gepubliceerd op 16 juli 2008
Decreet betreffende de bestrijding van de mishandeling van bejaarde personen
3 JULI 2008. - Decreet betreffende de bestrijding van de mishandeling van bejaarde personen (1)
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "mishandeling" : elke daad of nalatigheid begaan door een persoon of een groep van personen die in zijn persoonlijke of beroepsrelatie met een bejaarde persoon fysieke, morele of materiële schade aan deze persoon berokkent of zou kunnen berokkenen;2° "bejaarde personen" : personen die minstens zestig jaar oud zijn;3° "Raad" : de Raad bedoeld in de artikelen 24 tot 28 van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse raad voor de derde leeftijd);4° "interveniënt" : elke persoon in relatie met de bejaarde persoon, ongeacht of hij lid van het gezin of van de omgeving is, of beroepshalve handelt. HOOFDSTUK II. - Erkenning van de instelling belast met de bestrijding van de mishandeling van bejaarde personen
Art. 3.Een instelling belast met de bestrijding van de mishandeling, hierna "agentschap" genoemd, wordt door de Regering erkend.
Art. 4.Het agentschap wordt op eigen verzoek door de Regering erkend onder de volgende voorwaarden : 1° het is opgericht als een vereniging zonder winstoogmerk waarvan de maatschappelijke zetel door de Regering wordt bepaald;2° zijn raad van bestuur is samengesteld uit de vertegenwoordigers : - van de Regering; - van verenigingen die actief zijn in de sector van de derde leeftijd; - van openbare regionale operatoren met een statistische opdracht; 3° het beschikt over een ploeg waarvan de minimale samenstelling door de Regering wordt vastgelegd.
Art. 5.De erkenningsaanvragen worden bij aangetekend schrijven gericht aan de Regering, die zich uitspreekt binnen twee maanden nadat ze onderzocht heeft of de bij het decreet en de desbetreffende uitvoeringsbepalingen bepaalde voorwaarden vervuld zijn.
Indien de voorwaarden door verschillende verenigingen vervuld worden, beslist de Regering nadat een jury, waarvan zij de samenstelling bepaalt, een selectie heeft doorgevoerd.
De jury zal advies uitbrengen door de kwaliteit van de projecten en de ervaring van de personen die voor de uitvoering van de projecten instaan te toetsen aan de opdrachten zoals bepaald bij artikel 7 van dit decreet.
Art. 6.Het agentschap wordt niet langer erkend in de twee volgende gevallen : 1° als de Regering beslist de erkenning op te schorten;2° als de Regering de erkenning intrekt. De Regering kan de erkenning van het agentschap voor de duur van drie maanden (eenmaal hernieuwbaar) opschorten wanneer de voorwaarden bedoeld in de artikelen 4 en 7 van dit decreet niet nageleefd worden.
Indien de voorwaarden nog steeds niet vervuld zijn na het verstrijken van de schorsingstermijn kan de Regering de erkenning intrekken.
Binnen twee maanden na kennisgeving van de beslissing tot schorsing of intrekking kan bij aangetekend schrijven een beroep bij de Regering ingesteld worden.
De Regering beslist binnen een termijn van drie maanden, die ingaat op de datum van indiening van het beroep.
Indien de erkenning van het agentschap ingetrokken wordt, kan de Regering beslissen een nieuwe erkenningsprocedure op te starten, overeenkomstig artikel 5 van dit decreet. HOOFDSTUK III. - Opdrachten en verslag van het agentschap
Art. 7.Het agentschap vervult de volgende opdrachten : 1° een begeleiding inzake mishandeling ten gunste van de bejaarde personen, o.a. door de invoering, het beheer en de opvolging van een gratis telefoonnummer; 2° de organisatie van acties, informatieverstrekking en bewustmaking inzake mishandeling naar het publiek toe, o.a. door het totstandbrengen van een Internetsite; 3° de organisatie van opleidingen voor beroepen die met mishandelingsgevallen geconfronteerd kunnen worden;4° de uitwisseling van informatie, statistieken of goede praktijken met soortgelijke verenigingen of organisaties in de aangrenzende Gewesten of Gemeenschappen of in andere landen. Het agentschap moet deze vier opdrachten vervullen op het gezamenlijke grondgebied van het Franse taalgebied, met minstens één antenne per provincie en volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt.
