gepubliceerd op 30 juni 1999
Decreet tot wijziging van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten
13 APRIL 1999. - Decreet tot wijziging van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.In artikel 7 van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten, gewijzigd bij het decreet van 27 mei 1997, worden in het eerste lid de woorden « bestendige deputatie » vervangen door het woord « provinciegouverneur ».
Art. 3.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 8.§ 1. Onverminderd de bevoegdheid van de toezichthoudende overheid om, bij gemotiveerd besluit en binnen een termijn van 50 dagen, ingaande de dag na het inkomen van de begroting bij het provinciaal gouvernement, de begroting of de erin aangebrachte wijzigingen te schorsen of rechtstreeks te vernietigen wegens schending van de wet of strijdigheid met het algemeen belang, is de gouverneur er toe gehouden om, binnen diezelfde termijn, de uitvoering van de begroting of van de erin aangebrachte wijzigingen te schorsen in de hiernavolgende gevallen : 1° als de gemeenteraad een begroting of een wijziging in de begroting voorlegt met een deficitair saldo op de gewone of de buitengewone dienst of met een fictief evenwicht of met een fictief batig saldo of als uit het meerjarig financieel beleidsplan blijkt dat het evenwicht niet behouden kan blijven;2° als de gemeenteraad ontvangsten of verplichte uitgaven, die krachtens de wet gedurende het jaar waarop de begroting betrekking heeft ten gunste of ten laste van de gemeente komen, geheel of gedeeltelijk niet in de begroting voorziet;3° als de gemeenteraad ontvangsten op de begroting brengt die gedurende het jaar waarop de begroting betrekking heeft geheel of gedeeltelijk niet aan de gemeente toekomen;4° als de gemeenteraad uitgaven of ontvangsten in de begroting voorziet die strijdig zijn met de wet. Voorzover de redenen die aanleiding geven tot de schorsing het evenwicht van de begroting niet in gevaar brengen, kan de gouverneur de schorsing beperken tot een of meer artikelen of onderdelen van de begroting. § 2. De gouverneur verstuurt zijn schorsingsbesluit naar de gemeenteoverheid uiterlijk de laatste dag van de in § 1, eerste lid, genoemde termijn. Hij verstuurt dezelfde dag een afschrift van zijn besluit naar de Vlaamse regering.
Als binnen die termijn geen beslissing naar de gemeenteoverheid is verstuurd, is de door de gemeenteraad vastgestelde begroting of begrotingswijziging definitief. ».
Art. 4.Artikel 9 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 9.De gemeenteraad spreekt zich over het schorsingsbesluit uit en stelt de begroting of begrotingswijziging opnieuw vast. Hij stuurt zijn gemotiveerd besluit naar de Vlaamse regering. Een afschrift van dit besluit wordt dezelfde dag naar de provinciegouverneur gezonden. ».
Art. 5.Artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 10.De Vlaamse regering spreekt zich bij gemotiveerd besluit uit over de begroting of begrotingswijziging die de gemeenteraad opnieuw heeft vastgesteld. Onverminderd haar bevoegdheid tot vernietiging wegens schending van de wet of strijdigheid met het algemeen belang, stelt de Vlaamse regering de begroting of de erin aangebrachte wijzigingen definitief vast in de hiernavolgende gevallen : 1° als de begroting een deficitair saldo vertoont op de gewone of op de buitengewone dienst, of een fictief evenwicht of een fictief batig saldo, neemt de Vlaamse regering alle vereiste maatregelen om het evenwicht van de begroting te herstellen;2° als ontvangsten of verplichte uitgaven die krachtens de wet gedurende het jaar waarop de begroting betrekking heeft ten gunste of ten laste van de gemeente komen, geheel of gedeeltelijk niet in de begroting zijn voorzien, schrijft de Vlaamse regering ze ambtshalve in;3° als bepaalde ontvangsten die de gemeenteraad op de begroting heeft gebracht, geheel of gedeeltelijk niet aan de gemeente toekomen of als bepaalde kredieten strijdig zijn met de wet, dan schrapt de Vlaamse regering die of schrijft die op het juiste bedrag in. De Vlaamse regering treft haar besluit binnen een termijn van vijftig dagen, ingaande de dag na het inkomen van het besluit van de gemeenteraad en verstuurt haar besluit naar de gemeenteoverheid uiterlijk de laatste dag van die termijn. Ze stuurt dezelfde dag een afschrift van haar besluit ter kennisgeving aan de gouverneur.
