Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 juli 2017
gepubliceerd op 02 augustus 2017

Decreet tot wijziging van het decreet van 30 april 2009 houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving en van het decreet van 19 februari 2009 tot organisatie van de gedifferentieerde versterking van de technische personeelsformatie van de psycho-medisch-sociale centra

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2017020499
pub.
02/08/2017
prom.
06/07/2017
ELI
eli/decreet/2017/07/06/2017020499/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2017. - Decreet tot wijziging van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 09/07/2009 numac 2009029351 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving type decreet prom. 30/04/2009 pub. 02/06/2009 numac 2009202356 bron waalse overheidsdienst Decreet waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen sluiten houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving en van het decreet van 19 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/02/2009 pub. 15/04/2009 numac 2009029196 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van de gedifferentieerde versterking van de technische personeelsformatie van de psycho-medisch-sociale centra sluiten tot organisatie van de gedifferentieerde versterking van de technische personeelsformatie van de psycho-medisch-sociale centra (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen, en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Artikel 3 van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 09/07/2009 numac 2009029351 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving type decreet prom. 30/04/2009 pub. 02/06/2009 numac 2009202356 bron waalse overheidsdienst Decreet waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen sluiten houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving wordt vervangen door een nieuw artikel 3, luidend als volgt : "

Artikel 3.De Regering van de Franse Gemeenschap stelt het gemiddelde socio-economisch indexcijfer vast, op grond van relevante gegevens die haar worden meegedeeld door de bevoegde instellingen, zoals de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ), volgens het in dit decreet beschreven proces.

Elk jaar, vóór 31 oktober, delen de Diensten van de Regering de bevoegde instellingen de lijst, per vestiging, van de leerlingen die op 15 januari laatstleden ingeschreven waren, mee. Vóór 30 november bepalen de bevoegde instellingen, na verificatie door de Diensten van de Regering, het gemiddelde van de verschillende variabelen die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het socio-economisch indexcijfer van elke statistische sector, elke vestiging en elke inrichting die leerlingen telde die op 15 januari laatstleden ingeschreven waren, door middel van een berekeningsformule die rekening houdt met de laatste statistische gegevens die beschikbaar zijn voor de volgende criteria : 1° inkomen per inwoner;2° niveau van diploma's;3° werkloosheidsgraad, activiteitsgraad en aantal personen die een maatschappelijke hulp krijgen;4° beroepsactiviteiten. Elk criterium wordt bepaald in functie van één of meer variabelen.

De socio-economische indexcijfers van elke statistische sector, elke vestiging en elke inrichting worden uitgedrukt met een ongelijksoortig indexcijfer waarvan de lage waarde een minder begunstigd socio-economisch niveau aantoont. De berekeningsformule van dit indexcijfer wordt door de Regering vastgesteld, en toont de variabelen aan die elk criterium bepalen, alsook het respectievelijke gedeelte van elk onder die in het kader van de berekeningsformule.

Voor het schooljaar 2017-2018, bezorgen de Diensten van de Regering de bevoegde instellingen de lijst, per vestiging, van de leerlingen die op 15 januari 2015 ingeschreven waren. De bevoegde instellingen bepalen het gemiddelde van de verschillende variabelen die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het socio-economisch indexcijfer van elke statistische sector, elke vestiging en elke inrichting door middel van een berekeningsformule die rekening houdt met de laatste statistische gegevens die beschikbaar zijn voor de in dit artikel vermelde criteria.".

Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 09/07/2009 numac 2009029351 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving type decreet prom. 30/04/2009 pub. 02/06/2009 numac 2009202356 bron waalse overheidsdienst Decreet waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen sluiten wordt vervangen door een nieuw artikel 4, luidend als volgt : "

Artikel 4.Voor de minderjarige leerlingen die onwettelijk op het grondgebied verblijven zoals bedoeld in artikel 79bis van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, en voor de leerlingen die als nieuwkomers worden beschouwd krachtens artikel 2, § 1, van het decreet van 18 mei 2012 betreffende de organisatie van een stelsel voor het onthaal en de scholarisatie van nieuwkomers in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, wordt voor elke variabele die bijdraagt tot de vaststelling van het socio-economische indexcijfer het aritmetische gemiddelde van de 2000 laagste waarden gedurende 6 jaar toegekend.

In functie van de socio-economische indexcijfers berekend krachtens artikel 3, bepalen de Diensten van de Regering, enerzijds, de rangschikking van de vestigingen van het basisonderwijs en, anderzijds, die van de vestigingen van het secundair onderwijs.

