Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 31 augustus 2023
gepubliceerd op 19 oktober 2023

Besluit van de Vlaamse Regering over de transitie van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn

bron
vlaamse overheid
numac
2023046107
pub.
19/10/2023
prom.
31/08/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 AUGUSTUS 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering over de transitie van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035844 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/06/2004 numac 2004035837 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2° en 8, 3°, gewijzigd bij het decreet van 25 april; - het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 78/1, 78/2 en 78/4, ingevoegd bij het decreet van 15 maart 2019; - het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap, artikel 10; - het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2018 pub. 31/07/2018 numac 2018040369 bron vlaamse overheid Decreet tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid sluiten tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, artikel 68, § 2, en § 2/1, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2022; - het decreet van 28 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2023 pub. 05/06/2023 numac 2023042521 bron vlaamse overheid Decreet over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn sluiten over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn, artikel 14.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 29 juni 2023; - Het sectorcomité X- Onderwijs, Comité voor de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten en het Overkoepelend Onderhandelingscomité vrij gesubsidieerd onderwijs hebben een eenparig akkoord gegeven in protocol 240 op 4 juli 2023; - Er is een verzoek om spoedbehandeling ingediend, gemotiveerd door de omstandigheid dat voor de continuering van de werking van de internaten van het gemeenschapsonderwijs die de overstap maken naar het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin het aangewezen is dat de erkenning en daarmee samenhangende subsidiëring van de internaten van het gemeenschapsonderwijs als een voorziening van het beleidsdomein Volksgezondheid en Gezin ingang kan vinden vanaf de start van het schooljaar 2023-2024 en dus vanaf 1 september 2023. Om bovenvermelde redenen is het aangewezen dat het besluit van de Vlaamse Regering over de transitie van de internaten van het gemeenschapsonderwijs naar het beleidsdomein Welzijn tijdig definitief goedgekeurd kan worden. Het is voor de vastbenoemde personeelsleden in het transitiekader alsook voor de besturen essentieel dat zij voor 1 september 2023 op de hoogte zijn van de prestatie- en vakantieregeling die van toepassing zal zijn. - De Raad van State heeft advies 74.155/1/V gegeven op 25 juli 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° besluit van 26 februari 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/02/2016 pub. 12/04/2016 numac 2016035423 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap sluiten houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;2° besluit van 5 april 2019: het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten1 betreffende de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen in de jeugdhulp;decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten: decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;4° inschaling: een overzicht van de profielen en ondersteuningsnoden van de personen die ondersteund worden uitgedrukt in typemodules; 5° internaat: een instelling die uiterlijk op 31 augustus 2023 valt onder één van de volgende bepalingen: a) tehuizen als vermeld in artikel III.20 en III.37 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016; b) internaten buitengewoon onderwijs als vermeld in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van de voormelde codificatie;c) internaten met permanente openstelling als vermeld in deel III, hoofdstuk 6, van de voormelde codificatie;d) Kasterlinden internaat, met hoofdzetel te Sint-Agatha-Berchem, Poolsterstraat 10 en instellingsnummer 137158;e) Internaat Zusters van Liefde, met hoofdzetel te Kortemark, Hospitaalstraat 22 en instellingsnummer 61028;6° koepelorganisaties: het Vlaams Welzijnsverbond of SOM de federatie van sociale ondernemingen;7° MFC: een MFC als vermeld in artikel 1, 6°, van het besluit van 26 februari 2016;8° organisatie voor bijzondere jeugdzorg: een voorziening als vermeld in artikel 3 van het besluit van 5 april 2019;9° transitiekader: het transitiekader, vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 28 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2023 pub. 05/06/2023 numac 2023042521 bron vlaamse overheid Decreet over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn sluiten over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn;10° VAPH: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035844 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/06/2004 numac 2004035837 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;11° VIST SA: de versnelde indicatiestelling en toewijzing in situaties waarbij er behoefte is aan de financiering van specifieke acties voor de versterking van de draagkracht van de minderjarige, de ouders van de minderjarige en, in voorkomend geval, de opvoedingsverantwoordelijken van de minderjarige en de betrokken personen uit de leefomgeving van de minderjarige als vermeld in artikel 28, eerste lid, 4°, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten;12° Zorginspectie: Zorginspectie van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in artikel 4, § 2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten2 over het Departement Zorg;13° zorgstrategisch plan: een ruimere strategische denkoefening op middellange of lange termijn waarbij een voorziening, in overleg en afstemming, met gebruikers, medewerkers en de bredere samenleving in kaart brengt hoe ze zich in een breder maatschappelijk perspectief positioneert vandaag en zich onderbouwd wil positioneren in de toekomst. HOOFDSTUK 2 - Continuïteit van dienstverlening