Als binnen de in het vorig lid bepaalde termijn geen beslissing naar de gemeenteoverheid is verstuurd, is de door de gemeenteraad opnieuw vastgestelde begroting definitief. ».
Art. 6.Artikelen 11 en 12 van hetzelfde decreet worden opgeheven.
Art. 7.In artikel 14 van hetzelfde decreet wordt § 1, gewijzigd bij decreet van 22 december 1995, vervangen door wat volgt : « § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 7 en in afwijking van artikelen 8 tot en met 10 worden, voor de gemeenten die met het oog op de sanering van hun financiën leningen sluiten waaraan de gewestwaarborg wordt verleend, de besluiten van de gemeenteraad betreffende de begroting en de wijzigingen die deze gemeenten in hun begroting aanbrengen, onderworpen aan het advies van de gouverneur en de goedkeuring van de Vlaamse regering.
Bij ontstentenis van het versturen van zijn advies naar de regering binnen een termijn van dertig dagen, ingaande de dag na het inkomen op het provinciaal gouvernement van de begroting of de begrotingswijzigingen, wordt de gouverneur geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.
Onverminderd haar bevoegdheid tot niet goedkeuring wegens schending van de wet of strijdigheid met het algemeen belang, stelt de Vlaamse regering de begroting of de erin aangebrachte wijzigingen definitief vast in de hiernavolgende gevallen : 1° als de begroting een deficitair saldo vertoont op de gewone of op de buitengewone dienst, of een fictief evenwicht of een fictief batig saldo, neemt de Vlaamse regering alle vereiste maatregelen om het evenwicht van de begroting te herstellen;2° als ontvangsten of verplichte uitgaven die krachtens de wet gedurende het jaar waarop de begroting betrekking heeft ten gunste of ten laste van de gemeente komen, geheel of gedeeltelijk niet in de begroting zijn voorzien, schrijft de Vlaamse regering ze ambtshalve in;3° als bepaalde ontvangsten die de gemeenteraad op de begroting heeft gebracht, geheel of gedeeltelijk niet aan de gemeente toekomen, of als bepaalde kredieten strijdig zijn met de wet, dan schrapt de Vlaamse regering die of schrijft die op het juiste bedrag in. De Vlaamse regering spreekt zich bij gemotiveerd besluit uit over de begroting of de erin aangebrachte wijzigingen binnen een termijn van vijftig dagen, ingaande de dag na het inkomen van het besluit van de gemeenteraad.
Ze verstuurt haar besluit naar de gemeenteoverheid uiterlijk de laatste dag van die termijn. Ze stuurt dezelfde dag een afschrift van haar besluit ter kennisgeving aan de gouverneur.
Als binnen de in het vorig lid bepaalde termijn geen beslissing naar de gemeenteoverheid is verstuurd, wordt de Vlaamse regering geacht haar goedkeuring aan de begroting of de begrotingswijziging te hebben verleend.
Het besluit van de Vlaamse regering wordt aan de gemeenteraad meegedeeld tijdens zijn eerstvolgende vergadering. » .
Art. 8.In artikel 29 van hetzelfde decreet worden opgeheven : 1° het eerste lid, 3° en 4°;2° het tweede lid.
Art. 9.Aan artikel 30 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 17 maart 1998, wordt een § 6 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 6. De goedkeuring van de rekening houdt in elk geval in dat de beslissingen van de gemeenteoverheid die genomen werden in de loop van het jaar waarop de rekening betrekking heeft en die niet werden opgevraagd, noch geschorst of vernietigd werden, niet langer vatbaar zijn voor schorsing of vernietiging. ».
Art. 10.De besluiten van de gemeenteoverheden die voor de inwerkingtreding van dit decreet werden genomen, blijven onderworpen aan de regelen die op dat tijdstip van kracht waren.
Art. 11.Dit decreet treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 13 april 1999 De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS _______ Nota Verwijzingen Zitting 1998-1999 Stukken Ontwerp van decreet : 1324 nr. 1 Verslag : 1324 Nr. 2 Handelingen Bespreking en aanneming : vergaderingen van 30 en 31 maart 1999