Art. 8.Een door het agentschap opgemaakt jaarverslag wordt aan het advies van de Raad onderworpen. Het wordt vervolgens door de Regering goedgekeurd en uiterlijk 15 juni voor informatie aan het Parlement overgemaakt.
Dat verslag bevat : 1° een balans en een omschrijving van de acties die gedurende het afgelopen jaar georganiseerd werden;2° voorstellen tot oriëntatie van het tegen mishandeling te voeren beleid;3° een statistische bijlage betreffende de mishandelingsdossiers die gedurende het afgelopen jaar geregistreerd en behandeld werden, naar gelang van de volgende types van interventie : - interventie van type A : het luisteren - interventie van type B : luisteren en, op verzoek van de appellant, informatieverstrekking en oriëntatie met het oog op een oplossing; - interventie van type C : luisteren, informatieverstrekking, oriëntatie en bemiddeling met het oog op een oplossing en, op verzoek van de appellant, het zoeken naar een oplossing op de werkvloer door het agentschap waarbij de verschillende interveniënten bijeengebracht en gecoördineerd worden; 4° een globaal verslag betreffende de klachten die gedurende het afgelopen jaar in samenwerking met de Raad geregistreerd werden. HOOFDSTUK IV. - Subsidies verleend aan het agentschap
Art. 9.De Regering verleent een subsidie aan het agentschap binnen de perken van de begrotingskredieten.
Het agentschap onderwerpt zich aan de controle van de leden van de inspectiedienst van de administratie.
Art. 10.Het agentschap ontvangt een jaarlijkse subsidie om de in artikel 7 van dit decreet bedoelde opdrachten te vervullen en om de volgende kosten te dekken : 3° de personeelskosten van de ploeg bedoeld in artikel 4;2° de werkingskosten. Het subsidiebedrag wordt door de Regering bepaald op basis van een voorbegroting voor het volgende jaar, die uiterlijk 15 september door het agentschap wordt opgemaakt.
De Regering is bevoegd voor de vastlegging van de uitgaven die in aanmerking genomen kunnen worden inzake de personeels- en werkingskosten.
Zij mag besluiten tot de uitbetaling van één of meer voorschotten.
Art. 11.De subsidie wordt aan het agentschap verleend indien het de volgende verplichtingen nakomt : 1° het in artikel 8 van dit decreet bedoelde verslag en de bewijsstukken aan de Regering overmaken binnen de termijnen die zij vastgelegd heeft;2° de Regering kennis geven van elke wijziging aangebracht in de statuten en in de samenstelling van het gesubsidieerde personeel. Indien de in dit hoofdstuk bedoelde verplichtingen niet nagekomen worden, geeft de Regering het agentschap bij aangetekend schrijven kennis van de vermindering of van de opschorting van de subsidie.
Het agentschap beschikt over dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het voorstel tot vermindering of opschorting, om zijn opmerkingen bij aangetekend schrijven aan de Regering mee te delen.
De Regering beslist binnen dertig dagen na ontvangst van de opmerkingen. HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 12.Artikel 24, § 1, tweede lid, van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" wordt aangevuld als volgt : "6° het advies uitgebracht overeenkomstig het decreet van 26 juni 2008 betreffende de bestrijding van de mishandeling van bejaarde personen. ».
Art. 13.Het personeel van verenigingen die de bestrijding van mishandeling als opdracht hebben, kan binnen de erkende vereniging overgeplaatst worden onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt.
Art. 14.Dit decreet treedt in werking op een door de Regering vastgelegde datum.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 3 juli 2008.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, D. DONFUT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN
(1) Zitting 2007-2008. Stukken van het Waals Parlement 790 (2007-2008) Nrs. 1 tot 17.
Volledig verslag, openbare vergadering van 25 juli 2008.
Bespreking. - Stemmingen.