In beide gevallen worden de vestigingen in opgaande volgorde gerangschikt, om te beginnen met de vestiging die het laagste socio-economische indexcijfer bekomt en om te eindigen met de vestiging die het hoogste socio-economische indexcijfer vertoont.

De vestigingen zoals gerangschikt overeenkomstig het vorige lid worden verdeeld in functie van hun gecumuleerde schoolbevolking in twintig klassen die elk 5,00 % (vijf procent) van de bevolking van het basisonderwijs, enerzijds, en van het secundair onderwijs met volledig leerplan, anderzijds, tellen. Deze klassen worden genummerd van 1 tot 20, van deze met het laagste socio-economische indexcijfer tot deze met het hoogste socio-economische indexcijfer.

In afwijking van het vierde lid wordt de klasse 3 ingedeeld in een klasse 3a en een klasse 3b met elk 2,5 % (twee en een half procent) van de bevolking voor het basisonderwijs en respectief 3,5 % (drie en een half procent) en 1,5 % (anderhalf procent) voor het secundair onderwijs met volledig leerplan.

Indien, als gevolg van de gecumuleerde berekening van de schoolbevolking per schijf, de hogere beperking van een klasse zoals bedoeld in de vorige twee leden slechts overeenstemt met een gedeelte van de schoolbevolking van eenzelfde vestiging, wordt de schoolbevolking van deze laatste vestiging beschouwd als verdeeld over beide klassen om te beginnen met de aanvulling van de klasse waarvan de coëfficiënt de meest voordelige is met uitzondering van de vestigingen die tot de klassen 13 tot 20 behoren en die zich in een dergelijke toestand zouden bevinden en waarvoor het geheel van de schoolbevolking tot de gunstigste klasse geacht wordt te behoren. In voorkomend geval, voor de toepassing van de hoofdstukken IV en VI van dit decreet, worden de vestigingen bedoeld in dit lid geacht te behoren tot de meest voordelige klasse.

Op deze basis zijn de vestigingen die de gedifferentieerde omkadering genieten deze die, ten minste drie keer in de laatste zes rangschikkingen, geheel of gedeeltelijk hebben behoord tot de klassen genummerd van 1 tot 5, dit zijn deze die, in de rangschikkingsvolgorde bedoeld in dit artikel, of in die van de vorige vijf jaren, de minst voordelige zijn en waarvan de som van de aantallen leerlingen die er ingeschreven zijn gelijk is aan 25,00 % (vijfentwintig procent), respectievelijk voor het basisonderwijs en voor het secundair onderwijs, van het totaal aantal leerlingen die respectief ingeschreven zijn in de vestigingen voor gewoon basisonderwijs en in de vestigingen voor gewoon secundair onderwijs met volledig leerplan in de Franse Gemeenschap. Komen eveneens in aanmerking voor de gedifferentieerde omkadering, de vestigingen die, in alle rangschikkingen waarin ze vanaf 2017-2018 gerangschikt zijn, altijd geheel of gedeeltelijk hebben behoord tot de klassen genummerd van 1 tot 5. In het tegenovergestelde geval, worden de andere vestigingen geacht niet in aanmerking te komen voor de gedifferentieerde omkadering.

De lijsten van de vestigingen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs die al dan niet de gedifferentieerde omkadering genieten, alsook de klasse waartoe ze behoren, worden om de vijf jaar door de Diensten van de Regering aan de Regering vóór 30 januari meegedeeld en elk jaar door de Regering vóór 28 februari goedgekeurd.

Voor het schooljaar 2017-2018 worden de lijsten van de vestigingen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs die al dan niet de gedifferentieerde omkadering genieten, alsook de klasse waartoe ze behoren, door de Diensten van de Regering aan de Regering meegedeeld en door de Regering uiterlijk voor 30 juni 2017 goedgekeurd.".

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt afgeschaft.

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "vanaf het schooljaar 2010-2011" geschrapt.2° § 2 wordt vervangen door een nieuw § 2, luidend als volgt : " § 2.17 946 bijkomende lestijden worden door de Diensten van de Regering rechtstreeks toegewezen aan de vestigingen die een gedifferentieerde omkadering genieten in de vorm van een lestijdenpakket om de in artikel 9, § 1 bedoelde menselijke middelen te bekomen.

Elk jaar wordt een theoretische verdeling van die lestijden verricht over alle leerlingen die regelmatig ingeschreven waren in alle vestigingen die een gedifferentieerde omkadering op 15 januari van het voorafgaande burgerlijk jaar genoten in verhouding tot de in het volgende lid bedoelde klassencoëfficiënten.

