gepubliceerd op 17 juni 1997
Decreet houdende oprichting van een Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
13 MEI 1997. Decreet houdende oprichting van een Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :.
Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Artikel 2 Er wordt een Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector (FIVA) opgericht, hierna te noemen het Financieringsinstrument.
Artikel 3 Het Financieringsinstrument heeft rechtspersoonlijkheid. De bepalingen van de wet van 16 maart 1954 in verband met de begroting, de rekeningen, het comptabiliteitsstelsel, het gezag en de controle op de instellingen van categorie A zijn op het Financieringsinstrument van toepassing voor zover er in dit decreet niet van wordt afgeweken.
Artikel 4 Het Financieringsinstrument heeft binnen het Vlaamse Gewest tot opdracht bij te dragen tot de financiering van initiatieven van reders en viskwekers alsmede van hun verenigingen en coöperaties, voor structuurverbetering in de visserij- en aquicultuursector teneinde alle verrichtingen te bevorderen die de productiviteit van de rederijen en de aquicultuur verhogen, hun rendabiliteit verzekeren, en de kostprijzen verminderen. Deze verrichtingen betreffen met name : 1° de aanpassing van de visserij-inspanning door definitieve beëindiging van de visserijactiviteit;2° de tijdelijke stillegging van de zeevisserijactiviteiten;3° de heroriëntatie van de visserijactiviteiten door oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen;4° de experimentele visserij;5° de vernieuwing van de vissersvloten door bouw en modernisering van de vissersvaartuigen;6° de aquicultuur, inbegrepen de productie van schaal- en weekdieren;7° het verwerven van goederen van blijvende aard zoals vaartuigen, grond, gebouwen, constructies, bedrijfsuitrusting, installaties, machines, werktuigen en materieel, in het bijzonder bij de eerste installatie van reders en viskwekers;8° de inrichting van mariene zones langs de kusten;9° de uitrusting van de vissershavens;10° de verwerking en afzet van visserijproducten, voornamelijk in coöperatief verband;11° de verkoopbevordering en het zoeken naar nieuwe afzetmogelijkheden;12° ondersteunende maatregelen ter vrijwaring van de ingezette kapitalen tot realisatie van de beoogde verrichtingen voorwerp uitmakend van punten 1° tot 11°. Artikel 5 Het Financieringsinstrument wordt gemachtigd zowel kapitaal, rente als andere financiële tegemoetkomingen te verlenen aan verrichtingen zoals omschreven in artikel 4, ongeacht of deze gefinancierd worden met eigen middelen, met leningen, leasing of andere door de Vlaamse regering goedgekeurde financieringswijzen, beperkt tot de door de Europese Gemeenschap toegestane maxima.
Artikel 6 Het Financieringsinstrument wordt gemachtigd een waarborg te verlenen aan leningen bestemd voor verrichtingen in de visserij- en aquicultuursector, zoals omschreven in artikel 4.
De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden en modaliteiten waaronder de waarborg kan worden toegekend en uitgekeerd.
Het Vlaams Parlement bepaalt voor ieder begrotingsjaar het maximale bedrag waarvoor het financieringsinstrument waarborg kan verlenen.
Artikel 7 1. De kredietorganisaties, leasingmaatschappijen en organismen die financiële middelen ter beschikking stellen tot verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, hierna genoemd financieringsmaatschappijen, dienen het voorwerp uit te maken van een erkenning.2. De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden en modaliteiten voor de erkenning van de financieringsmaatschappijen. Artikel 8 De aanvragen voor een togemoetkoming dienen bij de bevoegde administratie te worden ingediend door de onderneming zelf, of door een erkende financieringsmaatschappij, die financiële middelen ter beschikking stelt.
Artikel 9 De middelen van het Financieringsinstrument zijn : a) een jaarlijkse dotatie lastens de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap;b) de terugbetalingen die voortkomen uit de uitvoering van de taken van het Financieringsinstrument;c) het eventuele begrotingssaldo van het voorgaande jaar;d) de bijdragen voor de waarborg;e) de tegemoetkomingen van de Europese Gemeenschap in de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap voor de Vlaamse visserij en de aquicultuur;f) schenkingen en legaten. Artikel 10 De waarborg van het Vlaamse Gewest wordt toegekend aan het geheel van de door het Financieringsinstrument gewaarborgde leningen bedoeld in artikel 6.
Artikel 11 De Vlaamse regering stelt jaarlijks een verslag op over de werking en het beheer van het Financieringsinstrument. Tevens gelast de Vlaamse regering de daartoe bevoegde personen van de Administratie Land- en Tuinbouw om jaarlijks een rapport over de Vlaamse visserij- en aquicultuursector op te stellen. Het verslag en het rapport worden aan het Vlaams Parlement meegedeeld vóór 30 juni van het daaropvolgende jaar.
Artikel 12 Het Financieringsinstrument wordt beheerd door de Vlaamse regering.
Zij stelt de nodige diensten, uitrusting, installaties en personeelsleden van haar diensten ter beschikking van het Financieringsinstrument en kan, overeenkomstig de terzake geldende algemene beginselen, sommige van haar bevoegdheden delegeren aan de leidend ambtenaar die zij daartoe aanwijst.
Artikel 13 Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 13 mei 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER. De Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld.