Etaamb.openjustice.be
Decreet van 05 december 2008
gepubliceerd op 16 december 2008

Decreet tot wijziging van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld

bron
waalse overheidsdienst
numac
2008204513
pub.
16/12/2008
prom.
05/12/2008
ELI
eli/decreet/2008/12/05/2008204513/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 DECEMBER 2008. - Decreet tot wijziging van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In artikel 2 van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, vervangen door artikel 3 van het decreet van 27 maart 2003, worden de woorden "25,00 euro" vervangen door de woorden "0 euro".

Art. 2.Artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 7 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid worden de woorden "De bedragen van het kijk- en luistergeld worden aangepast" vervangen door de woorden "Het bedrag van het kijkgeld wordt aangepast";2° in het tweede lid worden de woorden "De bedragen van het kijk- en luistergeld" vervangen door de woorden "Het bedrag van het kijkgeld".

Art. 3.Artikel 8 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 9 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : « wanneer het houden van een autoradiotoestel of van een televisietoestel aanvangt in de loop van de periode bedoeld in artikel 7, is het kijk- en luistergeld bepaald in de artikelen 2, 3 en 4 verschuldigd voor de periode die begint op de eerste van de maand waarin het houden begonnen is, tot het begin van de volgende periode bedoeld in artikel 7. Het kijk- en luistergeld is verschuldigd in verhouding met het aantal maanden dat nog moet verlopen vanaf de maand waarin het houden werd begonnen tot het begin van de volgende periode bedoeld in artikel 7, ten opzichte van de twaalf maanden die een volledige periode omvat. »

Art. 4.In artikel 9 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 10 van het decreet van 27 maart 2003, wordt § 1 geschrapt.

Art. 5.Artikel 10 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 11 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 2 worden de woorden "De reeds geregistreerde houder die een maand na de begindatum van de periode bedoeld in artikel 7 geen betalingsuitnodiging heeft ontvangen" vervangen door de woorden "De reeds geregistreerde houder die na het verstrijken van de maand volgend op het begin van de periode bedoeld in artikel 7 geen betalingsuitnodiging voor het kijkgeld heeft ontvangen";2° in § 3 worden de woorden "het kijk- en luistergeld" vervangen door de woorden "het kijkgeld".

Art. 6.Artikel 13 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 14 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « al wie televisietoestellen verhuurt moet het in het artikel 3 bedoelde kijkgeld betalen voor elk toestel dat hij in zijn bezit heeft met de bedoeling om het te huren.»; 2 het vijfde lid vervalt.

Art. 7.Artikel 15, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 16 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : « al wie geen houder meer is van een televisietoestel vóór de begindatum van één van de in artikel 7 omschreven periodes moet dit schriftelijk mededelen aan de Dienst aangewezen door de Regering vóór de in artikel 7 bepaalde uiterste betaaldatum, met opgave van de bestemming die aan het toestel werd gegeven en eventueel van de naam of de benaming en het adres van de nieuwe houder. Indien deze verplichting niet wordt nageleefd, moet het kijkgeld voor de gehele periode worden gekweten. »

Art. 8.Artikel 19, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 20 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "geen kijk- en luistergeld verschuldigd" worden vervangen door de woorden "geen kijkgeld verschuldigd";2° de woorden "voor de autoradiotoestellen en de televisietoestellen die zonder winstoogmerk zijn opgesteld" worden vervangen door de woorden "voor de televisietoestellen die zonder winstoogmerk zijn opgesteld".

Art. 9.Artikel 20 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 21 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "de houder van een autoradiotoestel of van een televisietoestel" worden vervangen door de woorden "de houder van een televisietoestel";2° de woorden "de bijlage van de uitnodiging tot het betalen van het verschuldigde kijk- of luistergeld" worden vervangen door de woorden "de bijlage van de uitnodiging tot het betalen van het verschuldigde kijkgeld";3° de woorden "de betaling voor het verschuldigde kijk- of luistergeld" worden vervangen door de woorden "de betaling voor het verschuldigde kijkgeld".