De in het vorige lid bedoelde klassencoëfficiënt hangt af van de klasse waartoe de vestiging geheel of gedeeltelijk behoort overeenkomstig artikel 4. Hij is gelijk aan : 1° 1,50 voor de vestigingen die behoren tot klasse 1;2° 1,25 voor de vestigingen die behoren tot klasse 2;3° 1,00 voor de vestigingen die behoren tot klasse 3;4° 0,75 voor de vestigingen die behoren tot klasse 4;5° 0,50 voor de vestigingen die behoren tot klasse 5. Elk jaar is het aantal lestijden dat aan elke begunstigde vestiging wordt toegewezen, gelijk aan het gemiddelde van de lestijden die voor de laatste zes jaar theoretisch toegewezen zijn.". 3° Er wordt een nieuwe § 2bis ingevoegd, luidend als volgt : " § 2bis.In afwijking van het laatste lid van § 2, voor elke vestiging die, gedurende het schooljaar 2016-2017, ofwel behoort tot een hogere klasse dan klasse 5, ofwel niet gerangschikt is, en die, bij elke rangschikking vanaf 2017-2018, geheel of gedeeltelijk behoort tot de klassen genummerd van 1 tot 5, is het aantal lestijden dat haar toegekend is gelijk aan het gemiddelde van de lestijden die theoretisch aan die vestiging worden toegekend voor de jaren gedurende welke ze geheel of gedeeltelijk tot de klassen genummerd van 1 tot 5 heeft behoord, en hoogstens, voor de laatste zes jaren.

Wanneer een vestiging wordt gesplitst, krijgen de vestigingen die uit die splitsing voortvloeien, voor de jaren vóór hun splitsing, de rangschikking toegewezen aan de vestiging waaruit ze ontstaan zijn. Ze worden geacht de middelen en de theoretische lestijden van de vestiging waaruit ze ontstaan zijn te hebben genoten in verhouding tot hun respectieve schoolbevolking. De referentieschoolbevolking voor elk van die vestigingen is die van 15 januari van het eerste jaar volgend op de splitsing.". 4° Er wordt een nieuwe § 2ter ingevoegd, luidend als volgt : " § 2ter.Er wordt een aanpassingscoëfficiënt berekend door 17 946 te delen door de som van het geheel van de lestijden bestemd voor de begunstigde vestigingen. Het totaal van de lestijden bestemd voor elke vestiging wordt met die coëfficiënt vermenigvuldigd en naar de lagere eenheid afgerond om het eindaantal lestijden te bereiken die elke vestiging voor het volgende schooljaar zal krijgen.". 5° § 3 wordt vervangen door een nieuwe § 3, luidend als volgt; " § 3. Er worden jaarlijkse bijkredieten ten bedrage van 8.603.000 euro door de Diensten van de Regering aan de vestigingen die voor een gedifferentieerde omkadering in aanmerking komen rechtstreeks toegekend in de vorm van werkingsmiddelen die in artikel 9, § 2 bedoeld zijn. Vanaf het burgerlijk jaar 2018, worden die kredieten geïndexeerd door de verhouding tussen het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen van januari van het lopende burgerlijk jaar en het indexcijfer van januari van het voorafgaande burgerlijk jaar op de bedragen van het voorafgaande burgerlijk jaar toe te passen.

Elk jaar wordt een theoretische verdeling van die middelen verricht over alle leerlingen die regelmatig ingeschreven waren in alle vestigingen die een gedifferentieerde omkadering op 15 januari van het voorafgaande burgerlijk jaar genoten in verhouding tot de in het volgende lid bedoelde klassencoëfficiënten.

De in het vorige lid bedoelde klassencoëfficiënt is gelijk aan : 1° 1,50 voor de vestigingen die behoren tot klasse 1;2° 1,3822 voor de vestigingen die behoren tot klasse 2;3° 1,3822 voor de vestigingen die behoren tot klasse 3a;4° 0,8153 voor de vestigingen die behoren tot klasse 3b;5° 0,6115 voor de vestigingen die behoren tot klasse 4;6° 0,4077 voor de vestigingen die behoren tot klasse 5. Elk jaar is het aantal kredieten dat aan elke begunstigde vestiging wordt toegekend gelijk aan het gemiddelde van de kredieten die theoretisch aan die vestiging voor de laatste zes jaren worden toegekend.". 6° Er wordt een § 3bis ingevoegd, luidend als volgt : " § 3bis.In afwijking van het laatste lid van § 3, voor elke vestiging die gedurende het schooljaar 2016-2017 ofwel behoort tot een hogere klasse dan klasse 5, ofwel niet gerangschikt is, en die, bij elke rangschikking vanaf 2017-2018, geheel of gedeeltelijk behoort tot de klassen genummerd van 1 tot 5, zijn de middelen die haar worden toegekend gelijk aan het gemiddelde van de kredieten die theoretisch aan die vestiging toegekend zijn voor de jaren gedurende welke ze geheel of gedeeltelijk heeft behoord tot de klassen genummerd van 1 tot 5 en, hoogstens, voor de zes laatste jaren.

Wanneer een vestiging wordt gesplitst, krijgen de vestigingen die uit die splitsing voortvloeien, voor de jaren vóór hun splitsing, de rangschikking toegewezen aan de vestiging waaruit ze ontstaan zijn. Ze worden geacht de middelen en de theoretische lestijden van de vestiging waaruit ze ontstaan zijn te hebben genoten in verhouding tot hun respectieve schoolbevolking. De referentieschoolbevolking voor elk van die vestigingen is die van 15 januari van het eerste jaar volgend op de splitsing.". 7° Er wordt een § 3ter ingevoegd, luidend als volgt : " § 3ter.Er wordt een aanpassingscoëfficiënt berekend door het jaarlijks geïndexeerde bedrag van 8.603.000 euro te delen door de som van het geheel van de middelen bestemd voor de begunstigde vestigingen. Het totaal van de middelen bestemd voor elke vestiging wordt met die coëfficiënt vermenigvuldigd en naar de lagere eenheid afgerond om het eindaantal middelen te bereiken die elke vestiging voor het volgende schooljaar zal krijgen.". 8° In § 4, worden de woorden "Om de vijf jaar, vóór 15 april van elk jaar, en voor de eerste keer ten laatste vóór 30 juni 2010" vervangen door de woorden "Elk jaar, vóór 15 april en, voor het jaar 2017-2018, uiterlijk op 30 juni 2017.". 9° In § 4, worden de woorden " §§ 2 en 3" vervangen door de woorden " §§ 2, 2bis, 2ter en 3, 3bis, 3ter".10° in § 4, worden de woorden "tijdens vijf opeenvolgende jaren" geschrapt.

Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 09/07/2009 numac 2009029351 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving type decreet prom. 30/04/2009 pub. 02/06/2009 numac 2009202356 bron waalse overheidsdienst Decreet waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 11° "In § 1, eerste lid, worden de woorden "vanaf het schooljaar 2010-2011" geschrapt. 12°. § 2 wordt vervangen door een nieuwe § 2, luidend als volgt : " § 2. 13.686 bijkomende lestijden worden rechtstreeks door de Diensten van de Regering toegewezen aan de vestigingen die de gedifferentieerde omkadering genieten in de vorm van lestijden-leraar voor het bekomen van de menselijke middelen bedoeld in artikel 10, § 1.

Elk jaar wordt een theoretische verdeling van die lestijden verricht over alle leerlingen die regelmatig ingeschreven waren in alle vestigingen die een gedifferentieerde omkadering op 15 januari van het voorafgaande burgerlijk jaar genoten in verhouding tot de in het volgende lid bedoelde klassencoëfficiënten.

De in het vorige lid bedoelde klassencoëfficiënt hangt af van de klasse waartoe de vestiging geheel of gedeeltelijk behoort overeenkomstig artikel 4 . Hij is gelijk aan : 1° 1,50 voor de vestigingen die behoren tot klasse 1;2° 1,1101 voor de vestigingen die behoren tot klasse 2;3° 0,9296 voor de vestigingen die behoren tot klasse 3a;4° 0,6849 voor de vestigingen die behoren tot klasse 3b;5° 0,5137 voor de vestigingen die behoren tot klasse 4;6° 0,3425 voor de vestigingen die behoren tot klasse 5. Elk jaar is het aantal kredieten dat aan elke begunstigde vestiging wordt toegekend gelijk aan het gemiddelde van de lestijden die theoretisch aan die vestiging voor de laatste zes jaren worden toegekend.". 13° Er wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt : " § 2bis.In afwijking van het laatste lid van § 2, voor elke vestiging die gedurende het schooljaar 2016-2017 ofwel behoort tot een hogere klasse dan klasse 5, ofwel niet gerangschikt is, en die, bij elke rangschikking vanaf 2017-2018, geheel of gedeeltelijk behoort tot de klassen genummerd van 1 tot 5, is het aantal lestijden dat haar worden toegekend gelijk aan het gemiddelde van de lestijden die theoretisch aan die vestiging toegekend zijn voor de jaren gedurende welke ze geheel of gedeeltelijk heeft behoord tot de klassen genummerd van 1 tot 5 en, hoogstens, voor de zes laatste jaren.

Wanneer een vestiging wordt gesplitst, krijgen de vestigingen die uit die splitsing voortvloeien, voor de jaren vóór hun splitsing, de rangschikking toegewezen aan de vestiging waaruit ze ontstaan zijn. Ze worden geacht de middelen en de theoretische lestijden van de vestiging waaruit ze ontstaan zijn te hebben genoten in verhouding tot hun respectieve schoolbevolking. De referentieschoolbevolking voor elk van die vestigingen is die van 15 januari van het eerste jaar volgend op de splitsing.". 14° Er wordt een § 2ter ingevoegd, luidend als volgt : " § 2ter.Er wordt een aanpassingscoëfficiënt berekend door 13.686 euro te delen door de som van het geheel van de lestijden bestemd voor de begunstigde vestigingen. Het totaal van de lestijden bestemd voor elke vestiging wordt met die coëfficiënt vermenigvuldigd en naar de lagere eenheid afgerond om het eindaantal lestijden te bereiken die elke vestiging voor het volgende schooljaar zal krijgen.". 15° § 3 wordt vervangen door een nieuwe § 3, luidend als volgt : " § 3.Er worden jaarlijkse bijkredieten ten bedrage van 6.203.000 euro door de Diensten van de Regering aan de vestigingen die voor een gedifferentieerde omkadering in aanmerking komen rechtstreeks toegekend in de vorm van werkingsmiddelen die in artikel 10, § 2 bedoeld zijn. Vanaf het burgerlijk jaar 2018, worden die kredieten geïndexeerd door de verhouding tussen het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen van januari van het lopende burgerlijk jaar en het indexcijfer van januari van het voorafgaande burgerlijk jaar op de bedragen van het voorafgaande burgerlijk jaar toe te passen.

Elk jaar wordt een theoretische verdeling van die middelen verricht over alle leerlingen die regelmatig ingeschreven waren in alle vestigingen die een gedifferentieerde omkadering op 15 januari van het voorafgaande burgerlijk jaar genoten in verhouding tot de in het volgende lid bedoelde klassencoëfficiënten.

De in het vorige lid bedoelde klassencoëfficiënt is gelijk aan : 1° 1,50 voor de vestigingen die behoren tot klasse 1;2° 1,25 voor de vestigingen die behoren tot klasse 2;3° 1,0583 voor de vestigingen die behoren tot klasse 3a;4° 0,9736 voor de vestigingen die behoren tot klasse 3b;5° 0,7302 voor de vestigingen die behoren tot klasse 4;6° 0,4868 voor de vestigingen die behoren tot klasse 5. Elk jaar is het aantal kredieten dat aan elke begunstigde vestiging wordt toegekend gelijk aan het gemiddelde van de kredieten die theoretisch aan die vestiging voor de laatste zes jaren worden toegekend.". 16° Er wordt een § 3bis toegevoegd, luidend als volgt : " § 3bis.In afwijking van het laatste lid van § 3, voor elke vestiging die gedurende het schooljaar 2016-2017 ofwel behoort tot een hogere klasse dan klasse 5, ofwel niet gerangschikt is, en die, bij elke rangschikking vanaf 2017-2018, geheel of gedeeltelijk behoort tot de klassen genummerd van 1 tot 5, zijn de middelen die haar worden toegekend gelijk aan het gemiddelde van de kredieten die theoretisch aan die vestiging toegekend zijn voor de jaren gedurende welke ze geheel of gedeeltelijk heeft behoord tot de klassen genummerd van 1 tot 5 en, hoogstens, voor de zes laatste jaren.

Wanneer een vestiging wordt gesplitst, krijgen de vestigingen die uit die splitsing voortvloeien, voor de jaren vóór hun splitsing, de rangschikking toegewezen aan de vestiging waaruit ze ontstaan zijn. Ze worden geacht de middelen en de theoretische lestijden van de vestiging waaruit ze ontstaan zijn te hebben genoten in verhouding tot hun respectieve schoolbevolking. De referentieschoolbevolking voor elk van die vestigingen is die van 15 januari van het eerste jaar volgend op de splitsing.". 17° Er wordt een § 3ter toegevoegd, luidend als volgt : " § 3ter.Er wordt een aanpassingscoëfficiënt berekend door het geïndexeerde bedrag van 6.203.000 euro te delen door de som van het geheel van de lestijden bestemd voor de begunstigde vestigingen. Het totaal van de middelen bestemd voor elke vestiging wordt met die coëfficiënt vermenigvuldigd en naar de lagere eenheid afgerond om het eindaantal lestijden te bereiken die elke vestiging voor het volgende schooljaar zal krijgen.". 18° In § 4, worden de woorden "Om de vijf jaar, vóór 15 april van elk jaar, en voor de eerste keer ten laatste vóór 30 juni 2010" vervangen door de woorden "Elk jaar, vóór 15 april en, voor het schooljaar 2017-2018, uiterlijk op 30 juni 2017".19° In § 4, worden de woorden " §§ 2 en 3" vervangen door de woorden " §§ 2, 2bis, 2ter en 3, 3bis, 3ter". 20 ° In § 4, worden de woorden "tijdens vijf opeenvolgende jaren" geschrapt.

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 7bis.In afwijking van de §§ 2, 2bis, 3 en 3bis van de artikelen 6 en 7, worden lestijden en middelen aan de vestigingen die gerangschikt waren onder de klassen 1 tot 5 bij de rangschikking 2016-2017 en die niet meer gerangschikt zijn bij de rangschikking die door de Regering wordt bepaald voor de latere jaren onder de klassen 1 tot 5, toegekend op de volgende wijze : 21° voor de vestigingen die gerangschikt waren onder de klassen 1 tot 5 van de rangschikking voorafgaand aan die van het schooljaar 2017-2018 en die, bij de rangschikking van de schooljaren 2017-2018, 2018-2019, 2019-2020, gerangschikt zijn onder de klassen 11 tot 20, - voor het schooljaar 2017-2018, worden de lestijden en middelen berekend op grond van de vorige artikelen 6 en 7; - voor het schooljaar 2018-2019, wordt aan die vestigingen 50 % toegekend van de lestijden en middelen die worden berekend op grond van de vorige artikelen 6 en 7; - voor het schooljaar 2019-2020, worden geen lestijd en geen middel aan die vestigingen toegekend; 22° voor de vestigingen die gerangschikt waren onder de klassen 1 tot 5 van de rangschikking voorafgaand aan die van het schooljaar 2017-2018 en die, bij de rangschikking van de schooljaren 2017-2018, 2018-2019, 2019-2020, gerangschikt zijn onder de klassen 8, 9 en 10, - voor het schooljaar 2017-2018, worden de lestijden en middelen berekend op grond van de vorige artikelen 6 en 7; - voor het schooljaar 2018-2019, wordt aan die vestigingen 75 % toegekend van de lestijden en middelen die worden berekend op grond van de vorige artikelen 6 en 7; - voor het schooljaar 2019-2020, wordt aan die vestigingen 50 % toegekend van de lestijden en middelen die worden berekend op grond van de vorige artikelen 6 en 7;

Die lestijden en middelen worden opgeteld bij de lestijden en middelen die door de vorige artikelen werden toegekend vóór de berekening van de aanpassingscoëfficiënt. Die lestijden en middelen worden vervolgens met die coëfficiënt vermenigvuldigd en naar de lagere eenheid afgerond.".

Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "voor de eerste van de vijf jaren aan de vestigingen die de gedifferentieerde omkadering genieten" en de woorden ", "en voor de eerste keer ten laatste vóór 30 juni 2011" geschrapt; - in § 1, op het einde van het eerste lid, wordt een nieuwe zin toegevoegd, luidend als volgt "Wanneer de inrichting over een sturingsplan beschikt, wordt daar het algemeen actieproject voor de gedifferentieerde omkadering van de vestigingen voor gedifferentieerde omkadering in opgenomen."; - in § 1, vijfde lid, worden de woorden "voor een periode van vijf jaar" en de woorden "Nochtans bepaalt het PGAED" ten laatste tegen 30 juni 2011 voor een duur van vier jaar de voornoemde doelstellingen en acties" geschrapt; - in § 1 wordt het zevende lid aangevuld met de volgende zin "Die middelen moeten worden aangewend ten voordele van de leerlingen van de vestigingen die ze hebben voortgebracht."; - in § 1, wordt het negende lid afgeschaft; - § 1bis wordt afgeschaft; - in § 2, eerste lid, worden de woorden "gedurende de vijf schooljaren" en "en voor de eerste keer uiterlijk voor 30 juni 2012" geschrapt; - in § 2, op het einde van het eerste lid, wordt een nieuwe zin toegevoegd, luidend als volgt : "Wanneer het algemeen actieproject voor de gedifferentieerde omkadering in het sturingsplan van de inrichting wordt opgenomen, wordt het verslag over het opvolgen van het algemeen actieproject voor de gedifferentieerde omkadering opgemaakt volgens de nadere regels voor het opvolgen van het sturingsplan."; - § 3 wordt geschrapt.

Art. 8.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de woorden " decreet van 14 juni 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/06/2001 pub. 17/07/2001 numac 2001029261 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de integratie van nieuwkomers in het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap is ingericht of gesubsidieerd type decreet prom. 14/06/2001 pub. 17/07/2001 numac 2001029246 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het programma voor dringende werken aan de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs dat wordt ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van nieuwkomers in het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap is ingericht of gesubsidieerd" vervangen door de woorden "decreet van 18 mei 2012 betreffende de organisatie van een stelsel voor het onthaal en de scholarisatie van nieuwkomers in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs".

Art. 9.In artikel 10 van hetzelfde decreet, worden de woorden "Ter aanvulling van het stelsel vastgesteld bij het decreet van 14 juni 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/06/2001 pub. 17/07/2001 numac 2001029261 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de integratie van nieuwkomers in het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap is ingericht of gesubsidieerd type decreet prom. 14/06/2001 pub. 17/07/2001 numac 2001029246 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het programma voor dringende werken aan de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs dat wordt ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van nieuwkomers in het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap is ingericht of gesubsidieerd" vervangen door de woorden "Ter aanvulling van het stelsel vastgesteld bij het decreet van 18 mei 2012 betreffende de organisatie van een stelsel voor het onthaal en de scholarisatie van nieuwkomers in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs".

Art. 10.Artikel 11 van hetzelfde decreet wordt vervangen door een nieuw artikel 11, luidend als volgt : "

Artikel 11.De bijkomende kredieten bedoeld in de artikelen 6, § 3, en 7, § 3, worden door de Diensten van de Regering volledig vastgelegd en vereffend op de begroting van het tweede kalenderjaar waarin het schooljaar eindigt.

De bijkomende kredieten bedoeld in de artikelen 6, § 3, en 7, § 3, worden door de begunstigde vestigingen uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het schooljaar waarvoor die kredieten werden toegekend, volledig uitgegeven.".

Art. 11.Afdeling 4 van hoofdstuk 2 van het decreet van 19 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/02/2009 pub. 15/04/2009 numac 2009029196 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van de gedifferentieerde versterking van de technische personeelsformatie van de psycho-medisch-sociale centra sluiten tot organisatie van de gedifferentieerde versterking van de technische personeelsformatie van de psycho-medisch-sociale centra wordt vervangen door een nieuwe afdeling 4 van hoofdstuk 2, luidend als volgt : "Afdeling 4. Aanvullende personeelsformatie gemotiveerd door de rangschikking van de centra in functie van hun sociaal-economische index

Art. 12.De socio-economische index van elk centrum is gelijk aan de verhouding tussen, enerzijds, de som van de producten, voor elke bediende schoolvestiging, van zijn socio-economische index, berekend volgens het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 09/07/2009 numac 2009029351 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving type decreet prom. 30/04/2009 pub. 02/06/2009 numac 2009202356 bron waalse overheidsdienst Decreet waarbij wijzigingen aangebracht worden in het decreet van 29 januari 2004 betreffende het begeleidingsplan inzake omschakelingen sluiten houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving, vermenigvuldigd met het aantal leerlingen en, anderzijds van het aantal leerlingen die onder het centrum ressorteren.

Art. 13.De socio-economische index van een psycho-medisch-sociaal centrum wordt berekend door het Bestuur elk jaar vóór 28 februari, op grond van het aantal leerlingen die op 15 januari van het vorige schooljaar werden opgeteld.

De psycho-medisch-sociale centra worden in opgaande volgorde van hun socio-economische index gerangschikt.

Voor het schooljaar 2017-2018, wordt de socio-economische index van een psycho-medisch-sociaal centrum berekend door het Bestuur uiterlijk voor 30 juni 2017, op grond van het aantal leerlingen die op 15 januari 2015 werden opgeteld.

Art. 14.De aanvullende personeelsformatie gemotiveerd door de sociaal-economische index van de psycho-medisch-sociale centra omvat psychopedagogische adviseurs en sociale hulpverleners of paramedische hulpverleners of psychopedagogische hulpverleners.

Art. 15.Alleen voor het jaar 2017-2018, behoudt elk psycho-medisch-sociaal centrum dat krachtens de vorige berekening in aanmerking kwam de helft van de opdrachten die het genoot.

De overblijvende 60 halve opdrachten worden toegekend aan de psycho-medisch-sociale centra die volgens de nieuwe berekening de laagste socio-economische index hebben. Voor de toekenning van die opdrachten worden de psycho-medisch-sociale centra in toenemende volgorde gerangschikt volgens hun socio-economische index. Op die basis krijgt een psycho-medisch-sociaal centrum een halve opdracht voor een eerste schijf van 2500 leerlingen die werkelijk wordt bereikt, en, vervolgens, een halve opdracht voor elke bereikte schijf van 2000 leerlingen. De volgorde van de rangschikking wordt in acht genomen totdat de 60 halve opdrachten worden bereikt. Die halve opdrachten worden voor een periode van twee jaar toegekend. Voor de berekening van de toekenning van de opdrachten, wordt geen rekening gehouden met de coëfficiënten bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 1 april 1960 betreffende de psycho-medisch-sociale centra en met de bevolkingsgroepen bedoeld in artikel 9 van het decreet van 19 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/02/2009 pub. 15/04/2009 numac 2009029196 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot organisatie van de gedifferentieerde versterking van de technische personeelsformatie van de psycho-medisch-sociale centra sluiten tot organisatie van de gedifferentieerde versterking van de technische personeelsformatie van de psycho-medisch-sociale.

Voor het jaar 2018-2019 worden de zestig halve opdrachten die op basis van de vorige berekening werden behouden voor het jaar 2017-2018 herverdeeld volgens het in het vorige lid bepaalde stelsel. Die halve opdrachten worden voor een periode van twee jaar toegekend.

In ieder geval, kan elk psycho-medisch-sociaal centrum hoogstens één opdracht van psycho-pedagogisch adviseur krachtens dit decreet behouden. In voorkomend geval zijn de aanvullende opdrachten opdrachten van sociale hulpverlener of van paramedische hulpverlener of van psycho-pedagogische hulpverlener.

Vanaf het jaar 2019-2020 worden elk jaar zestig halve opdrachten herverdeeld volgens het in het tweede lid bepaalde stelsel. Die halve opdrachten worden voor een periode van twee jaar toegekend.

Art. 16.Voor de centra die meer dan één aanvullende volledige opdracht van sociale hulpverlener toegekend krijgen, kan de aanvullende opdracht worden vervangen door een opdracht van psycho-pedagogische hulpverlener of van paramedische hulpverlener.

De keuze van het vereiste ambt wordt voor 1 mei die aan het jaar voorafgaat, en, voor het schooljaar 2017-2018, voor 30 september 2017, aan de Regering door de directeur van het centrum via de hiërarchische weg overgezonden, voor de psycho-medisch-sociale centra georganiseerd door de Franse Gemeenschap, en door de inrichtende macht, voor de centra gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, en dit na raadpleging van het basisoverlegcomité, voor de centra georganiseerd door de Franse Gemeenschap, van de plaatselijke paritaire commissie, voor de officiële centra gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, en van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, het plaatselijke overlegorgaan, voor de vrije centra die door de Franse Gemeenschap worden gesubsidieerd.

Art. 17.De Regering kan de aanvullende personeelsformatie verhogen, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen.

De begunstigde centra worden in de volgorde van de rangschikking, zoals bedoeld in artikel 13, aangewezen.

Die begunstigde centra krijgen een aanvullende opdracht van psycho-pedagogisch adviseur toegekend.

Art. 18.De Diensten van de Regering brengen de inrichtende machten en de directies van de centra op de hoogte van hun opname of wegneming van de lijst van de begunstigden en van de aanvullende opdrachten die ze worden toegekend, voor 15 maart, en voor het schooljaar 2017-2018, uiterlijk voor 30 juni 2017.".

Art. 12.In artikel 11, § 2, voorlaatste lid, van het decreet van 28 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/04/2004 pub. 28/06/2004 numac 2004029238 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de gedifferentieerde financiering van de instellingen voor basisonderwijs en secundair onderwijs sluiten betreffende de gedifferentieerde financiering van de instellingen voor basisonderwijs en secundair onderwijs, worden de woorden "toegekend aan de statistische sectoren" geschrapt.

Art. 13.In artikel 79/1, 5, van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, worden de woorden ", op 1 september van het schooljaar waarin hij zijn enige inschrijvingsformulier indient," ingevoegd tussen de woorden "toegekend" en de woorden "aan de statistische sector".

Art. 14.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het wordt toegekend.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 juli 2017.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Media en Wetenschappelijk Onderzoek, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, I. SIMONIS _______ Nota (1) Zitting 2016-2017. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 459-1. - Commissieamendement(en) 459-2. - Verslag, nr. 459-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 5 juli 2017.

^