gepubliceerd op 04 juni 2004
Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek »
7 MEI 2004. - Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek » (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° het kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;2° ILVO : Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek;3° CLO : Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek, wetenschappelijke instelling als bedoeld in artikel 2, 4°, van het koninklijk besluit van 20 juni 1997 tot vaststelling van de lijst, het niveau, de structuur en de bevoegdheden van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat die ressorteren onder het Ministerie van Middenstand en Landbouw;4° CLE : Centrum voor Landbouweconomie, wetenschappelijke instelling als bedoeld in artikel 2, 5°, van het koninklijk besluit van 20 juni 1997 tot vaststelling van de lijst, het niveau, de structuur en de bevoegdheden van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat die ressorteren onder het Ministerie van Middenstand en Landbouw;5° eigen vermogen CLO : eigen vermogen, opgericht bij artikel 28 van het decreet van 5 juli 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2002;6° eigen vermogen CLE : eigen vermogen, opgericht bij artikel 27 van het decreet van 5 juli 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2002. HOOFDSTUK II. - Oprichting
Art. 3.Er wordt een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht als bedoeld in artikel 10 van het kaderdecreet. Dit agentschap draagt als naam « Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek ». Het agentschap wordt gespecificeerd als Vlaamse wetenschappelijke instelling.
De Vlaamse regering bepaalt tot welk beleidsdomein het ILVO behoort.
De bepalingen van het kaderdecreet zijn van toepassing op het ILVO. HOOFDSTUK III. - Missie, taken en bevoegdheden
Art. 4.Het ILVO heeft als missie bij te dragen tot het uitvoeren en coördineren van beleidsonderbouwend wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening met het oog op een duurzame land- en tuinbouw en visserij in economisch, ecologisch, sociaal en maatschappelijk perspectief. Steunend op technisch-wetenschappelijke en sociaal-wetenschappelijke disciplines, zal het ILVO daarvoor de kennis opbouwen die nodig is voor de verbetering van productiemethoden, voor de bewaking van de kwaliteit, voor de veiligheid van de eindproducten en voor de verbetering van beleidsinstrumenten als basis van sectorontwikkeling en agrarisch plattelandsbeleid. Het ILVO zal het beleid, de sectoren en de maatschappij daarover regelmatig informeren.
Art. 5.§ 1. Het ILVO heeft tot taak : 1° het conceptualiseren, initiëren en uitvoeren van multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek en het verwerven van wetenschappelijke kennis afhankelijk van beleidsnoden en -vragen en het onderhouden van de nodige contacten hiervoor met overheid, sector en maatschappij;2° het vertalen van de verworven inzichten naar het beleid;3° op basis van de wetenschappelijke expertise, dienstverlening leveren aan of meewerken met andere instanties voor basisonderzoek, toegepast onderzoek of demonstratieonderzoek, voor zover die onderzoeken het beleid van de overheid in de sector kunnen steunen;4° het verlenen van diensten en producten voor overheid en derden voor zover dat past binnen de missie en de beheersovereenkomst;5° het meewerken aan de vorming en de opleiding van organisaties die aan voorlichting en ontwikkeling doen, in het bijzonder de Vlaamse overheidsdiensten;6° het opbouwen van kennis en de verspreiding ervan, onder meer door middel van wetenschappelijke publicaties, onderzoeksrapportering, voordrachten en het aanreiken van de nodige documentatie voor overheid, sector en maatschappij;7° het toekennen van doctoraatsbeurzen;8° het verlenen van wetenschappelijke medewerking aan internationale, federale en gewestelijke initiatieven om de overheden in staat te stellen hun engagementen en verplichtingen dienaangaande na te komen;9° het meewerken aan het opstellen van offertes voor onderzoek door derden. § 2. De Vlaamse regering kan het ILVO belasten met bijzondere opdrachten die kaderen binnen de missie en taken, bedoeld in artikel 4 en 5, § 1, en die zullen worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden en modaliteiten bepaald in de beheersovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Bestuur en werking
Art. 6.De Vlaamse regering regelt het bestuur en de werking van het ILVO overeenkomstig de bepalingen van het kaderdecreet.
Het hoofd van het ILVO wordt bijgestaan door een algemeen directeur. HOOFDSTUK V. - Raadgevend comité
Art. 7.Bij het agentschap wordt een raadgevend comité opgericht. Het raadgevend comité heeft enkel een adviserende bevoegdheid en geen beslissingsbevoegdheid. De samenstelling, vergoeding van de leden, taakstelling, werking en andere uitvoeringsvoorwaarden worden bepaald door de Vlaamse regering. HOOFDSTUK VI. - Beheersovereenkomst
Art. 8.De beheersovereenkomst wordt conform de bepalingen van artikel 9 van het kaderdecreet opgesteld. HOOFDSTUK VII. - Financiële middelen
Art. 9.§ 1. Het ILVO kan beschikken over de volgende ontvangsten : 1° dotaties;2° leningen;3° retributies voor zover ze bij decreet toegewezen zijn aan het agentschap;4° ontvangsten die voortvloeien uit daden van beheer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen;5° schenkingen en legaten in speciën;6° inkomsten uit eigen participaties en uit door het agentschap verstrekte leningen aan derden;7° opbrengsten uit de verkoop van eigen participaties;8° de subsidies waarvoor het agentschap als begunstigde in aanmerking komt;9° terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgaven;10° vergoedingen voor prestaties aan derden, volgens de modaliteiten bepaald in de beheersovereenkomst;11° de saldi van de Eigen Vermogens van het CLO en het CLE zoals vermeld in artikel 27 en 28 van het decreet van 5 juli 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2002;12° stichtingen, beurzen, prijzen. § 2. Tenzij anders is bepaald in een decreet worden de ontvangsten, genoemd in § 1, beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven.
In afwijking van het eerste lid zijn de ontvangsten, genoemd in § 1, 4° tot en met 12°, te beschouwen als toegewezen ontvangsten.Zij mogen aangewend worden voor de missie en de taken zoals vermeld in artikel 4 en 5, met uitzondering van de ontvangsten in artikel 9, § 1, 12°, die enkel mogen worden aangewend voor de bij die ontvangsten bepaalde bestemmingen.
Art. 10.Het ILVO kan schenkingen of legaten aanvaarden. Het ILVO beoordeelt vooraf de opportuniteit en de risico's verbonden aan de aanvaarding. HOOFDSTUK VIII. - Coördinatie
Art. 11.§ 1. De Vlaamse regering kan de bepalingen van de decreten betreffende het agentschap coördineren, alsook de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie. Te dien einde kan zij : 1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen. De coördinatie treedt pas in werking nadat ze bij decreet is bekrachtigd. § 2. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bestaande wets- en decreetsbepalingen te wijzigen, aan te vullen, te vervangen of op te heffen, om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van dit decreet en van het kaderdecreet.
De besluiten die krachtens deze paragraaf worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben als ze niet bij decreet zijn bekrachtigd binnen negen maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan. De bekrachtiging werkt terug tot deze laatste datum.
De in § 2, aan de Vlaamse regering opgedragen bevoegdheid vervalt negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens deze paragraaf zijn vastgesteld en zijn bekrachtigd, alleen bij een decreet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 12.§ 1.Tot andersluidende bepaling zijn de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 8, 11bis, 13 en 14 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut van toepassing op het ILVO, met uitzondering evenwel van artikel 8, eerste lid, laatste zinsdeel. § 2.Voor de toepassing van de in § 1, vermelde bepalingen wordt het ILVO beschouwd als een instelling van categorie A.
Art. 13.De artikelen 27 en 28 van het decreet van 5 juli 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2002 worden opgeheven.
Art. 14.De rechten en plichten van de eigen vermogens van het CLO en CLE worden overgedragen aan het ILVO.
Art. 15.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.
De artikelen 27 en 28 van het decreet van 5 juli 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2002 blijven van kracht tot op het ogenblik dat de rechten en verplichtingen van het eigen vermogen van het CLO en het CLE, en het personeel worden overgedragen aan het ILVO. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 7 mei 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, J. TAVERNIER _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken. - Ontwerp van decreet : 2190, nr. 1. - Verslag van het Rekenhof : 2190, nr. 2. - Amendementen : 2190, nrs. 3 tot 5. - Verslag : 2190, nr. 6. - Amendementen : 2190, nr. 7. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2190, nr. 8.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 27 en 29 april 2004.