Art. 10.Artikel 22 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 23 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid vervallen de woorden "of autoradiotoestellen";2° in het derde lid worden de woorden "die kijk- en luistergeld moeten betalen en voor het berekenen van dat kijk- en luistergeld" vervangen door de woorden "die kijkgeld moeten betalen en voor het berekenen van dat kijkgeld".

Art. 11.In artikel 23 van dezelfde wet vervallen de woorden "van een autoradiotoestel of".

Art. 12.In artikel 25, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 25 van het decreet van 27 maart 2003, vervallen de woorden "of luistergeld".

Art. 13.Artikel 26 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 26 van het decreet van 27 maart 2003, wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Het in voorkomend geval in toepassing van artikel 18 vermeerderd kijkgeld dat niet betaald is binnen de betalingstermijnen bepaald in de artikelen 7, 9 en 10 wordt uiterlijk drie jaar na beëindiging van de periode bedoeld in artikel 7 of artikel 8 ingekohierd.

De kohieren worden gevormd en uitvoerbaar gemaakt door de ambtenaar die door de Regering aangewezen wordt; 2° in § 2, 1°, worden de woorden "Waals Gewest - Kijk- en luistergeld" vervangen door de woorden "Waals Gewest - Kijkgeld ».

Art. 14.In artikel 27 van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 27 van het decreet van 27 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 vervallen de woorden "van een of meer autoradiotoestellen of";2° in § 4 worden de woorden "met het oog op het invorderen van het kijk- en luistergeld" vervangen door de woorden "met het oog op het invorderen van het kijkgeld";3° in § 6 worden de woorden "inzake kijk- en luistergeld" vervangen door de woorden "inzake kijkgeld".

Art. 15.In dezelfde wet wordt een artikel 29bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 29bis.§ 1. In geval van terugbetaling van belastingen, boeten of verwijlintresten, gebeurt deze terugbetaling door overschrijving op de postchequerekening van de rechthebbende, op de rekening die hij bezit bij een kredietinstelling aangesloten of vertegenwoordigd bij een verrekenkamer van het land of via een postassignatie op zijn naam.

De door de Regering aangewezen dienst betekent het terug te betalen bedrag, de motivatie van deze terugbetaling en de door de dienst voorgestelde terugbetalingswijze, namelijk per overschrijving (met vermelding van de referentie van de bankrekening waarvan de dienst kennis heeft genomen) of per postassignatie, aan de begunstigde van de terugbetaling.

Laatstgenoemde begunstigde kan de opmerkingen die hij wil laten gelden aan de door de Regering aangewezen dienst meedelen, om de verandering van de terugbetalingswijze verzoeken of een andere referentie van bankrekening mededelen om de terugbetaling te krijgen binnen een maand te rekenen van de uitwerkingsdatum van de kennisgeving van het tweede lid, waarbij deze termijn om geldige redenen verlengd kan worden. § 2. Degene die onregelmatig in aanmerking is gekomen voor een terugbetalingbeslissing, dient het onrechtmatig terugbetaalde bedrag aan het Waalse Gewest terug te storten, ofwel door storting op de postchequerekening aangeduid door de Waalse Regering om de betaling van de belasting in te vorderen overeenkomstig artikel 31, § 2, ofwel wanneer het terug te betalen bedrag nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een overschrijving of van de zending van een postassignatie, door aanrekening van het tevoren aan de verschuldigde terug te betalen bedrag op het aan het Gewest terug te storten bedrag. § 3. In het geval van § 2 betekent de door de Regering aangewezen dienst bij ter post aangetekend schrijven de motivatie van de terugstorting van het tevoren onrechtmatig terugbetaalde bedrag, het aan het Gewest terug te storten bedrag en de door de dienst voorgestelde terugbetalingswijze door aanrekening, overschrijving of postassignatie aan de verschuldigde.

