Etaamb.openjustice.be
Decreet van 07 mei 2004
gepubliceerd op 05 augustus 2004

Decreet betreffende de toepassing van intersectorale akkoorden voor organisaties ressorterend onder het paritair comité voor de sociaal-culturele sector

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036199
pub.
05/08/2004
prom.
07/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/07/2004036199/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MEI 2004. - Decreet betreffende de toepassing van intersectorale akkoorden voor organisaties ressorterend onder het paritair comité voor de sociaal-culturele sector (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet betreffende de toepassing van intersectorale akkoorden voor organisaties ressorterend onder het paritair comité voor de sociaal-culturele sector.

Artikel 1.Dit artikel regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° Sociaal Fonds : het Sociaal Fonds voor het Sociaal Cultureel Werk van de Vlaamse Gemeenschap, opgericht door het paritair comité voor de socio-culturele sector bij collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997;2° de administratie : de administratieve entiteiten bevoegd voor het cultuur- en jeugdwerkbeleid;3° cao : collectieve arbeidsovereenkomst;4° DAC-project : een tewerkstellingsproject dat op basis van het koninklijk besluit nr.25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 473 van 28 oktober 1986, aan een organisatie werd toegewezen en vanaf de regularisatie valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse regering.

Art. 3.Dit decreet regelt de toekenning van subsidies aan organisaties die vallen onder het paritair comité voor de socio-culturele sector, behoudens de organisaties erkend op basis van : 1° het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 1997;2° het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden. De subsidies bedongen in de Vlaamse intersectorale akkoorden en de daaruit voortvloeiende CAO's, gesloten in het paritair comité voor de socio-culturele sector en goedgekeurd door de Vlaamse regering, worden, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, toegekend aan de sectoren waarop ze van toepassing zijn, en verdeeld volgens de erin opgenomen modaliteiten.

Art. 4.Op basis van de werkgelegenheidsgegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op 30 september van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar worden de middelen als volgt verdeeld : 1° één aandeel voor de organisaties die gesubsidieerd of erkend zijn door de Vlaamse regering;2° één aandeel voor de organisaties die niet erkend of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse regering. De verdeling, bedoeld in het eerste lid, gebeurt a rato van het aantal voltijdse equivalenten.

Voor de toepassing van de verdeling, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden de organisaties die door de Vlaamse regering enkel gesubsidieerd worden in het kader van de regularisatie van de DAC-projecten, voor de toepassing van dit decreet beschouwd als niet erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse regering.

Art. 5.De subsidies voor de organisaties die niet erkend of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse regering worden toegekend aan het Sociaal Fonds, dat zorgt voor de uitbetaling aan de werkgevers.

De subsidies voor de structureel erkende en gesubsidieerde organisaties worden rechtstreeks door de Vlaamse regering uitbetaald.

Art. 6.Met het oog op de controle op de uitbetaling van de middelen, bezorgt het Sociaal Fonds aan de administratie : 1° voor 1 september van het subsidiejaar : een lijst per organisatie van de uit te keren bedragen voor de personeelsleden die in aanmerking komen voor de betrokken CAO's, opgesplitst per CAO;2° voor 1 februari van het jaar volgend op het subsidiejaar : een lijst van de uitbetaalde bedragen in het kader van de betrokken CAO's. Indien het totale uitbetaalde bedrag per cao kleiner is dan het vooropgestelde bedrag vordert de administratie het niet-aangewende bedrag per cao bij het Sociaal Fonds terug.

Art. 7.Na afloop van de looptijd van het door de Vlaamse regering goedgekeurde intersectorale akkoord, en na overleg met de sociale partners, kunnen de middelen die uitgetrokken zijn voor de uitvoering ervan, a rato van het aantal tewerkgestelde equivalenten verhoudingsgewijs worden verdeeld over de verschillende betrokken programma's in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het eerstvolgende begrotingsjaar.

Art. 8.De Vlaamse regering kan nadere proceduremaatregelen bepalen voor de administratieve uitvoering van dit decreet.

Art. 9.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 7 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken. - Voorstel van decreet : 2177, nr. 1. - Amendementen : 2177, nr. 2. - Verslag : 2177, nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2177, nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 4 en 5 mei 2004.

^