Art. 2.De kinderen die tijdens het schooljaar 2022-2023 al gebruikmaakten van de dienstverlening van een internaat dat erkend wordt als een MFC of als een organisatie voor bijzondere jeugdzorg, kunnen na de erkenning van het internaat als MFC of als een organisatie voor bijzondere jeugdzorg verder blijven gebruikmaken van de dienstverlening van hetzelfde internaat als ze dat willen. In geen geval kan het internaat de dienstverlening eenzijdig stopzetten om reden van de erkenning als MFC of als organisatie voor bijzondere jeugdzorg, behalve als er een passend alternatief gevonden kan worden en het kind in kwestie en zijn gezin daarmee akkoord gaat. HOOFDSTUK 3 - Erkenning en subsidiëring als MFC Afdeling 1. Erkenning als MFC

Art. 3.Het VAPH kan internaten met ingang van 1 september 2023 erkennen als een MFC als zij zich richten tot personen met een handicap, als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035844 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/06/2004 numac 2004035837 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap met uitzondering van artikel 12 tot en met artikel 17, is niet van toepassing voor de erkenning, vermeld in het eerste lid.

Art. 4.De internaten, dienen uiterlijk op 15 juni 2023 een aanvraag voor erkenning in bij het VAPH met een formulier dat het VAPH vaststelt.

Een internaat komt in aanmerking voor een erkenning als het de inschaling en het zorgstrategisch plan met het oog op de erkenning als MFC, als organisatie voor bijzondere jeugdzorg, een combinatie van beide, of desgevallend geen van beide, heeft opgemaakt.

Art. 5.§ 1. Het VAPH verleent onder de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2 tot en met 4, een erkenning voor onbepaalde duur in de zin van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. § 2. Zorginspectie onderzoekt na de aanvangsdatum van de erkenning of de internaten die als MFC zijn erkend, voldoen aan de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van het besluit van 26 februari 2016, en aan de algemene erkenningsvoorwaarden en de voorwaarden in verband met kwaliteitszorg, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap.

Zorginspectie maakt voor elk internaat dat als MFC is erkend, een verslag op waarin op gemotiveerde wijze wordt uiteengezet welke voorwaarden, vermeld in het eerste lid, niet of onvoldoende nageleefd worden. § 3. Als Zorginspectie heeft vastgesteld dat de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, niet of niet voldoende zijn nageleefd, doorloopt het internaat dat als MFC is erkend, een coachingstraject om de inbreuken, vermeld in het verslag, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, op te lossen die het VAPH op basis van het zorgstrategisch plan dat het internaat heeft bezorgd, als prioritair heeft aangewezen.

De koepelorganisaties organiseren de coachingstrajecten en werken ze uit. De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, bepaalt de inhoud van de coachingstrajecten en de financiering van de koepelorganisaties. § 4. Zorginspectie onderzoekt na het doorlopen van het coachingstraject, vermeld paragraaf 3, voor 1 januari 2025 opnieuw of en in welke mate de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, zijn nageleefd.

Het VAPH kan de erkenning als MFC stopzetten als Zorginspectie bij het onderzoek, vermeld in het eerste lid, vaststelt dat er tegenindicaties zijn om de erkenning als MFC te behouden door een gevaar voor de fysieke of psychische integriteit van de personen met een handicap.

Andere inbreuken dan de inbreuken, vermeld in het tweede lid, worden opgevolgd conform hoofdstuk 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap. Afdeling 2. Subsidiëring

Art. 6.In afwijking van artikel 16 van het besluit van 26 februari 2016 bepaalt het VAPH de volgende elementen binnen de grenzen van de kredieten die daarvoor ingeschreven zijn op de begroting, per internaat dat erkend wordt als MFC: 1° het aantal personeelspunten waarvoor het internaat erkend wordt als MFC;2° de werkingssubsidies van het internaat dat erkend wordt als MFC. Het VAPH bepaalt per internaat dat erkend wordt als MFC, het aantal personen dat ondersteund wordt voor de aanvangsdatum van de erkenning.

Het voormelde aantal geldt als referentie voor de begeleidingsovereenkomsten, vermeld in artikel 36 van het besluit van 26 februari 2016, die gerealiseerd moeten worden.

Art. 7.De personeelskosten van de personeelsleden van de internaten die als MFC worden erkend, die zijn opgenomen in het transitiekader worden gesubsidieerd conform artikel 20 van het besluit 26 februari 2016 en de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/05/2017 pub. 16/08/2017 numac 2017040466 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten sluiten houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten.

Het VAPH bepaalt welke functiecodes als vermeld in artikel 7, tweede lid, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/05/2017 pub. 16/08/2017 numac 2017040466 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten sluiten houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten gebruikt kunnen worden in het kader van de berekening van de subsidies voor de personeelsleden, vermeld in het eerste lid.

Het verschil tussen het bedrag van de subsidies, vermeld in het eerste lid, en het bedrag van de totale personeelskosten van de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, dat het Agentschap voor Onderwijsdiensten terugvordert, wordt gebruikt om personeel aan te werven.

In het derde lid wordt verstaan onder Agentschap voor Onderwijsdiensten: het intern verzelfstandigd agentschap voor Onderwijsdiensten dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap voor Onderwijsdiensten. Afdeling 3. Financiële bijdragen

Art. 8.De bepalingen van artikel 25 tot en met artikel 31 van het besluit 26 februari 2016 zijn niet van toepassing voor de persoon die op 30 juni 2023 ingeschreven is voor het schooljaar 2022-2023 in het internaat dat erkend wordt als MFC totdat een van de navolgende situaties zich voordoet: 1° de persoon gaat van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs;2° de persoon verlaat het secundair onderwijs;3° de persoon zet het gebruik stop van de ondersteuningsfunctie verblijf van het internaat dat erkend is als MFC;4° de persoon stapt over naar een ander MFC dan het internaat dat erkend is als MFC;5° de ondersteuning wordt geboden op basis van een maatregel conform 48, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten. Bestaande regelingen over het betalen van bijdragen of kostgeld blijven van toepassing tot het moment dat een situatie als vermeld in het eerste lid zich voordoet.

Voor jongeren die op 30 juni 2023 ingeschreven zijn voor het schooljaar 2022-2023 in het internaat met een VIST-SA, kan afgezien worden van het kostgeld, afhankelijk van de financiële draagkracht van het gezin. De voormelde regeling blijft van toepassing tot het moment dat een situatie als vermeld in het eerste lid, zich voordoet.

De bijdragen of kostgelden vermeld in het tweede lid, worden geïnd door het internaat dat erkend is als een MFC. De te innen bijdragen en kostgelden worden in mindering gebracht van de werkingssubsidies. Afdeling 4. Vrij besteedbaar bedrag

Art. 9.Een internaat dat erkend wordt als MFC, ontvangt van het VAPH de subsidies, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 houdende de wijze van vereffening van een vrij besteedbaar bedrag en de toekenning ervan aan de minderjarigen aan wie residentiële jeugdhulpverlening geboden wordt, ter uitvoering van een beschikking van de jeugdrechtbank of van een advies van het bureau voor bijzondere jeugdbijstand, in voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap.

In afwijking van artikel 3 van het voormelde besluit van 10 juli 2008 wordt de subsidie, vermeld in het eerste lid, niet toegekend als de personen die verblijven in een internaat dat als MFC wordt erkend, er verblijven ter uitvoering van een aanmelding bij de intersectorale toegangspoort via een gemandateerde voorziening wegens een maatschappelijke noodzaak, totdat een van de navolgende situaties zich voordoet: 1° de persoon gaat van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs;2° de persoon verlaat het secundair onderwijs;3° de persoon zet het gebruik stop van de ondersteuningsfunctie verblijf van het internaat dat erkend is als MFC;4° de persoon stapt over naar een ander MFC dan het internaat dat erkend is als MFC;5° de ondersteuning wordt geboden op basis van een maatregel conform 48, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten. Het tweede lid is niet van toepassing op jongeren die verblijven in een internaat met permanente openstelling als vermeld in deel III, hoofdstuk 6, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016. In afwijking van artikel 1 van het voormelde besluit van 10 juli 2008 kunnen de voormelde jongeren die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 1, 2° van het voormelde besluit van 10 juli 2008, aanspraak maken op een vrij besteedbaar bedrag als vermeld in artikel 2 van het voormelde besluit. HOOFDSTUK 4. - Erkenning en subsidiëring als organisatie voor bijzondere jeugdzorg Afdeling 1. Erkenning als organisatie voor bijzondere jeugdzorg

Art. 10.Het agentschap Opgroeien regie erkent internaten als een organisatie voor bijzondere jeugdzorg als ze zich richten tot minderjarigen in een verontrustende situatie.

In het eerste lid wordt verstaan onder verontrustende situatie: een verontrustende situatie als vermeld in artikel 2, § 1, 54°, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten.

Het agentschap Opgroeien regie kan een erkenning als organisatie voor bijzondere jeugdzorg verlenen conform artikel 52 tot en met 54 en artikel 57 tot en met 59 van het besluit van 5 april 2019.

Internaten die als organisatie voor bijzondere jeugdzorg erkend willen worden, dienen daarvoor uiterlijk op 15 juni 2023 een aanvraag in bij het agentschap Opgroeien regie met een formulier dat het agentschap Opgroeien regie ter beschikking stelt.

Een internaat komt in aanmerking voor een erkenning als het de inschaling en het zorgstrategisch plan met het oog op de erkenning als MFC, of als organisatie voor bijzondere jeugdzorg, een combinatie van beide, of desgevallend geen van beide, heeft opgemaakt.

Het agentschap Opgroeien regie kan op zijn vroegst vanaf 1 september 2023 aan een internaat een erkenning als organisatie voor bijzondere jeugdzorg verlenen.

Art. 11.§ 1. Zorginspectie onderzoekt na de aanvangsdatum van de erkenning als organisatie voor bijzondere jeugdzorg of het internaat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11 tot en met 13 en artikel 28 tot en met 32 van het besluit van 5 april 2019.

Zorginspectie maakt voor een internaat dat als organisatie voor bijzondere jeugdzorg erkend is, een verslag op waarin op gemotiveerde wijze wordt uiteengezet welke voorwaarden, vermeld in het eerste lid, niet of onvoldoende nageleefd worden. § 2. Als Zorginspectie heeft vastgesteld dat de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, niet of niet voldoende zijn nageleefd, doorloopt het internaat een coachingstraject om de inbreuken, vermeld in het verslag, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, op te lossen die het agentschap Opgroeien regie als prioritair heeft aangewezen.

De koepelorganisaties organiseren de coachingstrajecten en werken ze uit. De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien bepaalt de inhoud van de coachingstrajecten en de financiering van de koepelorganisaties. § 3. Zorginspectie onderzoekt na het doorlopen van het coachingstraject, vermeld in paragraaf 2, en voor 1 januari 2025 opnieuw of en in welke mate de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, zijn nageleefd.

Het agentschap Opgroeien regie kan met toepassing van artikel 66 van het besluit van 5 april 2019 de erkenning van een internaat als organisatie voor bijzondere jeugdzorg intrekken als Zorginspectie bij het onderzoek, vermeld in het eerste lid, vaststelt dat er indicaties zijn van een gevaar voor de fysieke of psychische integriteit van de kinderen en jongeren.

Andere inbreuken dan de inbreuken, vermeld in het tweede lid, worden opgevolgd conform artikel 64 en 65 van het besluit van 5 april 2019.

Art. 12.De erkenning van een internaat als organisatie voor bijzondere jeugdzorg wordt gewijzigd conform artikel 62 en 63 van het besluit van 5 april 2019.

De erkenning van een internaat als organisatie voor bijzondere jeugdzorg kan op zijn vroegst gewijzigd worden met ingang van 1 januari 2025. Afdeling 2. Subsidiëring

Art. 13.Een internaat dat als organisatie voor bijzondere jeugdzorg erkend is, ontvangt voor zijn werking een subsidie conform artikel 33, artikel 37 tot en met 42, en artikel 44 tot en met 49 van het besluit van 5 april 2019.

Artikel 42 van het besluit van 5 april 2019 is niet van toepassing voor jongeren die op 30 juni 2023 voor het schooljaar 2022-2023 toevertrouwd zijn aan het internaat dat als organisatie voor bijzondere jeugdzorg erkend is, als de voormelde jongere niet gebruikmaakt van de dienstverlening van een internaat met permanente openstelling als vermeld in deel III, hoofdstuk 6, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 en als het kind niet in de voorziening verblijft op basis van een maatregel als vermeld in artikel 48, § 1, eerste lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten, totdat een van de volgende situaties zich voordoet: 1° de persoon gaat over van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs;2° de persoon verlaat het secundair onderwijs;3° de persoon gaat over naar een andere voorziening dan het internaat;4° de ondersteuning wordt geboden op basis van een maatregel conform artikel 48, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten. Bestaande regelingen over het betalen van bijdragen of kostgeld voor het verblijf in een internaat dat als organisatie voor bijzondere jeugdzorg erkend is, blijven van toepassing tot het moment dat een situatie als vermeld in het tweede lid, zich voordoet.

Voor jongeren die op 30 juni 2023 met een VIST-SA toevertrouwd zijn aan een internaat dat als organisatie voor bijzondere jeugdzorg erkend is, kan de voorziening afzien van het gevraagde kostgeld op basis van de financiële draagkracht van het gezin. De voormelde regeling blijft van toepassing tot het moment dat een situatie als vermeld in het tweede lid, zich voordoet. HOOFDSTUK 5. - Transitiemaatregelen inzake groeipakket

Art. 14.Twee derde van de gezinsbijslagen, vermeld in boek 2, deel 1, van het Groeipakketdecreet van 2018, blijft voorbehouden aan de begunstigden, vermeld in artikel 3, § 2, van het voormelde decreet, voor het kind dat op 30 juni 2023 voor het schooljaar 2022-2023 in een internaat ingeschreven is, en dat aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° het kind maakt niet gebruik van de dienstverlening van een internaat met permanente openstelling als vermeld in deel III, hoofdstuk 6, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016;2° het kind verblijft niet in de voorziening op basis van een maatregel als vermeld in artikel 48, § 1, eerste lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten. Het eerste lid is niet van toepassing vanaf het moment dat een van de navolgende situaties zich voordoet: 1° het kind gaat over van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs;2° het kind verlaat het secundair onderwijs;3° het kind gaat over naar een andere voorziening dan het internaat;4° de ondersteuning wordt geboden op basis van een maatregel conform 48, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten.

Art. 15.Als een rechtgevend kind in een instelling die erkend en gesubsidieerd is door het VAPH wordt geplaatst, wordt, in afwijking van artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten0 houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, twee derde van de gezinsbijslagen aan het VAPH uitbetaald.

Het eerste lid is niet van toepassing vanaf het moment dat een van de navolgende situaties zich voordoet: 1° het kind gaat over van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs;2° het kind verlaat het secundair onderwijs;3° het kind gaat over naar een andere voorziening dan het internaat;4° van zodra de ondersteuning wordt geboden op basis van een maatregel conform artikel 48, § 1, eerste lid, van het decreet van 12 juli 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2023 pub. 18/09/2023 numac 2023045351 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende verscheidene fiscale bepalingen en tot omzetting van Richtlijn 2021/514/EU van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen sluiten betreffende integrale jeugdhulp voor het rechtgevend kind dat op 30 juni 2023 gebruik maakt van de dienstverlening van een internaat met Permanente Openstelling. In dit artikel wordt verstaan onder rechtgevend kind: het kind dat op 30 juni 2023 ingeschreven is voor het schooljaar 2022 - 2023 in een internaat en gebruik maakt van de dienstverlening van een internaat met Permanente Openstelling als vermeld in deel III, hoofdstuk 6 Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs of in de voorziening verblijft op basis van een maatregel als vermeld in artikel 48, § 1, eerste lid van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende integrale jeugdhulp. HOOFDSTUK 6. - Persoonsvolgend budget na ondersteuning door een internaat van het gemeenschapsonderwijs

Art. 16.In dit artikel wordt verstaan onder het besluit van 27 november 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 15/01/2016 numac 2015036642 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget sluiten over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget.

De personen met een handicap die gebruikmaken of gebruikgemaakt hebben van ondersteuning die geboden wordt door een internaat dat wordt erkend als een MFC, komen vanaf het jaar 2023, conform artikel 37, § 3, van het besluit 27 november 2015, in aanmerking voor de terbeschikkingstelling van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning als de persoon met een handicap op het moment van de aanvraag van het budget en in het jaar van de terbeschikkingstelling ervan gebruikmaakt van ondersteuning door een internaat dat met ingang van 1 september 2023 wordt erkend als een MFC, of van jeugdhulpverlening als vermeld in artikel 1, 7/1°, a) of c), van het besluit van 27 november 2015.

Het budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning wordt vastgesteld op basis van de elementen, vermeld in artikel 37, § 3, tweede lid, van het besluit van 27 november 2015, en op basis van de ondersteuning die is geboden door een internaat dat wordt erkend als een MFC, in de periode voor de erkenning als MFC. HOOFDSTUK 7. - De prestatie- en vakantieregeling van de vastbenoemde personeelsleden in het transitiekader Afdeling 1. Vastbenoemde personeelsleden van instellingen van het GO!

Art. 17.Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden in het transitiekader, vermeld in artikel 4, 1° en 2°, van het decreet van 28 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2023 pub. 05/06/2023 numac 2023042521 bron vlaamse overheid Decreet over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn sluiten over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn, die voor 1 september 2023 aangesteld waren in een internaat met permanente openstelling en/of in een medisch-pedagogisch instituut van het Gemeenschapsonderwijs, een instituut voor buitengewoon secundair onderwijs van het Gemeenschapsonderwijs, een autonoom internaat buitengewoon onderwijs van het Gemeenschapsonderwijs of het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling (Kastor).

Art. 18.§ 1. In een volledige betrekking presteren de volgende ambten de volgende uren: 1° 1.334 uren per jaar: a) hoofdopvoeder;b) maatschappelijk werker;c) studiemeester-opvoeder internaat; 2° 1.205 uren per jaar: a) ergotherapeut;b) kinderverzorger;c) kinesitherapeut;d) orthopedagoog;e) psycholoog;f) verpleger;g) logopedist 3° 36 uren per week: a) eerstaanwezend rekenplichtig correspondent;b) opsteller;c) rekenplichtig correspondent. De jaaropdrachten, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden gespreid over tenminste 38 weken.

Per zeven dagen kan er door een personeelslid maximaal op vijf dagen gewerkt worden. § 2. De leidinggevende van de voorziening, vermeld in artikel 2, 5°, van het decreet van 28 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2023 pub. 05/06/2023 numac 2023042521 bron vlaamse overheid Decreet over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn sluiten over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn, maakt de effectieve prestatieroosters op. De voormelde prestatieroosters worden minstens twee maanden voor de ingangsdatum aan de personeelsleden bekendgemaakt. De leidinggevende deelt minstens zeven dagen op voorhand het definitieve prestatierooster aan het personeelslid mee.

Als de leidinggevende van de voorziening de prestatieroosters conform het eerste lid vastlegt, houdt die rekening met de behoeften van de dienst. Het personeelslid kan op voorhand zijn desiderata bezorgen. § 3. Een personeelslid kan op alle dagen dat de voorziening, vermeld in artikel 2, 5°, van het decreet van 28 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2023 pub. 05/06/2023 numac 2023042521 bron vlaamse overheid Decreet over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn sluiten over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn, opengesteld is, worden ingezet. De hoofdopvoeder en de studiemeester-opvoeder internaat kunnen ook 's nachts worden ingezet. § 4. Om het aantal te presteren uren vast te stellen voor een ambt met onvolledige prestaties, worden de uren voor het ambt in kwestie, vermeld in paragraaf 1, pro rata toegepast. § 5. De minimumprestatie van een personeelslid bedraagt ten minste drie aaneensluitende uren. De maximumprestatie van een personeelslid bedraagt hoogstens elf aaneensluitende uren. § 6. Als een personeelslid tijdens de dienst ook moet overnachten in de voorziening, vermeld in artikel 2, 5°, van het decreet van 28 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2023 pub. 05/06/2023 numac 2023042521 bron vlaamse overheid Decreet over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn sluiten over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn, bedraagt de aanwezigheid van het personeelslid niet meer dan zestien opeenvolgende uren.

Elk uur verplichte aanwezigheid tijdens de dag, tussen het opstaan en het slapengaan van de internen, telt mee als arbeidsprestatie. De uren aanwezigheid tijdens de nacht, tussen het slapengaan en het opstaan van de internen, tellen mee voor vier uren arbeidsprestatie.

In het tweede lid wordt verstaan onder `tussen het slapengaan en het opstaan': een aaneengesloten periode van 8 uur tussen 22 uur en 8 uur. § 7. Een personeelslid is niet meer dan vier nachten per week aanwezig. § 8. Een personeelslid heeft per drie zondagsprestaties minstens één zondag volledig vrij.

Art. 19.Een personeelslid als vermeld in artikel 18, § 1, eerste lid, 1° en 2°, heeft recht op 35 vakantiedagen en 5 vakantieweken, waarvan tenminste 3 weken opeenvolgend, per kalenderjaar. Het personeelslid bezorgt op voorhand zijn desiderata. Bij het vastleggen van de vakantiedagen en vakantieweken van een individueel personeelslid wordt rekening gehouden met de behoeften van de dienst.

Art. 20.Een personeelslid als vermeld in artikel 18, § 1, eerste lid, 3°, heeft recht op het volgende aantal vakantieverlofdagen per kalenderjaar: 1° tot het jaar waarin het personeelslid vierenveertig wordt: 30;2° vanaf het jaar waarin het personeelslid vijfenveertig wordt tot het jaar waarin het negenenveertig wordt: 31;3° vanaf het jaar waarin het personeelslid vijftig wordt: 32;4° in het jaar waarin het personeelslid zestig wordt: 33;5° in het jaar waarin het personeelslid eenenzestig wordt: 34;6° in het jaar waarin het personeelslid tweeënzestig wordt: 35;7° in het jaar waarin het personeelslid drieënzestig wordt: 36;8° vanaf het jaar waarin het personeelslid vierenzestig wordt: 37. Naast de vakantieverlofdagen zoals bepaald in het eerste lid, heeft het personeelslid recht op de wettelijke en decretale feestdagen. Een personeelslid dat verplicht wordt prestaties te leveren op een wettelijke of decretale feestdag, heeft, als compensatie voor die dag, recht op een extra vakantieverlofdag.

Art. 21.Om de prestatie- en vakantieregeling van de personeelsleden, vermeld in artikel 17, te bepalen, wordt gekeken naar het ambt dat ze op 31 augustus 2023 uitoefenden in Onderwijs en waarvoor ze in het transitiekader vastbenoemd blijven. Afdeling 2. Vastbenoemde personeelsleden in Kasterlinden Internaat,

Koninklijk Werk IBIS en Internaat Zusters van Liefde te Kortemark

Art. 22.Deze afdeling is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden in het transitiekader, vermeld in artikel 4, 1° en 2°, van het decreet van 28 april 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2023 pub. 05/06/2023 numac 2023042521 bron vlaamse overheid Decreet over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn sluiten over de transitie van personeelsleden van sommige instellingen van Onderwijs naar Welzijn, die voor 1 september 2023 aangesteld waren in Kasterlinden Internaat, Koninklijk Werk IBIS en Internaat Zusters van Liefde te Kortemark.

Art. 23.In een volledige betrekking van het ambt van studiemeester-opvoeder internaat worden 36 uren per week gepresteerd.

Art. 24.Een personeelslid als vermeld in artikel 22, heeft recht op het aantal jaarlijkse vakantieverlofdagen zoals onderhandeld in het bevoegd lokaal comité.

Art. 25.Om de prestatie- en vakantieregeling van de personeelsleden, vermeld in artikel 22, te bepalen, wordt gekeken naar het ambt dat ze op 31 augustus 2023 uitoefenden in Onderwijs en waarvoor ze in het transitiekader vastbenoemd blijven. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 26.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2023.

Art. 27.De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking en de minister bevoegd voor onderwijs en vorming zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 augustus 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS

^