gebruiken dan voor de uitvoering van hun wettelijke of decretale opdrachten die verband houden met dit decreet.
De verwerking van persoonsgegevens geschiedt met inachtneming van de toepasselijke regelgeving inzake bescherming bij de verwerking van persoonsgegevens." Art. 37 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 55.7 ingevoegd, luidende: "Art. 55.7 - Gegevenscategorieën § 1 - De Regering kan de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken overeenkomstig artikel 55.6: 1° identiteitsgevens en contactgegevens van de deelnemers aan opleidingen en voortgezette opleidingen, van de stagebegeleiders en van de opleiders;2° de gegevens vermeld in § 2, eerste lid, in het geval vermeld in het tweede lid, 2°;3° de gegevens vermeld in § 3, eerste lid, in het geval vermeld in het tweede lid, 3°;4° de gegevens vermeld in § 4, eerste lid, in het geval vermeld in het tweede lid, 4°. De gegevenscategorieën vermeld in het eerste lid kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden: 1° goedkeuring en bevordering van opleidingen en voortgezette opleidingen overeenkomstig hoofdstuk 3, met inbegrip van controle van de subsidiëringsvoorwaarden, en afgifte van erkende bewijzen als bedoeld in artikel 41; 2° ondersteuning van jeugdvoorzieningen die personeelssubsidies overeenkomstig artikel 5.1 ontvangen, met inbegrip van controle van de subsidiëringsvoorwaarden; 3° controle op jeugdkampen overeenkomstig artikel 14, eerste lid, 8°;4° overname van de taak als aanbieder van open jeugdwerk overeenkomstig artikel 24. § 2 - De ondersteunde jeugdvoorzieningen kunnen overeenkomstig artikel 55.6 de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken voor gesubsidieerd personeel: 1° identiteitsgegevens en contactgegevens;2° gegevens over het einddiploma en de opleiding;3° gegevens over de arbeidsverhouding en het salaris;4° justitiële gegevens als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, beperkt tot het uittreksel uit het strafregister. De categorieën van gegevens vermeld in het eerste lid kunnen worden verwerkt om, met inachtneming van de voorwaarden vermeld in artikel 5.1, subsidie van de Duitstalige Gemeenschap aan te vragen. § 3 - De jeugdorganisaties kunnen bovendien overeenkomstig artikel 55.6 de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken voor hun leden: 1° identiteitsgegevens en contactgegevens;2° gezondheidsgegevens voor de personen vermeld in de gezondheidsmap;3° justitiële gegevens als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, beperkt tot het uittreksel uit het strafregister voor jeugdkampbegeleiders. De categorieën van gegevens vermeld in het eerste lid kunnen worden verwerkt om, met inachtneming van de voorwaarden vermeld in artikel 14, subsidie van de Duitstalige Gemeenschap aan te vragen. § 4 - De aanbieders van open jeugdwerk en mobiel jeugdwerk kunnen bovendien overeenkomstig artikel 55.6 de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken voor de begeleide jonge mensen, op verzoek van de betrokkenen: 1° identiteitsgegevens en contactgegevens;2° gegevens over het einddiploma en de opleiding;3° gegevens over de gezinssituatie;4° gegevens over de sociale en financiële situatie;5° gegevens over de vrijetijdsbesteding;6° gegevens over de bekwaamheden en interesses;7° medische en psychologische gegevens;8° gevoelige gegevens als bedoeld in artikel 9 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;9° justitiële gegevens als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De categorieën van gegevens vermeld in het eerste lid kunnen worden verwerkt ten behoeve van het open jeugdwerk overeenkomstig artikel 22 of ten behoeve van het mobiel jeugdwerk overeenkomstig artikel 30. § 5 - De Jeugdraad van de Duitstalige Gemeenschap kan, overeenkomstig artikel 55.6, identiteitsgegevens en contactgegevens verwerken van deelnemers aan opleidingen en voortgezette opleidingen, stagebegeleiders en opleiders.
De categorieën van gegevens vermeld in het eerste lid kunnen worden verwerkt ten behoeve van de organisatie van de basisopleiding overeenkomstig artikel 38 die leidt tot het erkende bewijs van vrijwillige jeugdleider. § 6 - De Regering kan de gegevenscategorieën vermeld in de §§ 1 tot 5 preciseren." Art. 38 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 55.8 ingevoegd, luidende: "Art. 55.8 - Duur van de gegevensverwerking De gegevens mogen in een vorm bewaard worden die de mogelijkheid biedt de betrokken personen te identificeren: 1° voor de gegevens vermeld in artikel 55.7, § 1, eerste lid, 1° en 2°, en § 2, eerste lid: tot hoogstens tien jaar na de verzameling ervan; 2° voor de gegevens vermeld in artikel 55.7, § 1, eerste lid, 3°, en § 3, eerste lid: tot hoogstens twee jaar na het einde van het kamp; 3° voor de gegevens vermeld in artikel 55.7, § 1, eerste lid, 4°, en § 4, eerste lid: tot hoogstens twee jaar na het laatste contact met betrokkene.
Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijnen vernietigd." Art. 39 - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 55.9 ingevoegd, luidende: "Art. 55.9 - Veiligheidsmaatregelen De Regering legt in voorkomend geval de nodige veiligheidsmaatregelen vast voor de verwerking van de persoonsgegevens bepaald in dit hoofdstuk." Art. 40 - In hetzelfde decreet wordt een artikel 56.1 ingevoegd, luidende: "Art. 56.1 - Coëfficiënt Met het oog op de aanpassing aan de beschikbare begrotingsmiddelen en met het oog op de aanpassing aan de index van de kosten van levensonderhoud kan de Regering alle of sommige van de in dit decreet vastgestelde bedragen met een coëfficiënt vermenigvuldigen." Art. 41 - Artikel 57 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Art. 57 - Controle De Regering kan de naleving van dit decreet te allen tijde laten controleren overeenkomstig artikel 12 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof." Art. 42 - In hetzelfde decreet wordt een artikel 79.1 ingevoegd, luidende: "Art. 79.1 - Toepassing van artikel 5.1 § 1 - De voorwaarden bepaald in artikel 5.1, § 1, zijn niet van toepassing op de subsidiëring van de personeelskosten van de jeugdwerkers vermeld in artikel 79. Die jeugdwerkers worden vanaf 1 januari 2022 gesubsidieerd op basis van de bepalingen die gelden voor jeugdwelzijnswerkers. § 2 - Jeugdwerkers die gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 5, § 3, van dit decreet, zoals van kracht op 31 december 2021, en die voldoen aan de vereisten gesteld in artikel 5.1, § 1, worden vanaf 1 januari 2022 gesubsidieerd op basis van de bepalingen die gelden voor jeugdwelzijnswerkers. § 3 - Jeugdwerkers die gesubsidieerd worden overeenkomstig artikel 5, § 3, van dit decreet, zoals van kracht op 31 december 2021, en die niet voldoen aan de vereisten gesteld in artikel 5.1, § 1, moeten aan de bovengenoemde vereisten voldoen binnen de normale studieduur van de studies waarvoor zij beroepsbegeleidend zijn ingeschreven. Zolang niet aan de bovengenoemde vereisten is voldaan, worden de jeugdwerkers gesubsidieerd op basis van de bepalingen die op 31 december 2021 van kracht zijn.
Indien die jeugdwerkers, nadat ze de vermelde studies binnen de normale studieduur succesvol hebben afgerond, voldoen aan de vereisten van artikel 5.1 § 1, worden zij gesubsidieerd op basis van de bepalingen die gelden voor jeugdwelzijnswerkers.
Indien die jeugdwerkers, nadat ze de normale studieduur overschreden hebben, niet voldoen aan de vereisten van artikel 5.1 § 1, worden zij gesubsidieerd op basis van de bepalingen die gelden voor assistent-jeugdwerkers die over de aanvullende opleiding vermeld in artikel 5.1, § 2, eerste lid, 2°, beschikken." Art. 43 - In hetzelfde decreet wordt een artikel 80.1 ingevoegd, luidende: "Art. 80.1 - Ondersteuningsperiode De eerste ondersteuningsperiode in de zin van artikel 1, 16°, begint op 1 januari 2023 en eindigt op 31 december 2027. Voor het strategisch plan dat aan die ondersteuningsperiode ten grondslag ligt, zal het in 2018 gepubliceerde jeugdverslag worden gebruikt." Art. 44 - Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2022.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Eupen, 14 december 2021.
O. PAASCH, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën A. ANTONIADIS, De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting I. WEYKMANS, De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media L. KLINKENBERG, De Minister van Cultuur, en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota's Zitting 2021-2022 Parlementaire stukken: 162 (2021-2022) Nr. 1 Ontwerp van decreet 162 (2021-2022) Nr. 2 Voorstellen tot wijziging 162 (2021-2022) Nr. 3 Voorstellen tot wijziging 162 (2021-2022) Nr. 4 Verslag 162 (2021-2022) Nr. 5 Voorstellen tot wijziging van de door de commissie aangenomen tekst 162 (2021-2022) Nr. 6 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 14 december 2021 - Nr. 36 Bespreking en aanneming