De verschuldigde van laatstgenoemde terugstorting kan de opmerkingen die hij wil laten gelden aan de door de Regering aangewezen dienst meedelen binnen een maand te rekenen van de uitwerkingsdatum van de kennisgeving van het eerste lid, waarbij deze termijn om geldige redenen verlengd kan worden.

Tenzij de aanrekening bedoeld in § 2 in fine door de dienst wordt voorgesteld, moet de verschuldigde het terug te storten bedrag betalen binnen de termijn bepaald in de kennisgeving van het eerste lid, zonder dat deze termijn kleiner dan vijftien dagen is vanaf het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn. § 4. Het overeenkomstig § 2 terug te storten bedrag dat niet binnen de in § 3, derde lid, bedoelde termijn niet betaald is, maakt het voorwerp uit van een inkohiering uiterlijk drie jaar na het einde van de in artikel 7 bedoelde periode waarop het tevoren onrechtmatig teruggestorte bedrag betrekking heeft.

Artikel 26, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, is van toepassing op die inkohiering.

Dat terug te storten bedrag kan evenwel niet ingekohierd worden vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in § 3, tweede lid, tenzij de verschuldigde van de terugstorting schriftelijk heeft ingestemd met de terugstorting of als de rechten van de gewestelijke Schatkist om een andere reden dan het verstrijken van bovenvermelde termijnen in gevaar zijn. » § 5. De artikelen 10, § 1, 28, 29 en 31 van deze wet zijn van toepassing op de overeenkomstig § 2 terug te storten bedragen. »

Art. 16.De personen bedoeld in de artikelen 7, derde lid, of 8, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld die een luistergeld dat voor een periode inbegrepen tussen 1 april 2008 en 30 september 2008 werkelijk verschuldigd is, moeten betalen, hebben recht op de terugbetaling van het deel van laatstgenoemd luistergeld dat betrekking heeft op de periode tussen 1 oktober 2008 en 31 maart 2009 waarvoor de betrokken bijdrage opgeheven wordt.

Onverminderd artikel 52bis van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, vindt de terugbetaling aan de in het eerste lid bedoelde personen van het luistergeld verschuldigd voor de periode tussen 1 oktober 2008 en 31 maart 2009 plaats volgens de volgende modaliteiten : - het terug te betalen bedrag wordt bij voorkeur terugbetaald door aanrekening van dat bedrag op dat van het luistergeld verschuldigd door dezelfde verschuldigde op de volgende vervaldatum van 1 april 2009; - in de tweede plaats voor de belastingplichtigen voor wie de in het eerste streepje bedoelde aanrekening niet met uitwerking op 1 april 2009 zou kunnen worden uitgevoerd, wordt het terug te betalen bedrag bij gebrek aan kijkgeld verschuldigd door dezelfde verschuldigde hun werkelijk terugbetaald volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 29bis van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld en dit op z'n vroegst na de vervaldatum van 1 april 2009 van het kijkgeld.

Art. 17.De bepalingen van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld die worden gewijzigd, vervangen of geschrapt bij de artikelen 6, 1°, 10, 11, 13, 1°, en14, van dit decreet, blijven van toepassing op de luistergelden verschuldigd voor de belastbare periodes die vóór 1 januari 2009 zijn begonnen voor de verhuurde apparaten en vóór 1 oktober 2008 voor de door de andere houders verschuldigde bijdragen.

Art. 18.Dit besluit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Evenwel : - treden de artikelen 1 tot 5, 6, 2°, 7 tot 9, en 12 van dit decreet in werking op 1 januari 2009 voor de verhuurde apparaten; - treden de artikelen 1 tot 5, 6, 2°, 7 tot 9, en 12 van dit decreet in werking op 1 oktober 2008 voor de bijdragen verschuldigd door de andere houders dan die bedoeld in het vorige streepje.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 5 december 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, D. DONFUT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken van het Waals Parlement 870 (2008-2009), nrs. 1 en 2.

Volledig verslag, openbare zitting van 3 december 2008.

Bespreking - Stemming.

^